Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 december 1998
gepubliceerd op 13 januari 1999

Koninklijk besluit waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000815
pub.
13/01/1999
prom.
01/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/01/1999000815/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit, waarvan wij de eer hebben het aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe de Intercommunale voor Energie "IVEG" toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen te verlenen.

IVEG valt onder de toepassing van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales (1). Zij kan bijgevolg beschouwd worden als een instelling van Belgisch recht, die opdrachten van algemeen belang vervult.

De rechtsgrond van het ontworpen koninklijk besluit wordt aldus gevormd door artikel 5, tweede lid, a), van de organieke wet van 8 augustus 1983 op het Rijksregister, zoals gewijzigd door de wet van 19 juli 1991 (2).

De intercommunale IVEG vraagt de toegang tot het Rijksregister voor het vervullen van de hierna opgesomde taken: - het factureren van het electrikiteitsverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet; - het factureren van het gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet.

De gevraagde toegang heeft betrekking op de volgende informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2° 5°, 6° en 8°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Hij wordt gemotiveerd als volgt : 1° (naam en voornamen) en 5° (hoofdverblijfplaats): deze informatiegegevens zijn nodig voor het opmaken en verzenden van de factuur, en eventueel om de verschuldigde bedragen te kunnen invorderen;2° (geboorteplaats en -datum): dit informatiegegeven vermijdt persoonsverwisseling bij personen die dezelfde naam en voornamen dragen;6° (plaats en datum van overlijden): dit informatiegegeven is nodig om bij het overlijden van een abonnee de inning van het verschuldigde bedrag bij de rechtsopvolgers mogelijk te maken;8° (burgerlijke staat): de schulden van het huishoudelijk energieverbruik zijn, in toepassing van artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek, verhaalbaar op het gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten. Ook de toegang tot artikel 3, tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 wordt gevraagd (historiek van de informatiegegevens). De rechtsvorderingen van de intercommunale zijn immers onderworpen aan de dertigjarige verjaring, zulks op basis van artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 1, vierde lid, van het ontworpen besluit duidt aan welke personeelsleden toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister kan verleend worden, terwijl artikel 3 bepaalt dat de lijst van deze personeelsleden jaarlijks wordt overgezonden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Volgens artikel 1, vijfde lid, zijn de personeelsleden bovendien verplicht een verklaring te ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de beveiliging en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens te waarborgen waartoe zij toegang krijgen.

Artikel 2 stelt dat de informatiegegevens slechts mogen worden gebruikt voor de in artikel 1 vermelde doeleinden en dat zij niet aan derden mogen worden medegedeeld. Tevens wordt bepaald welke personen, overheden en organismen, binnen het kader van dit verbod, niet als derden beschouwd worden.

Zoals opgelegd door artikel 5, tweede lid, a), van de voormelde wet van 8 augustus 1983 op het Rijksregister werd de aanvraag van IVEG voorgelegd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, die haar advies uitbracht op 26 juni 1996. Het ontwerp van besluit werd vervolgens aangepast aan de opmerkingen van de Commissie.

De Raad van State bracht zijn advies uit op 6 oktober 1997. Het ontwerp van besluit werd aangepast aan dit advies.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Belgisch Staatsblad van 26 juni 1987.(2) Belgisch Staatsblad van 21 april 1984 en 3 september 1991. ADVIES Nr. 16/96 VAN 26 JUNI 1996 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens en gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, gewijzigd door de wetten van 19 juli 1991 en 8 december 1992 en artikel 8, tweede lid a), gewijzigd door de wet van 15 januari 1990;

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 26 april 1996, door de Commissie ontvangen op 29 april 1996;

Brengt op 26 juni 1996 het volgende advies uit : I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG: 1. Het ontwerp van koninklijk besluit dat aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ter advies wordt voorgelegd, heeft tot doel aan de Intercommunale voor Energie IVEG (hierna : IVEG) toegang tot de informatiegegevens en gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister te verlenen.Deze machtigingen worden gevraagd voor facturatiedoeleinden, en meer bepaald met het oog op de facturatie van: 1° het electriciteitsverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet;2° het gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet. II. ONDERZOEK VAN HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT : A. Toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister a) De wet van 8 augustus 1983 2.Volgens artikel 5, tweede lid a) van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna de wet van 8 augustus 1983), kan de Koning, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de toegang tot het Rijksregister uitbreiden tot "instellingen van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervullen". 3. IVEG is een intercommunale vereniging die belast is met de bedeling van gas en electriciteit.Volgens artikel 3 van de statuten heeft IVEG tot doel "het opzoeken en bestuderen van alle middelen, het inrichten en uitbaten van alle procédés om alle gebruikers, onder de beste voorwaarden, de produktie, het vervoer en de voorziening van elektrische energie en gas te verzekeren". 4. In zoverre IVEG als instelling van Belgisch recht, opdrachten van algemeen belang vervult, komt zij in het licht van de wet van 8 augustus 1983 in aanmerking voor het bekomen van een machtiging tot toegang tot het Rijksregister.5. De Commissie is evenwel van mening dat de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister slechts kan verleend worden in zoverre en voor zolang zij als instelling van Belgisch recht deze taken van algemeen belang blijft vervullen.b) De wet van 8 december 1992 6.Het ontwerp van koninklijk besluit verleent aan IVEG de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister met het oog op de facturatie van : 1° het elektriciteitsverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet;2° het gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet. De Commissie meent dat de facturatietaken die door IVEG dienen te worden uitgevoerd inherent zijn aan de opdrachten van algemeen belang die haar krachtens of door de wet zijn toevertrouwd. 7. Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit verleent de toegang tot de "informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen". Het gaat over de volgende gegevens: 1. de naam en voornamen (1°) 2.de geboorteplaats en -datum (2°) 3. de nationaliteit (4°) 4.de hoofdverblijfplaats (5°) 5. de plaats en datum van overlijden (6°) 6.het beroep (7°) 7. de burgerlijke staat (8°) evenals "de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens..., beperkt tot een periode van dertig jaar die de mededeling van die informatiegegevens voorafgaat". 8. De Commissie meent eraan te moeten herinneren dat artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 slechts in de mogelijkheid van toegang tot het Rijksregister voorziet met betrekking tot "de informatie die (de begunstigden) krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen".Zoals de Raad van State, afdeling wetgeving, reeds meermaals heeft opgemerkt, is het zaak van de Regering, "ter eerbiediging van het wettigheidsbeginsel", om "met grote zorgvuldigheid (na te gaan) of de kennis van elk van de in artikel 3 van (de) wet opgesomde informatiegegevens volstrekt noodzakelijk is opdat de betrokken openbare overheid haar opdracht kan uitvoeren" (zie, o.m., advies van 22 januari 1992 over het ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 4 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het Ministerie van het Waalse Gewest toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, Belgisch Staatsblad van 28 juli 1992, blz. 16.952; advies van 4 maart 1992 over het ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 18 mei 1992 waarbij aan sommige overheden van het Waals Ministerie voor Uitrusting en Vervoer toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, Belgisch Staatsblad van 2 juli 1992, blz. 15.048).

De Commissie is van oordeel dat voor de facturatie door IVEG van haar abonnees geen toegang noodzakelijk is tot de gegevens van het Rijksregister noch betreffende de nationaliteit, noch betreffende het beroep van de abonnee. 9. In artikel 2 van het ontwerp van koninklijk besluit wordt gepreciseerd dat de met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens slechts mogen gebruikt worden voor de in het tweede lid van dat artikel vermelde doeleinden.Zij mogen niet medegedeeld worden aan derden. Volgens artikel 2, tweede lid, mogen niet als derden worden beschouwd: 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hen kunnen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en uitsluitend in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met IVEG onderhouden. De Commissie stelt vast dat de overdracht van de informatiegegevens aldus strikt wordt beperkt. 10. Artikel 1, vierde lid, beperkt de toegang tot het Rijksregister tot : 1° de directeur-generaal van IVEG;2° de personeelsleden van de dienst Cliënteel van IVEG, die daartoe door de directeur-generaal bij name en schriftelijk zijn aangewezen omwille van hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden. Volgens artikel 5 wordt de lijst van de personeelsleden, met aanduiding van hun titel en functie, die overeenkomstig artikel 1, vierde lid, aangewezen zijn, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit toegezonden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De Commissie wenst dat de personeelsleden van IVEG die toegang hebben tot het Rijksregister een dokument ondertekenen waarin wordt aangedrongen op hun verplichting om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens te waarborgen.

B. Gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister a) De wet van 8 augustus 1983 11.In haar hoedanigheid van instelling van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervult, zou IVEG in toepassing van artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 gemachtigd kunnen worden het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. b) De wet van 8 december 1992 12.IVEG vraagt de toelating tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister voor de facturatie van het elektriciteits- en gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op de desbetreffende distributienetten.

Artikel 5 van de wet van 8 december 1992 beperkt de verwerkingen van persoonsgegevens tot "duidelijk omschreven en wettige doeleinden" en preciseert dat de gegevens uitgaande van die doeleinden, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn.

De Commissie is van oordeel dat het factureren aansluit bij de opdrachten van algemeen belang waarmee IVEG werd belast. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister zou haar dus kunnen worden verleend in toepassing van artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983.

Dit doeleinde is duidelijk "omschreven en wettig" in de zin van artikel 5 van de wet van 8 december 1992. Het identificatienummer is, uitgaande van die doeleinden, een toereikend en ter zake dienend gegeven. Er moet evenwel nog worden nagegaan of het identificatienummer geen "overmatig" gegeven is in de zin van artikel 5 van de wet van 8 december 1992 ten opzichte van het doeleinde van facturatie.

Om een antwoord op deze vraag te vinden is het nodig te herinneren aan de wet van 8 december 1992, die ertoe strekt een evenwicht tot stand te brengen "tussen de vereisten van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en die van een goed georganiseerd bestuurlijk, economisch en sociaal bestel" (Parl. St., Kamer, B.Z.,1991-92, nr. 413/ 12, blz. 6).

