gepubliceerd op 06 mei 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een privé-onderneming
1 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een privé-onderneming
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 5, § 4, gewijzigd bij artikel 485 van de wet van 22 december 2003, en § 4bis, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een privé-onderneming;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 maart 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 maart 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat bij de wet van 22 december 2003 de doelgroep van vreemdelingen die kan tewerkgesteld worden via het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, verruimd is tot alle vreemdelingen, ingeschreven in het vreemdelingenregister, daar waar dit voorheen beperkt was tot die vreemdelingen, ingeschreven in het vreemdelingenregister met een machtiging tot verblijf van onbeperkte tijd; dat de omschrijving van de doelgroepwerknemers telkens wordt weergegeven in de afzonderlijke koninklijke besluiten die de tewerkstellingsmaatregelen voor de O.C.M.W.-context regelen; dat deze omschrijving dient aangepast te worden aan de huidige ruimere doelgroepomschrijving; dat deze verruiming in werking treedt op 10 januari 2004; dat dientengevolge onderhavig besluit waarin deze doelgroepomschrijving aangepast wordt, dringend moet worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die ter beschikking wordt gesteld van een privé-onderneming, vervallen de woorden « met een machtiging tot verblijf voor onbeperkte tijd ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 januari 2004.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Mevr. M. Arena