← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 209/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2843 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld
door het Hof van Beroep te Bergen. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging"
Uittreksel uit arrest nr. 209/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2843 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 209/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2843 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Mons. La Cour d'arbitrage, |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 209/2004 van 21 december 2004 | Extrait de l'arrêt n° 209/2004 du 21 décembre 2004 |
Rolnummer 2843 | Numéro du rôle : 2843 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 162, alinéa |
van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te | 2, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de |
Bergen. | Mons. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges R. |
R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, | Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 20 november 2003 in zake het openbaar ministerie en | Par arrêt du 20 novembre 2003 en cause du ministère public et de M.-F. |
M.-F. Honorez tegen J. Petit en in zake J. Petit tegen de n.v. A.G.F. | Honorez contre J. Petit et en cause de J. Petit contre la s.a. A.G.F. |
Belgium Insurance, waarvan de expeditie ter griffie van het | Belgium Insurance, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
Arbitragehof is ingekomen op 27 november 2003, heeft het Hof van | d'arbitrage le 27 novembre 2003, la Cour d'appel de Mons a posé la |
Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schenden de bepalingen van het tweede lid van artikel 162 van het | « En ce qu'elles imposent au juge du fond de condamner à tous les |
Wetboek van Strafvordering, zoals gewijzigd bij artikel 1, a), van de | frais exposés par l'Etat et par le prévenu, la partie civile qui |
wet van 25 oktober 1950, het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | succombe dans son action, lorsqu'elle a cité directement le prévenu |
vervatte beginsel van niet-discriminatie, in zoverre zij de | devant la juridiction répressive et donc, en ce qu'elles privent cette |
feitenrechter ertoe verplichten de burgerlijke partij die in het | partie civile du droit de faire valoir des arguments susceptibles de |
ongelijk wordt gesteld, te veroordelen in alle kosten gemaakt door de | convaincre le juge de la décharger de tout ou partie des dits frais, |
Staat en de beklaagde, wanneer die partij de beklaagde rechtstreeks | alors qu'en dehors de cette hypothèse et de celle où la constitution |
voor de strafrechter heeft gedagvaard, en dus in zoverre zij die | de partie civile a provoqué l'ouverture d'une instruction, le juge |
burgerlijke partij het recht ontnemen om argumenten aan te voeren die | |
de rechter ervan kunnen overtuigen haar van alle of een deel van de | dispose d'un pouvoir d'appréciation quant à la condamnation de la |
voormelde kosten te ontheffen, terwijl de rechter, buiten dat geval en | partie civile aux frais, celle-ci étant facultative, les dispositions |
dat waarin de burgerlijke partijstelling heeft geleid tot de opening | du 2ème alinéa de l'article 162 du Code d'instruction criminelle tel |
van een onderzoek, beschikt over een beoordelingsbevoegdheid ten | que modifié par l'article 1er, a., de la loi du 25 octobre 1950, |
aanzien van de veroordeling van de burgerlijke partij in de kosten, | violent-elles le principe de non-discrimination inscrit dans les |
waarbij die facultatief is ? » | articles 10 et 11 de la Constitution ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 162 van het | B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 162 du Code |
Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt : | d'instruction criminelle, lequel dispose : |
« Ieder veroordelend vonnis, uitgesproken tegen de beklaagde en tegen | « Tout jugement de condamnation rendu contre le prévenu et les |
de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, | personnes civilement responsables de l'infraction, les condamnera aux |
verwijst hen in de kosten, zelfs jegens de openbare partij. | frais, même envers la partie publique. |
De burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld, kan worden | La partie civile qui succombera pourra être condamnée à tout ou partie |
veroordeeld in de kosten jegens de Staat en jegens de beklaagde of in | des frais envers l'Etat et envers le prévenu. Elle sera condamnée à |
een gedeelte ervan. Zij wordt veroordeeld in alle kosten door de Staat | |
en door de beklaagde gemaakt, wanneer zij het initiatief tot de | tous les frais exposés par l'Etat et par le prévenu en cas de citation |
rechtstreekse dagvaarding heeft genomen of wanneer een onderzoek is | directe ou lorsque une instruction a été ouverte suite à la |
geopend ten gevolge van haar optreden als burgerlijke partij. De | constitution de partie civile. Les frais seront liquidés par le |
kosten worden door het vonnis bepaald. » | jugement. » |
Alleen het tweede lid is in het geding. Die bepaling is van toepassing | Seul l'alinéa 2 est en cause. Cette disposition s'applique aux |
op de politierechtbanken, de correctionele rechtbanken en in hoger | tribunaux de police, aux tribunaux correctionnels et en degré d'appel, |
beroep, op grond van de artikelen 194 en 211 van hetzelfde Wetboek. | en vertu des articles 194 et 211 du même Code. |
B.2. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling dat | B.2. La Cour est interrogée sur la différence de traitement qui est |
ten aanzien van de door de Staat en de beklaagde gemaakte kosten | faite, concernant la charge des frais exposés par l'Etat et le |
bestaat onder de burgerlijke partijen die in het ongelijk worden | prévenu, entre les parties civiles qui succombent, selon les modalités |
gesteld, naar gelang van de door hen gekozen regeling van | d'introduction d'instance qu'elles ont choisies. |
rechtsingang. B.3. De strafrechter beschikt in principe over een | B.3. Le juge pénal dispose en principe d'un pouvoir d'appréciation |
beoordelingsbevoegdheid inzake de tenlastelegging van alle of een | |
gedeelte van de door de Staat of de beklaagde gemaakte kosten aan de | dans la mise à la charge de la partie civile qui succombe, de tout ou |
burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld. | partie des frais exposés par l'Etat ou le prévenu. |
Wanneer evenwel die burgerlijke partijstelling plaatsheeft voor de | Toutefois, lorsque cette constitution de partie civile se fait devant |
onderzoeksrechter, wanneer de strafvordering nog niet bij hem | le juge d'instruction, lorsque celui-ci n'est pas encore saisi de |
aanhangig is gemaakt (artikel 63 van het voormelde Wetboek), of door | l'action publique (article 63 du Code précité), ou par citation |
rechtstreekse dagvaarding voor de strafrechter (artikel 64, tweede | |
lid, en artikel 145 van hetzelfde Wetboek), is de rechter ertoe | directe devant le juge pénal (article 64, alinéa 2, et article 145 du |
gehouden die kosten ten laste te leggen van de burgerlijke partij die | même Code), le juge est tenu de mettre ces frais à charge de la partie |
in het ongelijk wordt gesteld, zonder dat hij daarbij over een | civile qui succombe, sans disposer d'un pouvoir d'appréciation à cet |
beoordelingsbevoegdheid beschikt. | égard. |
B.4.1. Artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering vloeit voort uit | B.4.1. L'article 162 du Code d'instruction criminelle résulte d'une |
een wijziging bij de wet van 25 oktober 1950 betreffende de kosten en | modification apportée par la loi du 25 octobre 1950 relative aux |
voorschotten van kosten in strafzaken (artikel 1, a)). | dépens et avances de frais en matière pénale (article 1er, a)). |
De ratio legis van die wijziging is tijdens de parlementaire voorbereiding als volgt toegelicht : « Wat de kosten in strafzaken betreft, weet U dat, volgens de huidige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering, wanneer in correctionele of in politiezaken de burgerlijke partij wordt afgewezen, de rechtbank haar noodzakelijkerwijs zal moeten veroordelen in de kosten, zowel ten aanzien van de vrijgesproken beklaagde als ten aanzien van de Staat. In criminele zaken daarentegen, met andere woorden voor het Hof van Assisen, is de veroordeling in de kosten nooit verplicht wat de burgerlijke partij betreft. Het Hof beschikt over een beoordelingsbevoegdheid om de burgerlijke partij al dan niet in de kosten te veroordelen wanneer de beklaagde wordt vrijgesproken. Wat is de reden van die bepaling in criminele zaken ? De wetgever heeft niet gewild dat de burgerlijke partij, met andere woorden het slachtoffer, ervan zou afzien om zich burgerlijke partij te stellen voor het strafgerecht uit vrees, in geval van vrijspraak, te worden veroordeeld tot de betaling van kosten die soms aanzienlijk zijn en zijn ondergang zouden kunnen betekenen. Teneinde de burgerlijke partijstelling voor dat rechtscollege niet te verhinderen, heeft men de rechter de keuze gelaten de burgerlijke partij al dan niet te veroordelen in de kosten wanneer de inverdenkinggestelde wordt vrijgesproken. De commissie is van mening dat dezelfde motieven in aanmerking kunnen worden genomen voor de lagere strafgerechten, namelijk de politierechtbank en de correctionele rechtbank. Ook daar zou het slachtoffer ervan kunnen afzien zich burgerlijke partij te stellen uit vrees om tot de betaling van aanzienlijke kosten te worden veroordeeld wanneer de beklaagde wordt vrijgesproken. Maar hier heeft de commissie gesteld dat een onderscheid diende te worden gemaakt tussen twee gevallen. Het is mogelijk dat het | La ratio legis de cette modification a été commentée comme suit : « En ce qui concerne les dépens en matière pénale, vous savez que, d'après les dispositions actuelles du Code d'instruction criminelle, lorsqu'en matière correctionnelle ou en matière de police la partie civile est déboutée, le tribunal devra nécessairement la condamner aux dépens, tant à l'égard du prévenu acquitté qu'à l'égard de l'Etat. En matière criminelle, au contraire, c'est-à-dire devant la Cour d'assises, la condamnation aux dépens n'est jamais obligatoire en ce qui concerne la partie civile. La Cour a un pouvoir d'appréciation pour condamner ou ne pas condamner la partie civile aux dépens en cas d'acquittement du prévenu. Quel est le motif de cette disposition existant en matière criminelle ? Le législateur n'a pas voulu que la partie civile, c'est-à-dire la victime, fût arrêtée dans son désir de se constituer partie civile devant la juridiction pénale, par crainte d'être condamnée, en cas d'acquittement, à des frais parfois considérables, et qui pourraient entraîner sa ruine. C'est dans le désir de ne pas entraver la constitution de la partie civile devant cette juridiction qu'on a laissé au juge la faculté de condamner ou de ne pas condamner la partie civile aux dépens en cas d'acquittement de l'inculpé. La commission est d'avis que les mêmes motifs peuvent être pris en considération en ce qui concerne les juridictions pénales inférieures, c'est-à-dire le tribunal de simple police et le tribunal correctionnel. Là aussi, la victime pourrait se trouver paralysée dans son désir de se constituer partie civile par la crainte d'être condamnée à des dépens considérables en cas d'acquittement du prévenu. Mais ici la commission a estimé qu'il fallait faire une distinction |
slachtoffer, of de persoon die beweert het slachtoffer van het | entre deux hypothèses. Il se peut que la victime, ou celle qui se |
misdrijf te zijn, zich tijdens het onderzoek burgerlijke partij heeft | prétend victime de l'infraction, se soit constitué partie civile au |
gesteld en dat de openbare vordering naar aanleiding van zijn | cours de l'instruction, et que c'est par suite de son intervention que |
tussenkomst op gang werd gebracht. Het is ook mogelijk dat de klagende partij een rechtstreekse vordering instelt om de beklaagde voor de correctionele rechtbank of de politierechtbank te brengen. In beide gevallen heeft de burgerlijke partij in werkelijkheid het initiatief en de verantwoordelijkheid voor de vervolgingen genomen en, in geval van vrijspraak, is het volkomen billijk dat zij wordt verwezen in alle kosten, zowel ten aanzien van de Staat als ten aanzien van de vrijgesproken beklaagde. Anders is het echter wanneer de burgerlijke partij een zogeheten gevoegde burgerlijke partij was, met andere woorden wanneer zij, na te hebben vastgesteld dat het openbaar ministerie op eigen initiatief vervolgt en de veroordeling van de beklaagde vordert, zich bij dat strafgeding voegt om voor de politierechtbank of voor de correctionele rechtbank de schadevergoeding te vorderen waarop zij meent recht te hebben. Om die reden wordt in het voorstel een onderscheid gemaakt tussen het geval van de gevoegde burgerlijke partij en dat waarbij de burgerlijke partij de strafvordering op gang heeft gebracht of een rechtstreekse vordering heeft ingesteld. Wanneer het gaat om een gevoegde burgerlijke partij voert het | l'action publique a été mise en mouvement. Il se peut aussi que la partie plaignante ait eu recours à l'action directe pour attraire le prévenu devant le tribunal correctionnel ou le tribunal de simple police. Dans ces deux hypothèses, la partie civile a, en réalité, pris l'initiative et la responsabilité des poursuites et, en cas d'acquittement, il est parfaitement équitable qu'elle soit condamnée à tous les dépens, tant vis-à-vis de l'Etat que vis-à-vis du prévenu acquitté. Mais il n'en est plus de même lorsque la partie civile a été ce qu'on appelle une partie civile jointe, c'est-à-dire que voyant le ministère public poursuivre de sa propre initiative et requérir la condamnation du prévenu, elle s'est jointe à cette instance pénale pour réclamer devant la juridiction de simple police ou devant le tribunal correctionnel les dommages-intérêts auxquels elle croit avoir droit. C'est pourquoi la proposition établit une distinction entre le cas de la partie civile jointe et celui où la partie civile a mis l'action pénale en mouvement ou a eu recours à l'action directe. Lorsqu'il s'agit d'une partie civile jointe, la proposition de loi |
wetsvoorstel in correctionele en politiezaken de regel in die reeds in | introduit, en matière correctionnelle et de simple police, la règle |
criminele zaken is ingevoerd, namelijk waarbij de burgerlijke partij | déjà introduite en matière criminelle, c'est-à-dire que la partie |
alleen in de kosten kan worden verwezen, wanneer bijzondere | civile ne pourra être condamnée aux dépens que s'il existe des |
omstandigheden bestaan die deze veroordeling verantwoorden. » (Hand., | circonstances spéciales qui justifient cette condamnation ». (Ann., |
Senaat, 2 maart 1949, p. 789 - eigen vertaling) B.4.2. Uit wat voorafgaat blijkt dat de wetgever twee doelstellingen heeft willen nastreven. Enerzijds, vermijden dat het slachtoffer ervan zou kunnen afzien zich burgerlijke partij te stellen uit vrees om tot aanzienlijke kosten te worden veroordeeld wanneer de beklaagde is vrijgesproken; anderzijds, ervoor te zorgen dat de burgerlijke partij die de openbare vordering zelf op gang heeft gebracht en in het ongelijk is gesteld, tot de kosten zou worden veroordeeld ten gevolge van het initiatief dat zij heeft genomen en waarvoor zij de verantwoordelijkheid op zich neemt. B.5.1. De wetgever vermocht te oordelen dat, wanneer de openbare vordering die door het openbaar ministerie op gang wordt gebracht, maar door de strafrechter ongegrond wordt verklaard, de door de Staat en de beklaagde gemaakte kosten niet noodzakelijkerwijze ten laste moeten worden gelegd van de burgerlijke partij die zich bij de openbare vordering had gevoegd om haar schadevergoeding te vorderen. Het criterium van onderscheid is derhalve pertinent ten aanzien van de in B.4.2 vermelde doelstellingen. | Sénat, 2 mars 1949, p. 789) B.4.2. Il résulte de ce qui précède que le législateur a entendu poursuivre deux objectifs. D'une part, éviter que la victime ne puisse renoncer à se constituer partie civile par crainte d'être condamnée à des frais considérables lorsque le prévenu est acquitté; d'autre part, veiller à ce que la partie civile qui a mis en mouvement elle-même l'action publique et qui succombe soit condamnée aux frais du fait de l'initiative qu'elle a prise et dont elle assume la responsabilité. B.5.1. Le législateur a pu estimer que, lorsque l'action publique est mise en mouvement par le ministère public mais est déclarée non fondée par le juge pénal, les frais exposés par l'Etat et le prévenu ne doivent pas nécessairement être mis à charge de la partie civile qui s'était associée à l'action publique en vue de demander réparation de son dommage. Le critère de distinction est donc pertinent à l'égard des objectifs poursuivis, mentionnés au B.4.2. |
B.5.2. De maatregel is evenmin onevenredig : de situatie van de | B.5.2. La mesure n'est pas non plus disproportionnée : la situation du |
benadeelde persoon die, nadat hij de strafvordering op gang heeft | préjudicié qui, ayant mis l'action publique en mouvement par une |
gebracht door een burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter | constitution de partie civile devant le juge d'instruction ou une |
of door een rechtstreekse dagvaarding voor de strafrechter, in het | citation directe devant le juge pénal, succombe et est condamné aux |
ongelijk wordt gesteld en tot de kosten veroordeeld, verschilt niet | frais, ne se distingue pas essentiellement de celle de la personne |
wezenlijk van de situatie van de benadeelde persoon die voor de | lésée qui demande, devant le juge civil, réparation de son dommage. |
burgerlijke rechter een schadevergoeding vordert. Artikel 1017, eerste | L'article 1017, alinéa 1er, du Code judiciaire prévoit en effet que |
lid, van het Gerechtelijk Wetboek stelt immers dat, tenzij bijzondere | tout jugement définitif prononce, même d'office, la condamnation aux |
wetten of een overeenkomst tussen partijen anders bepalen, ieder | dépens contre la partie qui a succombé, à moins que des lois |
eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij verwijst in de kosten. | particulières ou un accord entre les parties n'en disposent autrement. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering schendt de | L'article 162, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ne viole pas |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |