gepubliceerd op 22 juni 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers
1 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 33, gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999 en op artikel 45;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 33, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 1971, 29 september 1978 en 22 augustus 1984;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie van 6 november 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 33 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 1971, 29 september 1978 en 22 augustus 1984, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het nettovakantiegeld dat, per dienstjaar en per vakantiefonds, minder dan 300 frank bedraagt is niet verschuldigd.
Het saldo dat, ten gevolge van een wijziging aan de vakantierekening van een arbeider, na een eerste betaling verschuldigd is, zal niet uitbetaald worden indien het, per vakantiefonds en per dienstjaar, niet ten minste netto 300 frank bedraagt ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN