← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 30 november 2006 in zake P. Hersleven en de NV « BMI » tegen de vennootschap naar Nederlands
recht « Goed, Speel Goed en Modelbouw « Schendt
artikel 96 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichtin(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 november 2006 in zake P. Hersleven en de NV « BMI » tegen de vennootschap naar Nederlands recht « Goed, Speel Goed en Modelbouw « Schendt artikel 96 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichtin(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 30 novembre 2006 en cause de P. Hersleven et la SA « BMI » contre la société de droit néerlandais « Goed, Speel Goed en Modelbouw Bloeme « L'article 96 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l'information et l(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 30 november 2006 in zake P. Hersleven en de NV « BMI » | Par jugement du 30 novembre 2006 en cause de P. Hersleven et la SA « |
tegen de vennootschap naar Nederlands recht « Goed, Speel Goed en | BMI » contre la société de droit néerlandais « Goed, Speel Goed en |
Modelbouw Bloemendaal NL VOF » en de vennootschap naar Japans recht « | Modelbouw Bloemendaal NL VOF » et la société de droit japonais « |
Hirobo Ltd Corporation », waarvan de expeditie ter griffie van het | Hirobo Ltd Corporation », dont l'expédition est parvenue au greffe de |
Arbitragehof is ingekomen op 7 december 2006, heeft de Rechtbank van | la Cour d'arbitrage le 7 décembre 2006, le Tribunal de commerce |
koophandel te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 96 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de | « L'article 96 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du |
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument | commerce et sur l'information et la protection du consommateur |
(W.H.P.C.) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre artikel 96 | (L.P.C.C.) viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant |
W.H.P.C. bepaalt dat artikel 95 W.H.P.C. dat de vordering tot staken | qu'il énonce que l'article 95 de la L.P.C.C. (qui instaure l'action en |
instelt) niet van toepassing is op ` daden van namaking die vallen | cessation) ne s'applique pas aux ' actes de contrefaçon qui sont |
onder de wetten betreffende, de waren of dienstmerken ` in de | sanctionnés par les lois sur les marques de produits ou de services ', |
interpretatie dat onder ` daden van namaking die vallen onder de | dans l'interprétation selon laquelle il faut entendre par ' actes de |
wetten betreffende de waren of dienstmerken ` moet worden verstaan de | contrefaçon qui sont sanctionnés par les lois sur les marques de |
daden van gebruik van gedeponeerde merken omschreven door artikel | produits ou de services ', les actes d'usage de marques déposées |
20.20.1 [lees : 2.20.1] van het Benelux-Verdrag inzake de | définis par l'article 20.20.1 [lire : 2.20.1] de la Convention Benelux |
intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), gedaan te | en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou |
Den Haag op 25 februari 2005 (B.V.I.E.), maar niet de daden van | modèles)(C.B.P.I.), faite à La Haye le 25 février 2005, mais non les |
gebruik van gedeponeerde tekeningen of modellen omschreven door | actes d'usage des dessins ou modèles déposés définis par l'article |
artikel 3.16 B.V.I.E., wat in die interpretatie betekent dat de daden | 3.16 de la C.B.P.I., ce qui signifie, selon cette interprétation, que |
van gebruik van merken omschreven door artikel 2.20.1 B.V.I.E. door de | les actes d'usage de marques définis par l'article 2.20.1 de la |
vordering tot staken kunnen worden bestreden maar de daden omschreven | C.B.P.I. peuvent être attaqués par l'action en cessation, mais que les |
door artikel 3.16 B.V.I.E. niet, terwijl beide teksten hetzelfde doel | actes définis par l'article 3.16 de la C.B.P.I. ne peuvent l'être, |
nastreven (namelijk te vermijden dat inbreuken op intellectuele | alors que les deux textes poursuivent le même but (celui d'éviter que |
rechten tot concurrentievervalsing leidt en/of deze de economische | des atteintes aux droits intellectuels n'entraînent une distorsion de |
situatie van de verbruikers aantast) ? ». | concurrence et/ou que celle-ci affecte la situation économique des consommateurs) ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4083 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 4083 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |