← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
beschikking van 17 juni 1997 in zake F. Marchetto tegen de Belgische Staat, in aanwezigheid van M. Goffart,
I. Incze, D. Awoust en G. Ruzzu, w « Schendt artikel 22, derde lid, van de wet
van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, d(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 17 juni 1997 in zake F. Marchetto tegen de Belgische Staat, in aanwezigheid van M. Goffart, I. Incze, D. Awoust en G. Ruzzu, w « Schendt artikel 22, derde lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, d(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par ordonnance du 17 juin 1997 en cause de F. Marchetto contre l'Etat belge, en présence de M. Goffart, I. Incze, D. Awoust et G. Ruzzu, dont l'expéditio « L'article 22, alinéa 3, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, viole-t-(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij beschikking van 17 juni 1997 in zake F. Marchetto tegen de | Par ordonnance du 17 juin 1997 en cause de F. Marchetto contre l'Etat |
Belgische Staat, in aanwezigheid van M. Goffart, I. Incze, D. Awoust | belge, en présence de M. Goffart, I. Incze, D. Awoust et G. Ruzzu, |
en G. Ruzzu, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | |
ingekomen op 25 juni 1997, heeft de voorzitter van de Rechtbank van | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 25 |
eerste aanleg te Namen, zitting houdende in kort geding, de volgende | juin 1997, le président du Tribunal de première instance de Namur, |
prejudiciële vraag gesteld : | siégeant en référé, a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 22, derde lid, van de wet van 20 juli 1990 | « L'article 22, alinéa 3, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la |
betreffende de voorlopige hechtenis, de beginselen van gelijkheid en | détention préventive, viole-t-il les principes d'égalité ou de |
niet-discriminatie die in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn | non-discrimination consacrés par les articles 10 et 11 de la |
vastgelegd, eventueel in verband gebracht met artikel 5.4 van het | Constitution, éventuellement mis en rapport avec l'article 5.4 de la |
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de | Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des |
fundamentele vrijheden, goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1995, doordat het bepaalt dat vóór de verschijning van de verdachte voor de raadkamer van de correctionele rechtbank ten einde het aanhoudingsbevel al dan niet te bevestigen, het onderzoeksdossier gedurende twee dagen te zijner beschikking en ter beschikking van zijn raadsman wordt gehouden, terwijl, bij ontstentenis van bijzondere wetsbepalingen die van toepassing zijn op het openbaar ministerie, deze partij, van haar kant, op elke ogenblik toegang kan hebben tot het onderzoeksdossier met het oog op de voorbereiding van haar vorderingen voor het onderzoeksgerecht ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1108 van de rol van het Hof. De griffier, | libertés fondamentales, approuvée par la loi du 13 mai 1995, en ce qu'il dispose qu'avant la comparution de l'inculpé devant la chambre du conseil du tribunal correctionnel aux fins de confirmation ou non du mandat d'arrêt, le dossier de l'instruction est mis à sa disposition et à celle de son conseil pendant deux jours, alors que, à défaut de dispositions législatives particulières applicables à la partie publique, le ministère public peut, pour sa part, avoir à tout moment accès au dossier de l'instruction en vue de la préparation de ses réquisitions devant la juridiction d'instruction ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1108 du rôle de la Cour. Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |