gepubliceerd op 12 mei 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers
1 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 39, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 1990;
Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 15 december 1998;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit ontwerp de draagwijdte preciseert van het artikel 39 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967, waardoor de veranderlijke premies die werden betaald na 1 december 1998 steeds in aanmerking worden genomen voor de berekening van het vakantiegeld, overeenkomstig een akkoord dat door de sociale partners werd afgesloten. Het al dan niet in aanmerking nemen van de veranderlijke premies die werden betaald voor deze datum wordt geregeld door een bepaling opgenomen in het ontwerp van wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, momenteel in bespreking in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Beide ontwerpen moeten gelijktijdig worden bekendgemaakt, zodra het ontwerp van wet door de Kamer is aangenomen, opdat de onduidelijkheid inzake de behandeling van de variabele premies voor het verleden en voor de toekomst gelijktijdig, zonder hiaat, zou worden opgeheven;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 januari 1999, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 39 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 1990, wordt aangevuld met het volgende lid : « Ook de veranderlijke premies waarvan de toekenning gekoppeld is aan een beoordeling van de prestaties van de bediende, aan het resultaat van de onderneming of van een afdeling ervan of aan andere criteria die de betaling ervan onzeker en wisselend maken, worden voor de toepassing van dit artikel als een veranderlijke wedde in aanmerking genomen, ongeacht de periodiciteit van de betaling van deze premies. »
Art. 2.Dit besluit treedt inwerking met ingang van 1 december 1998.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN