Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement van 20 maart 2008
gepubliceerd op 19 mei 2008

Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het Gemeenschapsonderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2008033037
pub.
19/05/2008
prom.
20/03/2008
ELI
eli/besluit/2008/03/20/2008033037/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MAART 2008. - Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het Gemeenschapsonderwijs


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, inzonderheid op artikel 135;

Gelet op het besluit van de Regering van 2 mei 2007 houdende oprichting van de raad van beroep voor het Gemeenschapsonderwijs;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : Goedkeuring

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gemeenschapsonderwijs van 14 maart 2008 wordt goedgekeurd.

Inwerkingtreding

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 14 maart 2008.

Uitvoering

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 20 maart 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

Bijlage bij het besluit van de Regering van 20 maart 2008 HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BEROEP VOOR HET GEMEENSCAPSONDERWIJS Zetel van de raad van beroep

Artikel 1.De zetel van de raad van beroep, hierna raad genoemd, is gevestigd bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Gospertstrasse 1, 4700 Eupen.

Samenstelling van het dossier

Art. 2.Zodra een beroep bij de raad aanhangig wordt gemaakt, stelt de secretaris of de adjunct-secretaris het dossier samen. Het dossier bevat alle gedetailleerde stukken en de inventaris ervan.

Verwittiging van de partijen en van de voorzitter

Art. 3.Binnen de drie werkdagen bevestigt de secretaris of de adjunct-secretaris aan de partijen, per aangetekende brief met ontvangstbewijs en bij gewone brief, de ontvangst van het beroep en deelt hen, namens de voorzitter, de lijst met de leden en plaatsvervangende leden van de raad mede. De secretaris kan de partijen erom verzoeken bijkomende stukken te overhandigen.

Behoudens overmacht, waarvan de ontvankelijkheid door de raad van beroep vrij beoordeeld wordt, wordt de in het eerste lid bedoelde ledenlijst vanaf de derde werkdag na de zenddatum geacht regelmatig betekend te zijn.

De secretaris of de adjunct-secretaris overhandigt onmiddellijk het dossier aan de voorzitter en deelt hem mee op welke datum de raad uiterlijk moet worden bijeengeroepen.

Opstellen van een synthese

Art. 4.De secretaris of de adjunct-secretaris stelt een synthese van het dossier op.

Oproeping van de leden en partijen alsmede verwittiging van de plaatsvervangende leden

Art. 5.De datum waarop de raad van beroep zitting zal hebben, wordt door de voorzitter vastgelegd. Hij kiest een datum buiten de wettelijke schoolvakantie; een afwijking is slechts toegelaten als de wettelijke termijnen geen andere mogelijkheid bieden.

Zodra een beroep bij de raad aanhangig wordt gemaakt en de voorzitter een zittingsdatum heeft bepaald, roept de secretaris de leden bij gewone brief of per email met ontvangstbewijs en de partijen bij een aangetekende brief op. De leden worden tegelijk de synthese en de inventaris van de stukken betekend.

Tegelijk verwittigt de secretaris de plaatsvervangende leden, bij gewone brief of per email met ontvangstbewijs, van de datum waarop de raad zitting zal hebben.

Aanwezigheid van de leden

Art. 6.Behalve bij wettige verhindering wonen de leden de zitting bij. Bij wettige verhindering verwittigen ze zo snel mogelijk de secretaris of de adjunct-secretaris en betekenen hun plaatsvervangend lid de oproeping alsmede de synthese en de inventaris van de stukken.

Als de partijen tijdig van hun recht gebruik maken, om een lid of een plaatsvervangend lid te wraken, worden het lid en/of het plaatsvervangend lid er door de secretaris onmiddellijk van verwittigd.

Wordt een lid gewraakt, verwittigt het zijn plaatsvervanger en betekent hem de oproepingsbrief alsmede de synthese en de inventaris van de stukken.

Inzage van het dossier

Art. 7.Vanaf de vijfde dag vóór de zitting mogen de partijen en de leden het dossier inzien bij het secretariaat van de raad.

Verloop van de zitting

Art. 8.De voorzitter opent, leidt en sluit de zitting. Hij is bevoegd om de zitting op verzoek van een lid of van een partij te schorsen.

De zitting geschiedt met gesloten deuren.

Einde van de zitting

Art. 9.Meent de voorzitter dat de raad voldoende informatie heeft gekregen, dan verleent hij voor de laatste keer het woord aan de eisende partij en nodigt de partijen uit zich te verwijderen.

Verslag over de zitting

Art. 10.De secretaris of de adjunct-secretaris stelt een verslag over de zitting op dat door de voorzitter medeondertekend wordt. Het verslag over de zitting bevat de aanwezigheidslijst, het verloop van de zitting en vermeldt alle incidenten. Dit verslag wordt binnen de kortst mogelijke termijn aan de leden toegezonden.

Advies

Art. 11.Het advies wordt onmiddellijk na de stemming geredigeerd. Het bevat de uitslag van de stemming en de motivering.

Het advies wordt door de voorzitter, de leden die gestemd hebben, de secretaris en de adjunct-secretaris ondertekend.

Geheimhouding

Art. 12.De voorzitter, de leden van de raad en de secretaris of adjunct-secretaris zijn tot geheimhouding verplicht wat de verhoren en beraadslagingen betreft.

Bewaring van het dossier

Art. 13.Het dossier en het advies worden bij het secretariaat bewaard. De leden kunnen te allen tijde inzage krijgen van alle door de raad uitgebrachte adviezen.

Eupen, 14 maart 2008.

Oswald Weber, Gerhard Treinen, Voorzitter. Secretaris.

Gezien om bij het besluit van de Regering van 20 maart 2008 gevoegd te worden.

Eupen, 20 maart 2008.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

^