Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 84/2020 van 18 juni 2020 Rolnummer 7045 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Nam Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 84/2020 van 18 juni 2020 Rolnummer 7045 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Nam Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...) Extrait de l'arrêt n° 84/2020 du 18 juin 2020 Numéro du rôle : 7045 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 632bis du Code judiciaire, posée par le tribunal de la famille du Tribunal de première instance de Namur, division N La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. Moerm(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 84/2020 van 18 juni 2020 Extrait de l'arrêt n° 84/2020 du 18 juin 2020
Rolnummer 7045 Numéro du rôle : 7045
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632bis van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 632bis du
Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de familierechtbank van de Code judiciaire, posée par le tribunal de la famille du Tribunal de
Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen. première instance de Namur, division Namur.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P.
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, R. Leysen, M. Pâques en Y. Moerman, T. Merckx-Van Goey, R. Leysen, M. Pâques et Y. Kherbache,
Kherbache, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président F.
voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 7 november 2018, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 7 novembre 2018, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 20 november 2018, heeft de familierechtbank greffe de la Cour le 20 novembre 2018, le tribunal de la famille du
van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la
prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 632bis van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het « L'article 632bis du Code judiciaire, en ce qu'il désigne comme étant
de familierechtbank die zitting houdt ten zetel van het hof van beroep le juge compétent en matière d'apatridie le tribunal de la famille qui
in wiens rechtsgebied de verzoeker zijn woonplaats of zijn est établi au siège de la Cour d'appel dans le ressort duquel le
verblijfplaats heeft, als de bevoegde rechter inzake staatloosheid demandeur a son domicile ou sa résidence, ne viole-t-il pas notamment
aanwijst, met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (waarbij meer les articles 10 et 11 de la Constitution (comparaison étant faite
bepaald een vergelijking wordt gemaakt met het criterium van
territoriale bevoegdheid inzake nationaliteit), al dan niet in notamment avec le critère de compétence territoriale en matière de
samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het nationalité), combinés ou non avec d'autres dispositions légales
Europees Verdrag voor de rechten van de mens en onder meer artikel 6, supranationales telle la Convention européenne des droits de l'homme
in zoverre het het recht op toegang tot een rechter, in de hiervoor et notamment l'article 6, en ce qu'il limiterait aussi de manière non
beschreven feitelijke en juridische context, ook op een objective le droit d'accès à un juge, dans le contexte factuel et
niet-objectieve wijze zou beperken ? ». juridique ci-avant décrit ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 632bis van B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 632bis du Code
het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt : judiciaire, qui dispose :
« Procedures tot erkenning van de status van staatloze behoren tot de « Les procédures de reconnaissance du statut d'apatride sont de la
bevoegdheid van de familierechtbank die zitting houdt ter zetel van compétence du tribunal de la famille qui est établi au siège de la
het hof van beroep in wiens rechtsgebied de verzoeker zijn woonplaats Cour d'appel dans le ressort duquel le demandeur a son domicile ou sa
of zijn verblijfplaats heeft of, bij gebreke daarvan, waar de résidence ou, à défaut, le demandeur est présent. Toutefois, lorsque
verzoeker zich bevindt. Wanneer evenwel de procedure in het Duits la procédure est en langue allemande, le Tribunal de la famille
wordt gevoerd, is alleen de familierechtbank van Eupen bevoegd ». d'Eupen est seul compétent ».
B.1.2. Die bepaling werd in het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd bij B.1.2. Cette disposition a été insérée dans le Code judiciaire par
artikel 78 van de wet van 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, l'article 78 de la loi du 6 juillet 2017 « portant simplification,
harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van harmonisation, informatisation et modernisation de dispositions de
burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het droit civil et de procédure civile ainsi que du notariat, et portant
notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie ». diverses mesures en matière de justice ».
B.2.1. Het Hof wordt verzocht om de bestaanbaarheid te onderzoeken van B.2.1. La Cour est invitée à examiner la compatibilité de la
de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de disposition en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution,
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des
voor de rechten van de mens, in zoverre zij het recht op toegang tot droits de l'homme, en ce qu'elle limiterait le droit d'accès à un juge
een rechter van de personen die een vordering tot erkenning van de des personnes qui introduisent une demande de reconnaissance du statut
status van staatloze instellen, zou beperken door die personen te d'apatride en imposant à celles-ci d'introduire leur demande auprès du
verplichten hun vordering in te stellen bij de familierechtbank die tribunal de la famille établi au siège de la cour d'appel dans le
zitting houdt ten zetel van het hof van beroep in wiens rechtsgebied
zij hun woonplaats of hun verblijfplaats hebben. Naar gelang van hun ressort duquel elles ont leur domicile ou leur résidence. En fonction
woonplaats of hun verblijfplaats zouden bepaalde verzoekers aldus du lieu de leur domicile ou de leur résidence, certains demandeurs
worden gedwongen om een grotere verplaatsing te maken dan indien zij seraient ainsi contraints d'effectuer un déplacement plus grand que
hun vordering konden instellen bij de familierechtbank die s'ils pouvaient introduire leur demande auprès du tribunal de la
territoriaal bevoegd is voor die plaats. famille territorialement compétent pour ce lieu.
B.2.2. Artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van B.2.2. L'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des
de mens houdt een recht in op toegang tot de bevoegde rechter. Dat droits de l'homme comprend un droit d'accès au juge compétent. Ce
recht is eveneens vastgelegd in artikel 13 van de Grondwet en moet met droit est également consacré par l'article 13 de la Constitution et
inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aan eenieder doit être garanti à chacun dans le respect des articles 10 et 11 de la
worden gewaarborgd. Constitution.
B.3.1. De toetsing van wetskrachtige normen aan de artikelen 10 en 11 B.3.1. Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10
van de Grondwet die aan het Hof is toevertrouwd, vereist dat de et 11 de la Constitution qui est confié à la Cour exige que la
categorie van personen wier discriminatie wordt aangevoerd, het catégorie de personnes dont la discrimination est alléguée fasse
voorwerp uitmaakt van een relevante vergelijking met een andere l'objet d'une comparaison pertinente avec une autre catégorie. En
categorie. Te dezen alludeert de verwijzende rechter op het « l'espèce, le juge a quo fait allusion au « critère de compétence
criterium van territoriale bevoegdheid inzake nationaliteit ». territoriale en matière de nationalité ».
B.3.2. De Ministerraad is van mening dat de personen die een verzoek B.3.2. Le Conseil des ministres estime que les personnes qui ont
tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en de introduit une demande d'acquisition de la nationalité belge et les
personen die een verzoek tot erkenning van de status van staatloze personnes qui ont introduit une demande de reconnaissance du statut
hebben ingediend, geen vergelijkbare categorieën van personen zijn. d'apatride ne sont pas des catégories de personnes comparables.
B.3.3. Wanneer het Hof wordt verzocht, in antwoord op een prejudiciële B.3.3. Lorsque, pour répondre à une question préjudicielle, la Cour
vraag, uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van een wetsbepaling est invitée à se prononcer sur la compatibilité d'une disposition
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met grondrechten, heeft de vraag betrekking op de grondwettigheid van een verschil in behandeling tussen, enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn van de schending van die grondrechten en, anderzijds, de personen die die rechten genieten, en moeten bijgevolg die twee categorieën van personen worden vergeleken. B.3.4. Om de prejudiciële vraag te beantwoorden, volstaat het te onderzoeken of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met het recht op toegang tot de rechter dat aan alle rechtzoekenden wordt gewaarborgd. B.4.1. In de memorie van toelichting met betrekking tot de voormelde législative avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec des droits fondamentaux, la question porte sur la constitutionnalité d'une différence de traitement entre, d'une part, les personnes qui sont victimes d'une violation de ces droits fondamentaux et, d'autre part, les personnes qui jouissent de ces droits, et ces deux catégories de personnes doivent dès lors être comparées. B.3.4. Il suffit, pour répondre à la question préjudicielle, d'examiner si la disposition en cause est compatible avec le droit d'accès au juge, garanti à l'ensemble des justiciables.
wet van 6 juli 2017 staat te lezen : B.4.1. L'exposé des motifs relatif à la loi du 6 juillet 2017 précitée
« Er bestaat tot op heden geen specifieke administratieve procedure indique : « Il n'existe pas à ce jour de procédure administrative spécifique
voor de erkenning van de status van staatloze, met als gevolg dat die pour la reconnaissance du statut d'apatride, avec pour conséquence que
aangelegenheid ressorteert onder de familiale rechtscolleges, cette matière est du ressort des juridictions familiales, en vertu de
overeenkomstig artikel 572bis, 1° van het Gerechtelijk Wetboek, zoals l'article 572bis, 1°, du Code judiciaire tel que modifié par l'article
gewijzigd op grond van artikel 70 van dit ontwerp van wet. 70 de ce projet de loi.
In het regeerakkoord (DOC 54K0020/001, 168) is voorzien in het L'accord de gouvernement (DOC 54K0020/001, 168) prévoit de centraliser
centraliseren van deze geschillen, met het oog op de specialisatie van ce contentieux en vue de la spécialisation des magistrats concernés et
de betrokken magistraten en de afhandeling van deze dossiers binnen du traitement de ces dossiers dans un délai raisonnable » (Doc. parl.,
een redelijke termijn » (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2259/001, Chambre, 2016-2017, DOC 54-2259/001, p. 78).
p. 78). B.4.2. In de door het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de B.4.2. Les principes directeurs relatifs à l'apatridie, édictés par le
Verenigde Naties uitgevaardigde leidende beginselen met betrekking tot
staatloosheid wordt het aannemen van gecentraliseerde procedures tot Haut Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés, recommandent
erkenning van de hoedanigheid van staatloze aanbevolen, « in zoverre l'adoption de procédures centralisées de reconnaissance de la qualité
zij meer kans hebben om de rijksambtenaren die belast zijn met de d'apatride, « dans la mesure où elles ont plus de chances de doter peu
vaststelling van de status, geleidelijk te voorzien van de à peu les agents de l'Etat chargés de la détermination du statut des
noodzakelijke competenties » (UNHCR, Principes directeurs relatifs à compétences nécessaires » (U.N.H.C.R., Principes directeurs relatifs à
l'apatridie n° 2, 5 april 2012, punt 11). l'apatridie n° 2, 5 avril 2012, point 11).
In haar rapport over « staatloosheid in België », dat in 2012 is Dans son rapport sur « l'état des lieux de l'apatridie en Belgique »,
gepubliceerd, beveelt dezelfde instelling de « opleiding van publié en 2012, la même institution recommande « la formation des
ambtenaren en beoefenaars van juridische beroepen die bij de agents et des professionnels de la justice intervenant dans la
vaststelling [van staatloosheid] betrokken zijn », aan (HCR, détermination de l'apatridie » (H.C.R., Rapport succinct, Bruxelles,
Samenvatting, Brussel, oktober 2012, p. 103). Octobre 2012, p. 65).
B.5.1. De behandeling van de vorderingen tot erkenning van de status B.5.1. Le traitement des demandes de reconnaissance du statut
van staatloze vereist, van de magistraten van de zetel en van het d'apatride requièrent, de la part des magistrats du siège et du
parket, specifieke kennis en gericht onderzoek, met name in het parquet, des connaissances spécifiques et des recherches pointues,
internationaal recht en in de buitenlandse wetgevingen. Het is notamment en droit international et dans les législations étrangères.
bijgevolg wenselijk dat die magistraten een aangepaste opleiding en Il est dès lors indiqué que ces magistrats puissent bénéficier d'une
documentaire ondersteuning kunnen genieten. formation et d'un support documentaire adaptés.
Daarenboven verantwoordt het aantal vorderingen met betrekking tot die Par ailleurs, le nombre de demandes relevant de ce contentieux ne
geschillen niet dat speciaal daartoe opgeleide en gedocumenteerde justifie pas que des magistrats spécialement formés et documentés en
magistraten worden aangewezen binnen elke familierechtbank. la matière soient désignés au sein de chaque tribunal de la famille.
B.5.2. Door te beslissen om de vorderingen tot erkenning van de status B.5.2. En décidant de rassembler les demandes de reconnaissance du
van staatloze samen te brengen bij één familierechtbank binnen het statut d'apatride au sein d'un seul tribunal de la famille dans le
rechtsgebied van elk hof van beroep van het land, heeft de wetgever een maatregel genomen die, gelet op het nagestreefde doel, niet zonder redelijke verantwoording is. B.5.3. Ten slotte brengt de in het geding zijnde bepaling geen onevenredige gevolgen voor de betrokken rechtzoekenden met zich mee. In de regel vereisen de procedures tot erkenning van de status van staatloze geen groot aantal verplaatsingen naar het bevoegde rechtscollege. De familierechtbanken die zitting houden ten zetel van elk hof van beroep, zijn in beginsel bereikbaar met het openbaar vervoer en de afstand die, vanuit eender welke plaats binnen het rechtsgebied van het hof van beroep, moet worden afgelegd om zich ernaar te begeven teneinde de procedure in te stellen, kan niet als buitensporig worden beschouwd. Daaruit vloeit voort dat, hoewel het juist is dat het instellen van de vordering bij de familierechtbank die bevoegd is voor zijn woonplaats of zijn verblijfplaats, de verzoeker bepaalde voordelen zou bieden, de keuze van de wetgever voor een andere territoriaal bevoegde rechtbank geen onevenredige aantasting van het recht van de verzoeker op toegang tot een rechter vormt. B.6. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. ressort de chaque cour d'appel du pays, le législateur a pris une mesure qui n'est pas sans justification raisonnable, eu égard à l'objectif poursuivi. B.5.3. Enfin, la disposition en cause n'entraîne pas des conséquences disproportionnées pour les justiciables concernés. En règle générale, les procédures en reconnaissance du statut d'apatride ne requièrent pas un nombre élevé de déplacements auprès de la juridiction compétente. Les tribunaux de la famille établis au siège de chaque cour d'appel sont en principe accessibles par les transports en commun et la distance à parcourir pour s'y rendre en vue de diligenter la procédure, au départ de n'importe quel lieu situé dans le ressort de la cour d'appel, ne saurait être jugée excessive. Il en résulte que, s'il est exact que l'introduction de la demande devant le tribunal de la famille compétent pour le lieu de son domicile ou de sa résidence présenterait certains avantages pour le demandeur, le choix, fait par le législateur, d'un autre tribunal territorialement compétent ne constitue pas une atteinte disproportionnée au droit du demandeur d'accéder à un juge. B.6. La question appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 632bis van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het de L'article 632bis du Code judiciaire, en ce qu'il désigne comme étant
familierechtbank die zitting houdt ten zetel van het hof van beroep in le tribunal compétent pour les procédures de reconnaissance du statut
wiens rechtsgebied de verzoeker zijn woonplaats of zijn verblijfplaats d'apatride le tribunal de la famille établi au siège de la cour
heeft of, bij gebreke daarvan, in wiens rechtsgebied hij zich bevindt, d'appel dans le ressort duquel le demandeur a son domicile ou sa
aanwijst als de rechtbank die bevoegd is voor de procedures tot résidence ou, à défaut, dans le ressort duquel il est présent, ne
erkenning van de status van staatloze, schendt niet de artikelen 10 en viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison
11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel l'homme. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 18 juni 2020. la Cour constitutionnelle, le 18 juin 2020.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
F. Meersschaut F. Daoût F. Meersschaut F. Daoût
^