gepubliceerd op 04 juni 2021
Koninklijk besluit houdende naburige rechten van het artistiek personeel van het Nationaal Orkest van België
1 JUNI 2021. - Koninklijk besluit houdende naburige rechten van het artistiek personeel van het Nationaal Orkest van België
Gelet op Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG;
Gelet op artikel 11 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 september 1978 houdende bezoldigingsregeling en vaststelling van de weddeschalen van het artistiek personeel van het Nationaal Orkest van België;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 februari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 9 februari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 februari 2021;
Gelet op het protocol van onderhandelingen van 30 maart 2021 van het Sectorcomité I;
Gelet op advies 69.242/2 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het Nationaal Orkest van België een instelling van openbaar nut van categorie B is;
Overwegende dat artikel XI.205, § 4, van het Wetboek van economisch recht bepaalt dat, wanneer een uitvoerende kunstenaar een prestatie levert ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst of een statuut, de vermogensrechten die voortvloeien uit naburige rechten kunnen worden overgedragen aan de werkgever voor zover uitdrukkelijk in die overdracht van rechten is voorzien en voor zover de prestatie binnen het toepassingsgebied van de arbeidsovereenkomst of het statuut valt;
Overwegende dat de goede werking van het Nationaal Orkest van België vereist dat alle rechten verbonden aan de uitvoering en exploitatie van prestaties van uitvoerende kunstenaars van het Nationaal Orkest van België aan eerstgenoemde worden overgedragen;
Overwegende dat artikel 18 van Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG het beginsel van een passende en evenredige vergoeding van uitvoerende kunstenaars verankert, rekening houdend met het beginsel van contractuele vrijheid en een billijk evenwicht tussen rechten en belangen;
Overwegende dat in overweging 73 van dezelfde Richtlijn wordt bepaald dat een forfaitair bedrag ook een evenredige vergoeding kan vormen en dat de lidstaten rekening kunnen houden met de specifieke kenmerken van elke sector;
Overwegende dat de vergoeding waarin dit koninklijk besluit voorziet, passend en evenredig is, gelet op de specifieke kenmerken van de sector, de winsten die worden gegenereerd door de exploitatie van de naburige rechten van de musici van het Nationaal Orkest van België en de vergoeding van naburige rechten die wordt toegepast in Belgische orkesten van vergelijkbare omvang en rechtspositie;
Overwegende dat dit koninklijk besluit met name tot doel heeft de situatie van musici van het Nationaal Orkest van België die zijn aangeworven in het kader van een administratiefrechtelijk statuut en van musici van het Nationaal Orkest van België die zijn aangeworven in het kader van een arbeidsovereenkomst, met betrekking tot de vergoeding van de naburige rechten, gelijk te trekken;
Overwegende dat het stelsel waarin dit koninklijk besluit voorziet, van toepassing zal worden op de musici van het Nationaal Orkest van België die zijn aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst, door middel van hun overeenkomst of een ad-hoc wijziging van de bestaande overeenkomst;
Op de voordracht van de Minister van Federale Culturele Instellingen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Uitvoerende kunstenaar : de musicus bij het Nationaal Orkest van België die onder een administratiefrechtelijk statuut of een arbeidsovereenkomst is aangeworven, met uitsluiting van elke musicus die de functie van muziekdirecteur of van solist uitoefent.2° Audiovisuele opname : tijdelijke of duurzame vastlegging van klanken en/of beelden, met behulp van iedere techniek en op iedere geluids- of audiovisuele drager, naar aanleiding van openbare voorstellingen, opvoeringen of concerten met het oog op de rechtstreekse of uitgestelde verspreiding ervan.Audiovisuele en geluidsopnames die plaatsvinden tijdens de bijhorende algemene repetitie en deze die uitzonderlijk plaatsvinden voor het toevoegen van overgangen, zonder publiek, onmiddellijk na een openbare voorstelling die aanleiding heeft gegeven tot een vastlegging, worden beschouwd als zijnde gebeurd tijdens die openbare voorstelling. 3° Verspreiding : elke rechtstreekse of latere verspreiding van een combinatie van klanken en/of beelden, ongeacht de technische werkwijze en de netwerken, met inbegrip van rechtstreekse of latere streaming.4° Fonogram : iedere uitsluitend hoorbare vastlegging van een uitvoering of van andere klanken.5° Videospel : een elektronisch spel met een gebruikersinterface die de speler toelaat te navigeren in een virtuele omgeving waarbij een visuele feedback wordt gegenereerd op een informaticasysteem (zoals een computer, een telefoon of een spelconsole), met inbegrip van de geluids- of audiovisuele opname die in dat videospel is vastgelegd.6° Producent : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die zorgt voor de financiering en die het initiatief en de verantwoordelijkheid neemt voor een audiovisuele opname.7° Originele soundtrack van filmmuziek : elke geluidsopname die bestemd is om een film te begeleiden, ongeacht de technische werkwijze en de drager.8° Dienst : elke prestatie van uitvoerende kunstenaars die het voorwerp uitmaakt van een verspreiding, een audiovisuele opname of een fonogram met het oog op de exploitatie ervan door het Nationaal Orkest van België of diens rechthebbenden, met een minimumduur van drie uur en een maximumduur van vier uur of de duur van een "live" concert. Alle activiteiten in een blok van 3 tot 4 uur die worden onderbroken door een of meerdere pauzes worden beschouwd als één dienst als de som van de pauzes en de andere activiteiten in totaal niet 4 uur overschrijdt. Een (fonografische en/of videografische) technische balans is geen dienst. 9° Streaming : de continue verspreiding via een digitaal netwerk.
Art. 2.De uitvoerende kunstenaar draagt de naburige rechten verbonden aan zijn prestaties in het kader van zijn opdracht in dienst van het Nationaal Orkest van België over aan het Nationaal Orkest van België, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art. 3.§ 1. Krachtens artikel 2 worden de volgende naburige rechten overgedragen aan het Nationaal Orkest van België tegen de toelagen bepaald in de artikelen 4 en 6 : a) Recht van mededeling aan het publiek : - Het recht om de prestaties van uitvoerende kunstenaars in het kader van hun opdracht in dienst van het Nationaal Orkest van België mee te delen aan het publiek, met het oog op de verspreiding en doorgifte van de klanken ervan via radiogolven, kabel, satelliet, internetplatformen, streaming of iedere andere gekende of tot op heden onbekende techniek; - Het recht om de prestaties van uitvoerende kunstenaars in het kader van hun opdracht in dienst van het Nationaal Orkest van België mee te delen aan het publiek, met het oog op de verspreiding en doorgifte van de klanken en beelden ervan via radiogolven, kabel, satelliet, internetplatformen, streaming of iedere andere gekende of tot op heden onbekende techniek; b) Reproductie- en distributierecht : - Het recht om de prestaties van uitvoerende kunstenaars in het kader van hun opdracht in dienst van het Nationaal Orkest van België geheel of gedeeltelijk te reproduceren in een onbeperkt aantal exemplaren, op alle gekende of tot op heden onbekende fonografische, videografische of multimediadragers, met inbegrip van digitale dragers; - Het recht om de dragers die de prestaties van uitvoerende kunstenaars reproduceren, te verspreiden en het recht om het downloaden ervan aan te bieden voor privédoeleinden op een dienst die toegankelijk is via een digitaal datatransmissienetwerk, met name het internet, en, in het algemeen, het recht om de dragers te exploiteren of te laten exploiteren, met inbegrip van verkoop en verhuring. § 2. De overeenkomstig artikel 2 en de eerste paragraaf van dit artikel overgedragen rechten, worden overgedragen voor de volledige duur van de naburige rechten en voor de hele wereld. § 3. Het Nationaal Orkest van België laat de deelnemende musici vóór de aanvang van de opname of vastlegging een presentielijst ondertekenen, die bestemd is voor een collectieve aangifte bij een beheersvennootschap van naburige rechten van uitvoerende kunstenaars, voor de rechten die door deze beheersvennootschap worden beheerd.
Art. 4.§ 1. Als tegenprestatie voor de krachtens de artikelen 2 en 3 overgedragen rechten wordt uitvoerende kunstenaars die een volledig jaar hebben gewerkt een jaarlijkse toelage van 600 euro bruto toegekend. Voor uitvoerend kunstenaars die geen volledig jaar hebben gewerkt wordt een toelage van 24 euro bruto per dienst toegekend.
De toelage wordt tegelijk betaald met het salaris van de maand februari van het jaar dat volgt op het referentiejaar. § 2. Dit bedrag wordt aan de uitvoerende kunstenaars betaald onder de benaming "naburige rechten". § 3. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde jaarlijkse toelage dekt de overdracht van naburige rechten bedoeld in de artikelen 2 en 3 binnen de grenzen van een jaarlijks quotum van maximaal 25 diensten.
Alleen diensten waarvoor opnameapparatuur (microfoons en/of camera's) wordt geïnstalleerd op initiatief van of met toestemming van het Nationaal Orkest van België, worden als diensten beschouwd.
Het quotum van 25 diensten bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf wordt als volgt berekend : - In geval van een audiovisuele opname die op televisie wordt uitgezonden : uitzendingen van minder dan 1,15 uur tellen als twee diensten en uitzendingen van meer dan 1,15 uur tellen als drie diensten; - De technische balans en het testen van de technische aansluitingen vormen geen dienst; - Een opname die zowel in de vorm van klanken als van beelden wordt meegedeeld aan het publiek, wordt slechts eenmaal geteld; - Een opname die reeds als een of meer diensten werd geteld, wordt eenmaal geteld, ook als deze later opnieuw wordt verspreid via andere dragers of kanalen; - Een opname die meerdere keren op verschillende dragers wordt vastgelegd, wordt slechts eenmaal geteld; - Diensten tellen alleen mee voor zover het Nationaal Orkest van België de vastlegging ervan exploiteert.
Fonogrammen die in een studio zijn vastgelegd, met uitzondering van opnames tijdens een concert met of zonder publiek of met het oog op het aanvullen en/of verbeteren van opnames van dergelijke concerten, tellen niet mee voor dit quotum. Zij geven aanleiding tot een specifieke toelage van 3.000 euro per fonogram, die gelijkelijk over de deelnemende uitvoerende kunstenaars te verdelen is.
Diensten die het voorwerp uitmaken van een audiovisuele opname die op televisie wordt (her)uitgezonden en waarvoor de organisator het Nationaal Orkest van België een vergoeding betaalt, tellen niet mee voor dit quotum. De vergoeding die het Nationaal Orkest van België voor de televisie-uitzending ontvangt, wordt gelijkelijk over de deelnemende uitvoerende kunstenaars verdeeld.
Indien het in deze paragraaf bepaalde dienstenquotum wordt overschreden, is een bijkomende toelage van 24 euro bruto per dienst verschuldigd aan de uitvoerende kunstenaars. § 4. Aanvullend op de toelage bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel heeft de uitvoerende kunstenaar recht op een bijkomende toelage voor de naburige rechten in het kader van de uitvoering van een contract gesloten tussen een persoon die uitsluitend onder het privaatrecht valt en het Nationaal Orkest van België. De betaling van deze bijkomende toelage mag de uitvoering van dit contract door het Nationaal Orkest van België geenszins verlieslatend maken.
Deze toelage bedraagt, voor alle uitvoerende kunstenaars samen, 50 % van de netto-ontvangsten van het Nationaal Orkest van België na aftrek van de variabele productiekosten (dirigent, bijkomende musici, solistenkoren, zaal, opnamekosten, marketing, dramaturgie, ...). Dit percentage wordt gelijkelijk over de deelnemende uitvoerende kunstenaars verdeeld. § 5. Aanvullend op de toelage bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel heeft de uitvoerende kunstenaar van het Nationaal Orkest van België recht op een bijkomende toelage voor de naburige rechten in het kader van zijn deelname aan de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth van België. De betaling van deze bijkomende toelage mag de deelname van het Nationaal Orkest van België aan de wedstrijd geenszins verlieslatend maken.
De vergoeding die het Nationaal Orkest van België voor zijn deelname aan de wedstrijd ontvangt, wordt, als tegenprestatie voor de overdracht van naburige rechten, na aftrek van alle kosten die het Nationaal Orkest van België heeft gemaakt in verband met de productie van en deelname aan de wedstrijd (met uitzondering van de wedden van de uitvoerende kunstenaars), waaronder met name de huurkosten voor de zaal en instrumenten, vervoerskosten, alsook de salarissen van de uitvoerende kunstenaars die zijn aangeworven met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur en van de dirigent, gelijkelijk verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die aan minstens één repetitie of openbaar concert in het kader van de wedstrijd hebben deelgenomen.
Art. 5.De toelagen bedoeld in de artikelen 4 en 6 zijn van toepassing onverminderd het recht van de uitvoerende kunstenaars op een billijke vergoeding krachtens de artikelen XI.211, 212 en 213 van het Wetboek van economisch recht betreffende de verhuring, de openbare uitvoering en de uitzending, die zij via een vennootschap voor het collectieve beheer van naburige rechten ontvangen.
Art. 6.§ 1. Aanvullend op de toelage bedoeld in artikel 4 geeft de exploitatie door het Nationaal Orkest van België van de reproductierechten en de rechten van mededeling aan het publiek van de prestaties van de uitvoerende kunstenaars in het kader van een originele soundtrack van filmmuziek of een soundtrack van een videospel recht op een toelage van 50 % van de netto-ontvangsten van het Nationaal Orkest van België na aftrek van de variabele productiekosten (dirigent, bijkomende musici, solistenkoren, zaal, opnamekosten, marketing, dramaturgie, ...). Dit percentage wordt gelijkelijk over de deelnemende uitvoerende kunstenaars verdeeld. Per originele soundtrack van filmmuziek of soundtrack van een videospel en per deelnemende uitvoerende kunstenaar is een minimumbedrag van 30 euro bruto vastgesteld. § 2. De contracten tussen het Nationaal Orkest van België en een producent voor de soundtrack van een film of van een videospel en het bedrag van de uitgaven en ontvangsten dat in aanmerking wordt genomen om de netto-ontvangsten te bepalen, worden door het Nationaal Orkest van België vertrouwelijk bezorgd aan het Basisoverlegcomité.
Indien het Nationaal Orkest van België in het kader van dergelijke contracten van zijn medecontractant een vergoeding ontvangt in de vorm van royalty's die op regelmatige tijdstippen worden betaald, legt het zijn medecontractant contractueel de verplichting op om jaarlijks de afrekening van de rechten te bezorgen.
Art. 7.De toelagen die aan uitvoerende kunstenaars worden betaald krachtens de artikelen 4 en 6 hebben betrekking op elk van de exploitatiewijzen van de krachtens de artikelen 2 en 3 overgedragen naburige rechten en vallen onder het indexeringsregime dat wordt toegepast op de salarissen van de Rijksambtenaren. Dit is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Art. 8.De uitvoerende kunstenaar geeft toestemming aan het Nationaal Orkest van België om, voor zover dit nodig is voor de exploitatie van de krachtens de artikelen 2 en 3 overgedragen naburige rechten, iedere reproductie in welke vorm ook en op welke drager ook van zijn afbeelding, namelijk de reproductie in duurzame vorm van de visuele en herkenbare kenmerken van deze uitvoerende kunstenaar, gemaakt in het kader van zijn deelname aan de activiteiten van het Nationaal Orkest van België, te reproduceren, te verspreiden en te gebruiken.
Deze toelating geldt voor de volledige duur van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde overdracht en voor de hele wereld.
Art. 9.De uitvoerende kunstenaars mogen geen prestaties van het Nationaal Orkest van België op kortstondige of permanente wijze, geheel of gedeeltelijk, met welk middel of welke techniek ook, en ongeacht het beoogde gebruik ervan opnemen of laten opnemen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nationaal Orkest van België.
Art. 10.De uitvoerende kunstenaar geeft toestemming aan het Nationaal Orkest van België of diens rechthebbenden om alle wijzigingen of aanpassingen van opnames van zijn prestaties uit te voeren die nodig zijn voor de exploitatie van de krachtens de artikelen 2 en 3 overgedragen naburige rechten en ziet af van het inroepen van zijn moreel recht om zich tegen deze wijzigingen te verzetten, tenzij deze wijziging of aanpassing zijn eer of reputatie zou kunnen schaden.
Art. 11.De minister bevoegd voor de federale culturele instellingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Gegeven te Brussel, 1 juni 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Federale Culturele Instellingen, S. WILMES