← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 173/2003 van 17 december 2003 Rolnummer 2607 In zake
: het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
van 11 juli 2002 tot verruiming van de nationaliteitsvoo Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 173/2003 van 17 december 2003 Rolnummer 2607 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2002 tot verruiming van de nationaliteitsvoo Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 173/2003 du 17 décembre 2003 Numéro du rôle : 2607 En cause : le recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 11 juillet 2002 élargissant les conditions de nationalité pour La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, M(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 173/2003 van 17 december 2003 | Extrait de l'arrêt n° 173/2003 du 17 décembre 2003 |
Rolnummer 2607 | Numéro du rôle : 2607 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie | En cause : le recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de |
van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2002 tot | la Région de Bruxelles-Capitale du 11 juillet 2002 élargissant les |
verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot | conditions de nationalité pour l'accès aux emplois de la fonction |
betrekkingen in het gewestelijk openbaar ambt, ingesteld door de v.z.w. GERFA. | publique régionale, introduit par l'a.s.b.l. GERFA. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. |
L. François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman en E. Derycke, | François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 januari | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 20 |
2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 22 | janvier 2003 et parvenue au greffe le 22 janvier 2003, l'a.s.b.l. |
januari 2003, heeft de v.z.w. Groupe d'étude et de réforme de la | Groupe d'étude et de réforme de la fonction administrative (GERFA), |
fonction administrative (GERFA), met maatschappelijke zetel te 1190 | dont le siège social est établi à 1190 Bruxelles, avenue du Pont de |
Brussel, Luttrebruglaan 137, beroep tot vernietiging ingesteld van | |
artikel 2 van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest | Luttre 137, a introduit un recours en annulation de l'article 2 de |
van 11 juli 2002 tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor | l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 11 juillet 2002 |
de toegang tot betrekkingen in het gewestelijk openbaar ambt | élargissant les conditions de nationalité pour l'accès aux emplois de |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2002). | la fonction publique régionale (publiée au Moniteur belge du 23 |
juillet 2002). | |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 2 van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijke | B.1.1. L'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale |
Gewest van 11 juli 2002 tot verruiming van de | du 11 juillet 2002 élargissant les conditions de nationalité pour |
nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het | l'accès aux emplois de la fonction publique régionale, qui fait |
gewestelijk openbaar ambt, dat het voorwerp van het beroep uitmaakt, bepaalt : | l'objet du recours, dispose : |
« De burgers met een andere dan Belgische nationaliteit en die geen | « Les citoyens revêtus d'une nationalité autre que belge et non |
onderdaan zijn van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, | ressortissants de l'Union européenne ou de l'Espace économique |
worden toegelaten, in de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke | européen sont admissibles, dans les services du Gouvernement de la |
Regering en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, | Région de Bruxelles-Capitale et des personnes morales de droit public |
tot de burgerlijke betrekkingen die geen rechtstreekse of | qui en dépendent, aux emplois civils qui ne comportent pas de |
onrechtstreekse deelneming aan het openbaar gezag inhouden of geen | participation directe ou indirecte à l'exercice de la puissance |
werkzaamheden omvatten strekkende tot bescherming van de algemene | publique ou aux fonctions qui n'ont pas pour objet la sauvegarde des |
belangen van de Staat of andere openbare instanties. » | intérêts généraux de l'Etat ou des autres collectivités publiques. » |
B.1.2. Artikel 10 van de Grondwet bepaalt : | B.1.2. L'article 10 de la Constitution dispose : |
« Er is in de Staat geen onderscheid van standen. | « Il n'y a dans l'Etat aucune distinction d'ordres. |
De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke | Les Belges sont égaux devant la loi; seuls ils sont admissibles aux |
en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die | emplois civils et militaires, sauf les exceptions qui peuvent être |
voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld. | établies par une loi pour des cas particuliers. |
De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd. » | L'égalité des femmes et des hommes est garantie. » |
B.2.1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering betwist het belang van de | B.2.1. Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale conteste |
v.z.w. GERFA (Groupe d'étude et de réforme de la fonction administrative), verzoekende partij, en voert hiervoor aan dat haar statuten, die de morele en materiële belangen van alle Franstalige ambtenaren en personeelsleden van de openbare diensten beogen, het haar niet mogelijk maken de morele en materiële belangen van enkel de ambtenaren met de Belgische nationaliteit of met de nationaliteit van een lid-Staat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte te behartigen en te bevorderen. B.2.2. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk die zich op een collectief belang beroept, toegang wenst tot het Hof, is met name vereist dat haar maatschappelijk doel door de bestreden norm kan worden geraakt. B.2.3. Luidens artikel 2 van haar statuten, gewijzigd op 28 januari 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1998), heeft de verzoekende vereniging tot doel « de hervorming van de openbare diensten in de ruimst mogelijke zin van het woord te bestuderen en te bevorderen, alsmede de morele en materiële belangen van alle Franstalige ambtenaren en personeelsleden van de openbare diensten te verdedigen en te bevorderen, ongeacht of zij al dan niet onder een vakbondsstatuut vallen en ongeacht de juridische aard van hun band met de publiekrechtelijke persoon (statuut, contract, weddetoelage), en de correcte toepassing van de grondwettelijke, wettelijke en verordenende normen die voor hen gelden ». De verzoekende partij vertegenwoordigt dus niet het specifieke belang van de ambtenaren en personeelsleden van een welbepaalde nationaliteit. Zij doet niet blijken in welke zin haar maatschappelijk doel - dat « alle Franstalige ambtenaren en personeelsleden van de openbare diensten » beoogt - zou kunnen zijn geraakt door een maatregel die tot gevolg heeft dat, binnen de daarin vastgestelde perken, de nationaliteitsvoorwaarde voor de toegang tot sommige betrekkingen in overheidsdienst wordt afgeschaft. Het belang van een privaatrechtelijke vereniging mag niet worden verward met het algemeen belang dat ertoe strekt dat de Grondwet wordt nageleefd : het belang van de verzoekende partij doen steunen op de overweging dat, zoals zij aanvoert, men zou kunnen besluiten tot aanwervingen die strijdig zijn met artikel 10 van de Grondwet, zou ertoe leiden dat de actio popularis wordt aanvaard, wat de Grondwetgever niet heeft gewild. Haar hoedanigheid van erkende vakorganisatie kent de verzoekende partij evenmin een belang bij het beroep toe, vermits de bestreden bepaling geen betrekking heeft op een aangelegenheid waarvoor zij betrokken zou zijn bij de werking van de overheidsdiensten. B.3. Vermits het bij de bijzondere wet vereiste belang ontbreekt, is het beroep onontvankelijk. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 december 2003. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | l'intérêt de l'a.s.b.l. GERFA (Groupe d'étude et de réforme de la fonction administrative), requérante, en faisant valoir que ses statuts, visant les intérêts moraux et matériels de tous les fonctionnaires et agents des services publics d'expression française, ne lui permettent pas de défendre et de promouvoir les intérêts moraux et matériels des seuls fonctionnaires ayant la nationalité belge ou ayant la nationalité d'un Etat membre de l'Union européenne ou de l'Espace économique européen. B.2.2. Lorsqu'une association sans but lucratif qui se prévaut d'un intérêt collectif souhaite avoir accès à la Cour, il est requis notamment que la norme entreprise soit susceptible d'affecter son objet social. B.2.3. Selon l'article 2 de ses statuts, modifié le 28 janvier 1998 (Moniteur belge du 13 août 1998), l'association requérante a pour objet « d'étudier et de promouvoir la réforme des services publics dans le sens le plus large du terme, ainsi que de défendre et de promouvoir les intérêts moraux et matériels de tous les fonctionnaires et agents des services publics d'expression française, qu'ils soient ou non régis par un statut syndical et quelle que soit la nature juridique de leur lien avec la personne publique (statut, contrat, subvention-traitement), et l'application correcte des normes constitutionnelles, légales et réglementaires qui les régissent ». La requérante ne représente donc pas l'intérêt spécifique des fonctionnaires et agents d'une nationalité particulière. Elle ne fait pas apparaître en quoi son objet social - qui prend en compte « tous les fonctionnaires et agents des services publics d'expression française » - pourrait être affecté par une mesure qui a pour effet de supprimer, dans les limites qu'elle précise, la condition de nationalité pour l'accès à certains emplois publics. L'intérêt d'une association privée ne peut se confondre avec l'intérêt général qui s'attache à ce que la Constitution soit respectée : établir l'intérêt de la requérante sur la considération que, comme elle le soutient, des recrutements contraires à l'article 10 de la Constitution pourraient être décidés aboutirait à admettre le recours populaire, ce que le Constituant n'a pas voulu. Sa qualité d'organisation syndicale agréée ne confère pas davantage à la requérante un intérêt au recours puisque la disposition attaquée n'a pas trait à une matière pour laquelle elle serait associée au fonctionnement des services publics. B.3. A défaut de l'intérêt requis par la loi spéciale, le recours est irrecevable. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 décembre 2003. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |