gepubliceerd op 06 november 1997
Reglement van inwendige orde van de directieraad van het Brussels Instituut voor Milieubeheer I. Het voorzitterschap en het secretariaat. Artikel 1. De directieraad van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, de raad genoemd, wordt voorgeze Bij verlet van de voorzitter wordt de raad voorgezeten door de ambtenaar, aangeduid in de volgende (...)
Reglement van inwendige orde van de directieraad van het Brussels Instituut voor Milieubeheer I. Het voorzitterschap en het secretariaat.
Artikel 1.De directieraad van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, de raad genoemd, wordt voorgezeten door de directeur-generaal.
Bij verlet van de voorzitter wordt de raad voorgezeten door de ambtenaar, aangeduid in de volgende volgorde : de inspecteur- generaal, de ambtenaar met de hoogste graad, of bij gelijkheid van graad, diegene met de hoogste anciënniteit, of bij gelijkheid van anciënniteit, diegene met de hoogste leeftijd.
Art. 2.De voorzitter duidt de ambtenaar van niveau 1 aan die de taak van secretaris van de raad op zich neemt, evenals een vervangend secretaris.
De secretaris is belast met het opstellen en bijhouden van de processen-verbaal van de beslissingen van de raad.
De secretaris vervult zijn taak onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
II. De samenroepingen.
Art. 3.Uitgezonderd hoogdringendheid of buitengewone omstandigheden, komt de raad samen na schriftelijke convocatie door de voorzitter. De convocatie moet alle leden minstens vijf werkdagen voor de voorziene datum van vergadering bereiken.
Het lid dat niet kan deelnemen aan de vergadering brengt de voorzitter of de secretaris onmiddellijk op de hoogte.
Art. 4.De raad komt in ieder geval minstens één keer per semester samen.
III. De agenda en het versturen van de documenten.
Art. 5.De ontwerpagenda wordt bij het begin van de vergadering ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Art. 6.De secretaris houdt het archief van de raad ter beschikking van de leden.
IV. De zittingen en de stemprocedure.
Art. 7.De voorzitter waakt over het goede verloop van de vergaderingen van de raad. Hij bewaart de orde, doet het reglement naleven, opent en sluit de zittingen, leidt de discussies en de deliberaties.
Art. 8.De raad doet slechts geldig uitspraak wanneer minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien het vereiste quorum niet is bereikt, komt de raad acht dagen later samen om geldig uitspraak te doen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 9.De leden van de raad verlaten de zitting bij deliberatie en stemming over een betrekking waarvoor zij kandidaat zijn, evenals bij deliberatie en stemming over besluiten en beslissingen in aangelegenheden waarbij zij persoonlijk belang hebben. Dat wordt vermeld in het proces-verbaal.
Art. 10.De raad doet uitspraak bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Noch met onthoudingen, noch met blanco of ongeldige stemmen wordt rekening gehouden. Wanneer de stemming niet geheim is, is de stem van de voorzitter doorslaggevend in geval van gelijkheid. De stemming gebeurt in principe door handopsteking.
Art. 11.De geheime stemming is vereist voor elke individuele beslissing omtrent een agent. Met onthoudingen wordt geen rekening gehouden. Bij gelijke verdeeldheid van de stemmen gaat de raad over tot een nieuwe stemmingsronde. Indien er dan nog steeds gelijke verdeeldheid van stemmen heerst, doet de raad het meest voordelige voorstel voor de agent.
Art. 12.De raad kan agenten horen, evenals personen van buiten de administratie die, door hun functie of bijzondere bevoegdheid, de raad toelichting kunnen verschaffen inzake het agendapunt dat ter discussie staat.
Art. 13.In de door de wet voorziene gevallen, met name inzake evaluatie- en disciplinaire aangelegenheden, hoort de directieraad de agenten. Deze agenten kunnen zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.
V. De processen-verbaal.
Art. 14.Het proces-verbaal vermeldt : - de agenda; - de namen van de aanwezige en van de verontschuldigde leden; - voor elk agendapunt, de beslissing van de raad, d.w.z. het bestaan van een consensus of het resultaat van de stemming(en) en, desgevallend, het voorstel dat aan de bevoegde overheid wordt overgemaakt, vergezeld van een uitdrukkelijke motivering.
Art. 15.De ontwerpprocessen-verbaal van de beslissingen van de raad worden binnen de tien kalenderdagen na de zitting gelijktijdig aan alle leden overgemaakt, die vervolgens op hun beurt over vijf werkdagen beschikken om eventuele opmerkingen mee te delen aan de secretaris.
Indien binnen de vijf werkdagen geen opmerkingen worden meegedeeld, worden de ontwerpen beschouwd als goedgekeurd.
Bij opmerkingen wordt het ontwerpproces-verbaal tijdens de volgende zitting van de raad ter definitieve goedkeuring aan de leden voorgelegd. Over de gepastheid en de gegrondheid van eventuele ingediende opmerkingen wordt tijdens deze zitting geoordeeld. Dan wordt ook bepaald of het proces-verbaal behouden blijft of dat de punten waarover opmerkingen werden geuit, gewijzigd worden.
De definitieve tekst van de processen-verbaal wordt in tweevoud door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Het origineel word op het secretariaat geklasseerd. Een kopij van het proces-verbaal wordt aan alle leden van de raad verzonden.
Art. 16.De processen-verbaal van de raad worden in het Nederlands en in het Frans opgesteld.
VI. Algemene bepalingen.
Art. 17.De voorzitter, de leden en iedere persoon die bij de activiteiten van de raad betrokken is, zijn gebonden door geheimhouding over de besprekingen en deliberaties van de raad inzake alle individuele beslissingen.
Art. 18.Gevallen die niet door onderhavig reglement voorzien zijn, worden tijdens de zittingen geregeld bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden.
Art. 19.Onderhavig huishoudelijk reglement wordt aan alle agenten van het Brussels Instituut voor Milieubeheer meegedeeld.
Art. 20.Onderhavig huishoudelijk reglement wordt van kracht op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Door de directieraad goedgekeurd tijdens de zitting van 3 juli 1997.
De secretaris, H. De Laet, eerste adviseur.
De voorzitter, J.-P. Hannequart, directeur-generaal.