gepubliceerd op 09 oktober 1998
Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling an het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek Bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 wordt een gedeeltelijke wijzig Het plan dat de bestaande fysische en juridische toestand aanduidt van het betrokken gebiedsdeel, z(...)
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
Departement Leefmilieu en Infrastructuur
Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling an het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek Bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 wordt een gedeeltelijke wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Leuven definitief vastgesteld voor een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek, afgebakend op bijgaand bestemmingsplan, deel van het kaartblad 24/5, zoals aangegeven in de bijlage 1 bij dit besluit.
Het plan dat de bestaande fysische en juridische toestand aanduidt van het betrokken gebiedsdeel, zoals aangegeven in de bijlage 2 bij dit besluit, behoort tot de niet-normatieve delen van voornoemd gewestplan.
De Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 27 mei 1998 - 14 uur.
Aanwezig : de heer L. De Witte, voorzitter; de heren Vandemaele, Vleeschouwers, Geers, Vaneerdewegh, Boogaerts en Van Springel : leden;
Mevr. Bom : lid;
Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris; de heer Foblets : Arohm, Brussel Verontschuldigd : de heren De Coninck, Van Vaerenbergh, Casaer, Anthoons, Swinnen, Schreurs, Vervoort, Vandezande, Pardon, Pletinckx, Baeyens en Ottenbourgh;
Mevr. Denonville en Lefèvre;
Mevr. Den Das, secretaris.
De vergadering vond plaatin de vergaderzaal van de Bestendige Deputatie, Diestevest 25, 3000 Leuven. 1. Verslagen vorige vergadering De verslagen d.d. 23 maart 1998, 30 maart 1998 en 22 april 1998 worden goedgekeurd. 2. Bespreking van het Gewestplan Leuven 5 (Parkveld) en stemming Deze gewestplanwijziging wordt door de commissie gunstig geadviseerd met 4 stemmen voor en 3 stemmen tegen. De commissie neemt ten aanzien van de bezwaarschriften het standpunt in zoals verwoordt in bijgevoegde tekst « Antwoordt op de bezwaarschriften en adviezen (Leuven 5) ». Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag. 3. Bespreking van het Gewestplan Leuven 4 (Termunckveld) en stemming Deze gewestplanwijziging wordt dooor de commissie gunstig geadviseerd met 4 stemmen voor en 3 stemmen tegen. De commissie neemt ten aanzien van de bezwaarschriften het standpunt in zoals verwoord in bijgevoegde tekst « Antwoord op de bezwaarschriften en adviezen (Leuven 4) ». Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag. 4. Bespreking van het Gewestplan Leuven 3 (Boortmeerbeek) I.Algemene situering Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het boven vermelde gewestplan d.d. 7 april 1977, beslaat het grondgebied van de gemeente : Boortmeerbeek en werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op 27 mei 1997.
Het ontwerp beoogt de verwezenlijking van volgend werk van algemeen belang mogelijk te maken : de oprichting van een rioolwaterzuiveringsstation te Boortmeerbeek door Aquafin. Er is één centraal RWZI voorzien om het afvalwater van Boortmeerbeek, Haacht, Wespelaar (Haacht), Tildonk (Haacht), Wakkerzeel (Haacht), Keerbergen, Rijmenam (Bonheiden), Grasheide (Putte), Schriek (Heist-op-den-Berg) en een klein deeltje van Kampenhout te zuiveren.
II. Openbaar onderzoek In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 8 december 1997 tot en met 5 februari 1998. In het kader van dit onderzoek werden 4 bezwaarschriften ingediend, waarvan één in naam van 29 omwonenden (zie samenvatting in bijlage).
III. Afwijkingen van het originele gewesplan Volgende afwijkingen met het gewestplan Leuven d.d. 7 april 1977 worden doorgevoerd : - 4,5 ha wordt van landschappelijk waardevol agrarisch gebied omgezet naar gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; - 0,6 ha wordt van landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden tussen de RWZI en het woongebied langs de Rijmenamsebaan.
IV. Adviezen Advies van de Bestendige Deputatie (d.d. 2 april 1998) gunstig voor de omzetting van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
Het RSV rekent de gemeente Boortmeerbeek tot buitengebied, alhoewel ze gelegen is in de rand van de Vlaamse Ruit. Voor de lokalisatie van RWZI's heeft het RSV volgende ruimtelijke voorwaarden opgesteld (1) het principe van de gedeconcentreerde bundeling, (2) de schaal van het RWZI sluit aan bij het landschap, (3) de omvang van het RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.
Het besluit van de Vlaamse Regering om het zuiveringsstation op die plaats in de planten steunt op een scenario-analyse van Aquafin. Na afweging van o.a. ecologische, technische, hydraulische en fiananciële aspecten werd deze inplantingsplaats als de meest geschikte aangeduid.
De realisatie van het waterzuiveringsstation is als werk van algemeen belang verklaard om de dringende nood aan waterzuivering zo spoedig mogelijk te kunnen realiseren in het kader van het waterkwaliteitsbeleid.
Dergelijke inplanting heeft steeds een impact op ht landschap en zal overal ecologische hinder met zich meebrengen. Op deze plaats zal de aantasting van de landbouwstructuren beperkt bijven door de geïsoleerde ligging tussen waterlopen.
Door de gewestpanwijziging « Leuven 2 » wordt 52 ha van het aangrenzend agrarisch gebied gewijzigd in natuurgebied. Hierdoor krijgt het waardevol gebied de nodige bescherming. De voorgestelde zone voor openbare nutsvoorziening bevindt zich aan de rand van het waardevol landschap en aanluitend bij de woonzone. Een verdere versnippering van het open gebied wordt zo vermeden.
Door de aard van het landschap (verspereide groepjes bomen) kan het geplande RWZI geïntegreerd worden in de natuurlijke omgeving door het aanleggen van een groenschern rond de installatie.
Ontgunstig voor de omzetting in woongebied en voorstel tot omzetting in bufferzone.
De voorgestelde wijziging van 0,6 ha agrarische gebied naar woongebied wordt door de ligging onmiddelijk aansluitend bij het gebied voor RWZI en de mogelijke hinder die de toekomstige bewoners kunnen ondervinden van deze installatie, beter omgezet in bufferzone.
V. Bespreking : Een lid merkt op dat er een procedure hangende is voor de Raad van Staat wat de milieuvergunning betreft. Hij voegt er aan toe dat hij met de keuze van de inplantingsplaats niet akkoord is omwille van de landschappelijk en ecologische impacht ervan op het landschappelijk waardevol gebied.
In de commissie is er éénsgezindheid dat er in die omgeving een waterzuiveringsstation moet komen. Enkele leden vragen zich echter af of hier voor de meest geschikte inplantingsplaats gekozen wordt.
Een lid wijst er op dat het voorgestelde alternatief aan de andere kant van de Rijmenamsebaan zich nog dichter bij de woonkern bevindt dan de weerhouden locatie en dat hier nog meer klachten van omwonenden zouden op komen.
De voorzitter verwijst naar het advies van de Bestendige Deputatie dat ongunstig is voor de creatie van een woonzone aan de rand van het gebied van openbaar nut. Een lid merkt op dat het ook weinig zinvol is zo'n kleine strook in te kleuren als landschappelijk waardevol gebied.
Een ander lid stelt voor in navolging van de Bestendige Deputatie dit in te kleuren als bufferzone.
De commissie gaat over tot een bespreking van de bezwaarschriften.
Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over het plan evenals een stemming over de antwoorden op de bezwaarschriften evenwel uitgesteld tot de vergadering van vandaag om 16 u. 30 m. 5. Bespreking van het Gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse I.Algemene situering Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het boven vermelde gewestplan d.d. 7 maart 1977, beslaat het grondgebied van de gemeenten : Affligem, Asse, Beersel, Grimbergen, Groot-Bijgaarden, Hoeilaart, Kapelle-op-den-Bos, Kraainem, Linkebeek, Merchtem, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem en Zaventem en werd door de Vlaamse regering voorlopig vastgesteld op 17 juni 1997.
Het ontwerp beoogt vooral de wettigheid te herstellen, nu voor verschillende percelen de bestemming, zoals vastgelegd in het gewestplan van 7 maart 1977, door de Raad van State vernietigd werd.
Uitzonderlijk wordt ook de bestemming van aanpalende percelen door dit ontwerp geregeld, indien de bestemming ondertussen de facto gewijzigd is.
II. Openbaar onderzoek In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 22 december 1997 tot en met 19 februari 1998. In het kader van dit onderzoek werden 98 tijdige bezwaarschriften. 1 laattijdig bezwaarschrift en één vroegtijdig bezwaarschrift ingediend (zie samenvatting in bijlage).
III. Afwijkingen van het originele gewestplan Voor de meerderheid der percelen wordt opnieuw dezelfde bestemming ingevoerd als deze, voorzien in het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse d.d. 7 maart 1977. Enkel voor gronden, waar de situatie de facto afwijkend is van de vroegere bestemming, zoals bv. voor een volgebouwd gebied, voert dit ontwerp-gewestplan een afwijkende bestemming door.
De principes van het gewestplan d.d. 7 maart 1977 blijven gerespecteerd : - beheersing van de stedelijke groei; - behoud van de groene gordel.
De commissie gaat over tot de bespreking van het punt 57 (arrest nr. 32.846 d.d. 27 juni 1989) waarbij agrarisch gebied omgezet wordt in woongebied, de Bestendige Deputatie had dit ongunstig geadviseerd en voorgesteld dit te bestemmen als agrarisch gebied.
De vertegenwoordiger van AROHM, Brussel merkt op dat dit in overeenstemming is met het BPA voor dit gebied, goedgekeurd in 84.
Een lid merkt op dat men bij het opmaken van het structuurplan hier een gepastere bestemming aan kan gegeven. Het is immers binnen de thans gehanteerde principes van ruimtelijke ordening, niet meer wenselijk om dergelijk ver afgelegen woongebieden te creëren.
De commissie gaat over tot de bespreking van het punt 59 (arrest nr. 36.860 d.d. 25.april 1991) waarbij natuurgebied omgezet wordt in woongebied. De Bestendige Deputatie had dit ongunstig geadviseerd en had voorgesteld de woonzone te beperken tot de bestaande gebouwen en de rest te bestemmen als natuurgebied.
De voorzitter merkt op dat het onlogisch is hier een woongebied te voorzien omdat het een inham maakt in het groengebied.
Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over het plan uitgesteld tot de vergadering van vandaag om 16 uur. 6. Opnames in het register der ontwerpers van de heer Vandamme en Mevr.Castelein Gevraagd wordt de heer Joost Vandamme in het register der ontwerpers op te nemen. De heer Vandamme beschikt over het vereiste diploma van stedenbouwkundige een geeft daarenboven blijk van de nodige ervaring.
Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over de opname evenwel uitgesteld tot de vergadering van vandaag van 16 u. 30 m.
Gevraagd wordt Mevr. Els Castelein in het register der ontwerpers op te nemen.Mevr. Castelein beschikt over het vereiste diploma van stedenbouwkundige een geeft daarenboven blijk van de nodige ervaring.
Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over de opname evenwel uitgesteld tot de vergadering van vandaag van 16 u. 30 m. 7. Varia De commissie vraagt de leden akte te nemen van de aanstelling van het studiebureau Magits, Maria-Theresiastraat 19/7 te 3000 Leuven als ontwerper voor de gemeente Huldenberg van het BPA « Huldenberg-centrum ». De commissie vraagt de leden akte te nemen van de vervanging van de heer Leten door de heer Herman Stas als vertegenwoordiger van het ABVV in de gemeentelijke commissie van advies inzake ruimtelijke ordening van de stad Leuven.
De commissie vraagt tenslotte de leden akte te nemen van de benoeming door de minister van Mevr. Slachmuylders, Antoinette als vertegenwoordigster van de scholengemeenschap in de gemeentelijke commissie van advies van de gemeente Wemmel.
De adjunct-secretaris, A. Van Acker.
De voorzitter, L. De Witte. _______ Nota - Aquafin stelde bij de Bestendige Deputatie voor de bouwvergumming beroep in tegen de beslissing van het Collège van Burgemeester en Schepenen. Onmiddelijk na het aflopen van de termijn van 60 dagen, waarover de Bestendige Deputatie beschikt om uitspraak te doen, werd door de beroepsindiener bij ontstentenis van een besluit terzake, beroep ingediend bij de Minister. De Minister verleende de bouwvergunning. De gemachtigde ambtenaar had een negatief advies uitgebracht omdat het project door zijn ligging een homogeen grootschalig ecologisch waardevol gebied op een onherstelbare wijze aan zou tasten. De afdeling Land van AMINAL daarentegen bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit, overwegende dat een dergelijke installatie gedoogd kan worden indien de schade aan de externe landbouwstructuren zo veel mogelijk beperkt wordt. - De milieu vergunning werd geschorst op 12 februari 1998 op grond van strijdigheid met de afstandsregels van Vtarem II. - Uit een persbericht in het « Nieuwsblad » d.d. 16 juni 1997 blijkt dat Aquafin zou beginnen met de werken begin 98. Waarschijnlijk is Aquafin ondertussen dus reeds begonnen.
Antwoord op de bezwaarschriften en adviezen (Leuven 3) Antwoord op : Bezwaarschriften : Bezwaarschriften 1, 2, 3 en 4 : RSV : - De Grote Eenheden Natuur zijn nog niet afgebakend. Deze zijn nog in de ontwerp-fase; - Het waterzuiveringsstation wordt inderdaad voorzien in een riviervallei. Dit is onvermijdelijk aangezien riviervalleien de meest geschikte inplantingsplaatsen zijn voor dergelijke installaties. Zij hebben trouwens steeds een impact op het landschap en zullen overral ecologische hinder met zich meebrengen. Op deze plaats zal evenwel de aantasting van de landbouwstructuren beperkt blijven door de geïsoleerde ligging van het gebied tussen twee waterlopen. Deze commissie heeft in het kader van de gewestplanwijziging « Leuven 2 » geadviseerd 52 ha van het aangrenzend agrarisch gebied te wijzigen in natuuruitbreidingsgebied. Hierdoor krijgt het waardevol gebied de nodige bescherming. De voorgestelde zone voor openbare nutsvoorziening bevindt zich aan de rand van het waardevol landschap en aansluitend bij de woonzone. Een verdere versnippering van het gebied wordt zo vermeden. Door de aard van het landschap (verspreide groepjes bomen) kan het geplande RWZI geïntegreerd worden in de natuurlijke omgeving door het aanleggen van een groenscherm rond de installatie.
Andere Gewestplannen : - De verschillende gewestplannen voor het grondgebied Leuven zijn enkel procedureel opgesplist. De opsplitsing van de gewestplannen is gebeurd vanuit een juridische opportuniteit. Gelet evenwel op de quasi gelijktijdigheid van de verschillende lopende procedures, is het toch mogelijk zich een globaal beeld te vormen. De verschillende wijzigingen kaderen in een algemene beleidsvisie; - Waterzuiveringstallaties hebben steeds een impact op het landschap en zullen overal ecologische hinder met zich meebrengen. Tijdens de gewestplanwijziging « Leuven 2 » adviseerde de Regionale Commissie van Advies om de 52 ha aangrenzend agrarisch gebied om te zetten in natuuruitbreidingsgebied en de 31,5 ha agrarisch gebied niet om te zetten in landschappelijk waardevol agrarisch gebied doch te behouden als agrarisch gebied opdat de actieve landbouwfunctie die in dit gebied nog aanwezig is zo gegarandeerd blijft en omdat een aangepast landschapsbeleid ook in een agrarisch gebied gevoerd kan worden. Door 52 ha om te zetten in natuuruitbreidingsgebied wordt toch reeds een meerwaarde gecreërd voor de vallei in zijn geheel. Daarenboven bevindt de voorgestelde zone voor openbare nuts- voorziening zich aan de rand van het waardevol landschap en aansluitend bij de woonzone. Een verdere versnippering van het open gebied wordt zo vermeden.
Ofschoon de Dijlevallei erkend wordt als landschappelijk waardevol, verhindert dit niet dat hier toch een waterzuiveringsinstallatie ingeplant kan worden. Waterzuiveringsinstallaties zullen steeds impact hebben op het landschap en overal ecologische hinder met zich meebrengen.
Het provinciaal Ruimtelijk structuurplan : - de Grote Eenheden Natuur zijn nog niet afgebakend. Deze zijn nog in de ontwerp-fase.
GNOP : - Niet alleen in het GNOP van de gemeente Boortmeerbeek, doch ook in het gewestplan « Leuven 2 » wordt Pikhakendonk erkend als een waardevol gebied. De inplanting van een waterzuiveringsinstallatie gaat echter steeds gepaard met ecologische hinder en zal steeds een impact hebben op het landschap.
Locatie : - de gekozen inplantingsplaats sluit niet aan bij de bestaande bebouwing : het gros van de geplande installaties wordt voorzien op minstens 200 m van de bestaande bebouwing.
Een verdere detaillering van de te respecteren afstandsregels t.o.v. bestaande woningen, is een materie die in de milieuveregunning geregeld dient te worden.
Raad van Stae : - De milieuwetgeving en de wetgeving op de ruimtelijke ordening zijn twee van elkaar losstaande wetgevingen. De procedure voor de Raad van State heeft betrekking op de milieuvergunning. De wijziging van een gewestplan is echter een procedure, ingesteld in het kader van de wetgeving op de ruimtelijke ordening. De commissie wenst trouwens niet vooruit te lopen op de definitieve stellingname van de Raad van State.
Alternatieve inplantingsplaatsen bevinden zich nog meer in de nabijheid van bestaande bebouwing, zodat deze inplantingsplaats de meest geschikte was.
Hinder : - De inplanting van een waterzuiveringsinstallatie heeft inderdaad steeds een zekere impacht op het landschap en zorgt voor visuele hinder. Overal zal een dergelijke inplanting echter ecologische hinder met zich meebrengen. - De geurhinder en geluidshinder zijn problemen die in het kader van de Vlarem-reglementering nader onderzocht zullen dienen te worden.
Eventueel zal men in de milieuvergunning bepalingen moeten inlassen om de geur- en geluidshinder te beperken.
Milieu : - er is inderdaad een aantasting van de open ruimte tussen Rijmenam en Boortmeerbeek. Waterzuiveringsinstallaties hebben echter steeds een impacht op het landschap en zullen overal ecologische hinder met zich meebrengen. Tijdens de gewestplanwijziging « Leuven 2 » adviseerde de Regionale Commissie van Advies om de 52 ha aangrenzend agrarisch gebied om te zetten in natuuruitbreidingsgebied. Door 52 ha om te zetten in natuuruitbreidingsgebied wordt toch reeds een meeerwaarde gecreërd voor de vallei in zijn geheel. Daarenboven bevindt de voorgestelde zone voor openbare nutsvoorziening zich aan de rand van het waardevol landschap en aansluitend bij de woonzone.
Een verdere versnippering van het open gebied wordt zo vermeden. - Door de hoge concentratie aan kleine lineaire en puntvormige landschapselementen kan het geplande RWZI geïntegreerd worden in de natuurlijke omgeving door het aanleggen van een groenscherm rond de installatie. - Van alle mogelijke locaties werd de huidige locatie geselecteerd als de minst hinderende. Het besluit van Vlaamse regering om het zuiveringssation op die plaats in te planten steunt op een scenario-analyse van Aquafin. Na afweging van o.a. ecologischee, technische, hydraulische en financiële aspecten werd deze inplantingsplaats als de meest geschikte aangeduid. Alternatieve inplantingsplaatsen zouden meer hinder voor de omwonenden met zich meebrengen. Aangezien daarenboven het waterzuiveringsstation als een werk van algemeen belang werd verklaard om de dringende nood aan waterzuivering zo spoedig mogelijk te kunnen realiseren in het kader van het waterkwaliteitsbeheer, diende toch een locatie gevonden te worden. - Het is een zaak voor de milieuvergunning om nader te bepalen of de effluent beter geloosd wordt in de Leigracht of dat het beter is ze rechtstreeks naar de Dijle af te leiden. - Alle alternatieve locaties zullen hetzelfde aan- en afvoerverkeer met zich meebrengen. - De milieuvergunning zal de eventualiteit dat bij overstorten, vervuild water op de terreinen van het natuurlijk overstrommingsgebied terecht komt, moeten regelen.
