Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Document van --
← Terug naar "Aanbevelingen over het gebruik van protonpompinhibitoren Het gaat om de volgende moleculen waarvan de onderlijnde ook in generische vorm bestaan : -omeprazol - esomeprazol - lansoprazol - pantoprazol - rabeprazol De indicaties 1° gastro-oesofagale reflux en refluxoesofagitis; 2° gastroduodenale ulcera(ties) door het gebru(...)"
Aanbevelingen over het gebruik van protonpompinhibitoren Het gaat om de volgende moleculen waarvan de onderlijnde ook in generische vorm bestaan : -omeprazol - esomeprazol - lansoprazol - pantoprazol - rabeprazol De indicaties 1° gastro-oesofagale reflux en refluxoesofagitis; 2° gastroduodenale ulcera(ties) door het gebru(...) Recommandations sur l'utilisation des inhibiteurs de la pompe à protons Les molécules suivantes sont concernées; celles ayant une forme générique sont soulignées : -oméprazole - ésoméprazole - lansoprazole - pantoprazole - rab Les indications pour le bon usage des inhibiteurs de la pompe à protons, (abréviation IPP), sont un(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Aanbevelingen over het gebruik van protonpompinhibitoren Het gaat om de volgende moleculen waarvan de onderlijnde ook in generische vorm bestaan : -omeprazol - esomeprazol - lansoprazol - pantoprazol - rabeprazol De indicaties voor goed gebruik van protonpompinhibitoren, (verder SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE Recommandations sur l'utilisation des inhibiteurs de la pompe à protons Les molécules suivantes sont concernées; celles ayant une forme générique sont soulignées : -oméprazole - ésoméprazole - lansoprazole - pantoprazole - rabéprazole Les indications pour le bon usage des inhibiteurs de la pompe à
afgekort : PPI), zijn enkel : protons, (abréviation IPP), sont uniquement :
1° gastro-oesofagale reflux en refluxoesofagitis; 1° le reflux gastro-oesophagien et l'oesophagite de reflux;
2° gastroduodenale ulcera(ties) door het gebruik van niet-steroïdale 2° les ulcères et ulcérations gastroduodénales dans l'utilisation des
middelen (verder afgekort : NSAID) bij patiënten met risico op zulke anti-inflammatoires non stéroïdiens (abréviation AINS) chez des
ulcera(ties); patients à haut risque de développer de telles lésions;
3° gastroduodenale ulcera en de eradicatie van Helicobacter pylori 3° les ulcères gastro-duodénaux et l'éradication d'Helicobacter pylori
(verder afgekort : HP); (abréviation HP);
4° syndroom van Zollinger-Ellison. 4° le syndrome de Zollinger-Ellison.
Voorafgaande opmerkingen : Remarques préalables :
- Er zijn geen therapeutische verschillen tussen - Il n'y a pas de différence thérapeutique entre les différents IPP.
protonpomp-inhibitoren onderling. - A plusieurs reprises, des mises en garde contre une mauvaise
- Meermaals is al gewaarschuwd voor onjuist gebruik van PPI. utilisation des IPP ont été formulées. La dyspepsie fonctionnelle sans
Functionele dyspepsie zonder typische reflux of zonder een ulcustype reflux typique ou sans une douleur de type ulcère est une mauvaise
pijn is een slechte indicatie voor PPI. Gebruik bij NSAID-behandelde indication des IPP. L'utilisation des IPP chez des patients sous AINS
patiënten die geen risico vormen op ulcera(ties) is eveneens af te qui ne présentent pas un risque élevé d'ulcères/ulcérations est
raden. également à déconseiller.
1° Gastro-oesofagale reflux en refluxoesofagitis : 1° Le reflux gastro-oesophagien et l'oesophagite de reflux :
Wat zijn typische reflux-klachten ? Wat zijn typische reflux-klachten ?
Wat zijn frequente reflux-klachten ? Wat zijn frequente reflux-klachten ?
Quels sont les symptômes typiques de reflux ? Quels sont les symptômes typiques de reflux ?
Quand les symptômes de reflux sont-ils considérés comme fréquents ? Quand les symptômes de reflux sont-ils considérés comme fréquents ?
- pyrosis - pyrosis
Eénmaal per week of vaker. Eénmaal per week of vaker.
- pyrosis - pyrosis
Une fois par semaine ou plus. Une fois par semaine ou plus.
- zure regurgitatie - zure regurgitatie
- régurgitation acide - régurgitation acide
- branderig gevoel epigastrisch - branderig gevoel epigastrisch
- sensation de brûlure épigastrique - sensation de brûlure épigastrique
- Alternatieven voor PPI bij atypische klachten : - Alternatieven voor PPI bij atypische klachten :
Alternatief voor PPI bij weinig frequente klachten : antacidum; Alternatief voor PPI bij weinig frequente klachten : antacidum;
H2-antagonist. H2-antagonist.
- Alternatives aux IPP en cas de plaintes atypiques : - Alternatives aux IPP en cas de plaintes atypiques :
Alternatives aux IPP en cas de plaintes peu fréquentes : antacides; Alternatives aux IPP en cas de plaintes peu fréquentes : antacides;
antagoniste-H2. antagoniste-H2.
Zie Transparantiefiche Maagklachten BCFI 2009 (zie ref 3); alternatief Zie Transparantiefiche Maagklachten BCFI 2009 (zie ref 3); alternatief
voor PPI : antacidum; H2-antagonist. voor PPI : antacidum; H2-antagonist.
Voir Fiche de Transparence CBIP 2009 (réf 3); antacides; Voir Fiche de Transparence CBIP 2009 (réf 3); antacides;
antagoniste-H2 antagoniste-H2
- Wanneer men bij atypische klachten toch PPI toedient, riskeert men - Wanneer men bij atypische klachten toch PPI toedient, riskeert men
typische reflux uit te lokken door het fenomeen van typische reflux uit te lokken door het fenomeen van
rebound-hyperaciditeit na stoppen PPI (zie ref 2). rebound-hyperaciditeit na stoppen PPI (zie ref 2).
- Si l'on administre tout de même un IPP pour des plaintes atypiques, - Si l'on administre tout de même un IPP pour des plaintes atypiques,
on risque d'induire un reflux typique à cause du phénomène on risque d'induire un reflux typique à cause du phénomène
d'hyperacidité de rebound après l'arrêt de l'IPP (réf 2). d'hyperacidité de rebound après l'arrêt de l'IPP (réf 2).
De endoscopie heeft zijn plaats bij (enkele voorbeelden) : L'endoscopie a sa place (voici quelques exemples) :
- een patiënt ouder dan 50 jaar vertoont voor de 1e maal - un patient âgé de plus de 50 ans qui présente pour la première fois
refluxklachten; des plaintes de reflux;
- geen beterschap van refluxklachten na 4 weken behandeling; - pas d'amélioration du reflux après 4 semaines de traitement;
- alarmsymptomen : vermagering, dysfagie, odynofagie, ferriprieve - symptômes d'alarme : perte de poids, dysphagie, odynophagie, anémie
anemie, braken, epigastrische massa, gastro-intestinale bloeding; ferriprive, vomissement, masse épigastrique, saignement gastro-intestinal;
- endoscopische opvolging van Barrettmucosa volgens een frequentie - suivi endoscopique de la muqueuse de Barrett selon une fréquence
aanbevolen door een arts-specialist in gastro-enterologie/inwendige recommandée par un médecin spécialiste en gastro-entérologie/médecine
geneeskunde/geriatrie). interne/gériatrie.
1.1. Symptomatische behandeling van gastro-oesofagale reflux, met 1.1. Traitement symptomatique du reflux gastro-oesophagien caractérisé
typische en frequente klachten van reflux, zonder bewijs van par des plaintes typiques et fréquentes du reflux, sans preuve
oesofagitis : d'oesophagite :
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
Gastro-oesofagale reflux zonder oesofagitis Gastro-oesofagale reflux zonder oesofagitis
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
Reflux gastro-oesophagien sans oesophagite Reflux gastro-oesophagien sans oesophagite
omeprazol omeprazol
10 - 20 10 - 20
4 weken en dan stop Eventueel later te herhalen voor een korte periode 4 weken en dan stop Eventueel later te herhalen voor een korte periode
bij recidief klachten bij recidief klachten
oméprazole oméprazole
10 - 20 10 - 20
4 semaines et puis arrêt 4 semaines et puis arrêt
A répéter éventuellement plus tard pour une courte durée lors de A répéter éventuellement plus tard pour une courte durée lors de
plaintes récidivantes. plaintes récidivantes.
esomeprazol esomeprazol
20 20
ésoméprazole ésoméprazole
20 20
lansoprazol lansoprazol
15 - 30 15 - 30
lansoprazole lansoprazole
15 - 30 15 - 30
pantoprazol pantoprazol
20 20
pantoprazole pantoprazole
20 20
rabeprazol rabeprazol
10 10
rabéprazole rabéprazole
10 10
1.2. Behandeling van refluxoesofagitis, endoscopisch vastgesteld : 1.2. Traitement de l'oesophagite de reflux, démontrée par une endoscopie :
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
Refluxoesofagitis Refluxoesofagitis
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
Oesophagite de reflux Oesophagite de reflux
omeprazol omeprazol
20 - 40 20 - 40
4 à 8 weken 4 à 8 weken
oméprazole oméprazole
20 - 40 20 - 40
4 à 8 semaines 4 à 8 semaines
esomeprazol esomeprazol
40 40
soméprazole soméprazole
40 40
lansoprazol lansoprazol
30 30
lansoprazole lansoprazole
30 30
pantoprazol pantoprazol
20 - 40 - 80 20 - 40 - 80
pantoprazole pantoprazole
20 - 40 - 80 20 - 40 - 80
rabeprazol rabeprazol
20 20
rabéprazole rabéprazole
20 20
1.3. Symptomatische behandeling van gastro-oesofagale reflux, met 1.3. Traitement symptomatique du reflux gastro-oesophagien caractérisé
typische en frequente klachten van reflux, nà een genezen oesofagitis par des plaintes typiques et fréquentes du reflux, après guérison de
: l'oesophagite :
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
Gastro-oesofagale reflux na een genezen oesofagitis Gastro-oesofagale reflux na een genezen oesofagitis
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
Reflux gastro-oesophagien après guérison d'une oesophagite Reflux gastro-oesophagien après guérison d'une oesophagite
omeprazol omeprazol
10 - 20 10 - 20
In periodes en dan stoppen (doel = symptoomcontrole). In periodes en dan stoppen (doel = symptoomcontrole).
Oméprazole Oméprazole
10 B 20 10 B 20
Par périodes et puis arrêt (but = contrôle des symptômes). Par périodes et puis arrêt (but = contrôle des symptômes).
esomeprazol esomeprazol
20 20
ésoméprazole ésoméprazole
20 20
lansoprazol lansoprazol
15 - 30 15 - 30
lansoprazole lansoprazole
15 - 30 15 - 30
pantoprazol pantoprazol
20 - 40 20 - 40
pantoprazole pantoprazole
20 - 40 20 - 40
rabeprazol rabeprazol
10 - 20 10 - 20
rabéprazole rabéprazole
10 - 20 10 - 20
Non-stop PPI behandeling is te vermijden, zo mogelijk. Un traitement continu d'IPP est, si possible, à éviter.
2° Gastroduodenale ulcera(ties) door NSAID : 2° Ulcères et ulcérations gastro-duodénales dus aux AINS :
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
NSAID NSAID
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
AINS AINS
omeprazol omeprazol
20 20
Preventief bij een risicopatiënt : gedurende de innames van NSAID. Preventief bij een risicopatiënt : gedurende de innames van NSAID.
Acute behandeling : 4 - 8 weken. Acute behandeling : 4 - 8 weken.
Oméprazole Oméprazole
20 20
Prévention chez un patient à risque : pendant la prise de l'AINS. Prévention chez un patient à risque : pendant la prise de l'AINS.
Traitement aigu : 4 - 8 semaines. Traitement aigu : 4 - 8 semaines.
esomeprazol esomeprazol
20 20
ésoméprazole ésoméprazole
20 20
lansoprazol lansoprazol
30 30
lansoprazole lansoprazole
30 30
pantoprazol pantoprazol
20 20
pantoprazole pantoprazole
20 20
rabeprazol rabeprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
rabéprazole rabéprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
2.1. Preventie van gastroduodenale letsels bij een risicopatiënt die 2.1. Prévention des lésions gastro-duodénales chez un patient à risque
NSAID inneemt. Een risicopatiënt is in één van de volgende situaties : qui prend un AINS. Un patient à risque se trouve dans une des situations suivantes :
- > 65 jaar; - > 65 ans;
- belangrijke co-morbiditeit; - co-morbidité importante;
- antecedenten van peptische ulcera; - antécédents d'ulcères peptiques;
- antecedent van ulcus met complicaties (bloeding; perforatie); - antécédent d'un ulcère compliqué (saignement; perforation);
- NSAID + corticoïden; - AINS + corticoïdes;
- NSAID + acetylsalicylzuur; - AINS + acide salicylique;
- NSAID + ander antiplaquettair middel; - AINS + autre médicament antiagrégant;
- NSAID + anticoagulans : coumarine of ander. - AINS + anticoagulant : coumarine ou autre.
2.2. Acute behandeling van gastroduodenale ulcera(ties) tijdens inname 2.2. Traitement aigu des ulcères/ulcérations durant la prise d'un
van NSAID. Steeds noodzaak tot verderzetting NSAID nagaan. AINS. Evaluer chaque fois la nécessité de poursuivre l'AINS.
3° Gastroduodenaal ulcus en HP eradicatie : 3° Ulcère gastroduodénal et éradication de l'HP :
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
maagulcus maagulcus
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
ulcère gastrique ulcère gastrique
omeprazol omeprazol
20 20
4 - 8 weken 4 - 8 weken
oméprazole oméprazole
20 20
4 - 8 semaines 4 - 8 semaines
esomeprazol esomeprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
ésoméprazole ésoméprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
lansoprazol lansoprazol
30 30
lansoprazole lansoprazole
30 30
pantoprazol pantoprazol
40 40
pantoprazole pantoprazole
40 40
rabeprazol rabeprazol
20 20
rabéprazole rabéprazole
20 20
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
duodenumulcus duodenumulcus
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
ulcère duodénal ulcère duodénal
omeprazol omeprazol
20 20
4 weken 4 weken
oméprazole oméprazole
20 20
4 semaines 4 semaines
esomeprazol esomeprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
ésoméprazole ésoméprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
lansoprazol lansoprazol
30 30
lansoprazole lansoprazole
30 30
pantoprazol pantoprazol
40 40
pantoprazole pantoprazole
40 40
rabeprazol rabeprazol
20 20
rabéprazole rabéprazole
20 20
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
HP eradicatie bij gastroduodenaal ulcus, tesamen met antibiotica HP eradicatie bij gastroduodenaal ulcus, tesamen met antibiotica
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
éradication d'HP en présence d'un ulcère gastro-duodénal, en éradication d'HP en présence d'un ulcère gastro-duodénal, en
association à des antibiotiques association à des antibiotiques
omeprazol omeprazol
2 x 20 2 x 20
1 week 1 week
oméprazole oméprazole
2 x 20 2 x 20
1 semaine 1 semaine
esomeprazol esomeprazol
2 x 20 2 x 20
ésoméprazole ésoméprazole
2 x 20 2 x 20
lansoprazol lansoprazol
2 x 30 2 x 30
lansoprazole lansoprazole
2 x 30 2 x 30
pantoprazol pantoprazol
2 x 40 2 x 40
pantoprazole pantoprazole
2 x 40 2 x 40
rabeprazol rabeprazol
2 x 20 2 x 20
rabéprazole rabéprazole
2 x 20 2 x 20
PPI PPI
dagdosis (mg) dagdosis (mg)
Preventie van nieuwe ulcera zonder een HP-infectie of met HP na Preventie van nieuwe ulcera zonder een HP-infectie of met HP na
mislukte HP eradicatie mislukte HP eradicatie
IPP IPP
dose journalière (mg) dose journalière (mg)
prévention de nouveaux ulcères en l'absence d'HP ou après tentative prévention de nouveaux ulcères en l'absence d'HP ou après tentative
non fructueuse d'éradication d'HP non fructueuse d'éradication d'HP
omeprazol omeprazol
10-20 10-20
lange termijn lange termijn
oméprazole oméprazole
10-20 10-20
à long terme à long terme
esomeprazol esomeprazol
indi#catie niet geregistreerd indi#catie niet geregistreerd
ésoméprazole ésoméprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
lansoprazol lansoprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
lansoprazole lansoprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
pantoprazol pantoprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
pantoprazole pantoprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
rabeprazol rabeprazol
indicatie niet geregistreerd indicatie niet geregistreerd
rabéprazole rabéprazole
indication non enregistrée indication non enregistrée
4° Zollinger-Ellison syndroom : 4° le syndrome de Zollinger-Ellison :
Zeer hoge dagdoses, hoger dan hierboven vermeld (posologie volgens Doses journalières très élevées, plus élevées que mentionnées
specialistisch advies van een arts-specialist in ci-dessus (posologie en fonction de l'avis d'un médecin spécialiste en
gastro-enterologie/inwendige geneeskunde/geriatrie). gastro-entérologie/médecine interne/gériatrie).
Referenties : Références :
1. Haute Autorité de Santé : bon usage du médicament. Les inhibiteurs 1. Haute Autorité de Santé : bon usage du médicament. Les inhibiteurs
de la pompe à protons chez l'adulte. Parijs 2009. de la pompe à protons chez l'adulte. Paris 2009.
2. McColl K et al. Evidence that proton-pump inhibitor therapy induces 2. McColl K et al. Evidence that proton-pump inhibitor therapy induces
the symptoms it is used to treat. Gastroenterology 2009; 137 : 20-39. the symptoms it is used to treat. Gastroenterology 2009; 137 : 20-39.
3. Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. 3. Centre Belge d'Information Pharmacothérapeutique. Fiche de
Transparantiefiche : aanpak van maagklachten. Brussel 2009. transparence : prise en charge des troubles gastriques. Bruxelles
4. Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten : 2009. 4. Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé : Résumé
Samenvattingen van de Kenmerken van het Product. des Caractéristiques du Produit.
Elementen die in het dossier moeten worden bewaard : Eléments à conserver dans le dossier :
De diagnostische en therapeutische beslissingen moeten worden vermeld Les décisions diagnostiques et thérapeutiques doivent être mentionnées
in het patiëntendossier. dans le dossier du patient.
^