Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 20 augustus 1998

Huishoudelijk reglement van de Raad van de Tandheelkunde TITEL I. - Algemeenheden Artikel 1. De Raad van de Tandheelkunde, hierna de Raad genoemd, heeft haar zetel bij de Directie Geneeskundepraktijk van het Ministerie van Sociale Zaken, Volk Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder « groep » de leden behorend tot eenzelfde(...)

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022463
pub.
20/08/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Huishoudelijk reglement van de Raad van de Tandheelkunde TITEL I. - Algemeenheden

Artikel 1.De Raad van de Tandheelkunde, hierna de Raad genoemd, heeft haar zetel bij de Directie Geneeskundepraktijk van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder « groep » de leden behorend tot eenzelfde groep van Nederlandstaligen of van Franstaligen, van de licentiaten in de tandheelkunde/ tandartsen die een academisch ambt bekleden of bekleed hebben en voorgedragen werden door de Scholen voor Tandheelkunde die een volledige onderwijscyclus inrichten, of van licentiaten in de tandheelkunde/ tandartsen, vertegenwoordigers van de representatieve beroepsverenigingen.

Voor de toepassing van artikel 4, §7, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 november 1996, wordt het aanwezigheidsquorum geacht bereikt te zijn wanneer de effectief aanwezige leden samen met de vertegenwoordigde leden zoals bepaald in artikel 8, het quorum uitmaken zoals bepaald wordt in het koninklijk besluit van 10 november 1996, onder artikel 4, § 7, eerste lid; in persoonlijke dossiers kan de betrokkene vragen de behandeling van zijn dossier uit te stellen tot een volgende vergadering.

TITEL II. - De Raad van de Tandheelkunde

Art. 2.De Raad wordt bijeengeroepen door zijn voorzitter.

Deze moet de Raad binnen een termijn van tien dagen bijeenroepen wanneer hij daartoe wordt verzocht, hetzij door de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegheid heeft, hetzij door minstens vijf leden, komende uit minstens twee groepen.

Art. 3.De uitnodigingen en de documentatie moeten aan de leden verzonden worden ten minste tien dagen vóór de vastgestelde datum van de vergadering, behalve bij dringende gevallen.

Art. 4.De uitnodigingen vermelden de agenda van de zitting. Deze wordt opgesteld door de voorzitter in samenspraak met het Bureau.

De adviezen die gevraagd worden door de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegheid heeft, worden bij voorrang behandeld.

Art. 5.Wanneer minstens vijf leden komende uit minstens twee groepen een punt op de agenda wensen te plaatsen, richten zij hun met redenen omkleed voorstel schriftelijk aan de voorzitter.

Art. 6.De leden ondertekenen de presentielijst.

Art. 7.De voorzitter leidt de debatten. Hij waakt er over dat de vergadering alleen de agendapunten bespreekt.

Hij mag op elk ogenblik de bespreking van een agendapunt verdagen. In dat geval brengt hij het verdaagde punt vooraan op de agenda van de volgende vergadering.

Art. 8.Er wordt gestemd bij naamafroeping; elk lid heeft slechts één stem.

Elk lid kan slechts één schriftelijke volmacht krijgen van een ander lid; plaatsvervanging is niet mogelijk.

De stemming is geheim wanneer het persoonsgebonden materies betreft.

Samen met de meerderheidsstandpunten worden de minderheidsstandpunten opgenomen in het advies.

Art. 9.De secretaris van de Raad coördineert de werking van de Raad, van het Bureau en van de Werkgroepen. Hij is belast met het administratief beheer en zorgt voor de uitvoering van de opdrachten eigen aan het secretariaat.

Hij is verantwoordelijk voor het classificeren en het bewaren van de archiefstukken, evenals voor alle andere voorwerpen die aan de Raad toebehoren. Hij wordt daarin eventueel bijgestaan door de ambtenaren die hij aanduidt.

Art. 10.De notulen van de zittingen worden samen met de uitnodiging voor de volgende zitting verzonden naar de voorzitter en naar de leden.

Deze notulen worden pas officieel na hun goedkeuring.

Art. 11.De beslissingen en adviezen die het voorwerp kunnen uitmaken van jurisprudentie worden genummerd en aan de notulen toegevoegd zodat er een repertorium kan van bijgehouden worden.

Art. 12.De zittingen zijn niet openbaar. De door de Minister gevraagde adviezen mogen enkel met akkoord van de voorzitter aan derden medegedeeld worden.

Beraadslagingen en adviezen over personen zijn geheim; deze over beginselkwesties moeten met de nodige discretie behandeld worden.

Art. 13.Elk lid kan schriftelijk zijn ontslag indienen bij de voorzitter van de Raad.

Art. 14.De Raad beslist,bij 2/3 meerderheid, na advies van het Bureau, over elk punt dat niet voorzien is in dit reglement.

Art. 15.De voorzitter nodigt een verslaggever van een Werkgroep uit om er zijn verslag voor te dragen en te verdedigen.

Art. 16.Om de zes maanden zal de Raad aan de Minister een rapport sturen over zijn werkzaamheden met de vermelding van de punten die in behandeling zijn en van de goedgekeurde adviezen.

TITEL III. - Het Bureau

Art. 17.Het Bureau van de Raad bestaat uit de voorzitter van de Raad en uit de twee voorzitters en de twee ondervoorzitters van de Kamers van de Raad.

Het Bureau wordt voorgezeten en samengeroepen door de voorzitter van de Raad die het Bureau binnen een termijn van vijftien dagen bijeenroept wanneer hij daartoe wordt verzocht door leden van het Bureau.

Art. 18.De uitnodigingen moeten aan de leden van het Bureau verzonden worden ten minste tien dagen voor de vastgestelde datum der vergadering, behalve bij dringende gevallen.

Art. 19.Het bureau kan ieder persoon uitnodigen die niet tot het Bureau of tot de Raad behoort voor de bespreking van een of meer punten die op de agenda voorkomen.

Aan het Bureau kunnen afgevaardigden worden toegevoegd van de Gemeenschappen met raadgevende stem.

Art. 20.De artikelen 4, 6, 7, 8, 11, 12 en 13 van dit reglement zijn toepasselijk op het Bureau.

Art. 21.Het Bureau kan zitting houden, wanneer minstens drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Het Bureau streeft naar consensus.

Art. 22.Het Bureau kan enkel de taken van de Raad zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 november 1996, artikel 4, § 5, tweede lid, overnemen, indien het voltallig is. In dit geval worden de beslissingen genomen bij meerderheid van stemmen.

Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Art. 23.De notulen van de zittingen zijn pas officieel na hun goedkeuring TITEL IV. - De Werkgroepen van de Raad

Art. 24.De Raad kan binnen het kader van haar opdrachten Werkgroepen oprichten waarvan zij de samenstelling en de specifieke opdracht beschrijft.

Elke Werkgroep zal uit minstens zes en uit maximum twaalf leden bestaan. Alleen deze leden hebben stemrecht.

Minstens de helft zijn ook lid van de Raad.

De artikelen 6, 7, 11, 12 en 13 van dit reglement zijn ook toepasselijk op de Werkgroepen.

Art. 25.De voorzitter, de secretaris van de Raad en de leden van het Bureau mogen aan de werkzaamheden van de Werkgroepen waarvan zij geen lid zijn, deelnemen.

Art. 26.De Werkgroepen kunnen, na goedkeuring door het Bureau, een beroep doen op personen van buiten de Werkgroep waarvan zij de aanwezigheid nuttig vinden.

Art. 27.De Raad duidt onder de leden van de Werkgroepen, de voorzitter, de ondervoorzitter en de verslaggever aan.

De voorzitter en de verslaggever moeten leden van de Raad zijn.

Art. 28.De voorzitters roepen de leden van hun Werkgroep samen ten minste tien dagen voor de vastgestelde datum der vergadering, behalve bij dringende gevallen.

Art. 29.Verscheidene Werkgroepen mogen op initiatief van hun voorzitters gemeenschappelijke zittingen houden.

De gemeenschappelijke zittingen worden door hun voorzitters bijeengeroepen en geleid.

Art. 30.Een rapport van een Werkgroep kan pas worden goedgekeurd, als meer dan de helft van de leden van de Werkgroep aanwezig zijn.

Art. 31.De secretaris van de Raad coördineert de werkzaamheden van de verschillende Werkgroepen.

Hij kan belast worden met het versturen van de uitnodigingen en van de agenda.

Art. 32.De notulen van de zittingen zijn maar officieel na hun goedkeuring. De ontwerpen van notulen worden verzonden aan de voorzitter en de leden van de Werkgroep. Deze verzending gebeurt ten laatste met de uitnodiging voor de volgende vergadering.

Art. 33.De goedgekeurde notulen, de verslagen en besluiten van de Werkgroepen worden medegedeeld aan de voorzitter van de Raad.

Het met redenen omkleed advies van de minderheid maakt, als addendum, deel uit van het verslag.

Een tussentijds verslag zal om de drie maanden aan de voorzitter van de Raad verzonden worden.

Art. 34.De Werkgroep wordt door de Raad ontbonden zodra de specifieke opdracht waarmede zij belast is, beëindigd is.

Dit zal door het Bureau beoordeeld worden.

Art. 35.Dit reglement werd goedgekeurd door de Raad van de Tandheelkunde in haar zitting van 16/06/1998 en treedt onmiddellijk in voege.

Voorzitter : Secretaris : J. BRUSSELEERS V. DECLOEDT.

^