← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 33/2005 van 9 februari 2005 Rolnummers 3185 en 3186 In
zake : de vorderingen tot schorsing van de artikelen 10 en 126 van het decreet van het Vlaamse Gewest
van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en we Het Arbitragehof, samengesteld uit de
rechters M. Bossuyt en P. Martens, waarnemend voorzitters,(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 33/2005 van 9 februari 2005 Rolnummers 3185 en 3186 In zake : de vorderingen tot schorsing van de artikelen 10 en 126 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en we Het Arbitragehof, samengesteld uit de rechters M. Bossuyt en P. Martens, waarnemend voorzitters,(...) | Extrait de l'arrêt n° 33/2005 du 9 février 2005 Numéros du rôle : 3185 et 3186 En cause : les demandes de suspension des articles 10 et 126 du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 relatif à l'organisation matérielle et au fonctionneme La Cour d'arbitrage, composée des juges M. Bossuyt et P. Martens, faisant fonction de présidents(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 33/2005 van 9 februari 2005 | Extrait de l'arrêt n° 33/2005 du 9 février 2005 |
Rolnummers 3185 en 3186 | Numéros du rôle : 3185 et 3186 |
In zake : de vorderingen tot schorsing van de artikelen 10 en 126 van | En cause : les demandes de suspension des articles 10 et 126 du décret |
het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 betreffende de | de la Région flamande du 7 mai 2004 relatif à l'organisation |
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, ingesteld | matérielle et au fonctionnement des cultes reconnus, introduites par |
door A. Geensen en anderen en door M. Roeland. | A. Geensen et autres et par M. Roeland. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de rechters M. Bossuyt en P. Martens, waarnemend | composée des juges M. Bossuyt et P. Martens, faisant fonction de |
voorzitters, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. | présidents, et des juges L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. |
Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder | Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier L. Potoms, présidée par |
voorzitterschap van rechter M. Bossuyt, | le juge M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de vorderingen en rechtspleging | I. Objet des demandes et procédure |
a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 december | a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 | 6 décembre 2004 et parvenue au greffe le 7 décembre 2004, une demande |
december 2004, is een vordering tot schorsing ingesteld van artikel | |
126 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 betreffende | de suspension de l'article 126 du décret de la Région flamande du 7 |
de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten | mai 2004 relatif à l'organisation matérielle et au fonctionnement des |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 september 2004) door | cultes reconnus (publié au Moniteur belge du 6 septembre 2004) a été |
A. Geensen, wonende te 2900 Schoten, Fort Baan 11, en M.-C. Jackson, | introduite par A. Geensen, demeurant à 2900 Schoten, Fort Baan 11, et |
wonende te 9000 Gent, Koning Leopold II-laan 93. | M.-C. Jackson, demeurant à 9000 Gand, Koning Leopold II-laan 93. |
b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 december | b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 | 6 décembre 2004 et parvenue au greffe le 7 décembre 2004, une demande |
december 2004, is een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 10 | de suspension de l'article 10 du décret précité a été introduite par |
van voormeld decreet door M. Roeland, wonende te 9040 Sint-Amandsberg, | M. Roeland, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Kriekerijstraat 42, G. |
Kriekerijstraat 42, G. Allegaert, wonende te 9040 Sint-Amandsberg, | Allegaert, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Victor Braeckmanlaan 261, |
Victor Braeckmanlaan 261, O. Reynebeau, wonende te 9040 | O. Reynebeau, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Oscar Colbrandtstraat |
Sint-Amandsberg, Oscar Colbrandtstraat 93, J. Raes, wonende te 9040 | 93, J. Raes, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Jos Verdegemstraat 86, |
Sint-Amandsberg, Jos Verdegemstraat 86, H. De Vos, wonende te 9040 | H. De Vos, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Joannes Hartmannlaan 19, |
Sint-Amandsberg, Joannes Hartmannlaan 19, en L. Raes, wonende te 9040 | et L. Raes, demeurant à 9040 Sint-Amandsberg, Klinkkouterstraat 71. |
Sint-Amandsberg, Klinkkouterstraat 71. | |
Bij dezelfde verzoekschriften vorderen de verzoekende partijen | Par les mêmes requêtes, les parties requérantes demandent également |
eveneens de vernietiging van dezelfde decretale bepaling. | l'annulation de la disposition décrétale précitée. |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3185 en 3186 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 3185 et 3186 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen | Quant aux dispositions en cause |
B.1. De verzoekende partijen vorderen de schorsing van de artikelen 10 | B.1. Les parties requérantes demandent la suspension des articles 10 |
en 126 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 | et 126 du décret de la Région flamande du 7 mai 2004 relatif à |
betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. | l'organisation matérielle et au fonctionnement des cultes reconnus. |
De artikelen 10 en 126 van dat decreet bepalen : | Les articles 10 et 126 du décret énoncent : |
« Een aangesteld of verkozen lid is van rechtswege ontslagnemend | « Un membre désigné ou élu est démissionnaire de plein droit dès qu'il |
wanneer het de leeftijd van 75 jaar bereikt. » | atteint l'âge de 75 ans. » |
Ten aanzien van de voorwaarden tot schorsing | Quant aux conditions de suspension |
B.2. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari | B.2. Aux termes de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier |
1989 op het Arbitragehof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn | 1989 sur la Cour d'arbitrage, deux conditions de fond doivent être |
voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : | remplies pour que la suspension puisse être décidée : |
- de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; | - des moyens sérieux doivent être invoqués; |
- de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de vordering tot schorsing. Ten aanzien van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel B.3. Een schorsing door het Hof moet het mogelijk maken te vermijden dat een ernstig nadeel voor de verzoekende partijen voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van de aangevochten norm, een nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van een eventuele vernietiging. B.4. Tot staving van het feit dat de aangevochten bepalingen hun een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen, voeren de verzoekende partijen, althans voor zover zij reeds de leeftijdsgrens | - l'exécution immédiate de la règle attaquée doit risquer de causer un préjudice grave difficilement réparable. Les deux conditions étant cumulatives, la constatation que l'une de ces deux conditions n'est pas remplie entraîne le rejet de la demande de suspension. Quant au préjudice grave difficilement réparable B.3. Une suspension par la Cour doit permettre d'éviter, pour les parties requérantes, qu'un préjudice grave, qui ne pourrait pas ou qui pourrait difficilement être réparé par l'effet d'une annulation éventuelle, résulte de l'application immédiate de la norme entreprise. B.4. A l'appui du fait que les dispositions entreprises sont susceptibles de leur causer un préjudice grave difficilement réparable, les parties requérantes font valoir, du moins pour autant |
van 75 jaar hebben bereikt, aan dat zij worden aangetast in de | qu'elles ont déjà atteint la limite d'âge de 75 ans, qu'elles sont |
uitoefening van hun recht op medewerking aan de inrichting van hun | affectées dans l'exercice de leur droit de participation à |
eredienst en van hun politieke rechten, dat de continuïteit van de | l'organisation de leur culte et de leurs droits politiques, que la |
werking van het bestuur niet kan worden gewaarborgd en door een | continuité du fonctionnement de l'administration ne peut être garantie |
vernietigingsarrest niet zal kunnen worden hersteld en dat hun | et ne pourra pas être réparée par un arrêt d'annulation et que |
mogelijke toekomstige gezondheidstoestand niet dermate kan worden | l'avenir de leur état de santé éventuel ne peut être garanti au point |
gewaarborgd dat zij in het kader van een tijdrovende nieuwe | qu'elles pourraient à nouveau se porter candidates et exercer une |
samenstelling van de kerkraad nog opnieuw zouden kunnen kandideren en | fonction dans le cadre d'une nouvelle mais longue recomposition du « |
een functie zouden kunnen opnemen. | conseil d'église ». |
B.5.1. Anders dan de verzoekende partijen beweren, kan niet worden | B.5.1. Contrairement à ce que soutiennent les parties requérantes, il |
aangenomen dat iedere schending van een grondrecht ipso facto het | ne saurait être admis que chaque violation d'un droit fondamental |
moeilijk te herstellen ernstig nadeel in de zin van artikel 20, 1°, | procure ipso facto le préjudice grave difficilement réparable au sens |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 oplevert. Immers, zelfs | de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989. En effet, |
wanneer het nadeel ernstig zou zijn, dan nog zou dienen te worden | même si le préjudice est grave, il faut encore démontrer que ce |
aangetoond dat dit nadeel moeilijk herstelbaar is. | préjudice est difficilement réparable. |
B.5.2. Zonder dat het te dezen noodzakelijk is na te gaan of de aangevoerde aantasting van een grondrecht een ernstig nadeel oplevert, staat het vast dat het eventuele nadeel kan worden hersteld door een nieuwe aanstelling of verkiezing van de leden van de kerkraad indien het Hof de bestreden bepalingen zou vernietigen. De aanstelling of de verkiezing van de leden van de kerkraad is immers een handeling die integraal opnieuw kan plaatsvinden en derhalve het karakter van herstelbaarheid heeft. De wijze waarop de samenstelling van de kerkraden is geregeld is bovendien niet van die aard dat de nieuwe aanstelling of verkiezing buitensporige kosten en inspanningen zou meebrengen. Het argument dat de verzoekende partijen op dat ogenblik misschien niet meer beschikken over dezelfde goede gezondheid, is een hypothetisch nadeel dat bezwaarlijk het door de wet vereiste ernstige nadeel kan uitmaken. B.5.3. De verzoekende partijen tonen evenmin in concreto aan dat de continuïteit in de organisatie en de werking van de erkende erediensten door de bekritiseerde maatregel in gevaar wordt gebracht. B.5.4. Het aangevoerde nadeel kan niet worden beschouwd als een moeilijk te herstellen ernstig nadeel. | B.5.2. Sans qu'il soit nécessaire en l'espèce de vérifier si l'atteinte alléguée à un droit fondamental procure un préjudice grave, il est établi que le préjudice éventuel peut être réparé par une nouvelle désignation ou élection des membres du « conseil d'église » si la Cour devait annuler les dispositions critiquées. La désignation ou l'élection des membres du « conseil d'église » est en effet un acte qui peut se reproduire intégralement et qui est donc un acte réparable. La manière dont la composition des « conseils d'église » est réglée n'est, en outre, pas de nature à ce que la nouvelle désignation ou élection entraîne des frais et des efforts excessifs. L'argument selon lequel les parties requérantes ne jouiront peut-être plus à ce moment de la même bonne santé est un préjudice hypothétique qui peut difficilement constituer le préjudice grave requis par la loi. B.5.3. Les parties requérantes ne démontrent pas non plus concrètement que la continuité de l'organisation et du fonctionnement des cultes reconnus serait mise en péril par la mesure critiquée. B.5.4. Le préjudice allégué ne peut être considéré comme un préjudice grave difficilement réparable. |
B.6. Aangezien een van de vereiste voorwaarden niet is vervuld, dienen | B.6. Une des conditions requise n'étant pas remplie, il y a lieu de |
de vorderingen tot schorsing te worden verworpen. | rejeter les demandes de suspension. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
verwerpt de vorderingen tot schorsing. | rejette les demandes de suspension. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 februari 2005. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 février 2005. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |