← Terug naar "Arrest nr. 55/99 van 26 mei 1999 Rolnummer 1335 In zake : de prejudiciële vraag over
artikel 2, eerste lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 december 1994 « houdende bekrachtiging
van het besluit van de Vlaamse regering van 16 no Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève
en M. Melchior, en de rechters P. (...)"
| Arrest nr. 55/99 van 26 mei 1999 Rolnummer 1335 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 2, eerste lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 december 1994 « houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 no Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters P. (...) | Arrêt n° 55/99 du 26 mai 1999 Numéro du rôle : 1335 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2, alinéa 1 er , du décret de la(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Arrest nr. 55/99 van 26 mei 1999 | Arrêt n° 55/99 du 26 mai 1999 |
| Rolnummer 1335 | Numéro du rôle : 1335 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 2, eerste lid, van het | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2, alinéa 1er, |
| decreet van het Vlaamse Gewest van 21 december 1994 « houdende | du décret de la Région flamande du 21 décembre 1994 « portant |
| bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november | ratification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 novembre 1994 |
| 1994 betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde | relatif à la désignation définitive des zones de dunes protégées et |
| duingebieden en van de voor het duingebied belangrijke | des zones agricoles ayant une importance pour les dunes et portant |
| landbouwgebieden, en houdende wijziging van de wet van 12 juli 1973 op | modification de la loi du 12 juillet 1973 relative à la conservation |
| het natuurbehoud », artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad | de la nature », l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil |
| van State en artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | d'Etat et l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| op het Arbitragehof, gesteld door de Raad van State. | sur la Cour d'arbitrage, posée par le Conseil d'Etat. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de | composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges P. |
| rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, | Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du |
| bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, | greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
| Bij arrest nr. 73.218 van 23 april 1998 in zake de n.v. Kortrijk | Par arrêt n° 73.218 du 23 avril 1998 en cause de la s.a. Kortrijk |
| Centrum Oost tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter | Centrum Oost contre la Région flamande, dont l'expédition est parvenue |
| griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 mei 1998, heeft de | au greffe de la Cour d'arbitrage le 12 mai 1998, le Conseil d'Etat a |
| Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schenden artikel 2, eerste lid van het decreet van de Vlaamse Raad | « L'article 2, alinéa 1er, du décret du Conseil flamand du 21 décembre |
| van 21 december 1994 houdende bekrachtiging van het besluit van de | |
| Vlaamse regering van 16 november 1994 betreffende de definitieve | 1994 portant ratification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 |
| aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het | novembre 1994 relatif à la désignation définitive des zones de dunes |
| protégées et des zones agricoles ayant une importance pour les dunes | |
| duingebied belangrijke landbouwgebieden, en houdende wijziging van de | et portant modification de la loi du 12 juillet 1973 relative à la |
| wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, artikel 14 van de | conservation de la nature, l'article 14 des lois coordonnées sur le |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State en artikel 26, § 1 van de | Conseil d'Etat et l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier |
| bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof de artikelen 10 | 1989 sur la Cour d'arbitrage violent-ils les articles 10 et 11 de la |
| en 11 van de Gecoördineerde Grondwet, op zichzelf genomen en | Constitution coordonnée, lus isolément et en combinaison avec les |
| samengelezen met de artikelen 13, 142, 144, 145, 146, 160 en 187 van | articles 13, 142, 144, 145, 146, 160 et 187 de la Constitution |
| de Gecoördineerde Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag van | coordonnée et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits |
| de Rechten van de Mens doordat deze bepalingen meebrengen dat de grief | de l'homme, en ce que ces dispositions emportent qu'un justiciable |
| van een rechtsonderhorige inzake een ongelijke behandeling bij de | n'est pas recevable à soumettre à l'appréciation d'un juge un grief |
| totstandkoming van een administratieve akte die decretaal bekrachtigd | concernant une inégalité de traitement commise lors de l'élaboration |
| wordt, niet op ontvankelijke wijze kan worden ter beoordeling | d'un acte administratif ratifié par décret, alors qu'il serait |
| voorgelegd aan de Rechter, waar een ongelijke behandeling door een | |
| niet decretaal bekrachtigde administratieve akte of door een bepaling | toutefois recevable à soumettre à l'appréciation du juge une inégalité |
| met kracht van wet wel op ontvankelijke wijze ter beoordeling kan | de traitement résultant d'un acte administratif [non] ratifié par |
| worden voorgelegd aan de Rechter ? » | décret ou d'une disposition ayant force de loi ? » |
| II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. Les faits et la procédure antérieure |
| De n.v. Kortrijk Centrum Oost heeft bij de Raad van State een beroep | La s.a. Kortrijk Centrum Oost a introduit auprès du Conseil d'Etat un |
| ingesteld dat strekt tot vernietiging van een besluit van de Vlaamse | recours visant à l'annulation d'un arrêté du Gouvernement flamand du |
| Regering van 15 september 1993 waarbij een bepaald perceel te | 15 septembre 1993 désignant provisoirement comme zone de dunes |
| Koksijde-Sint-Idesbald voorlopig als beschermd duingebied werd | protégée une parcelle sise à Koksijde-Sint-Idesbald et visant à |
| aangewezen, en tot vernietiging van een besluit van 30 januari 1995 waarbij dat perceel definitief als beschermd duingebied werd aangewezen. De Raad van State overweegt niet langer bevoegd te zijn om de bestreden besluiten te vernietigen, aangezien zij respectievelijk bij decreet van 26 januari 1994 en bij decreet van 21 december 1994 werden bekrachtigd. In haar laatste memorie betoogt de verzoekende partij voor de Raad van State dat dit rechtscollege niettegenstaande de decretale bekrachtiging bevoegd blijft om te oordelen over de wijze waarop het openbaar onderzoek inzake de aanwijzing van de beschermde duingebieden in de praktijk werd gevoerd, aangezien het Hof zich daartoe onbevoegd | l'annulation d'un arrêté du 30 janvier 1995 désignant définitivement cette parcelle comme zone de dunes protégée. Le Conseil d'Etat estime ne plus être compétent pour annuler les arrêtés litigieux, ceux-ci ayant été confirmés respectivement par le décret du 26 janvier 1994 et par le décret du 21 décembre 1994. Dans son dernier mémoire, la partie requérante devant le Conseil d'Etat soutient que cette juridiction demeure compétente, nonobstant la confirmation décrétale, pour apprécier la façon dont l'enquête publique relative à la désignation des zones de dunes protégées s'est effectuée dans la pratique, étant donné que la Cour s'est déclarée |
| heeft verklaard in het arrest nr. 24/96 van 27 maart 1996, waarbij het | incompétente pour ce faire dans son arrêt n° 24/96 du 27 mars 1996, |
| beroep tot vernietiging van het decreet van 21 december 1994 werd | par lequel le recours en annulation du décret du 21 décembre 1994 a |
| verworpen. Er anders over oordelen, zo stelt de verzoekende partij | été rejeté. En décider autrement impliquerait, selon la partie |
| voor de Raad van State, zou inhouden dat zij haar bezwaren op dit punt | requérante devant le Conseil d'Etat, qu'elle ne pourrait plus |
| aan geen enkele rechter zou kunnen voorleggen. Zij besluit dat | soumettre ses griefs y relatifs à aucun juge. Elle conclut qu'il |
| hierover in voorkomend geval aan het Hof een prejudiciële vraag moet | convient, le cas échéant, de poser à ce sujet une question |
| worden gesteld. | préjudicielle à la Cour. |
| De Raad van State beslist, rekening houdend met artikel 26, § 1, van | Compte tenu de l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier |
| de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de door de | 1989 sur la Cour d'arbitrage, le Conseil d'Etat décide de poser la |
| verzoekende partij geformuleerde prejudiciële vraag te stellen. | question préjudicielle formulée par la partie requérante. |
| III. De rechtspleging voor het Hof | III. La procédure devant la Cour |
| Bij beschikking van 12 mei 1998 heeft de voorzitter in functie de | Par ordonnance du 12 mai 1998, le président en exercice a désigné les |
| rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | des articles 71 ou 72 de la loi organique. |
| Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la |
| 77 van de organieke wet bij op 20 juni 1998 ter post aangetekende brieven. | loi organique, par lettres recommandées à la poste le 20 juin 1998. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 1998. | Moniteur belge du 4 juin 1998. |
| Memories zijn ingediend door : | Des mémoires ont été introduits par : |
| - de n.v. Florizoone, met maatschappelijke zetel te 8620 Nieuwpoort, | - la s.a. Florizoone, dont le siège social est établi à 8620 Nieuport, |
| Brugse Vaart 8, bij op 8 juli 1998 ter post aangetekende brief; | Brugse Vaart 8, par lettre recommandée à la poste le 8 juillet 1998; |
| - l'a.s.b.l. Fonds national d'entraide, dont le siège social est | |
| - de v.z.w. Nationaal Hulpfonds, met maatschappelijke zetel te 1040 | établi à 1040 Bruxelles, rue de la Loi 121, par lettre recommandée à |
| Brussel, Wetstraat 121, bij op 8 juli 1998 ter post aangetekende | la poste le 8 juillet 1998; |
| brief; - de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, bij op 15 | - le Gouvernement flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, par |
| juli 1998 ter post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 15 juillet 1998; |
| - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 17 juli 1998 ter | - le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par |
| post aangetekende brief; | lettre recommandée à la poste le 17 juillet 1998; |
| - de n.v. Kortrijk Centrum Oost, met maatschappelijke zetel te 8500 | - la s.a. Kortrijk Centrum Oost, dont le siège social est établi à |
| Kortrijk, Damkaai 4, bij op 20 juli 1998 ter post aangetekende brief. | 8500 Courtrai, Damkaai 4, par lettre recommandée à la poste le 20 juillet 1998. |
| Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi |
| organieke wet bij op 16 september 1998 ter post aangetekende brieven. | organique, par lettres recommandées à la poste le 16 septembre 1998. |
| Memories van antwoord zijn ingediend door : | Des mémoires en réponse ont été introduits par : |
| - de Ministerraad, bij op 13 oktober 1998 ter post aangetekende brief; | - le Conseil des ministres, par lettre recommandée à la poste le 13 octobre 1998; |
| - de v.z.w. Nationaal Hulpfonds, bij op 14 oktober 1998 ter post | - l'a.s.b.l. Fonds national d'entraide, par lettre recommandée à la |
| aangetekende brief; | poste le 14 octobre 1998; |
| - de n.v. Florizoone, bij op 14 oktober 1998 ter post aangetekende | - la s.a. Florizoone, par lettre recommandée à la poste le 14 octobre |
| brief; | 1998; |
| - de n.v. Kortrijk Centrum Oost, bij op 19 oktober 1998 ter post | - la s.a. Kortrijk Centrum Oost, par lettre recommandée à la poste le |
| aangetekende brief; | 19 octobre 1998; |
| - de Vlaamse Regering, bij op 19 oktober 1998 ter post aangetekende | - le Gouvernement flamand, par lettre recommandée à la poste le 19 |
| brief. | octobre 1998. |
| Bij beschikkingen van 29 oktober 1998 en 28 april 1999 heeft het Hof | Par ordonnances des 29 octobre 1998 et 28 avril 1999, la Cour a |
| de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
| respectievelijk 12 mei 1999 en 12 november 1999. | prorogé respectivement jusqu'aux 12 mai 1999 et 12 novembre 1999 le |
| délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
| Bij beschikking van 10 februari 1999 heeft het Hof de zaak in | Par ordonnance du 10 février 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état |
| gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 3 | et fixé l'audience au 3 mars 1999. |
| maart 1999. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, |
| bij op 11 februari 1999 ter post aangetekende brieven. | par lettres recommandées à la poste le 11 février 1999. |
| Op de openbare terechtzitting van 3 maart 1999 : | A l'audience publique du 3 mars 1999 : |
| - zijn verschenen : | - ont comparu : |
| . Mr. J. Blancke, advocaat bij de balie te Leuven, voor de n.v. | . Me J. Blancke, avocat au barreau de Louvain, pour la s.a. Kortrijk |
| Kortrijk Centrum Oost; | Centrum Oost; |
| . Mr. J. Ghysels, advocaat bij de balie te Brussel, voor de n.v. | . Me J. Ghysels, avocat au barreau de Bruxelles, pour la s.a. |
| Florizoone en de v.z.w. Nationaal Hulpfonds; | Florizoone et l'a.s.b.l. Fonds national d'entraide; |
| . Mr. B. Staelens loco Mr. B. Bronders, advocaten bij de balie te | . Me B. Staelens loco Me B. Bronders, avocats au barreau de Bruges, et |
| Brugge, en loco Mr. P. Van Orshoven, advocaat bij de balie te Brussel, | loco Me P. Van Orshoven, avocat au barreau de Bruxelles, pour le |
| voor de Vlaamse Regering; | Gouvernement flamand; |
| - hebben de rechters-verslaggevers A. Arts en J. Delruelle verslag uitgebracht; | - les juges-rapporteurs A. Arts et J. Delruelle ont fait rapport; |
| - zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - les avocats précités ont été entendus; |
| - is de zaak in beraad genomen. | - l'affaire a été mise en délibéré. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. | de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. |
| IV. Onderwerp van de in het geding zijnde bepalingen | IV. Objet des dispositions en cause |
| 1. Artikel 2, eerste lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van | 1. L'article 2, alinéa 1er, du décret de la Région flamande du 21 |
| 21 december 1994 « houdende bekrachtiging van het besluit van de | décembre 1994 « portant ratification de l'arrêté du Gouvernement |
| Vlaamse regering van 16 november 1994 betreffende de definitieve | flamand du 16 novembre 1994 relatif à la désignation définitive des |
| aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het | |
| duingebied belangrijke landbouwgebieden, en houdende wijziging van de | zones de dunes protégées et des zones agricoles ayant une importance |
| wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud » luidt als volgt : | pour les dunes et portant modification de la loi du 12 juillet 1973 |
| relative à la conservation de la nature » dispose ce qui suit : | |
| « Art. 2.Het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 |
« Art. 2.L'arrêté du Gouvernement flamand du 16 novembre 1994 relatif |
| betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde duingebieden | à la désignation définitive de zones de dunes protégées et de zones |
| en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden is | agricoles ayant une importance pour les dunes est ratifié produisant |
| bekrachtigd met uitwerking op datum van zijn inwerkingtreding, met | ses effets à la date de son entrée en vigueur, étant entendu que les |
| dien verstande dat de kaartbladen Oostduinkerke 11/8 en Nieuwpoort | feuilles « Oostduinkerke 11/8' et `Nieuport 12/5' en annexe audit |
| 12/5 in bijlage bij dit besluit vervangen worden door de kaartbladen | arrêté sont remplacées par les feuilles ` Oostduinkerke 11/8 ' et ` |
| Oostduinkerke 11/8 en Nieuwpoort 12/5 in bijlage bij dit decreet. » | Nieuport 12/5 ' en annexe au présent décret. » 2. L'article 14, alinéa 1er, des lois sur le Conseil d'Etat, |
| 2. Artikel 14, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 12 | coordonnées par l'arrêté royal du 12 janvier 1973, énonce : |
| januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State bepaalt : | |
| « De afdeling doet uitspraak, bij wijze van arresten, over de beroepen | « La section statue par voie d'arrêts sur les recours en annulation |
| tot nietigverklaring wegens overtreding van hetzij substantiële, | |
| hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding | pour violation des formes soit substantielles, soit prescrites à peine |
| of afwending van macht, ingesteld tegen de akten en reglementen van de | de nullité, excès ou détournement de pouvoir, formés contre les actes |
| onderscheidene administratieve overheden of tegen de administratieve | et règlements des diverses autorités administratives ou contre les |
| beslissingen in betwiste zaken. » | décisions contentieuses administratives. » |
| 3. Artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | 3. L'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la |
| Arbitragehof bepaalt : | Cour d'arbitrage énonce : |
| « Het Arbitragehof doet, bij wijze van prejudiciële beslissing, | « La Cour d'arbitrage statue, à titre préjudiciel, par voie d'arrêt, |
| uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : | sur les questions relatives à : |
| 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis van | 1° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à l'article |
| de Grondwet bedoelde regel van de regels die door of krachtens de | 26bis de la Constitution, des règles qui sont établies par la |
| Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden | Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences |
| bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten; | respectives de l'Etat, des Communautés et des Régions; |
| 2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels | 2° sans préjudice du 1°, tout conflit entre décrets ou entre règles |
| bedoeld in artikel 26bis van de Grondwet, die uitgaan van | visées à l'article 26bis de la Constitution émanant de législateurs |
| verschillende wetgevers en voor zover het conflict ontstaan is uit hun | distincts et pour autant que le conflit résulte de leur champ |
| onderscheiden werkingssfeer; | d'application respectif; |
| 3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis van | 3° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à l'article |
| de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, 6bis en 17 van de | 26bis de la Constitution, des articles 6, 6bis et 17 de la |
| Grondwet. » | Constitution. » |
| V. In rechte | V. En droit |
| - A - | - A - |
| A.1. De n.v. Kortrijk Centrum Oost herinnert aan de feiten in de zaak | A.1. La s.a. Kortrijk Centrum Oost rappelle les éléments de fait de |
| ten gronde en aan het arrest nr. 24/96 van 27 maart 1996 van het Hof. | l'instance principale ainsi que l'arrêt n° 24/96 de la Cour du 27 mars 1996. |
| De verzoekende partij voor de Raad van State is van mening dat uit de | La partie requérante devant le Conseil d'Etat estime que la décision |
| beslissing van de Raad van State om zich onbevoegd te verklaren een | du Conseil d'Etat de se déclarer incompétent emporte une différence de |
| verschil in behandeling voortspruit dat niet berust op een objectief | traitement qui n'est pas fondée sur un critère objectivement et |
| en redelijk verantwoord criterium. | raisonnablement justifié. |
| A.2.1. De v.z.w. Nationaal Hulpfonds en de n.v. Florizoone wensen | A.2.1. L'a.s.b.l. Fonds national d'entraide et la s.a. Florizoone |
| tussen te komen in onderhavige zaak. Zij zijn verzoekende partijen | souhaitent intervenir dans la présente affaire. Elles sont parties |
| voor de Raad van State in zaken die vergelijkbaar zijn met de voor het | requérantes devant le Conseil d'Etat dans des affaires comparables à |
| Hof aanhangig gemaakte zaak. | celle dont est saisie la Cour. |
| A.2.2. Volgens de Ministerraad en de Vlaamse Regering zijn de memories | A.2.2. Selon le Conseil des ministres et le Gouvernement flamand, les |
| tot tussenkomst niet ontvankelijk : zij wijzen op de rechtspraak van | mémoires en intervention sont irrecevables : ils renvoient à la |
| het Hof waaruit blijkt dat de enkele hoedanigheid van partij bij een | jurisprudence de la Cour, dont il ressort que la seule qualité de |
| procedure die analoog is met die welke bij het Hof prejudicieel | partie dans une procédure analogue à celle dont est saisie la Cour à |
| aanhangig is, niet volstaat om te doen blijken van het belang om | titre préjudiciel ne suffit pas pour justifier de l'intérêt à |
| tussen te komen. | intervenir. |
| A.2.3. De tussenkomende partijen voeren aan dat het arrest van het Hof | A.2.3. Les parties intervenantes soutiennent que l'arrêt de la Cour |
| een invloed zal hebben op hun zaken. Zij doen opmerken dat zij in hun | influera sur leurs affaires. Elles observent qu'elles aussi ont |
| laatste memories eveneens een prejudiciële vraag hebben geformuleerd. | formulé une question préjudicielle dans leurs derniers mémoires. Elles |
| Zij leggen de arresten nrs. 73.219 en 73.220 van 23 april 1998 van de | produisent les arrêts du Conseil d'Etat nos 73.219 et 73.220 du 23 |
| Raad van State voor, waarin dat rechtscollege beslist de door hen | avril 1998, dans lesquels cette juridiction décide de remettre leur |
| aanhangig gemaakte zaken te verdagen in afwachting van het antwoord | cause jusqu'à ce que la Cour ait statué sur la question préjudicielle |
| van het Hof op de thans voorliggende prejudiciële vraag. | présentement soumise. |
| A.3. Ook de tussenkomende partijen klagen aan dat hun de toegang tot | A.3. Les parties intervenantes dénoncent aussi le fait que l'accès à |
| een rechter is ontnomen. Zij doen opmerken dat artikel 6 van het | un juge leur est refusé. Elles observent que l'article 6 de la |
| Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voor iedere burger het | Convention européenne des droits de l'homme garantit à chacun le droit |
| recht waarborgt om een geschil voor een rechtbank te brengen. | |
| Volgens de tussenkomende partijen blijkt uit de gecombineerde lezing | de porter un litige devant un tribunal. |
| van de rechtspraak van de Raad van State en van het Hof dat hun in het | Selon ces parties, la lecture combinée de la jurisprudence du Conseil |
| raam van de regelgeving inzake de bescherming van de duinen op een | d'Etat et de celle de la Cour révèle que, dans le cadre de la |
| onverantwoorde wijze de toegang tot de rechter wordt ontnomen en dat | réglementation en matière de protection des dunes, l'accès au juge |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet derhalve geschonden zijn. | leur est refusé de façon injustifiée et que les articles 10 et 11 de |
| la Constitution sont dès lors violés. | |
| A.4.1. De Ministerraad en de Vlaamse Regering voeren in hoofdorde aan | A.4.1. Le Conseil des ministres et le Gouvernement flamand soutiennent |
| dat de prejudiciële vraag niet ontvankelijk is. | en ordre principal que la question préjudicielle n'est pas recevable. |
| Zij zijn van oordeel dat de n.v. Kortrijk Centrum Oost - een van de | Ils estiment que la s.a. Kortrijk Centrum Oost - l'une des parties |
| verzoekende partijen in de zaak die tot het arrest nr. 24/96 van 27 | requérantes dans l'affaire qui a conduit à l'arrêt n° 24/96 du 27 mars |
| maart 1996 heeft geleid -, in werkelijkheid een rechtsvraag aanbrengt | 1996 - soulève en réalité une question de droit qui a déjà été |
| die reeds in de overwegingen B.5.1 tot B.5.3 van dat arrest is | tranchée dans les considérants B.5.1 à B.5.3 de cet arrêt. Selon le |
| beslecht. De vraag is volgens de Ministerraad en de Vlaamse Regering | Conseil des ministres et le Gouvernement flamand, la question est |
| in strijd met het gezag van gewijsde van dat arrest. | contraire à l'autorité de chose jugée de cet arrêt. |
| A.4.2. De n.v. Kortrijk Centrum Oost antwoordt dat de onderhavige prejudiciële vraag een andere grief tot voorwerp heeft. Zij stelt vast dat haar grief inzake het verschil in behandeling bij het tot stand komen van het betwiste besluit voor geen enkele rechter op ontvankelijke wijze kan worden voorgelegd. Volgens de verzoekende partij voor de Raad van State kwam die discriminatie pas tot uiting door het voormelde arrest en kan de huidige prejudiciële vraag logischerwijze het gezag van gewijsde ervan niet miskennen. A.4.3. Naar het oordeel van de tussenkomende partijen is de prejudiciële vraag wel degelijk ontvankelijk. De hoogste rechtscolleges zijn altijd verplicht een prejudiciële vraag te stellen, zoals de Raad van State ook te dezen heeft gedaan. Overigens is de vraag niet identiek aan het rechtspunt dat bij het arrest nr. 24/96 werd behandeld. A.5.1. De Ministerraad en de Vlaamse Regering voeren aan dat de beweerde ongelijkheid niet voortvloeit uit de bepalingen waarover de vraag wordt gesteld, maar uit de grondwettelijke bepalingen over het Arbitragehof en de Raad van State, en dat het Hof niet bevoegd is om zich uit te spreken over een door de Grondwetgever gemaakte keuze. | A.4.2. La s.a. Kortrijk Centrum Oost répond que la présente question préjudicielle porte sur un autre grief. Elle constate que son grief relatif à la différence de traitement lors de l'élaboration de l'arrêté litigieux ne peut être reçu par aucun juge. Selon la partie requérante devant le Conseil d'Etat, cette discrimination ne s'est révélée qu'à la suite de l'arrêt précité et la présente question préjudicielle ne saurait logiquement méconnaître l'autorité de la chose jugée dudit arrêt. A.4.3. A l'estime des parties intervenantes, la question préjudicielle est effectivement recevable. Les plus hautes juridictions sont toujours obligées de poser une question préjudicielle, comme le Conseil d'Etat l'a d'ailleurs fait en l'espèce. De plus, la question n'est pas identique à la question de droit tranchée par l'arrêt n° 24/96. A.5.1. Le Conseil des ministres et le Gouvernement flamand font valoir que l'inégalité prétendue ne découle pas des dispositions qui font l'objet de la question, mais des dispositions constitutionnelles relatives à la Cour d'arbitrage et au Conseil d'Etat, et que la Cour n'est pas compétente pour se prononcer sur un choix opéré par le Constituant. |
| A.5.2. Naar het oordeel van de n.v. Kortrijk Centrum Oost is de | A.5.2. A l'estime de la s.a. Kortrijk Centrum Oost, le traitement |
| aangeklaagde ongelijke behandeling niet het gevolg van de artikelen | |
| 142 en 160 van de Grondwet, maar van de specifieke omstandigheid dat | inégal dénoncé ne résulte pas des articles 142 et 160 de la |
| de bekrachtigde bepaling het resultaat is van een voorafgaande | Constitution, mais de la circonstance spécifique que la disposition |
| procedure met een openbaar onderzoek. Volgens de verzoekende partij | confirmée est le résultat d'une procédure préalable prévoyant une |
| voor het verwijzende rechtscollege brengen noch het stelsel van de | enquête publique. Selon la partie requérante devant la juridiction a |
| bekrachtiging, noch de bevoegdheidsregels op zich van het Hof en de | quo, ni le régime de la ratification, ni les règles de compétence |
| Raad van State de aangeklaagde ongelijkheid teweeg. | elles-mêmes de la Cour et du Conseil d'Etat ne sont à l'origine de |
| A.5.3. De tussenkomende partijen betogen dat het Hof wel degelijk | l'inégalité dénoncée. A.5.3. Les parties intervenantes font valoir que la Cour est |
| bevoegd is om artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van | effectivement compétente pour examiner l'article 14 des lois |
| State te beoordelen en dat dit artikel niet integraal een optie van de | coordonnées sur le Conseil d'Etat et que cet article ne représente pas |
| Grondwetgever zelf vertegenwoordigt. Zij verwijzen dienaangaande naar | intégralement une option du Constituant lui-même. A cet égard, elles |
| het arrest van het Hof nr. 31/96 van 15 mei 1996 en voeren aan dat het | renvoient à l'arrêt de la Cour n° 31/96 du 15 mai 1996 et soutiennent |
| Hof in datzelfde arrest ook oordeelde dat de discriminatie haar | que la Cour a également considéré dans cet arrêt que la discrimination |
| oorsprong kan vinden in de ontstentenis van organisatie van een beroep | pouvait trouver son origine dans le défaut d'organisation d'un recours |
| tot vernietiging. | en annulation. |
| A.6.1. De Ministerraad doet nog opmerken dat de decretale | A.6.1. Le Conseil des ministres observe encore que la confirmation |
| bekrachtiging van het besluit houdende de bescherming van de duinen op | décrétale de l'arrêté portant protection des dunes n'est pas |
| zich beschouwd niet betwistbaar is : het Hof heeft in zijn arrest nr. 24/96 (overweging B.4.5) gesteld dat die bekrachtiging niet is ingegeven door de bedoeling aan de betrokken eigenaars van percelen een jurisdictionele waarborg te ontnemen die aan alle burgers wordt geboden, maar in hoofdzaak verantwoord is door de doelstelling van het decreet, te weten een vlugge en doeltreffende bescherming van de duinen en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden. De Ministerraad memoreert dat het Hof oordeelde dat die maatregel niet onevenredig is met het nagestreefde doel en stelt dat uitgerekend dat geoorloofde motief aan de oorsprong ligt van de wijze van totstandkoming van het in het geding zijnde decreet. A.6.2. De tussenkomende partijen verklaren dat het niet de bedoeling is het mechanisme van de decretale bekrachtiging te bekritiseren en dat zij niet op die problematiek wensen in te gaan. | contestable en tant que telle : dans son arrêt n° 24/96 (considérant B.4.5), la Cour a déclaré que cette confirmation n'était pas dictée par l'objectif de priver les propriétaires des parcelles concernées d'une garantie juridictionnelle offerte à tous les citoyens, mais qu'elle se justifiait principalement par le but poursuivi par le décret, à savoir une protection rapide et efficace des dunes et des zones agricoles ayant une importance pour les dunes. Le Conseil des ministres rappelle que la Cour a considéré que cette mesure n'était pas disproportionnée à l'objectif poursuivi et observe que c'est précisément ce motif licite qui fonde le mode d'adoption du décret en cause. A.6.2. Les parties intervenantes déclarent que le but n'est pas de critiquer le mécanisme de la confirmation décrétale et qu'elles ne souhaitent pas aborder ce problème. |
| A.7.1. De Vlaamse Regering betoogt voorts dat in de prejudiciële vraag | A.7.1. Le Gouvernement flamand soutient en outre que la question |
| ten onrechte een vergelijking wordt gemaakt van bij een formele wet | préjudicielle compare injustement des actes administratifs confirmés |
| bekrachtigde administratieve rechtshandelingen met niet-bekrachtigde | par une loi formelle avec des actes administratifs non confirmés et |
| administratieve rechtshandelingen en met formele wetten als zodanig. | avec des lois formelles en tant que telles. A l'estime du Gouvernement |
| Volgens de Vlaamse Regering is er geen ongelijkheid van behandeling | flamand, il n'existe pas d'inégalité de traitement entre, d'une part, |
| tussen, enerzijds, burgers die door de betrokken wetgevende macht | les citoyens qui contestent des actes administratifs confirmés par le |
| bekrachtigde administratieve rechtshandelingen aanvechten en, anderzijds, burgers die administratieve rechtshandelingen als zodanig of beslissingen van de wetgevende macht aanvechten, maar slechts tussen burgers die administratieve, respectievelijk wetskrachtige beslissingen aanvechten. A.7.2. Volgens de tussenkomende partijen zijn de categorieën die te dezen moeten worden onderscheiden (namelijk vormvoorschriften voorafgaand aan een al dan niet decretaal bekrachtigd besluit) wel degelijk vergelijkbaar : in beide gevallen gaat het om voorschriften die administratief van aard zijn en die in beginsel aan het oordeel van de Raad van State kunnen worden voorgelegd. | pouvoir législatif concerné et, d'autre part, les citoyens qui contestent des actes administratifs en tant que tels ou des décisions du pouvoir législatif, mais uniquement entre les citoyens qui contestent respectivement des décisions administratives et des décisions ayant force de loi. A.7.2. Selon les parties intervenantes, les catégories qu'il convient de distinguer en l'espèce (à savoir des formalités afférentes à un arrêté confirmé ou non par un décret) sont bel et bien comparables : il s'agit dans les deux cas de formalités à caractère administratif, qui peuvent en principe être déférées à la censure du Conseil d'Etat. |
| A.8. In zoverre het verschil in behandeling nog moet worden | A.8. Dans la mesure où la différence de traitement devrait encore être |
| verantwoord, brengt de Vlaamse Regering het arrest nr. 67/92 van 12 | justifiée, le Gouvernement flamand rappelle l'arrêt de la Cour n° |
| november 1992 (B.11.2) in herinnering : « Overigens is het feit dat de | 67/92 du 12 novembre 1992 (B.11.2) : « Par ailleurs, la circonstance |
| burgers [...] tegenover de herstelde akte niet dezelfde | que les citoyens ne disposeront pas [...] à l'égard de l'acte de |
| jurisdictionele waarborgen hebben als tegenover de vernietigde akte, | réfection des mêmes garanties juridictionnelles que celles dont ils |
| objectief verantwoord; het heeft te maken met het verschil dat de | ont bénéficié à l'égard de l'acte annulé est objectivement justifiée; |
| wetgever inzake de toetsing van de geldigheid van de normen heeft | elle tient à la différence que le Constituant a établie en matière de |
| ingesteld tussen de wetgevende handelingen en de | contrôle de validité des normes entre les actes législatifs et les |
| administratiefrechtelijke handelingen ». | actes de nature administrative ». |
| - B - | - B - |
| Ten aanzien van de tussenkomsten van de v.z.w. Nationaal Hulpfonds en | Quant aux interventions de l'a.s.b.l. Fonds national d'entraide et de |
| de n.v. Florizoone | la s.a. Florizoone |
| B.1.1. De v.z.w. Nationaal Hulpfonds en de n.v. Florizoone wensen | B.1.1. L'a.s.b.l. Fonds national d'entraide et la s.a. Florizoone |
| tussen te komen in onderhavige zaak. In hun memories van tussenkomst | souhaitent intervenir dans la présente affaire. Dans leurs mémoires en |
| voeren zij aan dat zij verzoekende partijen zijn in vergelijkbare | intervention, elles affirment être parties requérantes devant le |
| zaken voor de Raad van State en dat het te wijzen arrest van het Hof | Conseil d'Etat dans des affaires comparables et que l'arrêt de la Cour |
| een invloed zal hebben op die zaken. | exercera une influence sur ces affaires. |
| B.1.2. Artikel 87, § 1, van de bijzondere wet op het Arbitragehof | B.1.2. L'article 87, § 1er, de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage |
| bepaalt dat, wanneer het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, | dispose que lorsque la Cour statue, à titre préjudiciel, sur les |
| uitspraak doet op vragen als bedoeld in artikel 26, ieder die van een | questions visées à l'article 26, toute personne justifiant d'un |
| belang doet blijken in de zaak voor de rechter die de verwijzing | intérêt dans la cause soumise à la juridiction qui ordonne le renvoi |
| gelast, een memorie aan het Hof kan richten binnen dertig dagen na de | peut adresser un mémoire à la Cour dans les trente jours de la |
| bekendmaking voorgeschreven in artikel 74 en daardoor geacht wordt | publication prescrite par l'article 74 et est, de ce fait, réputée |
| partij in het geding te zijn. | partie au litige. |
| De loutere hoedanigheid van partij in een rechtspleging die analoog is | La seule qualité de partie dans une procédure analogue à celle qui a |
| aan die welke aanleiding is geweest tot de prejudiciële vraag, | donné lieu à la question préjudicielle ne suffit pas pour démontrer |
| volstaat niet om het bij artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereiste belang aan te tonen. Rekening houdend evenwel met het feit dat, in de twee zaken die zij voor de Raad van State hebben ingeleid, de voornoemde vennootschap en vereniging hebben gevraagd dat aan het Hof een prejudiciële vraag zou worden gesteld, en de Raad van State de zaken in beraad heeft gehouden totdat het Hof op de in onderhavige zaak gestelde vraag heeft geantwoord, wordt aangenomen dat, te dezen, de partijen die vragen om tussen te komen, doen blijken van een voldoende belang. Ten aanzien van de prejudiciële vraag B.2. De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid met de artikelen | l'intérêt requis par l'article 87, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989. Compte tenu toutefois de ce que, dans les deux affaires qu'elles ont introduites devant le Conseil d'Etat, la société et l'association prénommées ont demandé qu'il soit posé à la Cour une question préjudicielle et que le Conseil d'Etat a tenu les affaires en délibéré jusqu'à ce que la Cour ait répondu à la question posée dans la présente affaire, il est admis qu'en l'espèce, les parties qui demandent à intervenir justifient d'un intérêt suffisant. Quant à la question préjudicielle B.2. La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les |
| 10 en 11 van de Grondwet, op zichzelf genomen en gelezen in samenhang | articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément et en combinaison |
| met andere grondwettelijke en verdragsrechtelijke normen, van de in de | avec d'autres dispositions constitutionnelles et conventionnelles, des |
| vraag bedoelde bepalingen « doordat deze bepalingen meebrengen dat de | dispositions en cause « en ce que ces dispositions emportent qu'un |
| grief van een rechtsonderhorige inzake een ongelijke behandeling bij | justiciable n'est pas recevable à soumettre à l'appréciation d'un juge |
| de totstandkoming van een administratieve akte die decretaal | un grief concernant une inégalité de traitement commise lors de |
| bekrachtigd wordt, niet op ontvankelijke wijze kan worden ter | |
| beoordeling voorgelegd aan de Rechter, waar een ongelijke behandeling | l'élaboration d'un acte administratif ratifié par décret, alors qu'il |
| door een niet decretaal bekrachtigde administratieve akte of door een | serait toutefois recevable à soumettre à l'appréciation du juge une |
| bepaling met kracht van wet wel op ontvankelijke wijze ter beoordeling | inégalité de traitement résultant d'un acte administratif [non] |
| kan worden voorgelegd aan de Rechter ». | ratifié par décret ou d'une disposition ayant force de loi ». |
| B.3. De kritiek van de verzoekende partij voor de Raad van State en | B.3. La critique de la partie requérante devant le Conseil d'Etat et |
| van de tussenkomende partijen voor het Hof heeft in eerste instantie | des parties intervenantes devant la Cour porte en premier lieu sur le |
| betrekking op de bekrachtiging, door de decreetgever, van een besluit | fait qu'un arrêté, dont ces parties contestent devant le Conseil |
| waarvan die partijen voor de Raad van State aanvechten dat het op | d'Etat qu'il ait été adopté de façon régulière, a été confirmé par le |
| rechtsgeldige wijze tot stand is gekomen, met het gevolg dat dit | législateur décrétal, avec la conséquence que la juridiction susdite |
| rechtscollege niet meer bevoegd is om over het besluit uitspraak te | n'est plus compétente pour statuer sur cet arrêté. |
| doen. B.4. In zoverre die kritiek gericht is tegen een ongelijke behandeling | B.4. En tant que cette critique dénonce un traitement inégal dans |
| bij de totstandkoming van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 | l'élaboration de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 novembre 1994, |
| november 1994, dat bekrachtigd werd bij decreet van 21 december 1994 | qui a été confirmé par le décret du 21 décembre 1994 conformément aux |
| overeenkomstig de vereisten van het decreet van 14 juli 1993, dient te | conditions prévues par le décret du 14 juillet 1993, il y a lieu de |
| worden vastgesteld dat, krachtens artikel 2 van het voornoemde bekrachtigingsdecreet, het besluit een decretale norm is geworden vanaf de datum van zijn inwerkingtreding. Die bekrachtiging ontslaat het Hof er niet van middelen te onderzoeken volgens welke de decreetgever, die zich de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering eigen heeft gemaakt, een van de grondwettelijke bepalingen zou schenden waarvan het Hof de inachtneming dient te verzekeren. Maar formele onregelmatigheden waardoor het besluit zou zijn aangetast vóór zijn bekrachtiging en die als enige worden aangevoerd, worden door het Hof niet onderzocht, zelfs al worden ze voorgesteld als een | constater que l'arrêté est devenu une norme décrétale dès la date de son entrée en vigueur en vertu de l'article 2 du décret de confirmation précité. Cette confirmation ne dispense pas la Cour d'examiner des moyens selon lesquels le législateur décrétal, qui s'est approprié les dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand, violerait une des dispositions constitutionnelles dont la Cour doit assurer le respect. Mais des irrégularités formelles dont l'arrêté aurait été vicié avant sa confirmation et qui sont les seules invoquées ne seront pas examinées par la Cour, même si elles sont présentées comme violant les |
| schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
| Daaruit volgt dat de prejudiciële vraag in dit onderdeel ontkennend | Il s'ensuit que la question préjudicielle en cette branche appelle une |
| moet worden beantwoord. | réponse négative. |
| B.5. In zoverre de kritiek van de verzoekende partij voor de Raad van | B.5. En tant que la critique de la partie requérante devant le Conseil |
| State en van de tussenkomende partijen is gericht tegen artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dient de prejudiciële vraag eveneens ontkennend te worden beantwoord, nu uit de bepalingen zelf van dat artikel geenszins voortspruit dat de Raad van State onbevoegd zou zijn om uitspraak te doen over een middel dat een verschil in behandeling bij de totstandkoming van een administratieve akte aanklaagt. Dat artikel preciseert, integendeel, dat de Raad van State uitspraak doet over de beroepen « wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen ». De aangeklaagde ontstentenis van jurisdictionele controle vloeit te | d'Etat et des parties intervenantes est dirigée contre l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, la question préjudicielle appelle également une réponse négative, dès lors qu'il ne découle nullement des dispositions mêmes de cet article que le Conseil d'Etat serait incompétent pour se prononcer sur un moyen qui dénonce une différence de traitement dans l'élaboration d'un acte administratif. Cet article précise, au contraire, que le Conseil d'Etat statue sur les recours « pour violation des formes soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité ». L'absence dénoncée de contrôle juridictionnel ne découle pas, en |
| dezen niet voort uit artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de | l'espèce, de l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, |
| Raad van State, maar uit de bekrachtiging door artikel 2 van het decreet van 21 december 1994. | mais de la confirmation par l'article 2 du décret du 21 décembre 1994. |
| B.6.1. De kritiek van de verzoekende partij voor de Raad van State en | B.6.1. La critique de la partie requérante devant le Conseil d'Etat et |
| van de tussenkomende partijen is ook gericht tegen artikel 26, § 1, | des parties intervenantes porte aussi sur l'article 26, § 1er, de la |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. |
| B.6.2. Het in de prejudiciële vraag aangebrachte verschil in | B.6.2. La différence de traitement évoquée dans la question |
| behandeling houdt verband met het onderscheid tussen, enerzijds, de | préjudicielle tient à la distinction entre, d'une part, le contrôle |
| toetsing van administratieve rechtshandelingen door de hoven en | d'actes administratifs par les cours et tribunaux de l'ordre |
| rechtbanken van de rechterlijke orde en door de Raad van State en, anderzijds, de toetsing van wetskrachtige normen door het Arbitragehof. De omstandigheid dat de burgers tegenover een wetgevende akte niet dezelfde jurisdictionele waarborgen hebben als tegenover een administratieve akte is objectief verantwoord; ze kleeft aan het verschil dat de Grondwetgever inzake de toetsing van de geldigheid van de normen heeft ingesteld tussen de wetgevende en de administratiefrechtelijke handelingen. Het staat niet aan het Hof zich uit te spreken over een keuze van de Grondwetgever. | judiciaire et par le Conseil d'Etat et, d'autre part, le contrôle de normes législatives par la Cour d'arbitrage. La circonstance que les citoyens ne disposent pas des mêmes garanties juridictionnelles à l'égard d'un acte législatif que celles dont ils bénéficient à l'égard d'un acte administratif est objectivement justifiée; elle tient à la différence que le Constituant a établie en matière de contrôle de validité des normes entre les actes législatifs et les actes de nature administrative. Il n'appartient pas à la Cour de se prononcer sur un choix effectué par le Constituant. |
| B.7. Luidens de bewoordingen van de prejudiciële vraag noopt deze ook | B.7. Telle qu'elle est formulée, la question préjudicielle invite |
| tot een toetsing aan de hand van de artikelen 10 en 11, gelezen in | encore la Cour à exercer un contrôle au regard des articles 10 et 11 |
| samenhang met de artikelen 13, 142, 144, 145, 146, 160 en 187 van de | de la Constitution, combinés avec les articles 13, 142, 144, 145, 146, |
| Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van | 160 et 187 de la Constitution et avec l'article 6 de la Convention |
| de Mens. | européenne des droits de l'homme. |
| De combinatie van de artikelen 10 en 11 met de voormelde | La lecture combinée des articles 10 et 11 et des dispositions |
| grondwettelijke en verdragsrechtelijke bepalingen leidt te dezen niet | constitutionnelles et conventionnelles précitées ne conduit pas, en |
| tot een andere conclusie. | l'espèce, à une autre conclusion. |
| B.8. Uit wat voorafgaat volgt dat de prejudiciële vraag ontkennend | B.8. Il résulte de ce qui précède que la question préjudicielle |
| dient te worden beantwoord. | appelle une réponse négative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Artikel 2, eerste lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 | L'article 2, alinéa 1er, du décret de la Région flamande du 21 |
| december 1994 « houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse | décembre 1994 « portant ratification de l'arrêté du Gouvernement |
| regering van 16 november 1994 betreffende de definitieve aanwijzing | flamand du 16 novembre 1994 relatif à la désignation définitive des |
| van de beschermde duingebieden en van de voor het duingebied | zones de dunes protégées et des zones agricoles ayant une importance |
| belangrijke landbouwgebieden, en houdende wijziging van de wet van 12 | pour les dunes et portant modification de la loi du 12 juillet 1973 |
| juli 1973 op het natuurbehoud », artikel 14 van de gecoördineerde | relative à la conservation de la nature », l'article 14 des lois |
| wetten op de Raad van State en artikel 26, § 1, van de bijzondere wet | coordonnées sur le Conseil d'Etat et l'article 26, § 1er, de la loi |
| van 6 januari 1989 op het Arbitragehof schenden de artikelen 10 en 11 | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage ne violent pas les |
| van de Grondwet niet, noch op zichzelf genomen, noch gelezen in | articles 10 et 11 de la Constitution, ni lus isolément ni combinés |
| samenhang met de artikelen 13, 142, 144, 145, 146, 160 en 187 van de | avec les articles 13, 142, 144, 145, 146, 160 et 187 de la |
| Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de | Constitution et avec l'article 6 de la Convention européenne des |
| Mens doordat die bepalingen meebrengen dat de grief van een | droits de l'homme en ce que ces dispositions emportent qu'un |
| rechtsonderhorige inzake een ongelijke behandeling bij de | justiciable n'est pas recevable à soumettre à l'appréciation d'un juge |
| totstandkoming van een administratieve akte die decretaal wordt | un grief concernant une inégalité de traitement commise lors de |
| bekrachtigd, niet op ontvankelijke wijze ter beoordeling kan worden | l'élaboration d'un acte administratif confirmé par décret. |
| voorgelegd aan de rechter. | |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 26 mei 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 26 mai 1999. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | Le président, |
| L. De Grève. | L. De Grève. |