Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 40/2020 van 12 maart 2020 Rolnummer 7010 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 5 en 6 van het decreet van 28 juni 1957 « houdende statuut van de Koloniale verzekeringskas », gesteld door de Rechtba Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 40/2020 van 12 maart 2020 Rolnummer 7010 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 5 en 6 van het decreet van 28 juni 1957 « houdende statuut van de Koloniale verzekeringskas », gesteld door de Rechtba Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...) Extrait de l'arrêt n° 40/2020 du 12 mars 2020 Numéro du rôle : 7010 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 5 et 6 du décret du 28 juin 1957 « portant statut de la Caisse coloniale d'assurance », posée par le Tribunal de pr La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P. Moerm(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 40/2020 van 12 maart 2020 Extrait de l'arrêt n° 40/2020 du 12 mars 2020
Rolnummer 7010 Numéro du rôle : 7010
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 5 en 6 van En cause : la question préjudicielle relative aux articles 5 et 6 du
het decreet van 28 juni 1957 « houdende statuut van de Koloniale décret du 28 juin 1957 « portant statut de la Caisse coloniale
verzekeringskas », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Luik, d'assurance », posée par le Tribunal de première instance de Liège,
afdeling Verviers. division Verviers.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges J.-P.
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, R. Leysen, M. Pâques en Y. Moerman, T. Merckx-Van Goey, R. Leysen, M. Pâques et Y. Kherbache,
Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F.
voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 6 september 2018, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 6 septembre 2018, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 13 september 2018, heeft de Rechtbank van greffe de la Cour le 13 septembre 2018, le Tribunal de première
eerste aanleg Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vraag instance de Liège, division Verviers, a posé la question préjudicielle
gesteld : suivante :
« Schenden de artikelen 5 en 6 van het decreet van 28 juni 1957 « Les articles 5 et 6 du décret du 28 juin 1957 portant statut de la
houdende statuut van de Koloniale verzekeringskas de artikelen 10 en Caisse coloniale d'assurance violent-ils les articles 10 et 11 de la
11 van de Grondwet, in zoverre zij erin voorzien dat alleen de weduwe
van de aangeslotene, onder de in dat decreet vermelde voorwaarden, Constitution en ce qu'ils prévoient que seule la veuve de l'affilié a
recht heeft op een lijfrente en zij niet in hetzelfde recht voorzien droit, aux conditions énoncées audit décret, à une rente viagère et
voor de weduwnaar van de aangeslotene, waardoor aldus een qu'ils ne prévoient pas le même droit au profit du veuf de l'affiliée,
discriminatie wordt ingevoerd op basis van het criterium van het instituant ainsi une discrimination sur base du critère du sexe du
geslacht van de langstlevende echtgenoot ? ». conjoint survivant ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
Ten aanzien van artikel 6 van het in het geding zijnde decreet Quant à l'article 6 du décret en cause
B.1. Artikel 6, § 1, van het decreet van 28 juni 1957 « houdende B.1. L'article 6, § 1er, du décret du 28 juin 1957 « portant statut de
statuut van de Koloniale verzekeringskas » (hierna : het decreet van 28 juni 1957) bepaalt : la Caisse coloniale d'assurance » (ci-après : le décret du 28 juin 1957) dispose :
« Onverminderd artikel 7, § 3, heeft de echtgenote recht op een « § 1. Sans préjudice au § 3 de l'article 7, lorsqu'un affilié,
weduwenrente in de door dit decreet gestelde voorwaarden, wanneer een titulaire d'une pension à charge du Trésor colonial, se marie ou se
aangesloten lid, titularis van een pensioen ten bezware van de remarie, sa femme a droit à une rente de veuve dans les conditions
koloniale schatkist, huwt of opnieuw huwt. prévues par le présent décret.
Zij heeft echter geen recht op deze rente indien de duur van haar Toutefois, elle n'a pas droit à cette rente si la durée de son mariage
huwelijk minder dan één jaar bedraagt ». est inférieure à un an ».
B.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe de normen vast te B.2. Il revient en règle à la juridiction a quo de déterminer les
stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil. Wanneer normes applicables au litige qui lui est soumis. Toutefois, lorsque
evenwel aan het Hof bepalingen worden voorgelegd die klaarblijkelijk des dispositions qui ne peuvent manifestement être appliquées à ce
niet op dat geschil kunnen worden toegepast, onderzoekt het Hof de litige sont soumises à la Cour, celle-ci n'en examine pas la
grondwettigheid van zulke bepalingen niet. constitutionnalité.
B.3. Uit de feiten van de zaak blijkt dat de overledene, op het B.3. Il ressort des faits de la cause que la défunte, au moment de son
ogenblik van haar huwelijk, geen recht had op een pensioen ten bezware mariage, n'était pas titulaire d'une pension à charge du Trésor
van de koloniale schatkist. Artikel 6 kan bijgevolg klaarblijkelijk colonial. En conséquence, l'article 6 ne saurait manifestement être
niet worden toegepast op het aan het verwijzende rechtscollege appliqué au litige soumis à la juridiction a quo.
voorgelegde geschil.
B.4. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord in zoverre zij B.4. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse en tant
betrekking heeft op artikel 6 van het decreet van 28 juni 1957. qu'elle porte sur l'article 6 du décret du 28 juin 1957.
Ten aanzien van artikel 5 van het in het geding zijnde decreet Quant à l'article 5 du décret en cause
B.5.1. Artikel 5 van het decreet van 28 juni 1957 bepaalt : B.5.1. L'article 5 du décret du 28 juin 1957 dispose :
« De weduwe van de aangeslotene heeft, in de door dit decreet gestelde « La veuve de l'affilié a droit, aux conditions énoncées au présent
voorwaarden, recht op een levenslange rente. décret, à une rente viagère.
Met de weduwe wordt gelijkgesteld, de echtgenote van een vermiste
persoon, wanneer deze vermissing het voorwerp heeft uitgemaakt van een Est assimilée à la veuve, l'épouse d'un disparu lorsque la disparition
vonnis tot verklaring van afwezigheid of wanneer de betrokkene het a fait l'objet d'un jugement de déclaration d'absence ou lorsque
bewijs levert dat deze vermissing voorgekomen is tijdens een gevecht, l'intéressée fournit la preuve que la disparition s'est produite au
een bombardement of om het even welke andere aan de staat van oorlog cours d'un combat, d'un bombardement ou de tout autre événement dû à
te wijten gebeurtenis ». l'état de guerre ».
B.5.2. Hoewel de begunstigden van de lijfrente worden aangeduid met B.5.2. Bien que les bénéficiaires de la rente viagère soient désignés
het vrouwelijk geslacht, wordt in de parlementaire voorbereiding geen par le genre féminin, aucune justification n'est avancée dans les
verantwoording aangevoerd voor die keuze (Ambtelijk Blad van travaux parlementaires quant à ce choix (Bulletin officiel du Congo
Belgisch-Congo, 50e jaargang, 1 januari 1957, nr. 1; Koloniale Raad, belge, 50e année, 1er janvier 1957, no 1; Conseil colonial, Compte
Compte rendu analytique des séances, Brussel, Imprimerie Lesigne, rendu analytique des séances, Bruxelles, Imprimerie Lesigne, 1957,
1957, bijlage XXVI). annexe XXVI).
B.6. Uit de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht zich B.6. Il ressort de la question préjudicielle que la Cour est invitée à
uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van statuer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la
de Grondwet, van artikel 5 van het decreet van 28 juni 1957, in Constitution, de l'article 5 du décret du 28 juin 1957, en ce que
zoverre die bepaling een verschil in behandeling zou invoeren tussen cette disposition introduirait une différence de traitement entre les
personen van het vrouwelijk geslacht en personen van het mannelijk personnes de sexe féminin et les personnes de sexe masculin.
geslacht. B.7. In de interpretatie volgens welke artikel 5 van het decreet van B.7. Dans l'interprétation selon laquelle il s'applique aux seules
28 juni 1957 enkel op weduwen van toepassing is, is het niet veuves, l'article 5 du décret du 28 juin 1957 est incompatible avec
bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het les articles 10 et 11 de la Constitution puisqu'il crée une
een onverantwoorde discriminatie op grond van het geslacht van de discrimination non justifiée fondée sur le sexe du bénéficiaire.
begunstigde doet ontstaan.
B.8. Door gebruik te maken van de bewoordingen « [d]e weduwe van de B.8. En ayant recours aux termes « [l]a veuve de l'affilié », le
aangeslotene », wou de wetgever van 1957 de personen beschermen die législateur de 1957 entendait protéger les personnes qui, à cette
zich toen de facto in een precaire situatie bevonden. De vrouw oefende époque, se trouvaient de facto dans une situation précaire. En effet,
toen immers veelal geen bezoldigde beroepsactiviteit uit. Het
overlevingspensioen had tot doel een bepaalde bestaanszekerheid te la femme n'exerçait alors généralement pas d'activité professionnelle
waarborgen voor de vrouw die werd vermoed - minstens gedeeltelijk - financieel afhankelijk te zijn van haar overleden echtgenoot en die vaak, aangezien zij geen eigen inkomsten had, noch de mogelijkheid had gehad om een persoonlijk pensioen op te bouwen, ten gevolge van het overlijden van haar echtgenoot in een precaire materiële situatie dreigde terecht te komen. Van de man werd vermoed dat hij zich niet in die situatie bevond. De specificiteit van het personeel van het ministerie van Belgisch-Kongo bestond in het feit dat het vrijwel uitsluitend uit mannen bestond en dat de weinige vrouwen die er werkten, meestal gehuwd waren met een man die tevens over eigen inkomsten beschikte. Niets wijst evenwel erop dat de wetgever de mannen uitdrukkelijk heeft willen uitsluiten van de regeling inzake lijfrente waarin het decreet van 28 juni 1957 voorziet. B.9. Uit het voorgaande vloeit voort dat de wetgever, bij artikel 5 rémunérée. La pension de survie avait pour but de garantir une certaine sécurité d'existence à la femme qui était présumée dépendre financièrement, au moins partiellement, de son défunt époux et qui, souvent, n'ayant pas eu de revenus propres ni la possibilité de se constituer une retraite personnelle, risquait de se trouver dans une situation matérielle précaire à la suite du décès de son époux. L'homme était présumé ne pas se trouver dans cette situation. La spécificité du personnel du ministère du Congo résidait dans le fait qu'il était quasi exclusivement composé d'hommes et que les quelques femmes qui y travaillaient étaient généralement mariées à un homme disposant également de revenus propres. Toutefois, rien n'indique que le législateur ait expressément voulu exclure les hommes du régime de rente viagère organisé par le décret
van het decreet van 28 juni 1957, niet kan worden vermoed de artikelen du 28 juin 1957. B.9. Il découle de ce qui précède que, par l'article 5 du décret du 28
juin 1957, le législateur ne peut être présumé avoir entendu violer
10 en 11 van de Grondwet te hebben willen schenden. Die bepaling dient les articles 10 et 11 de la Constitution. Cette disposition doit donc
dus in die zin te worden geïnterpreteerd dat zij ook van toepassing is être interprétée comme s'appliquant aussi au veuf d'une affiliée,
op de weduwnaar van een aangeslotene, die recht heeft op een pensioen titulaire d'une pension à charge du Trésor colonial.
ten bezware van de koloniale schatkist.
B.10. In de in B.9 vermelde interpretatie dient de prejudiciële vraag B.10. Dans l'interprétation mentionnée en B.9, la question
ontkennend te worden beantwoord. préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- In de interpretatie volgens welke artikel 5 van het decreet van 28 - Dans l'interprétation selon laquelle il s'applique uniquement aux
juni 1957 « houdende statuut van de Koloniale verzekeringskas » enkel veuves, l'article 5 du décret du 28 juin 1957 « portant statut de la
van toepassing is op weduwen, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Caisse coloniale d'assurance » viole les articles 10 et 11 de la
Grondwet. Constitution;
- Dans l'interprétation selon laquelle il s'applique aussi au conjoint
- In de interpretatie volgens welke artikel 5 van het decreet van 28 survivant de sexe masculin de l'affiliée, l'article 5 du décret du 28
juni 1957 « houdende statuut van de Koloniale verzekeringskas » ook juin 1957 « portant statut de la Caisse coloniale d'assurance » ne
van toepassing is op de langstlevende echtgenoot van het mannelijk
geslacht van de aangeslotene, schendt het de artikelen 10 en 11 van de viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Grondwet niet.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 12 maart 2020. la Cour constitutionnelle, le 12 mars 2020.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
F. Daoût F. Daoût
^