| Besluit 2010/1367 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat de regels voor de aanstelling van contractuele mandatarissen in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie vaststelt in het kader van artikel 26/1, lid 3, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie | Arrêté 2010/1367 du Collège de la Commission communautaire française fixant les modalités de désignation de mandataires contractuels dans les services du Collège de la Commission communautaire française au titre de l'article 26/1, alinéa 3, de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 13 avril 1995 portant le statut des fonctionnaires des services du Collège de la Commission communautaire française |
|---|---|
| COLLEGE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE 1 MAART 2012. - Besluit 2010/1367 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat de regels voor de aanstelling van contractuele mandatarissen in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie vaststelt in het kader van artikel 26/1, lid 3, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie Het College, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, artikel 79 en artikel 79 bis, ingevoegd door | COLLEGE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE FRANÇAISE 1er MARS 2012. - Arrêté 2010/1367 du Collège de la Commission communautaire française fixant les modalités de désignation de mandataires contractuels dans les services du Collège de la Commission communautaire française au titre de l'article 26/1, alinéa 3, de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 13 avril 1995 portant le statut des fonctionnaires des services du Collège de la Commission communautaire française Le Collège, Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, l'article 79 et l'article 79bis, inséré par la loi |
| de bijzondere wet van 16 juli 1993; | spéciale du 16 juillet 1993; |
| Gelet op decreet II van de Franse Gemeenschapsraad van 19 juli 1993 | Vu le décret II du Conseil de la Communauté française du 19 juillet |
| tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de | 1993 attribuant l'exercice de certaines compétences de la Communauté |
| Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse | française à la Région wallonne et à la Commission communautaire |
| Gemeenschapscommissie, artikel 4; | française, l'article 4; |
| Gelet op decreet III van de Franse Gemeenschapscommissie van het | Vu le décret III de la Commission communautaire française de la Région |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 juli 1993 tot toekenning van de | de Bruxelles-Capitale du 22 juillet 1993 attribuant l'exercice de |
| uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het | certaines compétences de la Communauté française à la Région wallonne |
| Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 4; | et à la Commission communautaire française, l'article 4; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2010; | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 20 décembre 2010; |
| Gelet op het akkoord van het Collegelid belast met de Begroting, gegeven op 13 januari 2011; | Vu l'accord du Membre du Collège chargé du Budget, donné le 13 janvier 2011; |
| Gelet op het protocol nr 2011/07 van 9 juni 2011 van Sectorcomité XV | Vu le protocole n° 2011/07 du 9 juin 2011 du comité du Secteur XV de |
| van de Franse Gemeenschapscommissie; | la Commission communautaire française; |
| Gelet op het advies nr. 49.874/2 van de Raad van State gegeven op 13 | Vu l'avis n° 49.874/2 du Conseil d'Etat, donné le 13 juillet 2011 en |
| juli 2011, in toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1° des lois sur le |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; |
| Op voorstel van het Collegelid belast met Ambtenarenzaken; | Sur la proposition du Membre du Collège chargé de la Fonction publique; |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | CHAPITRE Ier. - Dispositions générales |
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in de |
Article 1er.Le présent arrêté règle une matière visée aux articles |
| artikelen 127 en 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 ervan. | 127 et 128 de la Constitution en vertu de l'article 138 de celle-ci. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, moet onder « externe |
Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre |
| kandidaten » begrepen worden: de kandidaten als bedoeld in artikel | par « candidats externes » : les candidats visés à l'article 26/1, |
| 26/1, lid 2, van het statuut van de diensten van het College. | alinéa 2, du statut des services du Collège. |
| HOOFDSTUK II. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen | CHAPITRE II. - Conditions d'admission des candidatures |
Art. 3.§ 1. Om zich voor een mandaatbetrekking in de diensten van het |
Art. 3.§ 1. Pour se porter candidats à un emploi de mandat dans les |
| College kandidaat te stellen, moeten de externe kandidaten de volgende | services du Collège, les candidats externes doivent remplir les |
| voorwaarden invullen: | conditions suivantes : |
| 1° voldoen aan de toelatingsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 18, § | 1° satisfaire aux conditions d'admission visées à l'article 18, § 1er, |
| 1, 1°, 2° en 3°, van het statuut van de diensten van het College; | 1°, 2° et 3°, du statut des services du Collège; |
| 2° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau 1; | 2° être porteur d'un diplôme donnant accès au niveau 1; |
| 3° over minstens zes jaar ervaring in een directiefunctie beschikken. | 3° compter au moins six ans d'expérience dans une fonction de direction. |
| Onder ervaring in een directiefunctie wordt verstaan de ervaring | Par une expérience dans une fonction de direction, on entend |
| inzake het beheer in een openbare dienst of in een organisatie van de | l'expérience en matière de gestion dans un service public ou dans une |
| privé-sector. | organisation du secteur privé. |
| § 2. Elke kandidaat stelt een beheersplan op dat rekening met de | § 2. Chaque candidat établit un plan de gestion qui tient compte des |
| doelstellingen houdt zoals bedoeld in artikel 34/1 van het besluit van | objectifs visés à l'article 34/1 de l'arrêté du Collège de la |
| het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 | Commission communautaire française du 4 mars 1999 relatif à la |
| betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement | carrière des fonctionnaires et au règlement du personnel des services |
| van de diensten van het College van de Franse gemeenschapscommissie. | du Collège de la Commission communautaire française. |
| HOOFDSTUK III. - Selectieprocedure | CHAPITRE III. - Procédure de sélection |
Art. 4.De mandaatbetrekkingen in de diensten van het College worden |
Art. 4.Les emplois de mandat dans les services du Collège sont |
| door het College aan de externe kandidaten volgens dezelfde | conférés par le Collège aux candidats externes dans les mêmes |
| voorwaarden en volgens dezelfde regels verleend als deze bepaald in de | |
| artikels 34 tot 34/9 van het besluit van het College van de Franse | conditions et selon les mêmes règles que celles fixées aux articles 34 |
| à 34/9 de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française | |
| Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999, voormeld, met uitzondering van | du 4 mars 1999, précité, à l'exception des articles 34/3, alinéa 1er, |
| de artikels 34/3, lid 1, 34/5, § 1, lid 1 en 34/6, § 4. | 34/5, § 1er, alinéa 1er et 34/6, § 4. |
| HOOFDSTUK IV. - Mandaatstelsel | CHAPITRE IV. - Régime du mandat |
| Sectie 1. - Stelsel onder arbeidsovereenkomst | Section 1re. - Régime sous contrat de travail |
Art. 5.Een arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen de Franse |
Art. 5.Un contrat de travail est conclu entre la Commission |
| Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar College, en de | communautaire française, représentée par son Collège, et le mandataire |
| mandataris aangesteld in toepassing van dit besluit. | désigné en application du présent arrêté. |
| De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten. | Le contrat est conclu pour une durée indéterminée. |
| Er wordt een einde aan gesteld, volgens de regels voorzien door de wet | |
| van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in geval van | Il y est mis fin, selon les modalités prévues par la loi du 3 juillet |
| ernstige fout van de kant van de mandataris of voor ernstige | 1978 relative aux contrats de travail, en cas de faute grave du |
| disciplinaire fout, in geval van vrijwillig ontslag, in geval van | mandataire ou pour faute disciplinaire grave, en cas de démission |
| afwezigheid voor ziekteverlof van meer dan zes maanden, na een | volontaire, en cas d'absence pour congé de maladie de plus de six |
| bijkomende « ongunstige » evaluatie als bedoeld in artikel 86/3, § 1 | mois, après une évaluation complémentaire « défavorable » visée à |
| lid 2 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie of in geval van niet- hernieuwing van het mandaat als bedoeld in artikel 86/3, §§ 4 en 5 van het voornoemde besluit. Sectie 2. - Arbeidsstelsel Art. 6.De mandataris die overeenkomstig de regels van onderhavig besluit is aangesteld, is aan dezelfde regels onderworpen van het statuut van de diensten van het College en van het geldelijk statuut van de diensten van het College als die van toepassing voor de statutaire mandataris, met uitzondering van de regels met betrekking tot het ziekteverlof. Hij beschikt over dezelfde bevoegdheden en dezelfde voorrechten verbonden met deze functie als deze die aan de statutaire mandataris van de diensten van het College worden verleend. Hij moet de verplichtingen en de arbeidsvoorwaarden respecteren die aan de beambten van de diensten van het College zijn opgelegd, meer bepaald de taken, onverenigbaarheden, uurroosters en verlofstelsel. De mandataris wordt eveneens onderworpen aan de evaluatieregels die van toepassing zijn op de mandaathouders van de diensten van het College. Indien de geselecteerde kandidaat reeds personeelslid van een openbare dienst is, dan behoudt hij de geldelijke anciënniteit die hij in zijn oorspronkelijke instelling heeft verworven, maar hij verliest evenwel het genot van de voordelen, ongeacht de aard, die op hem in de oorsponkelijke instelling van toepassing waren. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling Art. 7.Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 1 maart 2012. Namens het College : Het Collegelid belast met Ambtenarenzaken, B. CEREXHE De Collegevoorzitter, |
l'article 86/3, § 1er alinéa 2 de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 13 avril 1995 portant le statut des fonctionnaires des services du Collège de la Commission communautaire française ou en cas de non-renouvellement du mandat visé à l'article 86/3, §§ 4 et 5 de l'arrêté précité.Section 2. - Régime de travail Art. 6.Le mandataire désigné conformément aux règles du présent arrêté est soumis aux mêmes règles du statut des services du Collège et du statut pécuniaire des services du Collège que celles applicables au mandataire statutaire, à l'exception des règles relatives au congé de maladie. Il dispose des mêmes pouvoirs et des mêmes prérogatives liés à cette fonction que ceux qui sont conférés au mandataire statutaire des services du Collège. Il doit respecter les obligations et les conditions de travail imposées aux agents des services du Collège, notamment les devoirs, incompatibilités, horaires et régime de congés. Le mandataire est également soumis aux règles d'évaluation applicables aux titulaires de mandat des services du Collège. Si le candidat sélectionné est déjà membre du personnel d'un service public, il conserve les anciennetés pécuniaires qu'il a acquises dans son institution d'origine mais il perd le bénéfice des avantages, de quelque nature qu'ils soient, qui lui étaient applicables dans l'institution d'origine. CHAPITRE V. - Disposition finale Art. 7.Le Membre du Collège qui a la Fonction publique dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 1er mars 2012. Par le Collège : Le Membre du Collège chargé de la Fonction publique, B. CEREXHE Le Président du Collège, |
| C. DOULKERIDIS | C. DOULKERIDIS |