gepubliceerd op 17 mei 2010
Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften
8 APRIL 2010. - Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 31 augustus 1998Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
31/08/1998
pub.
24/11/1998
numac
1998033100
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs
sluiten betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, artikel 93.26;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften, aangenomen op 11 maart 2010 en bij voorliggend besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 1 april 2010.
Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs wordt belast met de uitvoering van voorliggend besluit.
Eupen, 8 april 2010.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH
Bijlage bij het besluit van de Regering 804/EX/VII/B/II van 8 april 2010 Huishoudelijk reglement van het Comité voor onderwijs aan leerlingen met specifieke behoeften
Artikel 1.Zetel van het comité.
De zetel van het comité is gevestigd bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Gospertstrasse 1, 4700 Eupen.
Art. 2.Samenstelling van het dossier.
Zodra een beroep of een aanvraag om afwijking met het oog op het behoud in het gespecialiseerd onderwijs (hierna "aanvraag") bij het comité aanhangig wordt gemaakt, stelt de secretaris of plaatsvervangende secretaris het dossier samen. Het dossier bevat alle gedetailleerde stukken en de inventaris ervan.
Art. 3.Verwittiging van de partijen en van de voorzitter.
Binnen de drie werkdagen bevestigt de secretaris of plaatsvervangende secretaris aan de partijen, per aangetekende brief met ontvangstbewijs en per gewone brief, de ontvangst van het beroep of van de aanvraag.
De secretaris kan de partijen erom verzoeken bijkomende stukken te overhandigen.
De secretaris of plaatsvervangende secretaris overhandigt onmiddellijk het dossier aan de voorzitter en deelt hem mee op welke datum het comité uiterlijk moet worden bijeengeroepen.
Art. 4.Opstellen van een synthese.
Het secretariaat stelt een synthese van het dossier op.
Art. 5.Oproeping van de leden en partijen alsmede verwittiging van de plaatsvervangende leden.
De datum waarop het comité zitting zal hebben, wordt door de voorzitter vastgelegd. Hij kiest een datum buiten de wettelijke schoolvakantie; een afwijking is slechts toegelaten als de wettelijke termijnen geen andere mogelijkheid bieden.
Zodra een beroep of een aanvraag bij het comité aanhangig wordt gemaakt en de voorzitter een zittingsdatum heeft bepaald, roept de secretaris de leden per gewone brief en per email met ontvangstbewijs en de partijen per aangetekende brief op.
De leden worden tegelijk de synthese en de inventaris van de stukken betekend.
Tegelijk verwittigt de secretaris de plaatsvervangende leden, per gewone brief of per email met ontvangstbewijs, van de datum waarop het comité zitting zal hebben.
De leden en partijen worden ten minste drie werkdagen vóór de bepaalde zittingsdatum opgeroepen.
Art. 6.Aanwezigheid van de leden.
Behalve bij wettige verhindering wonen de leden de zitting bij. Bij wettige verhindering verwittigen ze zo snel mogelijk de secretaris of plaatsvervangende secretaris en betekenen hun plaatsvervangend lid de oproeping alsmede de synthese en de inventaris van de stukken.
Art. 7.Inzage van het dossier.
Vanaf de derde werkdag vóór de zitting mogen de partijen en de leden het dossier inzien bij het secretariaat van het comité.
Art. 8.Verloop van de zitting.
De voorzitter opent, leidt en sluit de zitting. Hij is bevoegd om de zitting op verzoek van een lid of van een partij te schorsen.
De zitting geschiedt met gesloten deuren.
Art. 9.Einde van de zitting.
Meent de voorzitter dat het comité voldoende informatie heeft gekregen, dan verleent hij voor de laatste keer het woord aan de eisende partij en nodigt de partijen uit zich te verwijderen.
Art. 10.Verslag over de zitting.
De secretaris of plaatsvervangende secretaris stelt een verslag over de zitting op dat door de voorzitter medeondertekend wordt. Het verslag over de zitting bevat de aanwezigheidslijst, het verloop van de zitting en vermeldt alle incidenten. Dit verslag wordt binnen de kortst mogelijke termijn aan de leden toegezonden.
Art. 11.Bijkomende zittingen.
Indien het comité gebruik maakt van de mogelijkheid om bijkomende onderzoeksverrichtingen te vorderen of deskundigen te horen, dan kan het beslissen een bijkomende zitting te houden.
Mits inachtneming van een termijn van vijf werkdagen worden de partijen en de deskundigen tot deze bijkomende zitting per aangetekende brief resp. per gewone brief en email opgeroepen.
De leden van het comité die bij de laatste zitting afwezig waren, worden per gewone brief en email met ontvangstbewijs tot deze bijkomende zitting opgeroepen. De plaatsvervangende leden worden op dezelfde wijze van de zittingsdatum verwittigd.
Art. 12.Beslissing en, desgevallend, aanbeveling voor het komende schooljaar.
De beslissing wordt onmiddellijk na de stemming geredigeerd. Ze bevat de uitslag van de stemming en de motivering.
De beslissing wordt door de voorzitter, de leden die gestemd hebben en de secretaris of plaatsvervangende secretaris ondertekend.
Art. 13.Geheimhouding.
De voorzitter, de leden van het comité en de secretaris of plaatsvervangende secretaris zijn tot geheimhouding verplicht, wat de verhoren en beraadslagingen betreft.
Art. 14.Bewaring van het dossier.
Het volledige dossier wordt bij het secretariaat bewaard. De werkende en plaatsvervangende leden mogen slechts de afgesloten dossiers van het comité inzien, als ze ten minste bij één zitting aanwezig waren, waar het dossier behandeld werd.
Eupen, 11 maart 2010.
Gezien om bij het besluit van de Regering 804/EX/VII/B/II van 8 april 2010 gevoegd te worden.
Eupen, 8 april 2010.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH