← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 191/2005 van 14 december 2005 Rolnummer 3480 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 135 en 235 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld
door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, I.
Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging "
Uittreksel uit arrest nr. 191/2005 van 14 december 2005 Rolnummer 3480 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 135 en 235 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 191/2005 du 14 décembre 2005 Numéro du rôle : 3480 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 135 et 235 du Code d'instruction criminelle, posées par la Cour d'appel de Gand. La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 191/2005 van 14 december 2005 | Extrait de l'arrêt n° 191/2005 du 14 décembre 2005 |
Rolnummer 3480 | Numéro du rôle : 3480 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 135 en 235 | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 135 et |
van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te | 235 du Code d'instruction criminelle, posées par la Cour d'appel de |
Gent. | Gand. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | greffier L. Potoms, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 3 februari 2005 in zake het openbaar ministerie tegen | Par arrêt du 3 février 2005 en cause du ministère public contre F.C. |
F.C. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 14 februari 2005, heeft het Hof van Beroep te Gent de | d'arbitrage le 14 février 2005, la Cour d'appel de Gand a posé les |
volgende prejudiciële vragen gesteld : | questions préjudicielles suivantes : |
- « Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering de | - « L'article 135 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce |
sens que le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à | |
l'encontre de l'ordonnance de la chambre du conseil, indépendamment du | |
fait que le ministère public ait obtenu ou non ce qu'il avait requis | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet aldus geïnterpreteerd dat het | devant la chambre du conseil, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen | |
de beschikking van de raadkamer onafhankelijk of het openbaar | Constitution, à la lumière du principe général de droit qui veut qu'un |
ministerie al dan niet bekomen heeft wat het gevorderd had voor de | appelant doit pouvoir démontrer un intérêt direct et personnel à |
raadkamer gelezen in het licht van het algemeen rechtsbeginsel dat | |
bepaalt dat een appellant een rechtstreeks en persoonlijk belang moet | |
kunnen aantonen bij het instellen van hoger beroep ? »; | interjeter appel ? »; |
- « Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | - « L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | sens que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité |
eigenmachtig een persoon in verdenking kan stellen die noch door de | |
procureur des Konings, noch door de burgerlijke partij, noch door de | une personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile ni le juge |
onderzoeksrechter als persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van | d'instruction n'ont considérée comme une personne contre laquelle |
schuld bestaan werd beschouwd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | existent des indices sérieux de culpabilité, viole-t-il les articles |
samen gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot | 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et |
bescherming van de Rechten van de Mens doordat het de betrokken | 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que |
inverdenkinggestelde onmogelijk wordt gemaakt gebruik te maken van de | l'inculpé en cause n'a pas la possibilité de faire usage des droits |
rechten bepaald in de artikelen 61ter en 61quinquies van het Wetboek | prévus aux articles 61ter et 61quinquies du Code d'instruction |
van Strafvordering terwijl een persoon die door de onderzoeksrechter | |
in verdenking is gesteld, van dergelijke rechten wel gebruik kan maken | criminelle, alors qu'une personne inculpée par le juge d'instruction |
? »; | peut faire usage de ces droits ? »; |
- « Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | - « L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | |
een persoon die noch door de procureur des Konings, noch door de | sens que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité |
burgerlijke partij, noch door de onderzoeksrechter als persoon tegen | et renvoyer devant le tribunal correctionnel une personne que ni le |
wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan werd beschouwd, | procureur du Roi ni la partie civile ni le juge d'instruction n'ont |
eigenmachtig in verdenking kan stellen en naar de correctionele | considérée comme une personne contre laquelle existent des indices |
rechtbank verwijzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samen | sérieux de culpabilité, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot | Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et 6 de la |
bescherming van de Rechten van de Mens doordat het deze voor de eerste | Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette personne |
maal door de Kamer van Inbeschuldigingstelling inverdenkinggestelde | inculpée pour la première fois par la chambre des mises en accusation |
onmogelijk wordt gemaakt eventuele nietigheden, vormverzuimen of | n'a pas la possibilité d'invoquer d'éventuelles causes de nullité, |
onregelmatigheden voor de Raadkamer en voor de Kamer van | omissions ou irrégularités devant la chambre du conseil et la chambre |
Inbeschuldigingstelling, zoals voorzien bij artikel 135, § 2, van het | des mises en accusation, comme le prévoit l'article 135, § 2, du Code |
Wetboek van Strafvordering, aan te voeren terwijl een persoon die door | d'instruction criminelle, alors qu'une personne inculpée par le juge |
de onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld dergelijke dubbele aanleg wel bezit ? »; | d'instruction dispose de ce double degré de juridiction ? »; |
- « Schendt artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, | - « L'article 235 du Code d'instruction criminelle, interprété en ce |
geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling | sens que la chambre des mises en accusation peut inculper d'autorité |
een persoon die noch door de procureur des Konings, noch door de | une personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile ni le juge |
burgerlijke partij, noch door de onderzoeksrechter als persoon tegen | d'instruction n'ont considérée comme une personne contre laquelle |
wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan werd beschouwd, | |
eigenmachtig in verdenking kan stellen artikel 13 van de Grondwet, | existent des indices sérieux de culpabilité, viole-t-il l'article 13 |
samen gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot | de la Constitution, lu en combinaison avec les articles 5 et 6 de la |
bescherming van de Rechten van de Mens doordat het deze voor de eerste | |
maal door de Kamer van Inbeschuldigingstelling inverdenkinggestelde | Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette personne |
onmogelijk wordt gemaakt eventuele nietigheden, vormverzuimen of | inculpée pour la première fois par la chambre des mises en accusation |
onregelmatigheden voor de Raadkamer en voor de Kamer van | n'a pas la possibilité d'invoquer d'éventuelles causes de nullité, |
Inbeschuldigingstelling aan te voeren terwijl een persoon die door de | omissions ou irrégularités devant la chambre du conseil et la chambre |
onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld dergelijke dubbele aanleg | des mises en accusation, alors qu'une personne inculpée par le juge |
wel bezit en een persoon die door de Kamer van Inbeschuldigingstelling | d'instruction dispose de ce double degré de juridiction et qu'une |
in verdenking wordt gesteld derhalve tegen zijn wil wordt afgetrokken | personne inculpée par la chambre des mises en accusation est donc |
van de Raadkamer ? ». | distraite contre son gré de la chambre du conseil ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Wat artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering betreft | Quant à l'article 135 du Code d'instruction criminelle |
B.1. De eerste prejudiciële vraag betreft artikel 135 van het Wetboek | B.1. La première question préjudicielle porte sur l'article 135 du |
Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été modifié par la loi du | |
van Strafvordering, zoals gewijzigd bij de wet van 12 maart 1998 tot | 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade |
verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het | |
opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek en waarvan de eerste | de l'information et de l'instruction, dont le paragraphe 1er énonce : |
paragraaf bepaalt : | |
« Het openbaar ministerie en de burgerlijke partij kunnen hoger beroep | « Le ministère public et la partie civile peuvent interjeter appel de |
instellen tegen alle beschikkingen van de raadkamer ». | toutes les ordonnances de la chambre du conseil ». |
De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of die | La question préjudicielle invite la Cour à dire si cette disposition |
bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer zij aldus wordt geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, zelfs wanneer het heeft verkregen wat het had gevorderd voor de raadkamer, en dit in het licht van het algemeen rechtsbeginsel volgens hetwelk een appellant een rechtstreeks en persoonlijk belang moet kunnen aantonen. B.2. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot het aan het verwijzende rechtscollege voorgelegde geval waarin door het openbaar ministerie hoger beroep wordt ingesteld tegen een beschikking van buitenvervolgingstelling van de raadkamer die overeenstemde met zijn vorderingen. B.3. Tussen het openbaar ministerie, enerzijds, en de andere partijen in een strafproces, anderzijds, bestaat een fundamenteel verschil dat op een objectief criterium steunt : het openbaar ministerie vervult, in het belang van de gemeenschap, de opdrachten van openbare dienst | est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution si elle est interprétée en ce sens que le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité contre une ordonnance de la chambre du conseil, même lorsqu'il a obtenu ce qu'il avait requis devant la chambre du conseil, et ce, à la lumière du principe général de droit en vertu duquel l'appelant doit pouvoir justifier d'un intérêt direct et personnel. B.2. La Cour limite son examen à l'hypothèse soumise au juge a quo, dans laquelle le ministère public interjette appel d'une ordonnance de non-lieu de la chambre du conseil qui était conforme à ses réquisitions. B.3. Il existe, entre le ministère public et les autres parties à un procès pénal, une différence fondamentale qui repose sur un critère objectif : le ministère public accomplit, dans l'intérêt de la |
met betrekking tot de opsporing en de vervolging van de misdrijven | société, les missions de service public relatives à la recherche et à |
(artikelen 22 tot 47bis van het Wetboek van Strafvordering) en vordert | la poursuite des infractions (articles 22 à 47bis du Code |
de toepassing van de strafwet (artikel 138 van het Gerechtelijk | d'instruction criminelle) et il exerce l'action publique (article 138 |
Wetboek), terwijl de andere partijen hun persoonlijk belang | du Code judiciaire), tandis que les autres parties défendent leur |
verdedigen. | intérêt personnel. |
B.4. De specifieke situatie van het openbaar ministerie biedt een | B.4. La situation particulière du ministère public justifie |
redelijke verantwoording voor het feit dat, wanneer het onderzoek | raisonnablement que, si l'instruction se termine par une ordonnance de |
eindigt met een beschikking van buitenvervolgingstelling die een einde | non-lieu qui met fin à l'action pénale dont le ministère public a la |
maakt aan de strafvordering waarmee het openbaar ministerie is belast, | charge, celui-ci puisse, dans l'exercice de la mission légale qui est |
dit laatste bij de uitoefening van zijn wettelijke opdracht in hoger | la sienne, faire valoir en degré d'appel notamment l'existence de |
beroep onder meer het bestaan kan doen gelden van bezwaren die het | charges qu'il estime suffisantes pour renvoyer l'inculpé devant la |
voldoende acht om de inverdenkinggestelde naar het vonnisgerecht te | juridiction de jugement, tandis que l'inculpé ne dispose pas de la |
verwijzen, terwijl de inverdenkinggestelde niet over hetzelfde | même voie de recours contre une ordonnance de renvoi. |
rechtsmiddel beschikt tegen een verwijzingsbeschikking. | |
De beschikking van buitenvervolgingstelling maakt immers een einde aan | |
de strafvordering en het openbaar ministerie kan ze enkel hervatten | L'ordonnance de non-lieu, en effet, met fin à l'action publique et ne |
door de heropening van het onderzoek te vorderen wegens nieuwe | permet au ministère public de reprendre celle-ci qu'en requérant la |
bezwaren. De verwijzingsbeschikking biedt de inverdenkinggestelde | réouverture de l'instruction en raison de charges nouvelles. |
daarentegen de mogelijkheid al zijn verweermiddelen voor de | L'ordonnance de renvoi, au contraire, permet à l'inculpé de faire |
feitenrechter te doen gelden. | |
B.5. De aard van de belangen die het openbaar ministerie verdedigt, | valoir tous ses moyens de défense devant le juge du fond. |
verantwoordt eveneens dat zijn beroep ontvankelijk is, zelfs wanneer | B.5. La nature des intérêts que défend le ministère public justifie |
de beschikking van de raadkamer die het aanvecht, overeenstemt met | également que son appel soit recevable même si l'ordonnance de la |
zijn vorderingen. Bovendien voeren de leden van het openbaar ministerie hun opdrachten uit onder gezag van de procureur-generaal bij het hof van beroep, waarbij zij toch de onafhankelijkheid genieten die hun bij artikel 151, § 1, van de Grondwet wordt gewaarborgd, zodat niet ervan kan worden uitgegaan dat het standpunt van een van zijn leden wordt opgelegd aan de andere leden van het openbaar ministerie, noch, meer bepaald, dat dit standpunt de procureur-generaal verhindert de leidinggevende functie die hem door het Gerechtelijk Wetboek is toevertrouwd, uit te oefenen. B.6. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | chambre du conseil qu'il attaque est conforme à ses réquisitions. En outre, les membres du ministère public exercent leurs missions sous l'autorité du procureur général près la cour d'appel, tout en jouissant d'une indépendance que leur garantit l'article 151, § 1er, de la Constitution, de sorte qu'il ne peut être considéré que la position adoptée par un membre du ministère public s'imposerait à ses autres membres et empêcherait, en particulier, le procureur général d'exercer la fonction de direction que lui confie le Code judiciaire. B.6. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Wat artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering betreft | Quant à l'article 235 du Code d'instruction criminelle |
B.7. De tweede, de derde en de vierde prejudiciële vraag hebben | B.7. Les deuxième, troisième et quatrième questions préjudicielles |
betrekking op artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt : « In alle zaken kunnen de hoven van beroep, zolang zij niet beslist hebben of de inbeschuldigingstelling dient te worden uitgesproken, om het even of de eerste rechters al dan niet een onderzoek hebben ingesteld, ambtshalve vervolgingen gelasten, zich de stukken doen overleggen, de zaak onderzoeken of doen onderzoeken, en daarna beschikken zoals het behoort ». De prejudiciële vragen strekken ertoe van het Hof te vernemen of die bepaling, geïnterpreteerd in die zin dat de kamer van inbeschuldigingstelling ambtshalve een persoon in verdenking kan stellen die noch door de procureur des Konings, noch door de burgerlijke partij, noch door de onderzoeksrechter als persoon tegen wie ernstige aanwijzingen van schuld bestaan werd beschouwd, en dat zij die persoon naar de correctionele rechtbank kan verwijzen, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in | portent sur l'article 235 du Code d'instruction criminelle, qui énonce : « Dans toutes les affaires, les cours d'appel, tant qu'elles n'auront pas décidé s'il y a lieu de prononcer la mise en accusation, pourront d'office, soit qu'il y ait ou non une instruction commencée par les premiers juges, ordonner des poursuites, se faire apporter les pièces, informer ou faire informer, et statuer ensuite ce qu'il appartiendra ». Les questions préjudicielles invitent la Cour à dire si cette disposition, interprétée en ce sens que la chambre des mises en accusation peut mettre en prévention d'office une personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile ni le juge d'instruction n'ont considérée comme une personne contre laquelle existent des indices sérieux de culpabilité et qu'elle peut renvoyer cette personne devant le tribunal correctionnel, est compatible avec les articles 10, 11 et |
samenhang gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag | 13 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 5 et 6 de |
voor de Rechten van de Mens, doordat de betrokken inverdenkinggestelde | la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'inculpé |
geen gebruik zou kunnen maken van de rechten bepaald in de artikelen | concerné n'aurait pas la possibilité de faire usage des droits prévus |
61ter en 61quinquies van het Wetboek van Strafvordering terwijl een | aux articles 61ter et 61quinquies du Code d'instruction criminelle, |
persoon die door de onderzoeksrechter in verdenking is gesteld, van | alors qu'une personne inculpée par le juge d'instruction pourrait |
dergelijke rechten wel gebruik zou kunnen maken, doordat hij eventuele | faire usage de ces droits, en ce qu'il n'aurait pas la possibilité |
nietigheden, vormverzuimen of onregelmatigheden niet voor de raadkamer | d'invoquer d'éventuelles causes de nullité, omissions ou irrégularités |
én voor de kamer van inbeschuldigingstelling zou kunnen aanvoeren | devant la chambre du conseil et devant la chambre des mises en |
terwijl een persoon die door de onderzoeksrechter in verdenking werd | accusation, alors qu'une personne inculpée par le juge d'instruction |
gesteld een dergelijke dubbele aanleg wel bezit, en doordat hij aldus | dispose de ce double degré de juridiction, et en ce qu'il serait dès |
tegen zijn wil zou worden afgetrokken van de raadkamer. | lors distrait, contre son gré, de la chambre du conseil. |
B.8. Op grond van de in het geding zijnde bepaling kan de kamer van | B.8. Contrairement à la chambre du conseil, la chambre des mises en |
inbeschuldigingstelling, anders dan de raadkamer, een persoon die noch door de procureur des Konings, noch door de burgerlijke partij in het geding is geroepen, en die niet door de onderzoeksrechter als verdachte werd beschouwd, ambtshalve in verdenking stellen. De toekenning van ruime bevoegdheden aan de kamer van inbeschuldigingstelling, met inbegrip van het ambtshalve in verdenking stellen van bepaalde personen, is een maatregel die een proceseconomische benadering van de regeling van de rechtspleging mogelijk maakt, wat het meest wordt beklemtoond door haar evocatierecht. Die benadering bestaat erin dat het onderzoeksgerecht in hoger beroep, met inachtneming van de rechten van de verdediging, oordeelkundig kan beslissen of een persoon al dan niet naar het vonnisgerecht moet worden verwezen. Een persoon kan door de kamer van inbeschuldigingstelling slechts mits naleving van de rechten van de verdediging ambtshalve in verdenking worden gesteld. Aldus worden de persoon die mogelijk in verdenking zal | accusation peut, en vertu de la disposition litigieuse, mettre d'office en prévention une personne que ni le procureur du Roi ni la partie civile n'ont mise en cause et que le juge d'instruction n'a pas inculpée. L'attribution de compétences étendues à la chambre des mises en accusation, en ce compris la possibilité de mettre en prévention d'office certaines personnes, est une mesure qui permet de concevoir le règlement de la procédure en accord avec l'économie du procès, conception qui trouve son expression la plus nette dans le droit d'évocation qui est attribué à la chambre des mises en accusation. Cette conception implique que la juridiction d'instruction peut, en degré d'appel, dans le respect des droits de la défense, décider en connaissance de cause si une personne doit ou non être renvoyée devant la juridiction de jugement. Une personne ne peut être mise en prévention d'office par la chambre des mises en accusation que dans le respect des droits de la défense. |
worden gesteld en diens raadsman in kennis gesteld van de zitting, | Ainsi, la personne susceptible d'être mise en prévention et son |
wordt hun het dossier ter beschikking gesteld en worden zij gehoord | conseil sont avisés de l'audience, le dossier est mis à leur |
(artikelen 135, § 3, en 223 van het Wetboek van Strafvordering). | disposition et ils sont entendus (articles 135, § 3, et 223 du Code |
De kamer van inbeschuldigingstelling kan overigens alle bevoegdheden | d'instruction criminelle). |
van de raadkamer uitoefenen, zoals onder meer het onderzoek van de | Par ailleurs, la chambre des mises en accusation peut exercer tous les |
regelmatigheid van de procedure, waartoe zij zelfs ambtshalve kan | pouvoirs de la chambre du conseil, comme l'examen de la régularité de |
overgaan, met inbegrip van het zuiveren van het dossier van eventuele | la procédure, auquel il peut même être procédé d'office, en ce compris |
nietigheden (artikel 235bis van het Wetboek van Strafvordering). | la purge d'éventuelles nullités du dossier (article 235bis du Code |
Bovendien beschikt de kamer van inbeschuldigingstelling over | d'instruction criminelle). En outre, la chambre des mises en |
bevoegdheden die de raadkamer niet heeft, zoals de bevoegdheid om | accusation bénéficie de pouvoirs dont la chambre du conseil ne dispose |
nieuwe onderzoekingen te bevelen (artikel 228, eerste lid, van het | pas, comme celui d'ordonner des informations nouvelles (article 228, |
Wetboek van Strafvordering). Door de gelijkwaardige mogelijkheden die | alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle). Les possibilités |
de rechtspleging voor de kamer van inbeschuldigingstelling biedt, | équivalentes qu'offre la procédure devant la chambre des mises en |
worden op voldoende wijze de nadelen gecompenseerd die voortvloeien | accusation compensent à suffisance les inconvénients qui découlent du |
uit het feit dat de partij die niet als verdachte of | fait que la partie qui n'est pas inculpée dans le cadre d'une |
inverdenkinggestelde is betrokken bij een gerechtelijk onderzoek, niet | |
de mogelijkheid heeft gehad om, bij toepassing van de artikelen 61ter | instruction n'a pas eu la possibilité de demander, par application des |
en 61quinquies van het Wetboek van Strafvordering, de | articles 61ter et 61quinquies du Code d'instruction criminelle, au |
onderzoeksrechter te verzoeken om inzage in het dossier en om het | juge d'instruction de consulter le dossier et de procéder à un |
stellen van bijkomende onderzoekshandelingen. | complément d'instruction. |
B.9. Het Hof dient de in het geding zijnde bepaling nog te toetsen aan | B.9. La Cour doit encore contrôler la disposition en cause au regard |
het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang | du principe d'égalité et de non-discrimination, lu en combinaison avec |
gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag voor de | les articles 5 et 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
Rechten van de Mens. | La Cour ne voit pas en quoi pourrait consister la violation de |
Het Hof ziet niet in waarin de schending van artikel 5 van het | l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, cette |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zou kunnen bestaan, | disposition comprenant seulement des garanties en matière de privation |
aangezien die bepaling uitsluitend waarborgen inzake vrijheidsberoving | |
door aanhouding of gevangenhouding bevat. | de liberté par arrestation ou détention. |
Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens | L'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme garantit |
waarborgt eenieder het recht op een eerlijke en openbare behandeling | |
van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke | à toute personne que sa cause sera entendue équitablement, |
en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. | publiquement et dans un délai raisonnable, par un tribunal indépendant |
In zoverre die bepaling aan eenieder waarborgen biedt in het stadium | et impartial, établi par la loi. En tant que cette disposition offre à |
voordat de zaak bij het vonnisgerecht aanhangig is gemaakt, dient te | toute personne certaines garanties avant que la juridiction de |
worden vastgesteld dat het beginsel van gelijkheid en | |
niet-discriminatie, in samenhang gelezen met voormeld artikel 6, niet | jugement soit saisie de l'affaire, il y a lieu de constater que le |
wordt geschonden. Uit B.8 blijkt immers dat geen van de vereisten die | principe d'égalité et de non-discrimination, lu en combinaison avec |
door dat artikel 6 worden opgelegd, zijn miskend, miskenning waardoor | l'article 6 précité, n'est pas violé. En effet, il apparaît du B.8 |
qu'aucune des exigences émises par ledit article 6, dont la violation | |
het eerlijk karakter van het proces ten gronde ernstig in het gedrang | compromettrait gravement le caractère équitable du procès au fond, |
zou worden gebracht. | n'est méconnue. |
B.10. Wanneer de wetgever in het rechtsmiddel van hoger beroep | B.10. Lorsqu'il prévoit la voie de recours de l'appel, le législateur |
voorziet, mag hij geen discriminerende voorwaarden stellen en moet hij | ne peut pas imposer des conditions discriminatoires et il doit, ce |
daarbij een eerlijk verloop van de procedure waarborgen. | faisant, assurer un déroulement équitable de la procédure. |
Uit overweging B.8 blijkt dat de wetgever op geen enkele wijze het | Il ressort du B.8 que le législateur n'a pas voulu porter atteinte au |
eerlijk verloop van de procedure in het gedrang heeft willen brengen | déroulement équitable de la procédure et que la mesure de mise en |
en dat de maatregel van ambtshalve inverdenkingstelling door de kamer | prévention d'office par la chambre des mises en accusation est une |
van inbeschuldigingstelling een pertinente maatregel is die geen | mesure pertinente dénuée d'effets disproportionnés pour les personnes |
onevenredige gevolgen heeft voor de personen op wie hij wordt | auxquelles elle est appliquée. |
toegepast. B.11. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : | B.11. L'article 13 de la Constitution énonce : |
« Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de | « Nul ne peut être distrait, contre son gré, du juge que la loi lui |
wet hem toekent ». | assigne ». |
Uit artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering vloeit voort dat de | Il découle de l'article 235 du Code d'instruction criminelle que le |
wetgever om proceseconomische redenen niet voor elkeen de toegang tot | législateur, pour des raisons d'économie du procès, ne garantit pas à |
de raadkamer als onderzoeksgerecht waarborgt en dat hij derhalve de | chacun l'accès à la chambre du conseil en tant que juridiction |
ambtshalve inverdenkingstelling door de kamer van | d'instruction et qu'il permet dès lors la mise en prévention d'office |
inbeschuldigingstelling mogelijk maakt. Nu is gebleken dat hij hierbij | par la chambre des mises en accusation. Dès lors qu'il est apparu que |
op geen enkele wijze het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie | le législateur n'a, ce faisant, méconnu en rien le principe d'égalité |
heeft geschonden en dat hij een niet onverantwoorde maatregel heeft | et de non-discrimination et qu'il a pris une mesure qui n'est pas |
genomen, is er evenmin een schending van artikel 13 van de Grondwet. | dénuée de justification, l'article 13 de la Constitution n'est pas |
davantage violé. | |
B.12. De tweede, de derde en de vierde prejudiciële vraag dienen | B.12. Les deuxième, troisième et quatrième questions préjudicielles |
ontkennend te worden beantwoord. | appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 135, § 1, van het Wetboek van Strafvordering schendt de | - L'article 135, § 1er, du Code d'instruction criminelle ne viole pas |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het openbaar | les articles 10 et 11 de la Constitution en tant que le ministère |
ministerie hoger beroep kan instellen tegen een beschikking tot | public peut interjeter appel d'une ordonnance de non-lieu de la |
buitenvervolgingstelling van de raadkamer die overeenstemde met zijn | chambre du conseil qui était conforme à ses réquisitions. |
vorderingen. - Artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering schendt niet de | - L'article 235 du Code d'instruction criminelle ne viole pas les |
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus ou non en combinaison |
gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag voor de | avec les articles 5 et 6 de la Convention européenne des droits de |
Rechten van de Mens, in zoverre de kamer van inbeschuldigingstelling, | l'homme, en tant que la chambre des mises en accusation peut, dans le |
mits naleving van de rechten van de verdediging, een persoon | respect des droits de la défense, mettre d'office une personne en |
ambtshalve in verdenking kan stellen en hem naar de correctionele | prévention et la renvoyer devant le tribunal correctionnel. |
rechtbank kan verwijzen. | |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 december 2005. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 décembre 2005. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |