Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Arrest nr. 48/98 van 22 april 1998 Rolnummer 1152 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 1, § 5, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 1997 « tot wijziging van de onderwijswetgeving tot hervorming van de inr Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...)"
Arrest nr. 48/98 van 22 april 1998 Rolnummer 1152 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 1, § 5, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 1997 « tot wijziging van de onderwijswetgeving tot hervorming van de inr Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) Arrêt n° 48/98 du 22 avril 1998 Numéro du rôle : 1152 En cause : le recours en annulation de l'article 1 er , § 5, du décret de la Communauté française du 4 février 1997 modifiant la législation dans le domaine de l'enseignement La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Arrest nr. 48/98 van 22 april 1998 Arrêt n° 48/98 du 22 avril 1998
Rolnummer 1152 Numéro du rôle : 1152
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 1, § 5, van het En cause : le recours en annulation de l'article 1er, § 5, du décret
decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 1997 « tot wijziging de la Communauté française du 4 février 1997 modifiant la législation
van de onderwijswetgeving tot hervorming van de inrichting [en de dans le domaine de l'enseignement réformant l'organisation et le
financiering] van het hoger onderwijs », ingesteld door G. Petit. financement de l'enseignement supérieur, introduit par G. Petit.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P.
rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van het beroep I. Objet du recours
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 5 september Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 5
1997 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 septembre 1997 et parvenue au greffe le 8 septembre 1997, G. Petit,
september 1997, heeft G. Petit, wonende te 7780 Komen-Waasten, demeurant à 7780 Comines-Warneton, rue des Canons 39, a introduit un
Kanonnenstraat 39, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 1, § recours en annulation de l'article 1er, § 5, du décret de la
5, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 1997 « tot Communauté française du 4 février 1997 modifiant la législation dans
wijziging van de onderwijswetgeving tot hervorming van de inrichting le domaine de l'enseignement réformant l'organisation et le
[en de financiering] van het hoger onderwijs » (bekendgemaakt in het financement de l'enseignement supérieur (publié au Moniteur belge du
Belgisch Staatsblad van 23 mei 1997). 23 mai 1997).
II. De rechtspleging II. La procédure
Bij beschikking van 8 september 1997 heeft de voorzitter in functie de Par ordonnance du 8 septembre 1997, le président en exercice a désigné
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage.
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. des articles 71 ou 72 de la loi organique.
Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi
organieke wet bij op 2 oktober 1997 ter post aangetekende brieven. organique, par lettres recommandées à la poste le 2 octobre 1997.
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1997. Moniteur belge du 4 octobre 1997. Le Gouvernement de la Communauté française, place Surlet de Chokier
De Franse Gemeenschapsregering, Surlet de Chokierplein 15-17, 1000 15-17, 1000 Bruxelles, a introduit un mémoire, par lettre recommandée
Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 13 november 1997 ter post à la poste le 13 novembre 1997.
aangetekende brief.
Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de Ce mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi
organieke wet bij op 27 november 1997 ter post aangetekende brief. organique, par lettre recommandée à la poste le 27 novembre 1997.
De verzoeker heeft een memorie van antwoord ingediend bij op 18 december 1997 ter post aangetekende brief. Le requérant a introduit un mémoire en réponse, par lettre recommandée à la poste le 18 décembre 1997.
Bij beschikking van 25 februari 1998 heeft het Hof de termijn Par ordonnance du 25 février 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 5
waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 5 september 1998. septembre 1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu.
Bij beschikking van 11 maart 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid Par ordonnance du 11 mars 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état et
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 1 april 1998. fixé l'audience au 1er avril 1998.
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en aan de Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à l'avocat du
advocaat van de Franse Gemeenschapsregering bij op 13 maart 1998 ter Gouvernement de la Communauté française par lettres recommandées à la
post aangetekende brieven. poste le 13 mars 1998.
Op de openbare terechtzitting van 1 april 1998 : A l'audience publique du 1er avril 1998 :
- zijn verschenen : - ont comparu :
. G. Petit, in eigen persoon; . G. Petit, en personne;
. Mr. M. Kaiser loco Mr. M. Nihoul, advocaten bij de balie te Brussel, . Me M. Kaiser loco Me M. Nihoul, avocats au barreau de Bruxelles,
voor de Franse Gemeenschapsregering; pour le Gouvernement de la Communauté française;
- hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag - les juges-rapporteurs P. Martens et G. De Baets ont fait rapport;
uitgebracht; - zijn de voornoemde partijen gehoord; - les parties précitées ont été entendues;
- is de zaak in beraad genomen. - l'affaire a été mise en délibéré.
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour.
III. In rechte III. En droit
- A - - A -
Ten aanzien van de ontvankelijkheid Quant à la recevabilité
A.1. De verzoeker, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van A.1. Le requérant, qui agit comme représentant légal de sa fille, née
zijn dochter, geboren op 7 augustus 1981, is van oordeel dat zij kan worden geraakt door een bepaling die haar zal verplichten een examen af te leggen om aan te tonen dat zij een voldoende kennis van haar moedertaal bezit, indien zij beslist zich in te schrijven in een hogeschool na het secundair onderwijs dat zij thans in Ieper in het Nederlands volgt. A.2. De Franse Gemeenschapsregering betwist dat het belang van de verzoeker actueel en zeker is vermits zijn dochter thans het vijfde jaar van het secundair onderwijs beëindigt en niets erop wijst dat zij hoger onderwijs zal volgen in een hogeschool van de Franse Gemeenschap. Ten gronde le 7 août 1981, estime que celle-ci peut être affectée par une disposition qui, si elle décide de s'inscrire dans une haute école à l'issue des études secondaires qu'elle effectue actuellement à Ypres en langue néerlandaise, l'obligera à passer un examen pour démontrer qu'elle a une maîtrise suffisante de sa langue maternelle. A.2. Le Gouvernement de la Communauté française conteste que l'intérêt du requérant soit actuel et certain puisque sa fille termine actuellement sa cinquième année d'études secondaires et que rien n'indique qu'elle fera des études supérieures dans une haute école de la Communauté française. Quant au fond
A.3. De verzoeker beweert dat de wetgever, door niet te voorzien in A.3. Le requérant soutient qu'en s'abstenant de prévoir des mesures
overgangsmaatregelen ten gunste van de studenten van wie de moedertaal transitoires en faveur des étudiants dont la langue maternelle est le
français et qui, au 1er septembre 1996, avaient entamé des études
het Frans is en die op 1 september 1996 secundair onderwijs volgden secondaires dans l'enseignement dispensé en Flandre, le législateur
dat in Vlaanderen wordt verstrekt, de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van décrétal a violé les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution,
de Grondwet heeft geschonden, alsmede die drie bepalingen in samenhang de même que ces trois dispositions combinées avec le Pacte
met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke international relatif aux droits civils et politiques, le Pacte
rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et
culturele rechten en het Verdrag inzake de rechten van het kind, die la Convention relative aux droits de l'enfant, qui interdisent les
de discriminaties op grond van de taal verbieden en die de toegang tot discriminations fondées sur la langue et qui garantissent l'accès à
het onderwijs waarborgen. l'enseignement.
A.4. De Franse Gemeenschapsregering antwoordt dat elke A.4. Le Gouvernement de la Communauté française répond que chaque
gemeenschapswetgever een onderscheid moet kunnen maken naargelang de législateur communautaire doit pouvoir faire une distinction selon que
studenten hun diploma secundair onderwijs al dan niet in de Franse les étudiants ont obtenu ou non leur diplôme de l'enseignement
Gemeenschap hebben behaald, inzonderheid wanneer hij een algehele secondaire dans la Communauté française, spécialement lorsqu'il
doelstelling van kwaliteit van de opleiding van de studenten poursuit un objectif global de qualité de la formation des étudiants.
nastreeft. Zij stelt dat de dochter van de verzoeker zeker voor het Il souligne que la fille du requérant réussirait certainement l'examen
taalexamen zou slagen mocht zij het afleggen. Zij is van oordeel dat linguistique si elle devait le passer. Il estime que le requérant ne
de verzoeker niet voldoende de bepalingen van het internationaal recht précise pas à suffisance les dispositions du droit international qu'il
preciseert waarop hij zich beroept en dat de ontstentenis van invoque et que l'absence de mesures transitoires ne peut être tenue
overgangsmaatregelen niet als een schending van de artikelen 10 en 11 pour une violation des articles 10 et 11 de la Constitution.
van de Grondwet kan worden beschouwd.
- B - - B -
B.1. Artikel 1, § 5, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 B.1. L'article 1er, § 5, du décret de la Communauté française du 4
februari 1997 « tot wijziging van de onderwijswetgeving tot hervorming van de inrichting [en de financiering] van het hoger onderwijs » voegt aan artikel 26 van het decreet van 5 augustus 1995 « houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen » een paragraaf 6 toe, zijnde de bestreden bepaling, die als volgt is geformuleerd : « Behalve door de Regering toegestane afwijking onder de door haar vast te stellen voorwaarden mag niemand ingeschreven worden voor de in de artikelen 15 en 18 bedoelde studies indien hij niet bewees dat hij de Franse taal genoeg machtig was. Dit bewijs kan worden geleverd : 1° ofwel door het slagen in een examen dat te dien einde door een of meer hogescholen wordt ingericht overeenkomstig bepalingen die door de regering worden vastgesteld op advies van de algemene Raad van de Hogescholen; 2° ofwel door het welslagenattest voor een van de in artikel 22, § 1, lid 1, 6°, en lid 2 bepaalde toelatingsexamens; 3° ofwel door het bezit van een Belgisch of buitenlands diploma dat de eindcyclus van secundair onderwijs bekrachtigt of een cyclus van hoger onderwijs in een inrichting waarvan de onderwijstaal de Franse taal is; 4° ofwel door het bezit van een Belgisch of buitenlands diploma dat de eindcyclus van secundair onderwijs bekrachtigt of een cyclus van hoger onderwijs in een inrichting waarvan de onderwijstaal gedeeltelijk de Franse taal is indien de Regering, na onderzoek van het in het raam van die studies gevolgde leerprogramma het bezit van dat diploma gelijkstelt met het bezit van het onder 3° vermelde diploma met het oog op de toepassing van deze bepaling; de Regering stelt de lijst van de gelijkgestelde diploma's vast. Het diploma dat de eindcyclus van secundair onderwijs of een cyclus van hoger onderwijs in een inrichting die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteert en waarvan de onderwijstaal gedeeltelijk de Franse taal is, bekrachtigt, wordt met één van de in lid 2, 3° bedoelde diploma's gelijkgesteld. » Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.2. Zelfs indien de aangevochten bepaling niet onmiddellijk de situatie van de dochter van de verzoeker raakt, kan worden aangenomen dat zij rechtstreeks en ongunstig kan worden geraakt door een bepaling die de toegang tot de hogescholen aan een bijkomende voorwaarde onderwerpt, namelijk het slagen voor een taalexamen, vermits zij hoger onderwijs kan volgen wanneer zij haar secundair onderwijs zal hebben beëindigd. B.3. De exceptie van onontvankelijkheid wordt verworpen. Ten gronde Het geheel van de middelen samen B.4. Door te bepalen dat de studenten die zich in een hogeschool inschrijven de Franse taal voldoende machtig moeten zijn, heeft de decreetgever ervoor gezorgd dat elk van hen het aldaar verstrekte onderwijs begrijpt. Door op te sommen op welke manier die kennis van het Frans zou worden aangetoond, heeft hij een maatregel genomen die adequaat is om het doel dat hij nastreeft te bereiken. B.5. Het is niet discriminerend, in het decreet, niet te voorzien in overgangsbepalingen ten gunste van studenten wier moedertaal het Frans is en die, op het ogenblik waarop het decreet werd aangenomen, hun secundair onderwijs in het Nederlands volgden. Het is immers niet onredelijk zich ervan te vergewissen of die studenten de kennis van hun moedertaal niet hebben verloren, door hen een examen te laten afleggen. De bestreden bepaling houdt geen discriminerende inbreuk in op de rechten en vrijheden die inzake onderwijs worden gewaarborgd door de grondwettelijke en internationale bepalingen die door de verzoeker zijn aangevoerd. B.6. De middelen zijn niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 april 1998. De griffier, L. Potoms De voorzitter, février 1997 « modifiant la législation dans le domaine de l'enseignement réformant l'organisation et le financement de l'enseignement supérieur » ajoute, dans l'article 26 du décret du 5 août 1995 « fixant l'organisation générale de l'enseignement supérieur en hautes écoles », un paragraphe 6 qui constitue la disposition attaquée et qui est ainsi rédigé : « Sauf dérogation accordée par le Gouvernement, dans les conditions qu'il détermine, nul ne peut être inscrit aux études visées aux articles 15 et 18, s'il n'a pas fait la preuve d'une maîtrise suffisante de la langue française. Cette preuve peut être apportée : 1° soit par la réussite d'un examen organisé à cette fin par une ou plusieurs hautes écoles, suivant des dispositions arrêtées par le Gouvernement sur avis du Conseil général des hautes écoles; 2° soit par l'attestation de succès à l'un des examens d'admission prévus à l'article 22, § 1er, alinéa 1er, 6° et alinéa 2; 3° soit par la possession d'un diplôme, belge ou étranger, sanctionnant le cycle final d'études secondaires ou un cycle d'études supérieures suivis dans un établissement dont la langue d'enseignement est la langue française; 4° soit par la possession d'un diplôme, belge ou étranger, sanctionnant le cycle final d'études secondaires ou un cycle d'études supérieures suivis dans un établissement dont la langue d'enseignement est partiellement la langue française, si, après examen du programme d'études suivi dans le cadre de ces études, le Gouvernement assimile, en vue de l'application de la présente disposition, la possession de ce diplôme à celle du diplôme repris sous 3°; le Gouvernement fixe la liste des diplômes ainsi assimilés. Le diplôme sanctionnant le cycle final d'études secondaires ou un cycle d'études supérieures suivis dans un établissement relevant de la Communauté germanophone et dont la langue de l'enseignement est partiellement la langue française est assimilé à un des diplômes visés à l'alinéa 2, 3°. » Quant à la recevabilité B.2. Même si la disposition attaquée ne concerne pas, dans l'immédiat, la situation de la fille du requérant, il peut être admis qu'elle est susceptible d'être affectée directement et défavorablement par une disposition qui subordonne l'accès aux hautes écoles à une condition supplémentaire, à savoir la réussite d'un examen linguistique, puisqu'elle a vocation à faire des études supérieures lorsqu'elle aura terminé ses études secondaires. B.3. L'exception d'irrecevabilité est rejetée. Quant au fond Sur l'ensemble des moyens réunis B.4. En disposant que les étudiants qui s'inscrivent dans une haute école doivent avoir une maîtrise suffisante de la langue française, le législateur décrétal a veillé à ce que l'enseignement qui y est dispensé soit compris par chacun d'entre eux. En énumérant de quelle manière serait démontrée cette connaissance du français, il a pris une mesure adéquate pour atteindre l'objectif qu'il poursuit. B.5. Il n'est pas discriminatoire de ne pas prévoir, dans le décret, de mesure transitoire en faveur d'étudiants dont la langue maternelle est le français et qui, au moment où le décret a été adopté, faisaient leurs études secondaires en néerlandais. Il n'est, en effet, pas déraisonnable de s'assurer que ces étudiants n'ont pas perdu la maîtrise de leur langue maternelle, en leur faisant passer un examen. La disposition attaquée ne porte pas une atteinte discriminatoire aux droits et libertés garantis, en matière d'enseignement, par les dispositions constitutionnelles et internationales invoquées par le requérant. B.6. Les moyens ne sont pas fondés. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 22 avril 1998. Le greffier, L. Potoms Le président,
M. Melchior M. Melchior
^