← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 145/2003 van 5 november 2003 Rolnummer 2614 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van
Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst
na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging"
| Uittreksel uit arrest nr. 145/2003 van 5 november 2003 Rolnummer 2614 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 145/2003 du 5 novembre 2003 Numéro du rôle : 2614 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1055 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée du présid après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Uittreksel uit arrest nr. 145/2003 van 5 november 2003 | Extrait de l'arrêt n° 145/2003 du 5 novembre 2003 |
| Rolnummer 2614 | Numéro du rôle : 2614 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1055 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1055 du Code |
| Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. | judiciaire, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit voorzitter A. Arts en rechter P. Martens, waarnemend | composée du président A. Arts et du juge P. Martens, faisant fonction |
| voorzitter, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | de président, et des juges L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
| Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder | Moerman et E. Derycke, assistée du greffier L. Potoms, présidée par le |
| voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | président A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij arrest van 22 januari 2003 in zake de n.v. Stratégies & | Par arrêt du 22 janvier 2003 en cause de la s.a. Stratégies & |
| Communication tegen de n.v. Banana Split, waarvan de expeditie ter | Communication contre la s.a. Banana Split, dont l'expédition est |
| griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 januari 2003, heeft | parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 27 janvier 2003, la Cour |
| het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schendt het artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek het artikel 6 | « L'article 1055 du Code judiciaire viole-t-il l'article 6 de la |
| van de Grondwet door aan appellante op hoofdberoep, Stratégies & | Constitution en imposant à l'appelante au principal, Stratégies & |
| Communication, de verplichting op te leggen tegelijkertijd hoger | Communication, de former simultanément appel du jugement avant dire |
| beroep aan te tekenen tegen het vonnis vooraleer recht te doen en het | droit et du jugement définitif du premier juge, alors que tel n'est |
| eindvonnis van de eerste rechter, daar waar dit niet het geval is voor | pas le cas pour l'intimée, qui, après la réouverture des débats, |
| geïntimeerde, die na heropening van de debatten incidenteel beroep zou | pourrait faire appel incident du jugement interlocutoire du premier |
| kunnen aantekenen tegen het tussenvonnis van 8 februari 1994 van de | juge du 8 février 1994 ? » |
| eerste rechter ? » | |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Artikel 1054, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | B.1. L'article 1054, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose : |
| « De gedaagde in hoger beroep kan te allen tijde incidenteel beroep | « La partie intimée peut former incidemment appel à tout moment, |
| instellen tegen alle partijen die in het geding zijn voor de rechter | contre toutes parties en cause devant le juge d'appel, même si elle a |
| in hoger beroep, zelfs indien hij het vonnis zonder voorbehoud heeft | signifié le jugement sans réserve ou si elle y a acquiescé avant sa |
| betekend of er vóór de betekening in berust heeft. » | signification. » |
| Artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | L'article 1055 du Code judiciaire énonce : |
| « Tegen ieder vonnis alvorens recht te doen, of tegen ieder vonnis | « Même s'il a été exécuté sans réserves, tout jugement avant dire |
| inzake bevoegdheid zelfs al is het zonder voorbehoud ten uitvoer | |
| gelegd, kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd als tegen het | droit, ou statuant sur la compétence peut être frappé d'appel avec le |
| eindvonnis. » | jugement définitif. » |
| B.2. In de interpretatie van het verwijzende rechtscollege stelt | |
| artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek een verschil in behandeling | B.2. Dans l'interprétation de la juridiction a quo, l'article 1055 du |
| in tussen een appellant die, bij hoofdberoep, tegen een vonnis | Code judiciaire établit une différence de traitement entre un appelant |
| alvorens recht te doen hoger beroep dient in te stellen tegelijkertijd | qui doit simultanément faire appel principal d'un jugement avant dire |
| als tegen het eindvonnis, en een geïntimeerde die bij incidenteel | droit et du jugement définitif, et un intimé qui pourrait toujours |
| beroep steeds hoger beroep zou kunnen instellen zowel tegen het | faire appel incident du jugement définitif comme du jugement avant |
| eindvonnis als tegen het vonnis alvorens recht te doen, zelfs wanneer | dire droit, même lorsque l'appelant ne fait pas appel principal du |
| dat laatste door de appellant niet is bestreden met een hoofdberoep. | jugement avant dire droit. |
| B.3. Artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek biedt de mogelijkheid | B.3. L'article 1055 du Code judiciaire offre la possibilité de |
| om aan de rechter in hoger beroep het gehele geschil voor te leggen. | soumettre l'ensemble du litige au juge d'appel. A cet effet, le |
| Daartoe heeft de wetgever erin voorzien dat, in geval van hoger beroep | législateur a prévu que l'appel formé contre un jugement définitif |
| tegen een eindvonnis, het recht op hoger beroep tegen het vonnis | |
| alvorens recht te doen, zou herleven, zelfs indien de termijn van | fait revivre le droit d'appel contre le jugement avant dire droit, |
| hoger beroep tegen dat vonnis (alvorens recht te doen) inmiddels zou | même si le délai d'appel contre ce jugement (avant dire droit) a, dans |
| zijn verstreken (Van Reepinghen, Ch., Verslag over de gerechtelijke | l'intervalle, expiré (Van Reepinghen, Ch., Rapport sur la réforme |
| hervorming, Brussel, Belgisch Staatsblad , 1964, nr. 60, p. 248; Cass., 6 december 1974, Arr. Cass., 1975, 408). | judiciaire, Bruxelles, Moniteur belge , 1964, no 60, p. 248; Cass., 6 décembre 1974, Pas., 1975, I, 377). |
| B.4. Artikel 1055 van het Gerechtelijk Wetboek betreft alleen het | B.4. L'article 1055 du Code judiciaire concerne uniquement l'appel |
| hoofdberoep. Indien door de geïntimeerde incidenteel beroep wordt | principal. Si l'intimé fait appel incident, celui-ci ne peut porter |
| ingesteld, kan dat slechts betrekking hebben op de beslissing die in | que sur la décision attaquée par l'appel principal. Il en découle que |
| het hoofdberoep wordt bestreden. Daaruit vloeit voort dat de | |
| geïntimeerde het incidenteel beroep dat hij instelt, niet kan | |
| uitbreiden tot een vonnis alvorens recht te doen dat niet het voorwerp | l'intimé ne peut étendre son appel incident à un jugement avant dire |
| heeft uitgemaakt van het hoofdberoep, onverminderd het recht van die | droit qui n'a pas fait l'objet de l'appel principal, sans préjudice du |
| partij om zelf hoofdberoep in te stellen tegen dat vonnis alvorens | droit dont dispose cette partie de faire elle-même appel principal |
| recht te doen, indien de termijn om beide beslissingen met een hoger | dudit jugement avant dire droit, si le délai d'appel contre les deux |
| beroep te bestrijden, nog niet is verstreken (Cass., 20 september | décisions n'est pas encore expiré (Cass., 20 septembre 2001, rôle no |
| 2001, rolnr. C980451N, nog niet gepubliceerd maar beschikbaar op de | C980451N, non encore publié mais disponible sur le site internet de la |
| webstek van het Hof van Cassatie). | Cour de cassation). |
| Het in de prejudiciële vraag beschreven verschil in behandeling | La différence de traitement décrite dans la question préjudicielle |
| bestaat dus niet. | n'existe donc pas. |
| B.5. De prejudiciële vraag dient niet te worden beantwoord. | B.5. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. | La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 november 2003. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 novembre 2003. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | Le président, |
| A. Arts. | A. Arts. |