gepubliceerd op 16 mei 2018
Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité van de FOD Justitie. - Wijziging van het hoofdstuk IV. - Bijzondere bepalingen betreffende benoemingen en bevorderingen Artikel 1. In het Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité van de FOD Ju « Hoofdstuk IV. Bijzondere bepalingen inzake bevordering naar de hogere klasse wat de bevorderingsp(...)
Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité van de FOD Justitie. - Wijziging van het hoofdstuk IV. - Bijzondere bepalingen betreffende benoemingen en bevorderingen
Artikel 1.In het Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité van de FOD Justitie gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2003, laatste wijziging gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2017, wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen als volgt: « Hoofdstuk IV. Bijzondere bepalingen inzake bevordering naar de hogere klasse wat de bevorderingsprocedures betreft, die uitsluitend voor de ambtenaren van de FOD Justitie openstaan ».
Art. 2.Artikel 23 van hetzelfde reglement wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 23bis van hetzelfde reglement, ingevoegd in de wijziging van het huishoudelijk reglement gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2004, gewijzigd bij de wijzigingen van het huishoudelijk reglement gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2008 en van 28 juli 2017, wordt vervangen als volgt: « Art.23bis. § 1. Het Directiecomité onderzoekt de gevoerde procedure en de ontvankelijkheid van de kandidaturen. § 2. Wat betreft de bevorderingen naar de klasse A4 en A5, worden de kandidaten, wiens kandidaatstellingen ontvankelijk werden verklaard, verzocht mondeling hun motivatie en hun visie op de functie toe te lichten voor het Directiecomité.
Indien de kandidaat zich niet kan verplaatsen, kan hij vragen om zijn motivatie en zijn visie toe te lichten per videoconferentie.
De kandidaat die niet aanwezig kan zijn en die zich daartoe op een wettige reden kan beroepen, kan, binnen de tien dagen, om een uitstel verzoeken.
Indien de kandidaat niettemin toch niet opdaagt, beslist het directiecomité op basis van de stukken in het dossier. § 3. Het directiecomité ontvangt voor de bevorderingen naar de klassen A3 tot A5 een verslag van het interview met de stafdienst personeel en organisatie en de houder van een management- of een staffunctie van de betrokken entiteit of zijn vervanger. Indien de kandidaat niet opdaagt voor het interview wordt zijn kandidatuur uitgesloten van de procedure. Dit verslag behelst een advies houdende de generieke en technische competenties van de kandidaat die vereist zijn voor de beoogde betrekking. Dit verslag wordt toegevoegd aan het promotiedossier van de kandidaat . § 4. De leden van het Directiecomité vergelijken de titels en verdiensten van alle kandidaten. Zij situeren die ten opzichte van de te begeven betrekking.
Het Directiecomité kan beslissen een kandidaat niet te rangschikken indien deze niet beantwoordt aan het voor de functie vereiste profiel. § 5. Na de vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten, rangschikt het Directiecomité de kandidaten bij geheime stemming. Daartoe geeft elke lid van het Directiecomité een rangschikking beginnende bij 1 voor de best te rangschikken kandidaat.
De optelsom van de puntenrangschikking van alle leden geeft de uiteindelijke rangschikking aan van de kandidaten. Degene met het minst punten is de best gerangschikte. De kandidaten die een gelijk aantal punten hebben worden ex-aequo gerangschikt. Echter bij gelijk aantal stemmen op de vijfde plaats wordt tussen deze kandidaten een tweede stemronde gehouden.. § 6. Aan de Minister worden de eerste vijf kandidaten voorgesteld.
De overige kandidaten worden aan de lijst toegevoegd, ter informatie van de Minister, en volgens alfabetische volgorde. § 7. Indien het gemotiveerd bezwaar van een kandidaat tegen de voordracht van het Directiecomité voor een bevorderingsprocedure door verhoging naar de hogere klasse in aanmerking wordt genomen, zal het Directiecomité de procedure heroverwegen overeenkomstig de artikelen van dit reglement, rekening gehouden met de motieven die in zijn bezwaarschrift worden aangehaald. ».
Art. 4.Deze wijziging van het Huishoudelijk Reglement treedt in werking op de dag waarop het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De voorzitter van het Directiecomité, J.P. JANSSENS