Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement van 15 mei 2007
gepubliceerd op 04 september 2007

Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2007033063
pub.
04/09/2007
prom.
15/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/15/2007033063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MEI 2007. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen, inzonderheid op artikel 86, § 1, tweede zin;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap, op 18 april 2007 aangenomen, wordt goedgekeurd. Het wordt als bijlage bij dit besluit bekendgemaakt.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Media is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 15 mei 2007.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport Mevr. I. WEYKMANS

Bijlage bij het besluit van de Regering van 15 mei 2007 houdende goedkeuring van het huishoudelijk règlement van de mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap Huishoudelijk reglement van de mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 86 van het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Definities In de zin van dit huishoudelijk reglement dient te worden verstaan onder : - Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; - begeleidingsambtenaar : het personeelslid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap belast met de opvolging van de Mediaraad; - plenaire vergadering : de beslissings- en advieskamers die samen zetelen; - decreet : het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen.

Artikel 2 Zetel, correspondentieadres (1) De zetel van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap is gevestigd in Eupen.(2) De kamers vergaderen op de zetel van de Mediaraad of aan het door de voorzitter bepaald oord.(3) Het correspondentieadres is « Gospertstrasse 1 in 4700 Eupen ». Artikel 3 Algemene opdrachten (1) De Mediaraad is een onafhankelijke administratieve overheid met de rechtspersoonlijkheid die onder het rechterlijk toezicht van de Regering staat overeenkomstig artikel 96 van het decreet.De opdrachten van de Mediaraad voortvloeien uit het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen. Onverminderd artikel 89 van het decreet verdedigt de Mediaraad bij de uitoefening van deze opdrachten de belangen van de collectiviteit. (2) Overeenkomstig artikel 94 van het decreet werkt de Mediaraad samen met overige regelgevende instanties in de uitoefening van de hem toegewezen opdrachten. Artikel 4 Onafhankelijkheid (1) De leden van de Mediaraad zijn niet door instructies gebonden.(2) Om de onafhankelijkheid van de leden van de Mediaraad en de vertrouwelijkheid van de zittingen te waarborgen, zijn de beraadslagingen en stemmingen geheim.(3) Onverenigbaarheden dienen door het betrokken lid aan de voorzitter van de Mediaraad te worden medegedeeld.De voorzitter stelt de vroegtijdige beëindiging van het mandaat van een lid vast en deelt dit aan de Regering mede.

Artikel 5 Beroeps- en handelsgeheim De werkende leden, plaatsvervangende leden, leden met raadgevende stem van de Mediaraad alsmede de begeleidingsambtenaar en de deskundigen zijn onderworpen aan het beroeps- en handelsgeheim voor de feiten waarvan ze kennis hebben gekregen bij de uitvoering van hun opdrachten voor de Mediaraad. Dit geldt ook na de stopzetting van hun activiteit.

Artikel 6 Beroepsethiek (1) De leden van de beslissingskamer zijn niet door instructies gebonden in de uitoefening van hun opdrachten.(2) Stelt een lid van de beslissingskamer vast dat een lid zich in een belangenconflict bevindt, moet het dit vóór de beraadslaging over het betrokken agendapunt op een geschikte wijze bekend maken.(3) Het betrokken lid neemt de wraking aan of geeft desgevallend de redenen voor zijn weigering aan.Wordt de weigering door de andere leden van de beslissingskamer aangenomen, dan kan de beslissingskamer rechtsgeldig beraadslagen. (4) Wordt een belangenconflict bij een reeds genomen beslissing vastgesteld, dan kan de betrokken beslissing worden ingetrokken overeenkomstig de beginselen van de intrekking van administratieve akten. Artikel 7 Oproeping en verloop van de zittingen (1) De voorzitter roept op tot de zittingen van de kamers en van de plenaire vergadering en leidt ze.(2) De oproepingsbrief wordt ten minste 10 werkdagen vóór de zitting van de beslissingskamer en ten minste 15 werkdagen vóór de zitting van de advieskamer of van de plenaire vergadering betekend.De termijn wordt in juli en augustus met 5 werkdagen verlengd. (3) De voorzitter moet telkens tot een zitting oproepen, wanneer twee leden van de beslissingskamer resp.meer dan de helft van de leden van de advieskamer erom verzoeken. Het verzoek dient schriftelijk bij de voorzitter te worden ingediend en bevat : 1° de op de agenda van de zitting te plaatsen punten;2° een rechtvaardiging van de verschillende punten;3° de documenten die voor de besluitvorming nuttig zijn alsmede 4° het beslissingsontwerp uitgewerkt voor de beslissingskamer resp. het adviesontwerp uitgewerkt voor de advieskamer.

De voorzitter moet de advieskamer en de beslissingskamer binnen een termijn van 15 werkdagen resp. 10 werkdagen bijeenroepen. (4) De oproeping wordt schriftelijk, per fax, E-mail of door andere door het lid, plaatsvervangend lid of lid meet raadgevende stem aangenomen medium toegestuurd.(5) De oproepingsbrief vermeldt en/of bevat : 1° de vergaderplaats, -datum en -tijd; 2° de agenda alsmede een afschrift van het (de) verzoek(en) m.b.t. de agenda die de leden overeenkomstig artikel 7, lid 3, van dit huishoudelijk reglement bij de voorzitter hebben ingediend; 3° de documenten die nodig zijn voor de beraadslaging en de besluitvorming;4° het beslissingsontwerp uitgewerkt voor de beslissingskamer resp. het adviesontwerp uitgewerkt voor de advieskamer. (6) Een verhinderd lid moet de voorzitter, zijn plaatsvervanger en de begeleidingsambtenaar onmiddellijk verwittigen. Artikel 8 Plaatsvervangende leden (1) Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement worden de plaatsvervangende leden in principe met werkende leden gelijkgesteld.(2) Een plaatsvervangend lid mag slechts aan een zitting deelnemen als het werkend lid verhinderd is. Artikel 9 Agenda (1) De agenda's van de kamers resp.van de plenaire vergadering worden door de voorzitter vastgelegd, onverminderd artikel 7, lid 3, van dit huishoudelijk reglement. (2) De leden van de advieskamer kunnen erom verzoeken dat de agenda van de advieskamer gewijzigd of aangevuld wordt.Het verzoek dient bij de voorzitter ten minste 5 werkdagen vóór de zittingsdatum te worden ingediend en de noodzakelijke documenten en inlichtingen bevatten.

Bij het begin van de zitting maakt de voorzitter de verzoeken bekend.

Een verzoek wordt slechts behandeld als 1° meer dan de helft van de leden aanwezig zijn en 2° ten minste 2/3 van de aanwezige leden het ermee eens zijn.(3) De kamers en de plenaire vergadering kunnen beslissen over een agendapunt niet te beraadslagen.De beslissing om een agendapunt niet te behandelen of uit te stellen, mag slechts worden genomen als 1° meer dan de helft van de leden aanwezig zijn;2° ten minste 2/3 van de aanwezige leden het ermee eens zijn.(4) Als de agendapunten wegens tijdtekort niet kunnen worden behandeld, dan moeten ze op de agenda van de opvolgende zitting worden opgenomen. Artikel 10 Quorum (1) De kamers en de plenaire vergadering kunnen geldig beraadslagen als 1° de bijeenroeping regelmatig gebeurd is en 2° meer dan de helft van de leden aanwezig zijn.(2) Bij het begin van de zittingen en vóór elke stemming stelt de voorzitter het aanwezigheidsquorum vast.Wordt het quorum niet bereikt, schorst de voorzitter de zitting op voor een maximale duur van 60 minuten. Is het quorum bij de hervatting nog altijd niet bereikt, dan sluit de voorzitter de zitting. De agendapunten worden op de agenda van de opvolgende zitting opgenomen. Bij deze nieuwe zitting kan de advieskamer of de plenaire vergadering geldig beraadslagen, welk het aantal aanwezige leden ook mag zijn. (3) Deze bepaling laat artikel 98, zin 2, van het decreet (beslissingen die bij dringende noodzakelijkheid door de voorzitter worden genomen) onverlet. Artikel 11 Beraadslagingen (1) De voorzitter opent de beraadslaging over de verschillende agendapunten van de beslissingskamer, de advieskamer resp.de plenaire vergadering of de commissies. (2) Tijdens de zitting wordt het woord verleend in de volgorde van de verzoeken.(3) De voorzitter sluit de beraadslaging over een agendapunt als 1° niemand meer het woord wenst te nemen over dat punt.De voorzitter kan de leden erom verzoeken zich op een redenaarslijst in te schrijven en deze lijst sluiten; 2° meer dan de helft van de aanwezige leden een verzoek om beëindiging van de beraadslaging goedkeuren. (4) Verzoeken m.b.t. het huishoudelijk reglement hebben voorrang t.o.v. de inhoudsberaadslagingen; de voorzitter moet deze verzoeken onmiddellijk aan een stemming onderwerpen. Zijn er meerdere verzoeken om beslissing na de inhoudsberaadslagingen, stelt de voorzitter ten eerste vast welk verzoek de breedste draagwijdte heeft en de volgorde waarin de andere verzoeken zullen worden behandeld; overeenkomstig die volgorde zal de eerste stemming het verzoek met de breedste draagwijdte betreffen. (5) De voorzitter sluit de beraadslagingen. Artikel 12 Vertrouwelijkheid van de zittingen (1) De gewone zittingen geschieden in principe met gesloten deuren. Voor uitzonderingen of bepaalde aangelegenheden zal de betrokken kamer beslissen. (2) Organisatoren of hun vertegenwoordigers kunnen op beslissing van de advieskamer tot de zittingen worden uitgenodigd, voor zover hun programma's betrokken zijn. Artikel 13 Bij dringende noodzakelijkheid door de voorzitter genomen beslissingen Overeenkomstig artikel 98 van het decreet kan de voorzitter beslissingen nemen in geval van dringende noodzakelijkheid.

Artikel 14 Activiteitenverslag, bekendmaking (1) Overeenkomstig artikel 88 van het decreet wordt jaarlijks een activiteitenverslag voorgelegd, dat op geschikte wijze wordt bekendgemaakt.Het verslag heeft betrekking tot de activiteiten van beide kamers. (2) Elke kamer beslist welke resultaten van haar beraadslagingen in de geschikte vorm worden bekendgemaakt.(3) Er wordt een website van de Mediaraad opgericht met inachtneming van artikel 105 van het decreet. Artikel 15 Financieel plan De voorzitter maakt elk jaar een financieel plan voor het opvolgend kalenderjaar op en legt het aan de plenaire vergadering ter stemming voor. HOOFDSTUK II. - Voorzitter van de Mediaraad Artikel 16 Opdrachten van de voorzitter Overeenkomstig artikel 86, § 2, van het decreet vertegenwoordigt de voorzitter de Mediaraad bij gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures. Hij zorgt voor de lopende zaken van de Mediaraad, bereidt de beslissingen van de beslissings- en van de advieskamer voor en voert de beslissingen uit. Hij voert de in het decreet en in dit reglement vermelde opdrachten uit.

Artikel 17 Verhindering van de voorzitter (bij zittingen) Bij verhindering wordt de voorzitter vertegenwoordigd door 1° de plaatsvervangende voorzitter van de beslissingskamer bij zittingen van deze kamer;2° de voorzitter van de bestendige commissie bij de zittingen van de advieskamer en van de plenaire vergadering. HOOFDSTUK III. - Beslissingskamer van de Mediaraad Artikel 18 Zittingen van de beslissingskamer De beslissingskamer komt naar behoefte bijeen, echter ten minste driemaal per jaar.

Artikel 19 Stemmingen en schriftelijke procedure (1) De beslissingen van de beslissingskamer worden overeenkomstig artikel 98 van het decreet genomen.(2) Tussen de zittingen van de beslissingskamer kunnen beslissingen via de schriftelijke procedure worden genomen.De schriftelijke procedure wordt door de voorzitter ingeleid.

Artikel 20 Notulen (1) Voor alle zittingen van de beslissingskamer worden notulen opgesteld die ten laatste samen met de oproepingsbrief m.b.t. de opvolgende zitting betekend en de leden als gescheiden agendapunt ter goedkeuring voorgelegd worden. De goedgekeurde notulen worden door de voorzitter ondertekend en in een bijzonder register opgetekend. (2) Alle notulen moeten volgende gegevens vermelden : 1° de vergaderplaats en -tijd;2° de naam van de aanwezige leden;3° de naam van de afwezige, al dan niet geëxcuseerde leden;4° de bij het begin van de zitting aangenomen agenda;5° de tekst van de genomen beslissingen;6° de uitslag van de stemmingen;7° de eventuele uitstelling van agendapunten die bij tijdtekort niet konden worden behandeld. HOOFDSTUK IV. - Advieskamer van de Mediaraad Artikel 21 Zittingen van de advieskamer De advieskamer komt naar behoefte bijeen, echter ten minste driemaal per jaar.

Artikel 22 Stemmingen (1) Onafhankelijk van hun aard worden de beslissingen en adviezen met de meerderheid der stemmen van de aanwezige leden genomen, waarbij de stem van de voorzitter bij staking der stemmen beslissend is overeenkomstig artikel 115 van het decreet;de stemonthoudingen zijn niet toegelaten. Wordt geen meerderheid van stemmen noch een staking der stemmen bereikt in de groep van de exploitanten in de mediasector of in de groep van de mediagebruikers, is de betrokken groep ertoe gemachtigd een minderheidsadvies uit te brengen. (2) In principe geschieden de stemmingen bij handopsteken.Op verzoek van de voorzitter of van ten minste de helft van de aanwezige leden dient over een verzoek om beslissing met gesloten deuren gestemd te worden. (3) De beslissing is onmiddellijk van kracht en behoeft niet de goedkeuring van de overeenkomstige notulen, tenzij het uitdrukkelijk bepaald is. Artikel 23 Commissies (1) De advieskamer richt in haar schoot een bestendige commissie op met het oog op de behandeling van de aan de advieskamer gerichte a) verzoeken m.b.t. het afgeven van een voorafgaand advies m.b.t. beslissingen van de Regering overeenkomstig artikel 114, § 1, 1°, van het decreet (erkenning, lijst van de buitengewone evenementen, verzet tegen en verbod van uitzending, gebruik van het open kanaal); b) bezwaren in de zin van artikel 114, § 1, 5°, van het decreet.(2) Met het oog op de voorbereiding van de beslissingen en adviezen die de advieskamer in het kader van de haar toegewezen opdrachten moet nemen, kan deze vakcommissies oprichten.Bij de oprichting van de vakcommissies legt de kamer de opdrachten ervan vast. (3) De bestendige commissie en de vakcommissies bestaan uit vier leden, onder wie twee uit de groep van de aanbieders in de mediasector en twee uit de groep van de mediagebruikers.In elke commissie moeten de vrouwen in verhouding tot hun aantal binnen de advieskamer vertegenwoordigd worden. De voorzitter wordt in de schoot van elke commissie aangewezen.

Stelt een lid vast dat het persoonlijk of een ander lid zich in een belangenconflict bevindt, moet het dit vóór de beraadslaging bekendmaken en mag niet vergaderen. (4) De voorzitter van de commissie roept op tot de zittingen van de betrokken commissie, legt er de agenda van vast en leidt ze.De zittingen van de commissies geschieden met gesloten deuren.

De commissies kunnen externe deskundigen uitnodigen om hun beraadslagingen bij te wonen. (5) De beslissingen van de commissies worden met eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden genomen.(6) Adviesontwerpen die door de commissies zijn uitgewerkt, moeten door ten minste drie leden van de betrokken commissie worden ondertekend.Ze worden aan de leden van de advieskamer als beslissingsbasis betekend, samen met de oproeping tot de zitting waarin het advies op de agenda staat.

Artikel 24 Notulen (1) Voor elke zitting van de advieskamer stelt de begeleidingsambtenaar notulen op die ten laatste samen met de oproepingsbrief m.b.t. de opvolgende zitting betekend en de leden als gescheiden agendapunt ter goedkeuring voorgelegd worden. De goedgekeurde notulen worden door de voorzitter en de begeleidingsambtenaar ondertekend en in een bijzonder register opgetekend. (2) Is de begeleidingsambtenaar verhinderd, dan worden de notulen door het jongste aanwezige lid opgesteld.(3) Alle notulen moeten volgende gegevens vermelden : 1° de vergaderplaats en -tijd;2° de naam van de aanwezige leden, van de plaatsvervangende leden en van de aanwezige leden met raadgevende stem;3° de naam van de afwezige, al dan niet geëxcuseerde leden;4° de bij het begin van de zitting aangenomen agenda;5° de tekst van de genomen beslissingen en adviezen;6° de tekst van de overeenkomstig artikel 115, lid 2, van het decreet uitgebrachte minderheidsadviezen;7° een samenvatting van de standpunten der leden en leden met raadgevende stem 8° de uitslag van de stemmingen en 9° de eventuele uitstelling van agendapunten die bij tijdtekort niet konden worden behandeld. Artikel 25 Adviezen Alle beslissingen van de advieskamer worden door de voorzitter en de begeleidingsambtenaar ondertekend en in een bijzonder register opgetekend. HOOFDSTUK V. - Werkwijze Afdeling 1. - Beslissingskamer

Artikel 26 Marktdefinitie- en -analyse (1) Overeenkomstig artikel 65 van het decreet voert de beslissingskamer de raadplegingen bedoeld in artikel 103 uit teneinde de relevante diensten en relevant geografische markten vast te leggen. De voorzitter kan één of meerdere verslaggevers in de schoot van de beslissingskamer aanwijzen en ze met de organisatie van een openbaar verhoor en met de uitwerking van een beslissingsontwerp belasten. (2) Na de relevante markten te hebben gedefinieerd, voert de beslissingskamer een analyse uit om na te gaan of een efficiënte mededinging wel bestaat op de geanalyseerde markt.Te dien einde kan de voorzitter één of meerdere verslaggevers in de schoot van de beslissingskamer aanwijzen die hun conclusies binnen de drie maanden zullen meedelen. (3) Bestaat er geen efficiënte mededinging, dan geldt artikel 66, lid 1, van het decreet.De voorzitter kan één of meerdere verslaggevers in de schoot van de beslissingskamer aanwijzen die ermee belast zijn de raadplegingen bedoeld in artikel 103 van het decreet uit te voeren en een beslissingsontwerp uit te werken. (4) Bestaat er efficiënte mededinging, dan geldt artikel 66, lid 2, van het decreet. Artikel 27 Buitenrechtelijke beslechting van geschillen Overeenkomstig artikel 99 van het decreet verleent de beslissingskamer haar bemiddeling bij de buitenrechtelijke beslechting van geschillen.

Artikel 28 Beslechting van geschillen tussen ondernemingen Overeenkomstig artikel 100 van het decreet verleent de beslissingskamer haar bemiddeling bij de beslechting van geschillen tussen ondernemingen.

Artikel 29 Overeenkomstig artikel 121 van het decreet uitgevoerd onderzoek (1) Bij initiatiefonderzoek overeenkomstig artikel 121 van het decreet is artikel 102 van het decreet van toepassing.(2) De beslissingskamer beslist in afwezigheid van de begeleidingsambtenaar.(3) De met redenen omklede beslissing van de beslissingskamer wordt aan de betrokkene(n) medegedeeld en overeenkomstig artikel 14 van dit huishoudelijk reglement bekendgemaakt. Afdeling 2. - Advieskamer

Artikel 30 Adviezen bedoeld in artikel 114, § 1, 1°, van het decreet (1) De aan de advieskamer gerichte verzoeken m.b.t. het afgeven van een voorafgaand advies m.b.t. beslissingen van de Regering overeenkomstig artikel 114, § 1, 1°, van het decreet (erkenning, lijst van de buitengewone evenementen, verzet tegen en verbod van uitzending, gebruik van het open kanaal) dienen schriftelijk bij de voorzitter ingediend te worden en worden in een bijzonder register opgetekend. (2) De voorzitter belast de in artikel 23, lid 1, vermelde bestendige commissie ermee het adviesontwerp uit te werken.Dit ontwerp wordt als beslissingsbasis betekend, samen met de oproeping tot de zitting waar het advies op de agenda staat. (3) Overeenkomstig artikel 114, § 2, van het decreet moeten deze adviezen binnen de drie maanden na het verzoek erom aan de Regering worden voorgelegd. Artikel 31 Adviezen bedoeld in artikel 114, § 1, 2°, van het decreet (1) De advieskamer gaat na a) uit eigen beweging, overeenkomstig artikel 114, § 1, 2°, a);b) op verzoek van de Regering, overeenkomstig artikel 114, § 1, 2°, b), van het decreet;c) op verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon, overeenkomstig artikel 114, § 1, 2°, c), van het decreet of er een overtreding van de bepalingen van het decreet of van de bepalingen tot uitvoering ervan bestaat.(2) De verzoeken om advies dienen schriftlijk bij de voorzitter te worden ingediend.Deze verzoeken en de initiatiefonderzoeken worden in een afzonderlijk register opgetekend. (3) De begeleidingsambtenaar laat de aanvrager onmiddellijk een ontvangstbewijs toekomen dat hem over het verloop van de procedure informeert.Hij deelt de aangeklaagde partij de ontvangsdatum alsmede de inhoud van het verzoek mede en nodigt haar uit binnen de gestelde termijn schriftelijk stelling te nemen. (4) Bij initiatiefonderzoek overeenkomstig artikel 114, § 1, 2°, a), van het decreet deelt de begeleidingsambtenaar de aangeklaagde partij de haar verweten overtreding van de bepalingen van het decreet resp. van de bepalingen tot uitvoering ervan mede. Hij informeert haar over het verloop van de procedure. (5) De bestendige commissie bedoeld in artikel 26, lid 1, gaat na of er een overtreding is.Zij nodigt de aangeklaagde partij uit, desgevallend binnen een bepaalde termijn, bijkomende inlichtingen te verschaffen. Ze hoort de betrokkene aan.

Artikel 32 Bezwaren bedoeld in artikel 114, § 1, 5°, van het decreet (1) De bezwaren bedoeld in artikel 114, § 1, 5°, van het decreet worden aan de voorzitter schriftelijk gericht en in een bijzonder register opgetekend.De begeleidingsambtenaar gaat na of er een overtreding van de bepalingen van het decreet of de bepalingen tot uitvoering ervan is. Anonieme bezwaren worden niet in aanmerking genomen. (2) De begeleidingsambtenaar laat de aanvrager en/of de klager onmiddellijk een ontvangstbewijs toekomen dat hem over het verloop van de procedure informeert.Hij nodigt hem uit, desgevallend binnen een bepaalde termijn, schriftelijk stelling te nemen.

Na ontvangst van het bezwaar resp. van de gevraagde bijkomende inlichtingen deelt de begeleidingsambtenaar de aangeklaagde partij de ontvangst en de inhoud van het bezwaar mede dat tegen haar is ingediend en verzoekt haar, binnen een bepaalde termijn, schriftelijk stelling te nemen. (3) De begeleidingsambtenaar deelt het dossier mede aan de in artikel 23, lid 1, van dit huishoudelijk reglement vermelde bestendige commissie van de advieskamer samen met alle documenten.(4) De bestendige commissie hoort de betrokkene aan.Ze beslist tijdens de zitting waar de bezwaren haar aanhangig worden gemaakt, of - en zo ja welke - bijkomende onderzoeksverrichtingen noodzakelijk zijn. Te dien einde worden de partijen erom verzocht, de advieskamer de noodzakelijke inlichtingen te verstrekken en alle vereiste documenten te overhandigen. (5) Na de vooronderzoeken stelt de bestendige commissie een adviesontwerp over de ingediende bezwaren op;dit advies zal de advieskamer bij haar volgende zitting, in het kader van de door de voorzitter voor te leggen agenda, met het oog op beraadslaging worden voorgelegd. (6) De advieskamer (a) brengt een advies over de bezwaren uit;(b) beslist, voor zover het bezwaar gegrond is, of zij met toepassing van artikel 114, § 1, 2°, a), van het decreet de Regering een met redenen omkleed voorstel tot toepassing van één der in artikel 63 van het decreet bedoelde administratieve sancties al dan niet oplegt aan de aangeklaagde partij.(7) Het advies wordt 1° per aangetekende brief aan de klager en aan de aangeklaagde partij binnen 8 dagen na de goedkeuring ervan door de advieskamer;2° aan het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap;3° aan de Regering betekend. Artikel 33 Suggesties en voorstellen bedoeld in artikel 114, § 1, 5°, van het decreet (1) Overeenkomstig artikel 114, § 1, 5°, van het decreet geformuleerde suggesties en voorstellen worden schriftelijk bij de voorzitter ingediend en in een bijzonder register opgetekend.(2) De begeleidingsambtenaar betekend ze aan de leden van de advieskamer samen met de oproeping tot de volgende zitting. De advieskamer heeft het prerogatief om op eigen initiatief een advies in de zin van de suggestie of van het voorstel al dan niet af te geven.

Artikel 34 Overige adviezen en verslagen (1) De vakcommissies bedoeld in artikel 23, lid 2, moeten volgende adviezen en verslagen uitwerken : - « modelontwerpen voor plichtenleervoorschriften », overeenkomstig artikel 114, § 1, 3°; - adviezen over de inhoud van de programma's en de algemene programmatie van het BRF, overeenkomstig artikel 114, § 1, 4°, a); - adviezen over andere thema's i.v.m. de media die de Regering aan de advieskamer voorlegt, overeenkomstig artikel 114, § 1, 4°, b); - een verslag over het medialandschap van de Duitstalige Gemeenschap, overeenkomstig artikel 114, § 1, 6°. HOOFDSTUK VI. - Plenaire vergadering Artikel 35 Beginsel De plenaire vergadering komt ten minste tweemaal per jaar bijeen om het activiteitenverslag en het financieel plan goed te keuren.

Artikel 36 Stemmingen Voor de stemmingen van de plenaire vergadering is artikel 22 van dit huishoudelijk reglement mutatis mutandis van toepassing. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen Artikel 37 Inwerkingtreding Voorliggend huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 15 mei 2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport Mevr. I. WEYKMANS

^