← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest nr. 81.697 van 6 juli 1999 in zake D. Baras tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter
griffie van het Arbitragehof is ingekome « Schendt artikel 394bis van het W.I.B. 92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
doordat het aan de(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 81.697 van 6 juli 1999 in zake D. Baras tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekome « Schendt artikel 394bis van het W.I.B. 92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aan de(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt n° 81.697 du 6 juillet 1999 en cause de D. Baras contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbritage le 27 jui « L'artile 394bis, du C.I.R. 92 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il imp(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest nr. 81.697 van 6 juli 1999 in zake D. Baras tegen de | Par arrêt n° 81.697 du 6 juillet 1999 en cause de D. Baras contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 27 juli 1999, heeft de Raad van State de volgende | d'arbritage le 27 juillet 1999, le Conseil d'Etat a posé la question |
prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 394bis van het W.I.B. 92 de artikelen 10 en 11 van | « L'artile 394bis, du C.I.R. 92 viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet doordat het aan de feitelijk gescheiden echtgenoot op | Constitution en ce qu'il impose au conjoint séparé de fait au nom |
wiens naam de aanslag niet is gevestigd door de gewestelijke directeur | duquel la cotisation n'est pas établie de renverser les présomtions |
der belastingen op basis van het vroegere artikel 246 van het W.I.B. | établies par le directeur régional des contributions sur la base de |
92, het nieuwe artikel 340, te weerleggen, zonder toegang te hebben | l'article 246 ancien du C.I.R. 92, 340 nouveau, sans savoir accès à la |
tot de boekhouding van zijn echtgenoot en zonder bovendien toegang te | comptabilité de son conjoint et sans, en outre, avoir accès au dossier |
hebben tot het fiscaal dossier van deze laatste, terwijl de echtgenoot | fiscal de ce dernier, alors que le conjoint au nom duquel la |
op wiens naam de aanslag niet is gevestigd, gehouden is tot de | cotisation n'est pas établie est tenu au paiement de la dette de son |
betaling van de schuld van zijn echtgenoot, met toepassing van artikel 394 van het W.I.B. 92 ? ». | conjoint, par application de l'article 394 du C.I.R. 92 ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1736 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1736 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juli | a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 | 30 juillet 1999 et parvenue au greffe le 2 août 1999, un recours en |
augustus 1999, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | |
de artikelen 45 en 89 van de wet van 22 december 1998 tot wijziging | annulation partielle des articles 45 et 89 de la loi du 22 décembre |
van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met | 1998 modifiant certaines dispositions de la deuxième partie du Code |
betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en | judiciaire concernant le Conseil supérieur de la Justice, la |
aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem | nomination et la désignation de magistrats et instaurant un système |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 1999), wegens | d'évaluation pour les magistrats (publiée au Moniteur belge du 2 |
février 1999) a été introduit, pour cause de violation des articles 10 | |
schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door F. Bailly, | et 11 de la Constitution, par F. Bailly, demeurant à 6900 Marche, Pré |
wonende te 6900 Marche, Pré du Chanoine 28, J. Boxus, wonende te 5100 | du Chanoine 28, J. Boxus, demeurant à 5100 Jambes, rue Mazy 125, D. |
Jambes, rue Mazy 125, D. Colinet, wonende te 1180 Brussel, | Colinet, demeurant à 1180 Bruxelles, avenue d'Orbaix 16, G. De |
d'Orbaixlaan 16, G. De Reytere, wonende te 5500 Dinant, rue Cousen 11, | Reytere, demeurant à 5500 Dinant, rue Cousen 11, L. Désir, demeurant à |
L. Désir, wonende te 4300 Borgworm, avenue Joachim 15, R. Joly, | 4300 Waremme, avenue Joachim 15, R. Joly, demeurant à 5640 Mettet, rue |
wonende te 5640 Mettet, rue de l'Estroit 37, J.-M. Mahieux, wonende te | de l'Estroit 37, J.-M. Mahieux, demeurant à 5620 Florennes, rue Gérard |
5620 Florennes, rue Gérard de Cambrai 27, C. Poncin, wonende te 7500 | de Cambrai 27, C. Poncin, demeurant à 7500 Tournai, rue Barre Saint |
Doornik, rue Barre Saint Brice 15, en C. Van Damme, wonende te 1970 | Brice 15, et C. Van Damme, demeurant à 1970 Wezembeek-Oppem, avenue du |
Wezembeek-Oppem, IJsvogellaan 1. | Martin-Pêcheur 1. |
b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 augustus | b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 | 2 août 1999 et parvenue au greffe le 3 août 1999, un recours en |
augustus 1999, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | annulation partielle de l'article 45 de la loi précitée a été |
artikel 45 van voormelde wet, wegens schending van de artikelen 10 en | introduit, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la |
11 van de Grondwet, door G. Steffens, wonende te 4800 Verviers, avenue | Constitution, par G. Steffens, demeurant à 4800 Verviers, avenue |
Hanlet 27, P. Gorle, wonende te 4800 Verviers, rue Victor Close 98, M. | Hanlet 27, P. Gorle, demeurant à 4800 Verviers, rue Victor Close 98, |
Dewart, wonende te 4960 Malmédy, Biertasetche 19, L. Stangherlin, | M. Dewart, demeurant à 4960 Malmédy, Biertasetche 19, L. Stangherlin, |
wonende te 4800 Verviers, rue Laoureux 16, R. Lennertz, wonende te | demeurant à 4800 Verviers, rue Laoureux 16, R. Lennertz, demeurant à |
4700 Eupen, Langesthal 44, J.-M. Freres, wonende te 4040 Herstal, | 4700 Eupen, Langesthal 44, J.-M. Freres, demeurant à 4040 Herstal, |
boulevard Zénobe Gramme 174, V. Reul, wonende te 4700 Eupen, Birkenweg | boulevard Zénobe Gramme 174, V. Reul, demeurant à 4700 Eupen, |
28, T. Konsek, wonende te 4845 Jalhay, Bansions 33, G. Rosewick, | Birkenweg 28, T. Konsek, demeurant à 4845 Jalhay, Bansions 33, G. |
wonende te 4700 Eupen, Marktplatz 5, A. Loozen, wonende te 4830 | Rosewick, demeurant à 4700 Eupen, place du Marché 5 , A. Loozen, |
Dolhain, Thier Hilettes 17, M.-R. Grimar, wonende te 4890 | demeurant à 4830 Dolhain, Thier Hilettes 17, M.-R. Grimar, demeurant à |
Clermont-Thimister, Stockis 11, P. Schils, wonende te 4840 | 4890 Clermont-Thimister, Stockis 11, P. Schils, demeurant à 4840 |
Welkenraedt, Hoof 32A, A. Tilgenkamp, wonende te 4701 Eupen, Libermé | Welkenraedt, Hoof 32A, A. Tilgenkamp, demeurant à 4701 Eupen, Libermé |
25, E. Ortmann, wonende te 4700 Eupen, Klinkeshöfchen 1A, O. Weber, | 25, E. Ortmann, demeurant à 4700 Eupen, Klinkeshöfchen 1A, O. Weber, |
wonende te 4780 Sankt Vith, Malmedyer Strasse 93, R. Schmidt, wonende | demeurant à 4780 Saint-Vith, rue de Malmédy 93, R. Schmidt, demeurant |
te 4700 Eupen, Langesthal 52, A. Bourseaux, wonende te 4711 Lontzen, | à 4700 Eupen, Langesthal 52, A. Bourseaux, demeurant à 4711 Lontzen, |
Hochstrasse 13, de Orde van advocaten van Eupen, met kantoren te 4700 | rue Haute 13, l'Ordre des avocats d'Eupen, dont les bureaux sont |
Eupen, Klötzerbahn 27, R. Lentz, wonende te 4700 Eupen, Binsterweg | établis à 4700 Eupen, Klötzerbahn 27, R. Lentz, demeurant à 4700 |
109, en E. Ohn, wonende te 4700 Eupen, Aachener Strasse 21. | Eupen, Binsterweg 109, et E. Ohn, demeurant à 4700 Eupen, rue |
d'Aix-la-Chapelle 21. | |
c. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 augustus | c. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 | 2 août 1999 et parvenue au greffe le 3 août 1999, un recours en |
augustus 1999, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | |
de artikelen 45 en 102 van dezelfde wet, wegens schending van de | annulation partielle des articles 45 et 102 de la même loi, a été |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door L. Stangherlin, wonende te | introduit, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la |
Constitution, par L. Stangherlin, demeurant à 4800 Verviers, rue | |
4800 Verviers, rue Laoureux 16, en J.-M. Freres, wonende te 4040 | Laoureux 16, et J.-M. Freres, demeurant à 4040 Herstal, boulevard |
Herstal, boulevard Zénobe Gramme 174. | Zénobe Gramme 174. |
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1747, 1750 en 1751 van de | Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1747, 1750 et 1751 du |
rol van het Hof en werden samengevoegd. | rôle de la Cour et ont été jointes. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij arrest nr. 81.885 van 20 juli 1999 in zake A. Grigoreva tegen de | Par arrêt n° 81.885 du 20 juillet 1999 en cause de A. Grigoreva contre |
Belgische Staat en de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de | |
staatlozen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | l'Etat belge et le Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, |
ingekomen op 11 augustus 1999, heeft de Raad van State de volgende | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 11 |
prejudiciële vragen gesteld : | août 1999, le Conseil d'Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op | « 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil |
de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre | d'Etat viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la |
het evenzeer van toepassing is op de verzoekende partij die, in het | mesure où il s'applique aussi bien à la partie requérante qui, dans le |
kader van het objectieve contentieux, bij de Raad van State een beroep | cadre du contentieux objectif introduit devant le Conseil d'Etat un |
tot nietigverklaring tegen een administratieve beslissing instelt, als | recours en annulation contre une décision administrative, qu'à la |
op de verzoekende partij die, in het kader van het subjectieve | partie requérante qui, dans le cadre du contentieux subjectif, |
contentieux, bij de Raad van State een voorziening in cassatie instelt | introduit devant le Conseil d'Etat un pourvoi en cassation contre une |
tegen een rechterlijke beslissing die door een administratief rechtscollege werd genomen ? | décision juridictionnelle émanant d'une juridiction administrative ? |
2. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de | 2. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non |
samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en met | avec les articles 144 et 145 de la Constitution et avec les articles 6 |
de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de | et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme dans la mesure |
Mens, in zoverre dat artikel erin voorziet dat de verzoekende partij | où cet article prévoit que la partie requérante qui introduit devant |
die bij de Raad van State een voorziening in cassatie instelt tegen | le Conseil d'Etat un pourvoi en cassation contre une décision |
een rechterlijke beslissing met betrekking tot subjectieve politieke | juridictionnelle relative à des droits politiques subjectifs, perd de |
rechten, van rechtswege, in geval van laattijdige indiening van een | plein droit, en cas d'introduction tardive d'un mémoire en réplique, |
memorie van wederantwoord, haar belang bij de rechtspleging verliest, | |
terwijl integendeel, volgens artikel 1094 van het Gerechtelijk | son intérêt à la procédure alors qu'au contraire, selon l'article 1094 |
Wetboek, de verzoekende partij die voor het Hof van Cassatie een | du Code judiciaire la partie requérante qui se pourvoit devant la Cour |
voorziening instelt tegen een rechterlijke beslissing met betrekking | de cassation contre une décision juridictionnelle relative à des |
tot subjectieve politieke rechten en laattijdig gebruik maakt van de | droits politiques subjectifs et fait tardivement usage de la faculté |
mogelijkheid om een memorie van wederantwoord in te dienen, niet met | d'introduire un mémoire en réplique, n'est pas sanctionnée par la |
het verval van de voorziening in cassatie wordt bestraft ? | déchéance du pourvoi en cassation ? |
3. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de | 3. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le conseil d'Etat |
Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non |
samenhang gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en met | avec les articles 144 et 145 de la Constitution et avec les articles 6 |
de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de | et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme dans la mesure |
Mens, in zoverre dat artikel erin voorziet dat de verzoekende partij | où cet article prévoit que la partie requérante qui introduit devant |
die bij de Raad van State een voorziening in cassatie instelt tegen | le Conseil d'Etat un pourvoi en cassation contre une décision |
een rechterlijke beslissing met betrekking tot subjectieve politieke | juridictionnelle relative à des droits politiques subjectifs, perd de |
rechten, van rechtswege, in geval van laattijdige indiening van een | plein droit, en cas d'introduction tardive d'un mémoire en réplique, |
memorie van wederantwoord, haar belang bij de rechtspleging verliest, | |
terwijl integendeel de laattijdige indiening van een memorie van | son intérêt à la procédure alors qu'au contraire l'introduction |
antwoord door de verwerende partij niet met een gelijkwaardige sanctie | tardive d'un mémoire en réponse par la partie défenderesse n'est pas |
wordt bestraft ? Volgens artikel 1094 van het Gerechtelijk Wetboek | frappée d'une sanction équivalente ? Selon l'article 1094 du Code |
wordt de verzoekende partij die voor het Hof van Cassatie een | judiciaire la partie requérante qui se pourvoit devant la Cour de |
voorziening instelt tegen een rechterlijke beslissing met betrekking | Cassation contre une décision juridictionnelle relative à des droits |
tot subjectieve politieke rechten en laattijdig gebruik maakt van de | politiques subjectifs et fait tardivement usage de la faculté |
mogelijkheid om een memorie van wederantwoord in te dienen, niet | d'introduire un mémoire en réplique, n'est pas sanctionnée par la |
bestraft met het verval van de voorziening in cassatie. | déchéance du pourvoi en cassation. |
4. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de | 4. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les |
gelezen met de artikelen 144 en 145 van de Grondwet en met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre de toegang tot de rechter en het recht van de verdediging niet bij dat artikel zijn gewaarborgd in geval van een voorziening in cassatie tegen een beslissing van een administratief rechtscollege met betrekking tot subjectieve rechten, terwijl die aantasting van het recht van toegang tot de rechter en van het recht van de verdediging niet bestaat in het kader van een administratief cassatieberoep voor het Hof van Cassatie ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1756 van de rol van het Hof. De griffier, | articles 144 et 145 de la Constitution et avec les articles 6 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme dans la mesure où l'accès au juge et le droit de la défense ne sont pas garantis par cet article dans l'hypothèse d'un pourvoi en cassation contre une décision d'une juridiction administrative relative à des droits subjectifs alors que cette entrave au droit d'accès au juge et au droit de la défense est inexistante dans le cadre d'un pourvoi en cassation administrative devant la Cour de cassation ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1756 du rôle de la Cour. Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |