Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 38/2007 van 7 maart 2007 Rolnummer 4009 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, samengestel wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging "
Uittreksel uit arrest nr. 38/2007 van 7 maart 2007 Rolnummer 4009 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, samengestel wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Extrait de l'arrêt n° 38/2007 du 7 mars 2007 Numéro du rôle : 4009 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1382 et 1383 du Code civil, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, composée des présidents après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 38/2007 van 7 maart 2007 Extrait de l'arrêt n° 38/2007 du 7 mars 2007
Rolnummer 4009 Numéro du rôle : 4009
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1382 en 1383 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1382 et
van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. 1383 du Code civil, posée par la Cour d'appel de Liège.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M.
voorzitter M. Melchior, Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 21 juni 2006 in zake het openbaar ministerie en anderen Par arrêt du 21 juin 2006 en cause du ministère public et autres
tegen Silvano Ippolito, waarvan de expeditie ter griffie van het contre Silvano Ippolito, dont l'expédition est parvenue au greffe de
Arbitragehof is ingekomen op 27 juni 2006, heeft het Hof van Beroep te la Cour d'arbitrage le 27 juin 2006, la Cour d'appel de Liège a posé
Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : la question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in « Interprétés en tant qu'ils permettraient la condamnation personnelle
die zin geïnterpreteerd dat zij het mogelijk zouden maken dat het
orgaan van een rechtspersoon persoonlijk ertoe wordt veroordeeld de de l'organe d'une personne morale à réparer le dommage résultant de la
schade te herstellen die voortvloeit uit een door dat orgaan begane faute pénale commise alors qu'il a cru en toute bonne foi, compte tenu
strafrechtelijke fout terwijl het, rekening houdend met de toenmalige des éléments de fait de l'époque dont il avait connaissance, ne pas
feitelijke elementen waarvan het kennis had, te goeder trouw heeft commettre une infraction, les articles 1382 et 1383 du Code civil ne
geloofd dat het geen misdrijf beging, de artikelen 10 en 11 van de violent-ils pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que,
Grondwet in zoverre, op grond van diezelfde bepalingen, het orgaan van sur base de ces mêmes dispositions, l'organe d'une personne morale ne
een rechtspersoon niet persoonlijk kan worden veroordeeld tot het peut être condamné personnellement à la réparation du dommage causé
herstel van de schade die werd berokkend ten gevolge van een niet als suite à une faute civile, non qualifiée pénalement, qu'il aurait
strafrechtelijk gekwalificeerde, burgerrechtelijke fout die het in die
hoedanigheid zou hebben begaan ? ». commise en cette qualité ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De verwijzende rechter stelt aan het Hof de vraag of « de B.1.1. Le juge a quo interroge la Cour sur le point de savoir si, «
artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin interprétés en tant qu'ils permettraient la condamnation personnelle
geïnterpreteerd dat zij het mogelijk zouden maken dat het orgaan van
een rechtspersoon persoonlijk ertoe wordt veroordeeld de schade te de l'organe d'une personne morale à réparer le dommage résultant de la
herstellen die voortvloeit uit een door dat orgaan begane faute pénale commise alors qu'il a cru en toute bonne foi, compte tenu
strafrechtelijke fout terwijl het, rekening houdend met de toenmalige des éléments de fait de l'époque dont il avait connaissance, ne pas
feitelijke elementen waarvan het kennis had, te goeder trouw heeft commettre une infraction, les articles 1382 et 1383 du Code civil ne
geloofd dat het geen misdrijf beging, de artikelen 10 en 11 van de violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, sur
Grondwet [schenden] in zoverre, op grond van diezelfde bepalingen, het base de ces mêmes dispositions, l'organe d'une personne morale ne peut
orgaan van een rechtspersoon niet persoonlijk kan worden veroordeeld être condamné personnellement à la réparation du dommage causé suite à
tot het herstel van de schade die werd berokkend ten gevolge van een une faute civile, non qualifiée pénalement, qu'il aurait commise en
niet als strafrechtelijk gekwalificeerde, burgerrechtelijke fout die
het in die hoedanigheid zou hebben begaan ». cette qualité ».
B.1.2. Het Hof stelt vast dat de feiten waarover de verwijzende B.1.2. La Cour constate que les faits au sujet desquels le juge a quo
rechter zich dient uit te spreken zich hebben voorgedaan vóór de doit se prononcer se sont produits avant l'entrée en vigueur de la loi
inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen. De
omstandigheid dat de burgerrechtelijke gevolgen van het misdrijf morales. La circonstance que les effets civils de l'infraction
voortduren na die inwerkingtreding heeft niet tot gevolg dat de wet subsistent après cette entrée en vigueur n'a pas pour conséquence que
toepasselijk is op de beoordeling van de strafrechtelijke la loi s'applique à l'appréciation de la responsabilité pénale
verantwoordelijkheid voor dat misdrijf of op de aansprakelijkheid voor relative à cette infraction ou à la responsabilité relative à
de vergoeding van de erdoor veroorzaakte schade (Cass., 6 december l'indemnisation du dommage ainsi causé (Cass., 6 décembre 2005,
2005, P.05.1114.N). P05.1114.N).
B.2.1. De artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek bepalen op algemene wijze dat de persoon die door zijn fout of nalatigheid schade heeft berokkend daarvoor aansprakelijk is. B.2.2. Volgens de verwijzende rechter heeft de toepassing van die bepalingen tot gevolg dat het orgaan van een rechtspersoon aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit de door hem begane strafrechtelijke fout maar niet uit de door hem begane burgerrechtelijke fout. B.3.1. De gevolgen die de verwijzende rechter lijkt te verbinden aan de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek vloeien niet voort uit die bepalingen maar wel uit de orgaantheorie die een B.2.1. Les articles 1382 et 1383 du Code civil disposent de manière générale que la personne qui a causé un dommage par sa faute ou sa négligence en est responsable. B.2.2. Selon le juge a quo, l'application de ces dispositions a pour effet que l'organe d'une personne morale est responsable du dommage qui résulte d'une faute pénale mais non d'une faute civile commise par lui. B.3.1. Les effets que le juge a quo semble prêter aux articles 1382 et 1383 du Code civil proviennent, non pas de ces dispositions, mais de
uitdrukking vindt in artikel 61 van het Wetboek van vennootschappen, la théorie de l'organe, traduite à l'article 61 du Code des sociétés,
volgens hetwelk de onrechtmatige daad van een orgaan van een selon laquelle l'acte fautif d'un organe d'une personne morale peut
rechtspersoon als een onrechtmatige daad van de rechtspersoon kan être considéré comme un acte fautif de la personne morale elle-même.
worden aangemerkt. Bovendien impliceerde het persoonlijke karakter van En outre, le caractère personnel de la peine impliquait, avant
de straf, vóór de inwerkingtreding van artikel 5 van het Strafwetboek, l'entrée en vigueur de l'article 5 du Code pénal, que la
dat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van die rechtspersoon op responsabilité pénale de cette personne morale incombe aux personnes
zijn organen als natuurlijke personen rust, met als gevolg dat zij physiques qui sont ses organes, avec pour conséquence qu'elles sont
eveneens aansprakelijk zijn op burgerrechtelijk vlak. également responsables sur le plan civil.
B.3.2. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat het door de verwijzende B.3.2. Il découle de ce qui précède que la différence de traitement
rechter vermelde verschil in behandeling, die in de vraag zelf daaraan mentionnée par le juge a quo, qui ajoute, dans la question elle-même,
toevoegt dat het orgaan dat voor hem verschijnt « rekening houdend met que l'organe qui comparaît devant lui « a cru en toute bonne foi,
de toenmalige feitelijke elementen waarvan hij kennis had, te goeder compte tenu des éléments de fait de l'époque dont il avait
trouw heeft geloofd dat hij geen misdrijf beging », niet voortvloeit connaissance, ne pas commettre d'infraction », provient non des
uit de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek maar uit de articles 1382 et 1383 du Code civil mais de l'application qui en est
toepassing die daarvan op de organen van vennootschappen wordt gemaakt faite aux organes de sociétés en vertu de principes et de règles
krachtens beginselen en regels die vreemd zijn aan die artikelen en in
feitelijke omstandigheden die door de feitenrechter en niet door het étrangers à ces articles et dans des circonstances de fait qu'il
Hof dienen te worden beoordeeld. appartient au juge du fond et non à la Cour d'apprécier.
B.4. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. B.4. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 maart 2007. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 7 mars 2007.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^