← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 83/2021 van 3 juni 2021 Rolnummer 7536 In zake : de prejudiciële
vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van een gemeentelijk belastingreglement
dat een verschil in behandeling tusse Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld
uit voorzitter F. Daoût en de rechters-vers(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 83/2021 van 3 juni 2021 Rolnummer 7536 In zake : de prejudiciële vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van een gemeentelijk belastingreglement dat een verschil in behandeling tusse Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter F. Daoût en de rechters-vers(...) | Extrait de l'arrêt n° 83/2021 du 3 juin 2021 Numéro du rôle : 7536 En cause : la question préjudicielle relative à la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution d'un règlement-taxe communal entraînant une différence de trait La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président F. Daoût et des juges-rappo(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 83/2021 van 3 juni 2021 | Extrait de l'arrêt n° 83/2021 du 3 juin 2021 |
| Rolnummer 7536 | Numéro du rôle : 7536 |
| In zake : de prejudiciële vraag over de bestaanbaarheid, met de | En cause : la question préjudicielle relative à la compatibilité avec |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van een gemeentelijk | les articles 10 et 11 de la Constitution d'un règlement-taxe communal |
| belastingreglement dat een verschil in behandeling tussen | |
| belastingplichtigen met zich meebrengt dat niet is verantwoord door | entraînant une différence de traitement entre des contribuables non |
| redenen die zijn aangegeven in de aanhef van het belastingreglement, | justifiée par des motifs apparaissant dans le préambule du |
| die blijken uit het voorafgaand administratief dossier of die | règlement-taxe, ressortant du dossier administratif préalable ou |
| voortvloeien uit de tekst van het reglement, gesteld door de Rechtbank | découlant du texte du règlement, posée par le Tribunal de première |
| van eerste aanleg Namen, afdeling Namen. | instance de Namur, division de Namur. |
| Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, | La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, |
| samengesteld uit voorzitter F. Daoût en de rechters-verslaggevers P. | composée du président F. Daoût et des juges-rapporteurs P. Nihoul et |
| Nihoul en D. Pieters, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, | D. Pieters, assistée du greffier F. Meersschaut, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij vonnis van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het | Par jugement du 11 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe |
| Hof is ingekomen op 19 maart 2021, heeft de Rechtbank van eerste | de la Cour le 19 mars 2021, le Tribunal de première instance de Namur, |
| aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | division de Namur, a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Is het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, zoals | « Le principe d'égalité et de non-discrimination tel que garanti par |
| gewaarborgd door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang | les articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec le |
| gelezen met het beginsel van de fiscale autonomie van de lokale | principe de l'autonomie fiscale des pouvoirs locaux tel qu'il découle |
| besturen zoals het voortvloeit uit de artikelen 41, 162 en 170, § 4, | des articles 41, 162 et 170, § 4, de la Constitution et avec le |
| van de Grondwet en met het beginsel van rechtszekerheid, geschonden in | principe de sécurité juridique, est-il violé, en ce que dans le cadre |
| zoverre, in het kader van de onrechtstreekse wettigheidstoetsing van | du contrôle de légalité indirect des actes administratifs, visé à |
| bestuurshandelingen, bedoeld in artikel 159 van de Grondwet, wordt | l'article 159 de la Constitution, il est jugé, par le juge statuant |
| geoordeeld, door een rechter die uitspraak doet op grond van de | |
| artikelen 144 en 145 van de Grondwet, 569, eerste lid, 32°, en | sur pied des articles 144 et 145 de la Constitution, 569, alinéa 1er, |
| 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek, dat een gemeente of een | 32° et 1385undecies du Code judiciaire, que la commune ou la province |
| provincie de verschillen in behandeling waarin zij voorziet in haar | ne peut justifier les différences de traitement qu'elle prévoit dans |
| belastingreglement enkel kan verantwoorden op basis van redenen die | son règlement-taxe, qu'au moyen des motifs qui apparaissent dans le |
| zijn aangegeven in de aanhef van het belastingreglement, die blijken | préambule du règlement-taxe, ressortent du dossier administratif |
| uit het voorafgaand administratief dossier of die voortvloeien uit de | préalable ou découlent du texte du règlement, alors que ces |
| tekst van het reglement, terwijl die restricties niet gelden voor de | restrictions ne sont pas opposées au législateur fédéral, régional ou |
| federale, gewest- of gemeenschapswetgever, in het kader van de | communautaire, dans le cadre du contrôle de constitutionnalité des |
| grondwettigheidstoetsing van wetten, zoals bepaald in artikel 142 van | lois, tel que prévu à l'article 142 de la Constitution, et l'article |
| de Grondwet en in artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, |
| op het Grondwettelijk Hof, zodat de gemeenten en de provincies zich in | en manière telle que les communes et les provinces sont placées dans |
| een minder gunstige situatie bevinden dan de federale Staat, de | une situation moins favorable que l'Etat fédéral, les Régions et les |
| gewesten en de gemeenschappen, en zonder dat er een redelijke | Communautés et sans qu'il n'y ait une justification raisonnable à |
| verantwoording is voor dat verschil in behandeling ? ». | cette différence de traitement ? ». |
| Op 31 maart 2021 hebben de rechters-verslaggevers P. Nihoul en D. | Le 31 mars 2021, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi |
| Pieters, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
| wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les |
| in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het | juges-rapporteurs P. Nihoul et D. Pieters ont informé le président |
| Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te | qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en |
| wijzen waarin wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag | chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question |
| klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. | préjudicielle ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour. |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 26, | B.1. En vertu de l'article 142, alinéa 2, de la Constitution et de |
| § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk | l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
| Hof is het Hof bevoegd om, bij wijze van prejudiciële beslissing, | constitutionnelle, la Cour est compétente pour statuer, à titre |
| uitspraak te doen op vragen omtrent de schending, door een wet, een | préjudiciel, sur les questions relatives à la violation par une loi, |
| decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, van de | un décret ou une règle visée à l'article 134 de la Constitution, des |
| regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het | règles qui sont établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci |
| bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de | pour déterminer les compétences respectives de l'autorité fédérale, |
| gemeenschappen en de gewesten, van de artikelen van titel II (« De | des communautés et des régions, des articles du titre II (« Des Belges |
| Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 | et de leurs droits ») et des articles 143, § 1er, 170, 172 et 191 de |
| van de Grondwet. | la Constitution. |
| B.2. Volgens artikel 27, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | B.2. Selon l'article 27, § 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op het Grondwettelijk Hof dient de beslissing tot verwijzing de | la Cour constitutionnelle, la décision de renvoi doit préciser les |
| bepalingen van de norm te vermelden die het onderwerp uitmaken van de | dispositions législatives qui font l'objet de la question. En |
| vraag. Te dezen wordt in de prejudiciële vraag niet precies aangegeven | l'espèce, la question préjudicielle n'indique pas précisément quelle |
| welke wetskrachtige norm aan de toetsing van het Hof wordt voorgelegd. | norme législative est soumise au contrôle de la Cour. |
| B.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en uit de | B.3. Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du libellé de |
| bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat die laatste | la question préjudicielle que celle-ci porte sur une certaine |
| betrekking heeft op een welbepaalde rechtspraak van het Hof van | jurisprudence de la Cour de cassation relative à l'application de |
| Cassatie betreffende de toepassing van artikel 159 van de Grondwet op fiscale normen van reglementaire aard. Het Grondwettelijk Hof is echter niet bevoegd om zich uit te spreken over de grondwettigheid van een dergelijke rechtspraak. B.4. De prejudiciële vraag behoort dus klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het Hof niet bevoegd is om de prejudiciële vraag te beantwoorden. Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | l'article 159 de la Constitution à des normes fiscales de nature règlementaire. Or la Cour n'est pas compétente pour se prononcer sur la constitutionnalité d'une telle jurisprudence. B.4. La question préjudicielle ne relève donc manifestement pas de la compétence de la Cour. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, constate que la Cour n'est pas compétente pour répondre à la question préjudicielle. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op 3 juni 2021. | la Cour constitutionnelle, le 3 juin 2021. |
| De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
| F. Meersschaut F. Daoût | F. Meersschaut F. Daoût |