gepubliceerd op 21 januari 2011
Ministerieel besluit houdende erkenning van een interprofessionele instelling voor de controle op de samenstelling van melk en houdende goedkeuring van het normatieve document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt. - Erratum
WAALSE OVERHEIDSDIENST
25 OKTOBER 2010. - Ministerieel besluit houdende erkenning van een interprofessionele instelling voor de controle op de samenstelling van melk en houdende goedkeuring van het normatieve document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt. - Erratum
De bijlage van voornoemd ministerieel besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 december 2010 (blz. 77443), dient te worden gelezen als volgt : BIJLAGE « Comité du Lait ASBL » Normatief document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt. 1. Algemeen 1.1. Dat normatieve document wordt in toepassing van artikel 11, 4°, van het besluit van de Waalse Regering opgemaakt. (zie 2.1). 1.2. Dat normatieve document beschrijft de methode die de kopers, de producenten en het interprofessionele organisme (zie 2.3) moeten volgen voor de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers in het in artikel 2 van dit besluit bedoelde territoriale district geleverd wordt. 1.3. Alles wat niet in het normatieve document voorzien is, wordt door de toepassing van het besluit van de Waalse Regering geregeld. 1.4. De modaliteiten betreffende de praktische uitvoering van dit normatieve document worden door het interprofessionele organisme bepaald in overeenstemming met, enerzijds, de andere interprofessionele organismen die in België erkend worden overeenkomstig ofwel het besluit van de Waalse Regering, ofwel een met dat besluit gelijkwaardige wetgeving die in de andere Gewesten van België van toepassing is, en, anderzijds, met de representatieve beroepsorganisaties van de kopers en producenten. 1.5. De modaliteiten betreffende de praktische uitvoering van dit normatieve document liggen ter inzage op de website (www.comitedulait.be) van het interprofessionele organisme. Ze worden door het interprofessionele organisme aan de melkproducent en aan de koper op hun gewoon verzoek medegedeeld. 1.6. De modaliteiten betreffende de praktische uitvoering van dit normatieve document worden bij elke bijwerking medegedeeld aan de in artikel 1, 3°, van het besluit van de Waalse Regering bedoelde dienst. 2. Begripsomschrijvingen 2.1. Het besluit van de Waalse Regering: het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 betreffende de controle op de samenstelling van melk, de betaling van melk door de kopers aan de producenten en de erkenning van de interprofessionele organismen. 2.2. De begripsomschrijvingen van artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering zijn van toepassing op dit document. 2.3. Het interprofessionele organisme: het « Comité du Lait ASBL », interprofessioneel organisme belast met de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt. 2.4. Het territoriale district: het territoriale district bedoeld in artikel 2 van dit besluit. 2.5. De tankwagen : het ophalingsvoertuig gebruikt voor de ophaling van melk in het territoriale district. 2.6. De chauffeur (van de tankwagen) : de persoon die verantwoordelijk is voor het nemen van het monster en, bij uitbreiding, voor de ladingverrichtingen tijdens de ophaling. 2.7. De maandelijkse indeling : 2.7.1. voor het vetgehalte en het eiwitgehalte gaat het om het gemiddelde gehalte bedoeld in bijlage 2, D, 3, e, van het besluit van de Waalse Regering en berekend over de leveringen van één maand; 2.7.2. voor het vriespunt gaat het om het resultaat bedoeld in bijlage 2, C, 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering; 2.7.3. voor de criteria betreffende de kwaliteit van koemelk bepaald in het
koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
21/12/2006
pub.
15/01/2007
numac
2007022028
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
Koninklijk besluit betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen
sluiten betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen gaat het om de resultaten bedoeld in bijlage 2, C, 1, 3° tot 5°, van het besluit van de Waalse Regering. 2.8. De test voor de bepaling van het percentage van de residuele melk : de test waarmee kan worden bepaald of het monster genomen met het automatische monsternemingsapparaat van de tankwagen tijdens een ladingverrichting niet besmet is door melk die tijdens de vorige ladingverrichting bemonsterd is. 3. Ophalingsmodaliteiten 3.1. Algemeen 3.1.1. Elke tankwagen moet erkend worden door het interprofessionele organisme tenzij hij de voorwaarden van punt 3.2.4. vervult of tenzij de koper de voorwaarden van punt 3.8. vervult. 3.1.2. Krachtens artikel 7, § 3, van het besluit van de Waalse Regering, mogen het nemen van het monster en, bij uitbreiding, de ophaling van melk alleen uitgevoerd worden door één tankwagenchauffeur die houder is van een door het interprofessionele organisme verleende vergunning voor het nemen van het monster (zie 3.6) tenzij de chauffeur over een vergunning die aan de in punt 3.6.4 bedoelde voorwaarden voldoet, beschikt of tenzij de koper de voorwaarden van punt 3.8 vervult. 3.2. Voorwaarden voor de toekenning, de handhaving en intrekking van de erkenning van een tankwagen 3.2.1. De tankwagen wordt erkend indien hij over de volgende conforme uitrustingen beschikt, die goed werken en waarvan het gebruik de kenmerken van de geladen en bemonsterde melk niet kan wijzigen: 3.2.1.1. Automatisch registratiesysteem voor de identificatiegegevens van de geladen melkhoeveelheden. 3.2.1.2. Apparatuur voor het automatische nemen van een monster van de geladen melk, die volgens een goedgekeurd monsternemingsysteem functioneert. 3.2.1.3. Monsterkist. 3.2.1.4. Ophalinguitrusting.
Bijkomende toelichtingen over die uitrustingen en over hun werking kunnen worden gevraagd volgens de modaliteiten van punt 1.4. In dit geval zijn ze beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5.
De voorwaarden die vervuld moeten worden voor de goedkeuring van het monsternemingsysteem volgens welk de in punt 3.2.1.2 bedoelde apparatuur werkt, zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.2.2. Controles in het kader van de erkenning van een tankwagen : 3.2.2.1. Alvorens de erkenning toe te kennen, controleert het interprofessionele organisme de goede werking van de apparatuur bedoeld in punt 3.2.1.2 op grond van de test voor de bepaling van het percentage van de residuele melk. Het controleert ook de goede werking van de andere uitrustingen van de tankwagen die bedoeld zijn in punt 3.2.1.
Een controleprocedure voor een nieuwe erkenning die volgens de modaliteiten van punt 1.4. bepaald wordt en die beschikbaar is volgens de modaliteiten van punt 1.5 beschrijft wat moet worden gedaan om : a) al die controles uit te voeren;b) hun resultaten uit te leggen, en c) de te ondernemen overeenstemmingsacties aan te wijzen alvorens de tankwagen aan dezelfde controles opnieuw te onderwerpen. 3.2.2.2. Voor de handhaving van de erkenning controleert het interprofessionele organisme de erkende tankwagen minstens één keer per jaar.
Een controleprocedure voor de handhaving van de erkenning die volgens de modaliteiten van punt 1.4. bepaald wordt en die beschikbaar is volgens de modaliteiten van punt 1.5 beschrijft wat moet worden gedaan om : a) de controles van de uitrustingen bedoeld in punt 3.2.1. uit te voeren; b) hun resultaten uit te leggen;c) de te ondernemen overeenstemmingsacties aan te wijzen alvorens de tankwagen aan dezelfde controles opnieuw te onderwerpen;d) de termijnen waarin deze acties ondernomen moeten worden, te bepalen, waarbij elke overschrijding van die termijnen aanleiding geeft tot de intrekking van de vergunning van de tankwagen. 3.2.3. Het interprofessionele organisme zorgt voor de opmaking en de bijwerking van een lijst, per koper, van de tankwagens die in het territoriale district ophalen, van de kenmerken van hun monsternemingsapparatuur en van de geldigheid van hun vergunning. 3.2.4. De tankwagen a) die over een geldige erkenning beschikt, die verleend is door een ander interprofessioneel organisme dat erkend is krachtens het besluit van de Waalse Regering; b) of die uitgerust is met een monsternemingsapparatuur die beschikt over een geldige erkenning verleend krachtens artikel 5, § 1, en § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/09/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007036620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk sluiten houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk, wordt erkend als gelijkwaardig met een tankwagen die door het interprofessioneel organisme erkend is, voor zover: a) een document gelijkwaardig met het document bedoeld in punt 3.2.6 in de tankwagen aanwezig is, en b) een onverwachte controle, uitgevoerd overeenkomstig modaliteiten gelijkwaardig aan de in punt 3.2.2.2 bedoelde controle niet wijst op ernstige tekortkomingen inzake de erkenningsvoorwaarden bedoeld in punt 3.2.1.
Die tankwagen wordt opgenomen in de in punt 3.2.3. bedoelde lijst. 3.2.5. De toekenning van de erkenning hangt af van het resultaat van de in punt 3.2.2.1. bedoelde controle. De handhaving of de intrekking van de erkenning hangt af van het resultaat van de in punt 3.2.2.2 bedoelde controle. 3.2.6. De erkenning wordt bevestigd door een document dat door het interprofessionele organisme aan de koper afgegeven wordt. Dat document moet op elk ogenblik aanwezig zijn in de tankwagen om elke uitgevoerde controle te kunnen vaststellen. 3.3. Gegevens en documenten die de kopers moeten overmaken aan het interprofessionele organisme wat betreft de organisatie van de ophaling en de identificatie van de producenten 3.3.1. De koper stelt het interprofessionele organisme in kennis van elke verandering betreffende die de producenten die hem melk leveren, met een frequentie bepaald door het interprofessionele organisme; die frequentie is beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.3.2. De koper stelt het interprofessionele organisme in kennis van elke verandering betreffende de ophaling (ophaalrondes, tankwagens, chauffeurs en ophalingsdatum), met een frequentie bepaald door het interprofessionele organisme; die frequentie is beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.3.3. Bijkomende informatie betreffende de organisatie van de ophaling wordt op elk verzoek van het interprofessionele organisme door de koper medegedeeld. 3.4. Voorschriften om de identificatiegegevens van de geladen melkhoeveelheden op te nemen 3.4.1. Tijdens de ophaling en bij elke verrichting voor de lading van melk in de melkproductie-eenheid worden de identificatiegegevens van de geladen melkhoeveelheid, bedoeld in artikel 7, § 1, van het besluit van de Waalse Regering, automatisch opgenomen aan de hand van het automatische registratiesysteem dat op de tankwagen geïnstalleerd is en dat bedoeld is in artikel 3.2.1.1. 3.4.2. Bij defect van het automatische registratiesysteem of indien de koper de in punt 3.8 bedoelde voorwaarden vervult, worden de gegevens manueel door de tankwagenchauffeur opgenomen. 3.5. Voorschriften voor het nemen en de identificatie van het monster bij elke ladingverrichting van een levering 3.5.1. Het in artikel 7, § 2, van het besluit van de Waalse Regering bedoelde monster wordt in een door het interprofessionele organisme erkend flesje automatisch genomen aan de hand van de in punt 3.2.1.2. bedoelde apparatuur. Aan het einde van elke monsterneming wordt het monster eigendom van het interprofessionele organisme. 3.5.2. Het monster wordt alleen manueel genomen indien de in punt 3.2.1.2 bedoelde apparatuur tijdelijk defectueus is of indien een te laden onvoldoende melkhoeveelheid (kleiner dan 150 liter) een automatische representatieve monsterneming van de geladen melkhoeveelheid onmogelijk maakt.
Het monster wordt manueel genomen indien de koper de in punt 3.8 bedoelde voorwaarden vervult en indien hij geen tankwagen erkend volgens de bepalingen van punt 3.2 gebruikt. 3.5.3. Vanaf het begin van de monsterneming moet elk monsterflesje voorzien zijn van een code om zijn identificatie op elk ogenblik en in alle omstandigheden te garanderen. Het codemodel en de specificaties van zijn drager zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.5.4. Een verslag over de ophaalronde wordt systematisch bij elke ronde en per monsternemingsdatum door de chauffeur ingevuld. Het verslagmodel en de specificaties van zijn drager zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.6. Voorwaarden voor de toekenning, de handhaving en intrekking van de vergunning voor het nemen van het monster 3.6.1. Wanneer een tankwagenchauffeur de ophaling begint, dient de voor de chauffeur verantwoordelijke koper een vergunningsaanvraag bij het interprofessionele organisme in. Indien de toekenningsvoorwaarden nageleefd worden, kent het interprofessionele organisme een voorlopige vergunning aan de chauffeur toe. Vóór de vervaldatum van de geldigheid van zijn voorlopige vergunning moet de chauffeur deelnemen aan een door het interprofessionele organisme georganiseerde basisvorming, aan het einde waarvan hij een vergunning krijgt.
De termijnen en de wijze van indiening van de vergunningsaanvraag, de toekenningsvoorwaarden en de gelijdigheidsduur van de voorlopige vergunning, de modaliteiten inzake de organisatie van de basisvorming en de inhoud ervan worden bepaald volgens de modaliteiten van punt 1.4 en zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.6.2. De handhaving van de vergunning is onderworpen aan : 3.6.2.1. de deelneming (één keer per jaar) van de chauffeur aan een continue vorming gegeven door het interprofessionele organisme, 3.6.2.2. de naleving door de chauffeur van de procedures betreffende de ophaling en de monsterneming van melk, 3.6.2.3. en aan de aanvaarding door de chauffeur van de controles die regelmatig door het interprofessionele organisme georganiseerd worden om de toepassing van de regels betreffende de monsterneming en de ophaling in het algemeen te verifiëren.
Het interprofessionele organisme kan een lijst van omstandigheden van overmacht bepalen voor de handhaving van een vergunning zelfs indien één van de hierbovenvermelde voorwaarden niet nageleefd wordt. Die lijst is beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 3.6.3. Het interprofessionele organisme zorgt voor de opmaking en de bijwerking van een lijst, per koper, van de geïdentificeerde chauffeurs die in het territoriale district ophalen; die lijst vermeldt de geldigheid van hun vergunning. 3.6.4. De geldige chauffeurvergunning a) die toegekend is door een ander interprofessioneel organisme erkend krachtens het besluit van de Waalse Regering;b) of die toegekend is krachtens artikel 5, § 3 en § 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/09/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007036620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk sluiten houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk; wordt erkend als gelijkwaardig met een vergunning toegekend door het interprofessionele organisme voor zover de chauffeur de voorwaarden bedoeld in punt 3.6.2.2 en 3.6.2.3 naleeft, wanneer hij in het territoriale district ophaalt.
De chauffeur die houder is van een dergelijke vergunning, wordt opgenomen in de lijst bedoeld in punt 3.6.3. 3.6.5. De chauffeurvergunning wordt automatisch ingetrokken indien de geldigheidsdatum ervan overschreden is of indien tekortkomingen inzake de voorwaarden bepaald in punt 3.6.2. vastgesteld worden. 3.7. Voorwaarden m.b.t. het vervoer en het behoud van de monsters tussen het vertrek van de melkproductie-eenheid en de analyse door het interprofessionele organisme 3.7.1. Tijdens het vervoer tussen de melkproductie-eenheid en de koper moeten de monsters bewaard worden bij een temperatuur inbegrepen tussen 0 en 4 °C in de daartoe bestemde kist. 3.7.2. De te analyseren monsters worden door de koper opgeslagen en bewaard in een daartoe bestemde koelkast waarvan de toegang beperkt is. Een lijst, per koelkast, van de personen die ertoe toegang hebben, worden door de koper bijgewerkt. Hij deelt deze lijst aan het interprofessionele organisme mede, indien laatstgenoemde erom verzoekt. 3.7.3. De termijn tussen de monsterneming en het begin van de analyse moet zo kort mogelijk zijn en mag niet langer zijn dan 84 uur voor alle analyses van de samenstelling van melk. 3.8. Voorwaarden voor de « kleine kopers » 3.8.1. Een kleine koper is een koper die de voorwaarden bepaald in artikel 6, § 1, van het besluit van de Waalse Regering vervult. 3.8.2. De procedure die eigen is aan die « kleine kopers » en die de ophaling, de bewaring en het vervoer van de monsters betreft, is beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 4. Modaliteiten van de analyses voor de controle van de samenstelling van melk 4.1. De samenstelling van melk wordt bepaald volgens de voorschriften van artikel 8, § 3, van het besluit van de Waalse Regering. 4.2. De analytische methodes die volgens artikel 8, § 4, van het besluit van de Waalse Regering erkend zijn en die gebruikt worden voor de bepaling van de criteria van de samenstelling van melk, zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 5. Modaliteiten betreffende de interpretatie van de resultaten 5.1. Een analyseresultaat wordt geëvalueerd in het licht van het verloop van de zogenaamde analyse in het laboratorium van het interprofessionele organisme alsmede op grond van elke schriftelijke mededeling van de producent, de chauffeur van de ophaalwagen of de verantwoordelijke voor de ophaling in opdracht van de koper die de representativiteit van het melkmonster betwijfelt.
Indien die evaluatie een onregelmatigheid van het analyseresultaat aan het licht brengt, wordt dat resultaat nietig verklaard. 5.2. De representativiteit van het monster van de geleverde melk wordt beoordeeld op grond van een procedure die door het interprofessionele organisme bepaald wordt en die beschikbaar is volgens de modaliteit van punt 1.5. 5.3. Een analyseresultaat wordt effectief wanneer het om één van de hierbovenvermelde redenen niet nietig verklaard kan worden. 5.4. Aan het einde van elke maand berekent het interprofessionele organisme de maandelijkse indeling van de leveringen voor elk criterium betreffende de samenstelling van melk. 6. Modaliteiten betreffende de mededeling van de resultaten 6.1. Het interprofessionele organisme deelt maandelijks alle analyseresultaten en de maandelijkse indelingen mede aan elke betrokken producent en aan zijn koper. Het deelt ook het aantal strafpunten die bedoeld zijn in bijlage 2, C, 1, van het besluit van de Waalse Regering en die toepasselijk zijn op de betaling van de leveringen van de maand door de koper, aan de producent en aan zijn koper mede. Ten slotte deelt het de informatie over leveringen van monsters waarin antibiotica-afval is gevonden, aan de producent en aan zijn koper mede. 6.2. Zodra een werkelijk resultaat van het vriespunt behaald wordt en voor zover dat resultaat aan de voorziene normen niet voldoet, wordt het ter beschikking gesteld van de producenten en de kopers. 6.3. De technische middelen gebruikt om de gegevens bedoeld in punten 6.1 en 6.2 mede te delen zijn beschikbaar volgens de modaliteiten van punt 1.5. 6.4. Het interprofessionele organisme deelt alle resultaten en informatie die nodig zijn voor de controle van de betaling van melk bij de kopers aan de dienst bedoeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Waalse Regering mede. Deze mededeling gebeurt maandelijks maar de dienst mag bijkomende mededelingen vragen. 7. Procedure voor de behandeling van de betwistingen van de resultaten 7.1. Elke koper of producent kan de resultaten van de analyses die hem betreffen en die door het interprofessionele organisme verricht worden bij het interprofessionele organisme betwisten. Het dossier wordt behandeld in het kader van de beroepsprocedure die bepaald is door het interprofessionele organisme en die beschikbaar is volgens de modaliteiten van punt 1.5. 7.2. Een klacht tegen de beslissing genomen in het kader van de in punt 7.1. bedoelde beroepsprocedure kan ingediend worden bij de dienst bedoeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Waalse Regering. 8. Sancties in geval van niet-naleving van de ophalingsmodaliteiten De koper of de tankwagenchauffeur die de regels betreffende de ophaling en de monsterneming van melk niet naleeft of die ze niet behoorlijk toepast, kan gestraft worden in het kader van de door het interprofessionele organisme bepaalde procedure die beschikbaar is volgens de modaliteiten van punt 1.5. 9. Procedure voor de behandeling van de betwistingen van de sancties betreffende de niet-naleving van de ophalingsmodaliteiten 9.1. Elke koper of tankwagenchauffeur kan de sancties die hem wegens niet-naleving van de ophalingsmodaliteiten opgelegd zijn, bij het interprofessionele organisme betwisten. Het dossier wordt behandeld in het kader van de beroepsprocedure die bepaald is door het interprofessionele organisme en die beschikbaar is volgens de modaliteiten van punt 1.5. 9.2. Een klacht tegen de beslissing genomen in het kader van de in punt 9.1. bedoelde beroepsprocedure kan ingediend worden bij de dienst bedoeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Waalse Regering.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 25 oktober 2010 houdende erkenning van een interprofessionele instelling voor de controle op de samenstelling en de kwaliteit van melk en houdende goedkeuring van het normatieve document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt.
Namen, 25 oktober 2010.
De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN