gepubliceerd op 06 maart 1998
Huishoudelijk reglement van de Raad van Beroep van het Ministerie van Sociale Zaken, van Volksgezondheid en Leefmilieu Artikel 1. De Raad van Beroep van het Ministerie vergadert, beraadslaagt en verstrekt advies over zaken welke hem door de voor Art. 2. De griffier schrijft de zaken welke aan de Raad van Beroep toegezonden worden, in het daart(...)
Huishoudelijk reglement van de Raad van Beroep van het Ministerie van Sociale Zaken, van Volksgezondheid en Leefmilieu
Artikel 1.De Raad van Beroep van het Ministerie vergadert, beraadslaagt en verstrekt advies over zaken welke hem door de voorzitter worden voorgelegd, op dag en uur door deze gesteld en op uitnodiging door de griffier verzonden.
Art. 2.De griffier schrijft de zaken welke aan de Raad van Beroep toegezonden worden, in het daartoe bestemd repertorium in, in de volgorde van de ontvangst, en verwittigt de Minister en de voorzitter van de ontvangst van het dossier.
Art. 3.Zodra hij de zaak ontvangt gaat de griffier na of de voorschriften van artikel 90 van het statuut van het Rijkspersoneel, deze van het koninklijk besluit van 30 maart 1939 betreffende de terbeschikkingstelling van het Rijkspersoneel en deze van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende het signalement en de bevordering van het Rijkspersoneel werden nageleefd.
Wanneer hij vaststelt dat het dossier onvolledig is, zendt hij het terug aan de Minister.
Art. 4.Binnen de vijftien dagen na deze van de inschrijving in het repertorium of na deze van de ontvangst ter giffie van het aangevuld dossier, maakt de griffier aan de verzoeker bekend, bij een ter post aangetekend schrijven met kennisgeving van ontvangst, op welke datum de Raad zal zetelen.
Hij deelt hun terzelfdertijd de lijst mede van de effectieve en van de plaatsvervangende bijzitters van de afdeling voor welke hij moet verschijnen, herinnert hem tevens aan het recht van wraking hem toegekend door artikel 86 van het Statuut van het Rijkspersoneel en aan de termijn bepaald in artikel 5 van dit reglement, hij laat hem de plaats en het uur weten op welke het dossier overeenkomstig artikel 8 door hem of zijn verdediger kan worden geraadpleegd.
Art. 5.De verzoeker beschikt over een termijn van acht dagen na de betekening van de lijst van de bijzitters om van zijn recht van wraking gebruik te maken. Van dit recht mag hij maar éénmaal gebruik maken in dezelfde zaak.
De verzoeker deelt bij een ter post aangetekend schrijven aan de griffie de namen mede van de bijzitters die hij wraakt. De wraking dient gemotiveerd te zijn.
Art. 6.De gewraakte bijzitter word door de eerste plaatsvervanger vervangen; is deze verhinderd, dan wordt hij vervangen door de tweede plaatsvervanger.
Wanneer de gewraakte bijzitter evenwel een syndicale organisatie vertegenwoordigt, dan wordt hij door de plaatsvervanger die tot dezelfde groepering behoort vervangen.
Art. 7.De griffier roept tenminste vijftien dagen vooraf de bijzitters op die moeten zetelen. De bijzitters die om een wettige reden verhinderd zijn, dienen de voorzitter binnen de drie dagen na ontvangst van de oproeping schriftelijk de redenen van hun afwezigheid mede te delen. Zij verwittigen eveneens bij hoogdringendheid de griffier en delen hem de reden van hun belet mede.
De griffier roept onverwijld de plaatsvervanger op
Art. 8.De verzoeker, zijn verdediger en de bijzitters die moeten zetelen, kunnen tijdens de vijftien dagen welke de zitting voorafgaan, het dossier inzien.
Het dossier is te hunner beschikking alle werkdagen, behalve's zaterdags, van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur, ter griffie van de Raad.
Art. 9.Wanneer de zitting op de vastgestelde dag niet kan plaatsvinden, verwittigt de griffier onverwijld al de belanghebbenden.
Art. 10.Bij de afwezigheid van de verdediger van verzoeker beslist de Raad of er reden bestaat de zitting uit te stellen
Art. 11.De voorzitter leidt de debatten en de ondervragingen en verzekert de orde.
Art. 12.De griffier brengt verslag uit en houdt de notulen van de vergadering. Hij bewaart de minuten, de registers en het archief van de Raad. Afschriften en uittreksels worden door hem afgeleverd.
Art. 13.De adviezen van de Raad worden in geheime stemming bij meerderheid van stemmen uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt het advies als gunstig voor verzoeker aangezien.
Art. 14.De verzoeker en zijn verdediger kunnen ter griffie op de dagen en de uren bepaald in artikel 8, van het uitgebracht advies kennis nemen Brussel, 23 januari 1998.
De Voorzitter van de Nederlandse afdeling, J. SPRUYT De Minister van Sociale Zaken Mevr. M. DE GALAN