Huishoudelijk reglement van de Interministeriële Conferentie « Welzijn, Sport en Gezin - Deel « Personen met een handicap » Overwegende dat de Interministeriële Conferentie « Welzijn, Sport en Gezin », deel « Personen met een handicap » uiteindelijk tot doel heeft een geïntegreerd beleid voor personen met een handicap te voeren;

Overwegende dat de Interministeriële Conferentie « Welzijn, Sport en Gezin », deel « Personen met een handicap », moet kunnen verlopen in een geest van consensus en wederzijds respect,

Artikel 1.Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement moet worden verstaan onder de « Conferentie » de Interministeriële Conferentie « Welzijn, Sport en Gezin », deel « Personen met een handicap », opgericht overeenkomstig artikel 31bis van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en bij beslissing van de Ministerraad van 18 april 2008 tijdens dewelke er werd overeengekomen dat de dossiers betreffende het Beleid voor Personen met een handicap worden voorgelegd aan de Conferentie « Welzijn, Sport en Gezin ».

Art. 2.De Conferentie is samengesteld uit de leden, vermeld in de tabel « Samenstelling van de Interministeriële Conferenties », overeenkomstig de omzendbrief van 6 juli 2005 betreffende de interministeriële conferenties, goedgekeurd tijdens het Overlegcomité van 1 april 2008 en van 23 april 2008.

Afhankelijk van de specifieke punten die op de agenda staan, kan deze samenstelling worden gewijzigd, na eenparig akkoord van de leden van de conferentie.

Art. 3.De Conferentie wordt voorgezeten, overeenkomstig punt 4.4 van de Omzendbrief van 6 juli 2005 betreffende de interministeriële conferenties, afwisselend door een lid van de federale Regering en door een lid van de Regeringen van de Gemeenschappen en gewesten.

Het voorzitterschap wordt afwisselend als volgt waargenomen : 1. Federale regering.2. College van de Franse gemeenschapscommissie en het College van de Gezamenlijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3. Vlaamse Regering;4. Regering van het Waals Gewest;5. Regering van de Duitstalige Gemeenschap. Het voorzitterschap geldt voor een periode van 12 maanden van 1 januari tot 31 december.

Bij wijze van uitzondering zal het eerste voorzitterschap aanvangen op de datum van inwerkingtreding van dit reglement en zal worden waargenomen tot 31 december van het lopende kalenderjaar.

Art. 4.Het secretariaat van de Conferentie wordt waargenomen door de DG Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid.

Wanneer het Voorzitterschap wordt waargenomen door een ander lid dan de vertegenwoordiger van de Federale Regering, wijst het Voorzitterschap een contactpersoon aan om het verband met het Secretariaat te leggen.

Art. 5.De Conferentie vergadert, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de voorzitter of van een lid van de Conferentie, en idealiter tweemaal per jaar.

Een Conferentie kan evenwel worden georganiseerd in geval van hoogdringendheid en los van elke termijn. In dit geval dient het lid dat de organisatie van deze conferentie vraagt de Voorzitter en het Secretariaat, dat de nodige oproepingsbrieven zal opmaken, daarover in te lichtten.

Art. 6.§ 1. De Voorzitter stelt de agenda vast waarover de Conferentie beraadslaagt.

De leden van de Conferentie kunnen op de agenda alle punten brengen waarvan ze wensen dat ze onderzocht worden. Daartoe neemt het Secretariaat contact op met de leden vóór de vergadering, om hun te vragen of ze bijzondere punten op de agenda van de Conferentie willen plaatsen.

Zo ja sturen de leden naar het Secretariaat, per elektronische post, een fiche die beantwoordt aan de door het Secretariaat vastgelegde regels en lay-out en voegen daarbij de aanvullende en verklarende stukken die ze nuttig achten.

Behoudens andere afspraken daarover, zorgt het Secretariaat voor de vertaling van de fiches. § 2. In geval van hoogdringendheid kan de Conferentie, met de instemming van al haar leden, beraadslagen over punten die niet op de agenda staan. § 3. Een voorbereidende vergadering, samengesteld uit vertegenwoordigers van elk lid van de Conferentie en van het Secretariaat, vindt plaats een maand vóór de Conferentie bijeen om ze voor te bereiden en om haar agenda in onderlinge overeenstemming vast te leggen. Tijdens deze voorbereidende vergadering wordt ook de stand van zaken gemaakt over de dossiers behandeld in de werkgroepen opgericht door de Conferentie. § 4. Teneinde de werkzaamheden van de Conferentie te vergemakkelijken, kent de voorbereidende vergadering een code toe aan elk document dat zal worden voorgelegd aan de Conferentie : o Een document waarover bij de voorbereidende vergadering volledige consensus bestaat, krijgt code A; o Een document dat nog besproken of eventueel geheroriënteerd moet worden door de Conferentie, krijgt code B; o Een document dat louter ter informatie wordt voorgelegd aan de Conferentie, krijgt code C; o Een document waarbij aan de Conferentie de oprichting van een nieuwe werkgroep wordt voorgesteld, krijgt code D.

Art. 7.§ 1. De Voorzitter schrijft elke overeenkomstig artikel 6, § 1, ingediende zaak op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de Conferentie. § 2. De Voorzitter deelt, door toedoen van het Secretariaat, de agenda mede aan de leden, uiterlijk een week na de voorbereidende vergadering bedoeld in artikel 6, § 3. De documenten en stukken betreffende de verschillende punten op de agenda worden de leden bezorgd uiterlijk tien dagen vóór de Conferentie. § 3. De documenten en stukken betreffende de verschillende punten op de agenda worden de leden bezorgd uiterlijk tien dagen vóór de Conferentie. § 4. Om de stukken te kunnen verzenden overeenkomstig de bepalingen van § 3, moeten de verschillende werkgroepen hun document hebben afgewerkt en aan het secretariaat hebben bezorgd uiterlijk een week na de voorbereidende vergadering, behalve eenparig akkoord van alle leden tijdens de voorbereidende vergadering.

Art. 8.De leden van de Conferentie mogen zich niet laten vertegenwoordigen door een medewerker, behoudens aan de Voorzitter medegedeelde onbeschikbaarheid.

In geval van onbeschikbaarheid mogen ze zich laten vertegenworodigen door een medewerker, maar die gemandateerd moet zijn en aan de andere leden moet melden dat hij werkelijk een mandaat heeft.

In elk geval zal de Conferentie trachten tot een consensus te komen voor elk behandelend dossier.

Met het oog op een optimale werking kan ieder lid van de Conferentie zich laten vergezellen door een beperkte delegatie.

Art. 9.De beslissingen genomen naar aanleiding van de Conferentie kunnen de vorm aannemen van de drie volgende soorten documenten : 1. Een « Verklaring », een document waarin de verschillende partijen hun wil uitdrukken een bepaald doel te bereiken en een methodologie en procedures formuleren die moeten worden opgezet om dat doel te bereiken.2. Het « Protocolakkoord », een document waarin de partijen een consensus bereikt om een concreet beleid te voeren op een specifiek domein opnemen, en waarin elk van de actoren zich ertoe verbindt dit beleid uit te voeren, elk in het kader van zijn bevoegdheden.3. Het « Samenwerkingsakkoord », een document dat de oprichting en het gemeenschappelijk beheer van een dienst of een instelling behelst, het gezamenlijk uitoefenen van bevoegdheden om het gezamenlijk uitwerken van initiatieven, krachtens artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen. Deze drie soorten documenten worden ondertekend en gedateerd door elk van de bij het dossier betrokken Ministers. Een kopie ervan wordt ter beschikking gesteld op de website van de DG personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid www.handicap.fgov.be en ze worden eveneens bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Iedere beslissing, ongeacht de vorm ervan, moet worden opgenomen in de notulen van de vergadering, of kan aanleiding geven tot een kennisgeving van beslissing.

Art. 10.De Conferentie kan « interkabinetten » werkgroepen oprichten teneinde de dossiers op haar agenda verder uit te diepen.

Afhankelijk van de dossiers en van de vereiste specifieke expertise kan elke werkgroep zijn eigen voorzitter en secretariaat aanwijzen.

Art. 11.Een ontwerp van notulen van de vergadering van de Conferentie, met de lijst van de aanwezige leden, de beslissingen van de Conferentie, alsook de aan de Conferentie gedane officiële mededelingen, wordt door het Secretariaat opgesteld en aan de leden van de Conferentie toegestuurd binnen de maand die volgt op de vergadering.

Indien binnen de maand na de toezending van het ontwerp van notulen geen opmerkingen worden voorgelegd aan het Secretariaat, worden de notulen beschouwd als goedgekeurd.

Indien er opmerkingen worden geformuleerd, wordt het ontwerp van notulen aangepast; dit nieuwe ontwerp van notulen wordt aan de leden bezorgd.

In elk geval worden de notulen steeds op de volgende vergadering van de Conferentie ter definitieve goedkeuring voorgelegd.

Art. 12.Uiterlijk de zevende werkdag vóór de vergadering van het Overlegcomité zendt het secretariaat aan de Centrale Secretarie van het Overlegcomité de agenda's en de documenten met het oog op hun archivering, evenals de notulen van de vergaderingen en de bijeenroepingen voor de vergaderingen die geadresseerd zijn aan de leden van de Conferentie in de afgelopen maand, om ze ter informatie te bezorgen aan het Overlegcomité. In geval van hoogdringendheid moeten laatstgenoemde documenten gezonden worden op een datum die toelaat dat informatie wordt gegeven aan de centrale werkgroep van het Overlegcomité.

Art. 13.Dit reglement treedt in werking op 9 juli 2008.