Anders geformuleerd, is het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister een overtreding van het proportionaliteitsbeginsel zoals bepaald in artikel 5 van de wet van 8 december 1992 ? De Commissie meent op deze vraag positief te moeten antwoorden.

Het verlenen van dergelijke machtiging zou inderdaad tot gevolg kunnen hebben dat talrijke instellingen dezelfde aanvraag indienen, hetgeen ongetwijfeld zou leiden tot een nog grotere banalisering van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister.

Een dergelijke evolutie zou slechts kunnen leiden tot misbruiken.

OM DEZE REDENEN: brengt de Commissie, onder voorbehoud van de door haar gemaakte opmerkingen, een gunstig advies uit betreffende de machtiging tot toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister.

Brengt de Commissie een ongunstig advies uit betreffende de machtiging om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken, De secretaris, (get.) J. Paul.

De voorzitter, (get.) P. Thomas.

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 1 april 1997 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend", heeft op 6 oktober 1997 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Aanhef 1. Wanneer het vermelden van een regeling dienstig is om de strekking van een besluit te verduidelijken, mag die regeling niet worden opgenomen in de vorm van een verwijzing, maar behoort ze te worden vermeld in een considerans. Dat is het geval met het tweede, derde, vierde en vijfde lid van het ontwerp waarin de woorden "Gelet op... » behoren te worden vervangen door het woord "Gezien... ». 2. Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat de Koning toegang verleent tot het Rijksregister aan de openbare overheden, "voor de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen". Zoals de afdeling wetgeving van de Raad van State reeds herhaaldelijk te kennen heeft gegeven (1): « (kan men er) voor het bepalen van de informatie die deze overheden bevoegd zijn te kennen,... van uitgaan dat zulk een bevoegdverklaring, als ze niet in uitdrukkelijke bewoordingen is gesteld, het gevolg kan zijn van de taken waarmee die overheden door of krachtens de wet of een decreet zijn belast. » .

Doordat een, eventueel indirecte, wettelijke bevoegdverklaring vereist is, behoort nauwkeurig te worden aangegeven krachtens welke wets- of decreetbepalingen aan deze openbare overheden taken zijn toevertrouwd waarmee in dit opzicht rekening zou kunnen worden gehouden. (1) zie inzonderheid advies L.24.942/2 van 28 oktober 1996.

Bijgevolg behoort in het vierde lid van de aanhef te worden verwezen naar de precieze artikelen van de wet van 12 april 1965 die de aan IVEG toevertrouwde taken bepalen waarmee rekening kan worden gehouden voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983. 3. Overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole is de inspecteur van financiën vooraf om advies gevraagd over het ontwerp van koninklijk besluit.Er behoort dan ook een als volgt luidend nieuw zevende lid te worden ingevoegd : « Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 28 oktober 1996;".

Bepalend gedeelte Artikel 3 Men vervange het woord "aanduiding" door het woord "vermelding".

De kamer was samengesteld uit: De heren: J.-J. Stryckmans, voorzitter;

Y. Kreins en P. Quertainmont, staatsraden;

P. Gothot en J. van Compernolle, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. J. Gielissen, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. G. Jottrand, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen, kamervoorzitter.

De griffier, J. Gielissen.

De voorzitter, J.-J. Stryckmans.

1 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, tweede lid, a), gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991 en 8 december 1992;

Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de Elektriciteitsvoorziening, inzonderheid op de artikelen 5 en 6;

Gelet op de wet van 17 januari 1938 tot regeling van het gebruik door de openbare besturen, de verenigingen van gemeenten en de concessiehouders van openbare diensten of van diensten van openbaar nut, van de openbare domeinen van de Staat, van de provinciën en van de gemeenten, voor het aanleggen en het onderhouden van leidingen en inzonderheid van gas- en waterleidingen;

Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, inzonderheid de artikelen 3 en 4;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het advies nr. 16/96 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 26 juni 1996;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 oktober 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aan de Intercommunale voor Energie IVEG wordt toegang verleend tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6° en 8°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Deze toegang geldt uitsluitend voor het vervullen van de hierna opgesomde taken : 1° het factureren van het elektriciteitsverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet;2° het factureren van het gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet. De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van dertig jaar die de mededeling van die informatiegegevens voorafgaat.

De toegang bedoeld in het eerste lid geldt enkel voor : 1° de directeur-generaal van IVEG;2° de personeelsleden van de dienst Cliënteel van IVEG, die daartoe door de directeur-generaal bij name en schriftelijk zijn aangewezen omwille van hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden. De betrokken personeelsleden verbinden zich ertoe schriftelijk de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens te waarborgen waartoe zij toegang krijgen.

Art. 2.De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in het tweede lid van dat artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.

Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid: 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hen kunnen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en uitsluitend in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met IVEG onderhouden.

Art. 3.De lijst van de personeelsleden, die overeenkomstig artikel 1, vierde lid, aangewezen zijn, wordt, met vermelding van hun titel en functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

^