Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 mei 2006
gepubliceerd op 09 juni 2006

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd "Magic 7", een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003238
pub.
09/06/2006
prom.
01/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/01/2006003238/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd "Magic 7", een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij tot de vaststelling heeft gebracht dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, inzonderheid met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;

Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de deelnemers te kunnen beantwoorden;

Overwegende dat een versneld aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het gedrag van de deelnemers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico haast onbestaande is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast, krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;

Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen bestaat in de lancering van de vorm van loterij die door dit besluit wordt bekrachtigd;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Magic 7 ». « Magic 7 » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door middel van de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet verkregen is. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 1 000 000, hetzij op veelvouden van 1 000 000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2,50 euro.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 1.000.000 uitgegeven biljetten : 1° bedraagt de totale som van alle loten 1.502.277 euro; 2° is het aantal loten vastgelegd op 250 701, die als volgt worden verdeeld : 1 lot van 77.777 euro, 100 loten van 100 euro, 1 000 loten van 50 euro, 8 600 loten van 20 euro, 20 500 loten van 15 euro, 14 500 loten van 10 euro, 90 000 loten van 5 euro en 116 000 loten van 2,50 euro.

Art. 4.Op de voorkant van de biljetten worden er vier duidelijk afgebakende spelen onder elkaar afgebeeld.

Deze vier spelen staan volledig los van elkaar. Voor de eventuele toewijzing van een lot dient ieder van deze vier spelen dus afzonderlijk te worden beschouwd.

Art. 5.De door ieder spel in beslag genomen zone is bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag en bestaat uit twee naast elkaar liggende ruimten die, van links naar rechts, respectievelijk « combinatieruimte » en « winstruimte » worden genoemd. Op de ondoorzichtige deklaag die de « combinatieruimte » bedekt, staan er telkens vijf vraagtekens afgebeeld. De ondoorzichtige deklaag die de « winstruimte » bedekt, is voorzien van de vermelding « Winst- Gain-Gewinn ».

Art. 6.Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag geldt voor ieder spel het volgende : 1° in de « combinatieruimte » verschijnen er op één lijn vijf verschillende symbolen uit de volgende reeks van zeven mogelijke symbolen : het getal « 7 », een « hoorn des overvloeds », een « ketel met een regenboog erboven », een « lieveheersbeestje », een « hoefijzer », een « schoppenaas » en een « klavertje vier »;2° in de « winstruimte » verschijnt er een in Arabische cijfers uitgedrukt lotenbedrag. Een biljet is een winnend biljet onder de volgende voorwaarden : 1° hetzij wanneer dat biljet een spel bevat waarvan de « combinatieruimte » drie identieke symbolen te zien geeft.In dat geval stemt het toegekende lotenbedrag overeen met het bedrag dat wordt vermeld in de « winstruimte » van datzelfde spel.

Een winnend biljet kan één of twee winnende spelen bevatten.

Winstbedragen worden eventueel opgeteld; 2° hetzij wanneer dat biljet een spel bevat waarvan de « combinatieruimte » het getal « 7 » te zien geeft.In dat geval komt het toegewezen winstbedrag overeen met de som van alle lotenbedragen die worden vermeld in de « winstruimte » van de vier spelen. Dat totale bedrag wordt « Magische winst » genoemd.

Art. 7.Voor een winnend biljet geldt telkens het volgende : 1° wanneer dat biljet 77.777 euro, 100 euro of 2,50 euro wint, bevat het slechts één winnend spel; 2° wanneer dat biljet 50 euro wint, bevat het ofwel één winnend spel dat 50 euro oplevert, ofwel een « Magische winst » bestaande uit 10 euro, 10 euro, 10 euro en 20 euro of uit 5 euro, 5 euro, 20 euro en 20 euro;3° wanneer dat biljet 20 euro wint, bevat het ofwel één winnend spel dat 20 euro oplevert, ofwel twee winnende spelen die elk 10 euro opleveren of respectievelijk 5 euro en 15 euro, ofwel een « Magische winst » bestaande uit 5 euro, 5 euro, 5 euro en 5 euro of uit 2,50 euro, 2,50 euro, 5 euro en 10 euro;4° wanneer dat biljet 15 euro wint, bevat het ofwel één winnend spel dat 15 euro oplevert, ofwel twee winnende spelen die respectievelijk 5 euro en 10 euro opleveren, ofwel een « Magische winst » bestaande uit 2,50 euro, 2,50 euro, 5 euro en 5 euro;5° wanneer dat biljet 10 euro wint, bevat het ofwel één winnend spel dat 10 euro oplevert, ofwel twee winnende spelen die elk 5 euro opleveren, ofwel een « Magische winst » bestaande uit 2,50 euro, 2,50 euro, 2,50 euro en 2,50 euro;6° wanneer dat biljet 5 euro wint, bevat het ofwel één winnend spel dat 5 euro oplevert, ofwel twee winnende spelen die elk 2,50 euro opleveren. Een niet-winnend biljet is altijd een biljet waarvan de configuratie van de spelen niet overeenstemt met één van 19 gevallen bedoeld in het eerste lid.

Art. 8.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 9.In de met een ondoorzichtige deklaag bedekte speelzones kunnen er, onder deze ondoorzichtige deklaag, controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm.

Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in het eerste lid en in artikel 8, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 10.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten enkel wordt bepaald door het toeval : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee elementen kunnen worden onthuld met betrekking tot de toewijzing van de loten. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 11.De loten zijn betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. De loten van 77.777 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij.

Art. 12.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 13.De loten die niet binnen de in artikel 11 vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 14.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 11 bedoelde termijn van twee maanden worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 15.Het is alle minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 16.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 17.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 18.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 19.In het kader van promotie-acties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in specie worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 21.Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

^