Vlarem : - Dat de milieuvergunning artikel 5.2.1.4 van het Vlarem II zou miskennen is een zaak van de milieuvergunning. De milieuvergunningen zal nadere bepalingen moeten opnemen die de afstand tot o.a. woonkernen en woongebieden, recreatiegebieden, groengebieden, beschermde landschappen, enz., regelen. Dit probleem dient niet reeds in de gewestplanwijziging geregeld te worden.
Andere instanties : - Ofschoon Stedenbouw en OVAM in eerste aanleg een negatief advies gaven en ofschoon de cel Monumenten en Landschappen van AROHM een beschermingsvoorstel uitwerkt voor Zuureusel-Donk-Pikhakendonk, komt het aan de algemeen bevoegde instanties toe (bestendig deputatie en regionale commissie van advies), als dusdanig aangeduid in het decreet op de ruimtelijke ordening, een eigen advies uit te brengen na afweging van alle elementen van het dossier. De aangehaalde diensten hebben, volgens de wetgeving, geen algemene adviesbevoegdheid.
Vergunningen : - De normale gang van zaken is dat men eerst wacht tot de gewestplanwijziging doorgevoerd is vooraleer de procedure voor de milieu- of bouwvergunning te starten. Tegenstrijdigheid met de gewestplanbestemming, abstractie makend van eventuele uitzonderingsbepalingen, is normaal gezien een reden om de bouwvergunning te weigeren.
Omzetting naar woonzone : - De commissie adviseert de omzetting van een klein stuk landschappelijk waardevol agrarisch gebied in woongebied ongunstig en stelt voor het gebied om te zetten in bufferzone en dit omwille van de ligging ervan onmiddelijk aansluitend bij het gebied voor RWZI en omwille van de mogelijke hinder die de toekomstige bewoners kunnen ondervinden van deze installatie. De commissie sluit zich dan ook aan bij die argument.
Ontbrekende stukken : - De scenario-analyse van Aquafin met de studie van de ecologische, hydraulische, technische en financiële aspecten behoort niet tot de documenten die wettelijk ter inzage gelegd dienen te worden in het kader van een openbaar onderzoek voor een gewestplanwijziging.
Voorstellen : - De waterzuiveringsinstallatie aan de andere zijde van de Rijmenamsebaan inplanten zou de impact voor de buurtbewoners vergroten. Op die plaats bevindt zich nog meer bebouwing in de buurt dans op de gekozen locatie. Daarenboven is voor de exploitatie van de installatie deze inplantingsplaats minder interessant omdat ze zo verder van het lozingspunt zou gelegen zijn.
Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Bertem : De voorgestelde wijzigingen vallen buiten de door de Vlaamse regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.
Bovendien zijn deze voorstellen te realiseren via instrumenten (BPA) waarvoor de gemeente zelf het initiatief kan nemen.
Advies van de gemeente Boortmeerbeek : De commissie sluit zich gedeeltelijk aan bij het advies van de gemeente Boortmeerbeek. De commissie adviseert echter de omzetting van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in woongebied ongunstig en stelt voor het gebied om te zetten in bufferzone en dit omwille van de ligging ervan onmiddellijk aansluitend bij het gebied voor RWZI en omwille van de mogelijke hinder die de toekomstige bewoners kunnen ondervinden van deze installatie.
Adviezen van de Bestendige Deputatie : De commissie sluit zich aan bij het advies van de Bestendige Deputatie.
Bezwaarschriften gewestplan Leuven 3 te Boortmeerbeek Openbaar onderzoek : van 8 december 1997 tot en met 5 februari 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld