← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest van 29 juni 2000 in zake R. Bloden en D. Lonneux tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof is ing « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door
de artikelen 34 en 97, laatste lid, (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 29 juni 2000 in zake R. Bloden en D. Lonneux tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ing « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door de artikelen 34 en 97, laatste lid, (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 29 juin 2000 en cause de R. Bloden et D. Lonneux contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 10 « Interprétés comme signifiant que, même après le 6 avril 1999, les pourvois en cassation contre de(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest van 29 juni 2000 in zake R. Bloden en D. Lonneux tegen de | Par arrêt du 29 juin 2000 en cause de R. Bloden et D. Lonneux contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 10 juli 2000, heeft het Hof van Cassatie de volgende | d'arbitrage le 10 juillet 2000, la Cour de cassation a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door de | « Interprétés comme signifiant que, même après le 6 avril 1999, les |
artikelen 34 en 97, laatste lid, van de wet van 15 maart 1999 | pourvois en cassation contre des arrêts statuant sur des recours en |
betreffende de beslechting van fiscale geschillen en door artikel 11, | matière d'impôts sur les revenus introduits devant les cours d'appel |
eerste lid, van de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke | avant le 1er mars 1999 sont régis par les articles 386 à 391 du Code |
inrichting in fiscale zaken, in hun uitlegging dat, zelfs na 6 april | des impôts sur les revenus 1992 en dépit de l'abrogation explicite de |
1999, voorzieningen in cassatie tegen arresten die uitspraak doen op | ces articles à partir du 1er mars 1999 par les articles 34 et 97, |
beroepen inzake inkomstenbelastingen die vóór 1 maart 1999 bij de | dernier alinéa, de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en |
hoven van beroep zijn ingesteld, beheerst worden door de regels van de | matière fiscale, lesdits articles 34 et 97, dernier alinéa, et |
artikelen 386 tot 391 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen | l'article 11, alinéa 1er, de la loi du 23 mars 1999 relative à |
1992, ook al werden die artikelen vanaf 1 maart 1999 uitdrukkelijk | |
opgeheven bij de artikelen 34 en 97, laatste lid, van de wet van 15 | l'organisation judiciaire en matière fiscale violent-ils les articles |
maart 1999 betreffende de beslechting in fiscale geschillen ? » | 10 et 11 de la Constitution ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2009 van de rol van het Hof en | Cette affaire est inscrite sous le numéro 2009 du rôle de la Cour et a |
werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 1849, 1922 en 1923. | été jointe aux affaires portant les numéros 1849, 1922 et 1923 du rôle. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |