Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 05 februari 2024

NATIONAAL AKKORD ARTSEN - ZIEKENFONDSEN 2024-2025 Ministeraad 26 januari 2024 NOTIFICATIE PUNT 27 BETREFT : MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN Goedkeuring van het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 202(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2024000951
pub.
05/02/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


NATIONAAL AKKORD ARTSEN - ZIEKENFONDSEN 2024-2025 Ministeraad 26 januari 2024 NOTIFICATIE PUNT 27 BETREFT : MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN Goedkeuring van het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2024-2025, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

NOTIFICATIE : Met dien verstande dat rekening zal worden gehouden met de brief van 25 januari 2024 van de Staatssecretaris voor Begroting, wordt het voorstel, vervat in punt 9 van de nota van 25 januari 2024, goedgekeurd.

De Secretaris van de Raad, R. LECOK

Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2024-2025. - Ministerraad van 26 januari 2024. - Goedkeuring van de nationale overeenkomst met de artsen en de verzekeringsinstellingen, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 Krachtens de artikelen 26, 50 en 51 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen (hierna NCAZ) onder het voorzitterschap van de heer Johan DE COCK op 19 december 2023 het navolgende akkoord gesloten voor de jaren 2024 en 2025. 1. INLEIDING Dit akkoord sluit aan bij de prioritaire doelstellingen die in het kader van het beleid inzake gezondheidszorg werden bepaald en hanteert de `quintuple aim' principes hierbij als kompas. De afspraken die door de NCAZ in dit akkoord worden gemaakt hebben betrekking op het verbeteren van de gezondheidstoestand van de bevolking - van jong tot oud -, het verbeteren van de zorg zoals die door de patiënt wordt ervaren - met een verbeterde levenskwaliteit tot gevolg -, het realiseren van meerwaarde op het vlak van de gezondheid via een gepaste inzet van middelen - de juiste, passende en zinnige zorg, op de juiste plaats -, het verzekeren van de toegankelijkheid en sociale rechtvaardigheid - ter bescherming van de meest kwetsbaren -, en het waarborgen voor de zorgprofessionals van een goed en duurzaam werkklimaat door het geven van een gevoel van zingeving binnen het uitvoeren van de job - een belangrijke motivator voor het verlenen van goede en continue zorg.

Het akkoord voorziet in al deze domeinen in concrete initiatieven en probeert stapsgewijs bij te dragen tot de noodzakelijke evolutie van het gezondheidssysteem die nodig is om de socio-economische en demografische uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden.

Hierbij moet de patiënt meer centraal staan dan het budget. Het is de verantwoordelijkheid van de NCAZ om met alle zorgverleners samen te werken aan de innovatie van de zorg in al zijn dimensies, rekening houdend met de gezondheidszorgdoelstellingen die werden geformuleerd en de middelen die ter beschikking werden gesteld door de Algemene raad.

Concreet wordt in dit akkoord ingezet op een aantal belangrijke topics zoals het verbeteren van het gezondheidsaanbod voor patiënten die kampen met psychische problemen, de ondersteuning van patiënten en mantelzorgers in het kader van de end of lifezorg, een betere toegang voor jongeren met bepaalde aandoeningen (oftalmologie, psychiatrie).

Dit akkoord bouwt ook verder op de engagementen die in het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2022-2023 werden genomen, zoals het meerjarentraject voor de herwaardering van de verstrekkingen bij rechtstreekse patiëntencontacten. Hierdoor worden de verbintenissen uit het vorig akkoord gerespecteerd.

Verder wordt op verschillende domeinen ook aandacht besteed aan samenwerking en multidisciplinaire zorg.

In het akkoord wordt aangekondigd dat een grondige hervorming van de financiering van de wachtdiensten van de huisartsen zal worden voorbereid. Een eerste stap hiertoe is de aanzienlijke verhoging van de beschikbaarheidshonoraria tijdens het weekend en op feestdagen. De wachtdiensten (out of hours care) worden door vele artsen als een steeds toenemende belasting ervaren mede door het dalend aantal huisartsen en de veranderende gezinssituatie.

Een belangrijk pakket middelen (16,7 mio EUR) wordt tevens voorzien voor de ondersteuning van de huisartsenpraktijken buiten de middelen die reeds werden voorzien voor de New Deal.

Ook de toegankelijkheid van de zorg vormt een belangrijk element in dit akkoord. De NCAZ heeft tijdens de loop van het akkoord 2022-2023 kennis genomen van de artikelen 22 tot 24 van de wet van 29 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/11/2022 pub. 09/12/2022 numac 2022034363 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg type wet prom. 29/11/2022 pub. 09/12/2022 numac 2022034396 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten waarbij een verbod wordt ingesteld op ereloonsupplementen die aan rechthebbenden met een verhoogde tegemoetkoming worden aangerekend bij het verstrekken van ambulante zorg. De NCAZ heeft kennis genomen van het voornemen van de regering om tijdens de loop van dit akkoord een eerste stap te zetten met betrekking tot de inwerkingtreding van deze bepaling.

De NCAZ zal ook verdere stappen zetten op het vlak van de doelmatige aanwending van de middelen. Hiertoe zullen binnen de begrotingsdoelstelling bepaalde verschuivingen worden doorgevoerd. De aldus vrijgemaakte middelen zullen worden aangewend voor de financiering van nieuwe initiatieven en herwaarderingen die in de schoot van de NCAZ worden afgesproken.

Het akkoord kan ook niet los gezien worden van de ruimere hervormingsagenda in de gezondheidszorg zoals de herziening van de nomenclatuur, de hervorming van de financiering van de ziekenhuissector, de ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg, de New Deal op het vlak van financiering van huisartspraktijken.

De looptijd van dit akkoord bedraagt twee jaar. In deze periode worden parlementaire verkiezingen georganiseerd en treedt een nieuwe regering aan. De NCAZ wenst dat in de betrokken periode de nodige waarborgen worden voorzien om de goede en integrale uitvoering van het akkoord te verzekeren. 2. FINANCIEEL KADER 2.1. Partiële begrotingsdoelstelling De globale financiële massa waarop dit akkoord voor het jaar 2024 betrekking heeft, bedraagt 11.788.664 duizend EUR, opgesplitst als volgt: ? de partiële begrotingsdoelstelling voor de honoraria van de artsen bedraagt 10.803.452 duizend EUR voor het jaar 2024.

Ten opzichte van de partiële begrotingsdoelstelling die voor het jaar 2023 werd vastgesteld, betekent dit een groei van 7,6 %; ? de honoraria voor dialyse in het ziekenhuis, in een centrum of thuis bedragen 569.361 duizend EUR. Ten opzichte van 2023 betekent dit een groei van 6,5 %; ? de honoraria die betrekking hebben op de verstrekkingen van de artsen verleend in het kader van de laagvariabele zorg bedragen 415.851 duizend EUR voor het jaar 2024. Ten opzichte van 2023 betekent dit een groei van 5,4 %. 2.2. Indexering van de honoraria De indexmassa van de honoraria voor het jaar 2024 bedraagt 697.792 duizend EUR, dat is een stijging ten opzichte van 2023 met 6,05 %.

In de in punt 2.1. voorziene middelen is voor 2024 een indexmassa voorzien van: ? 641.225 duizend EUR in de partiële begrotingsdoelstelling ; ? 32.843 duizend EUR met betrekking tot de honoraria voor dialyse; ? 23.724 duizend EUR met betrekking tot de honoraria laagvariabele zorg voor de verstrekkingen van de artsen.

In afwachting van de uitvoering van artikel 22 van de wet van 6 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/11/2023 pub. 23/11/2023 numac 2023046943 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wethoudende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg sluiten houdende diverse bepalingen inzake de gezondheidszorg wordt de indexering van volgende honoraria, voor het jaar 2024, bepaald via koninklijke besluiten of overeenkomsten: ? de forfaitaire honoraria per voorschrift in de klinische biologie; ? de honoraria in de overeenkomsten met betrekking tot borstreconstructie en complexe chirurgie; ? de honoraria voor genetic counseling en zorgtrajecten; ? de honoraria betreffende de beschikbaarheidshonoraria en het medisch advies bij palliatieve patiënten; ? de premies voorzien in de New Deal voor huisartsen met betrekking tot de praktijkverpleegkundige en het praktijkmanagement.

Het betreft een bedrag van 31.452 duizend EUR. 2.3 Doelmatige zorg 2.3.1. De afgelopen jaren werden verschillende initiatieven genomen en maatregelen uitgewerkt met betrekking tot de doelmatigheid van de zorg. Tevens werd tijdens de looptijd van het vorige akkoord een programma van transversale zorg uitgerold waarvan verschillende projecten met betrekking tot secundaire en tertiaire preventie door middel van zorgtrajecten, zorgpaden en geïntegreerde zorg werden gerealiseerd.

Door de Algemene Raad van het RIZIV werd beslist dat een gedeelte van de opbrengsten van de inspanningen terug in de sector kon worden geïnvesteerd. Op die manier komt vanaf 2024 een massa van 9.944 duizend EUR beschikbaar voor de sector van de medische honoraria.

De NCAZ wenst in de loop van dit akkoord haar inspanningen op het vlak van doelmatige zorg voort te zetten. Ze verbindt er zich toe om in de loop van het akkoord op dit vlak maatregelen te nemen ten belope van minstens 25 mio EUR, onder de uitdrukkelijke garantie van de Algemene Raad om deze middelen integraal en onmiddellijk aan te wenden in de sector van de medische honoraria. De betrokken middelen zullen onder meer worden bestemd voor de verdere herwaardering van bepaalde honoraria die vóór 30 juni 2024 zullen worden vastgesteld in onderling overleg. 2.3.2. De NCAZ zal op basis van de permanente audit van het RIZIV nauwgezet opvolgen of de geraamde budgettaire middelen van nomenclatuuraanpassingen en andere herwaarderingen overeenstemmen met de reële uitgaven. Zij vraagt ook om bij de permanente audit extra aandacht te besteden aan outliers. 2.4. Budget klinische biologie In punt 3.4.5.1 van het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2022-2023 werd overeengekomen om een herschikking door te voeren van de middelen die aan het budget klinische biologie worden toegewezen.

Op basis van analyses werd vastgesteld dat een gedeelte van de betrokken middelen wordt aangewend voor de dekking van kosten die niet met de klinische biologie verband houden.

In overleg met alle stakeholders werd beslist om de betrokken honorariumbedragen binnen de sector van de medische honoraria te reaffecteren. Deze middelen zijn bestemd voor de financiering van de New Deal voor huisartsen en voor de herijking van de honoraria in het kader van de hervorming van de nomenclatuur. Op basis van een herberekening kan een bijkomend bedrag van 8.168 duizend EUR aan de sector van de medische honoraria worden toegewezen. Buiten de middelen bestemd voor de New Deal 24.392 duizend EUR beschikt de NCAZ derhalve buiten de indexmassa over een bijkomend bedrag van 32.560 duizend EUR. De 15% besparing op klinische biologie zal verlopen via een aanpassing van de sleutelletterwaarde. 2.5. Nog beschikbare en bijkomende enveloppes Een aantal middelen die in het akkoord artsen-ziekenfondsen 2022-2023 werden voorzien werden tot nog toe niet besteed. Het gaat om middelen inzake de versterking van de ondersteuning van de huisartsenpraktijk (buiten New Deal) en inzake bijzondere zorgnoden voor de patiënt. Het betreft hier een bedrag van 19.772 duizend EUR. Teneinde het proces te faciliteren met betrekking tot de modaliteiten van de inwerkingtreding van de wettelijke bepalingen inzake het verbod op ereloonsupplementen voor rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming werd door de Algemene Raad van het RIZIV beslist om 10.000 duizend EUR vrij te maken.

Tevens werd door de Algemene Raad een budget van 9.038 duizend EUR voorzien dat moet bestemd worden voor artsen in opleiding. 2.6. Samengevat wordt in dit akkoord een bedrag van 776.120 duizend EUR verdeeld in de sector van de medische honoraria. Deze verdeling wordt toegelicht in punt 3. 3. BESTEMMING VAN DE MIDDELEN 3.1. Indexering van de honoraria Vanaf 1 januari 2024 worden de medische honoraria lineair geïndexeerd met 6,05 %. 3.2. Reële herwaardering van de honoraria 3.2.1. In punt 2.8.1 van het Nationaal Akkoord Artsen-Ziekenfondsen 2022-2023 werd het volgende overeengekomen: "De NCAZ zal, in het kader van het aangekondigde meerjarenbudget, vanaf 2023 een stapsgewijze herwaardering van de raadplegingen doorvoeren. Door deze herwaardering zullen tegen eind 2024 de tarieven van de raadplegingen van geaccrediteerde huisartsen en artsen-specialisten, met inbegrip van de spoedraadplegingen, op minstens 30 EUR worden gebracht. Deze aanpassing vergt een jaarlijkse inspanning in reële termen van 2,5 % voor de betrokken verstrekkingen. Tevens zal een parallelle aanpassing van de andere tarieven voor raadplegingen worden gerealiseerd." Concreet werd in 2023 met het oog op de uitvoering van deze verbintenis de honoraria voor alle raadplegingen met 0,81 EUR in reële termen verhoogd.

Voor sommige raadplegingen werd eveneens in 2023 een extra bedrag van 1 EUR per raadpleging toegekend.

Vanaf 1 januari 2024 wordt verzekerd dat alle raadplegingen ten opzichte van 2022 worden opgetrokken met minstens 2,50 % in reële termen. Dit vergt een extra kost van 1,8 mio EUR in 2024.

De globale financiële investering om alle raadplegingen in de periode 2022-2024 met 2,5% te herwaarderen heeft betrekking op een bedrag van 59,3 mio EUR. 3.2.2. In 2024 wenst de NCAZ bovendien ook in een aantal specifieke domeinen met bijzondere zorgnoden een extra verhoging van de honoraria door te voeren. 3.2.2.1. Huisartsen 3.2.2.1.1. Artikel 23 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019041141 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg sluiten inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg voorziet in de creatie van functionele samenwerkingsverbanden van huisartsenwachtposten. Bij wet van 18 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/05/2022 pub. 17/06/2022 numac 2022203320 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van hoofdstuk 7 van titel 2 van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten houdende dringende diverse bepalingen inzake de gezondheid werd voorzien dat de modaliteiten waaronder een financiering wordt verleend aan de erkende functionele samenwerkingsverbanden bij K.B. worden vastgesteld. Dit K.B. dat het voorwerp uitmaakt van besprekingen met de betrokken actoren zal op 1 januari 2025 in werking treden. Hierbij wordt in de begroting voorzien in een verhoging van de budgettaire middelen met 25 %. 3.2.2.1.2 Naast de goede organisatie van de wachtdiensten en wachtposten is het ook noodzakelijk om de vergoeding voor de beschikbaarheid tijdens de wachturen aan te passen. Momenteel bedraagt het beschikbaarheidshonorarium 7,60 EUR per uur. Als eerste stap in een hervorming van de financiering van de wachtdiensten voor huisartsen en specialisten voorziet dit akkoord in een verhoging van het beschikbaarheidshonorarium voor huisartsen tijdens het weekenden op feestdagen met 7,6 EUR/uur.

Gelet op de inwerkingtreding van de operationele samenwerkingsverbanden van huisartsenwachtposten herhaalt de NCAZ met aandrang haar oproep aan de bevoegde autoriteiten om in te zetten op een sluitende zorgtriage voor eerste lijnszorg via het systeem 1733.

De NCAZ herinnert eraan dat de effectieve operationaliteit op het hele Belgische grondgebied van het triagesysteem gekoppeld aan het nieuwe oproepnummer 1733 een absolute voorwaarde is voor de implementatie van toekomstige functionele samenwerkingsverbanden.

De NCAZ is tevens van mening dat er een diepgaande hervorming moet worden doorgevoerd van de vergoeding van de artsen tijdens de georganiseerde wachtdiensten. In dit kader zal ook de permanentietoeslag aangerekend voor raadplegingen tussen 18 en 21 uur (code 101113) worden herzien. Hiertoe wordt een werkgroep opgericht die tegen 30 juni 2024 concrete voorstellen zal ontwikkelen. 3.2.2.1.3. Permanentietoeslag Conform de afspraken in het kader van de projecten appropriate care wordt de voorlopige vermindering van het bedrag van de permanentietoeslag (code 101113) stopgezet. Het actuele bedrag van de toeslag wordt met 0,33 EUR verhoogd vanaf 1 januari 2024. 3.2.2.2. Specialisten Wat de specialisten betreft wordt, naast een aantal specifieke domeinen, in hoofdzaak ingezet op raadplegingen in verschillende domeinen: kinderspsychiatrie, kinderoftalmologie, infectiologie en geriatrie. 3.2.2.2.1. Kinderpsychiatrie Inzake kinderpsychiatrie wordt overeengekomen om een vergoeding te voorzien voor de activiteiten zonder patiëntencontact, onder meer met betrekking tot het opstellen van een dossier, het invullen van bijzondere attesten en aanvragen of het contacteren van bevoegde zorginstanties.

Aan de TGR zal ook gevraagd worden om de nomenclatuurbepalingen over groepstherapie te herzien met het oog op een aanpassing en vereenvoudiging van de gestelde voorwaarden. 3.2.2.2.2 Kinderoftalmologie Er wordt overeengekomen om, vanaf 1 januari 2024, het honorarium van verstrekking 106492 (toeslag oftalmologie voor kinderen jonger dan zeven jaar) van 5,78 EUR met 5 EUR te verhogen. 3.2.2.2.3 Infectiologie en medische microbiologie Er wordt overeengekomen om een honorarium in te voeren voor het onderzoek van een in het ziekenhuis opgenomen patiënt door een arts-specialist met bijzondere beroepstitel klinische infectiologie en medische microbiologie à rato van respectievelijk 60 % en 40% van de voorziene middelen. 3.2.2.2.4 Geriatrie Er wordt overeengekomen om, vanaf 1 januari 2024, het honorarium van verstrekking 102233 (pluridisciplinaire geriatrische evaluatie door de arts specialist in de geriatrie, met verslag aan de voorschrijvende huisarts) op te trekken van 127,73 naar 151,5 EUR. 3.2.2.2.5 Heelkunde Er wordt overeengekomen om, vanaf 1 februari 2024, de honoraria voor heelkundige verstrekkingen en de daarbij horende anesthesiologische verstrekkingen met een waarde tussen K120 en K400 op te trekken met 5 EUR per verstrekking. 3.2.2.2.6 Klinische biologie Met het oog op de vroegdetectie van microalbuminurie bij risicopatiënten op nierinsufficiëntie wordt voorgesteld om het toepassingsgebied van de verstrekking 543712-543723 niet enkel te beperken tot diabetische patiënten uit deze groep maar het uit te breiden tot de groep van hoogrisicopatiënten (arteriële hypertensie, cardiovasculaire events, eerstegraadsverwanten van patiënten met niervervangende therapie. 3.2.2.2.7. Andere herwaarderingen voor artsen-specialisten De raadplegingen 102550, 102675, 102690, 102712, 103471, 102653, 102874, 102911, 102292, 102336, 102373, 106396 worden vanaf 1 januari 2024 verhoogd met 1 EUR. De beschikbaarheidshonoraria van de artsen-specialisten worden vanaf 1 januari 2024 verhoogd met 1,09 EUR per uur en in de loop van de volgende jaren verhoogd in functie van de beschikbare middelen. 3.3. Andere initiatieven 3.3.1. Huisartsen 3.3.1.1. End of life Op 1 november 2022 werd een verstrekking inzake Advanced Care Planning (verstrekking 103692) ingevoerd.

In het recente gepubliceerde rapport 367 van het KCE "Palliatieve zorg: hoe financiële ondersteuning aanpassen aan de noden van de patiënt ? Een verkennende studie" wordt aanbevolen "om een financieringswijze te bepalen voor de tijd van de verstrekkers die holistische beoordelingen moeten uitvoeren. Deze beoordelingen zijn nodig om de noden en voorkeuren van de patiënten die palliatieve zorg nodig hebben te kennen en om hun zorgplan op te stellen.".

Voorgesteld wordt om naast de reeds voorziene verstrekking voor de huisarts vanaf juli 2024 een maandelijks forfaitair bedrag van 10 EUR in te voeren voor een maximale periode van zes maanden. Dit bedrag honoreert de tijd van de huisarts voor de betrokkenheid bij het palliatief proces en voor de ondersteuning van de rechtstreeks betrokken mantelzorgers. Dit komt ook de kwaliteit van het leven van de betrokkenen ten goede.

Voortgaand op het voornoemde rapport van het KCE zullen tijdens de loop van het akkoord ook verbetervoorstellen worden besproken met betrekking tot de bestaande regeling van het palliatief statuut en zal worden nagegaan welke kwaliteitsindicatoren kunnen worden ingevoerd om de verleende palliatieve zorg te monitoren. 3.3.1.2 Ondersteuning van huisartspraktijken Een performante praktijkorganisatie is een noodzaak met het oog op het ondersteunen van de kwaliteit en continuïteit van de geleverde zorg en het verzekeren van het welbevinden van de huisarts bij de uitoefening van het beroep.

Met dat doel is in 2024 een structureel bedrag voorzien van 16,7 mio EUR. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de gemeenschappen zal dit bedrag in 2024 worden ingezet voor de ondersteuning van praktijken onder twee vormen.

Enerzijds wordt een forfaitaire tussenkomst voor opleidings-, werkings- en infrastructuurkosten voorzien bij een eerste aanwerving in 2024 door een huisarts of door een huisartsenpraktijk van een personeelslid (administratief medewerker, praktijkassistent, praktijkverpleegkundige) die minstens 13 uur per week wordt tewerkgesteld. Deze opstartvergoeding dekt de kosten die met een eerste aanwerving gepaard gaan met uitsluiting van de personeelskosten.

Anderzijds wordt voor praktijken die reeds personeel tewerkstellen een forfaitaire tussenkomst voorzien voor praktijkmanagement. Deze tussenkomst is voorzien voor de organisatie van coördinatievergaderingen, beheer van personeel, ontwikkelen van zorgprotocollen.

Enkel praktijken die minstens 500 GMD's beheren of minstens 25.000 EUR aan prestaties aanrekenen aan de verplichte ziekteverzekering komen in aanmerking voor het bekomen van een tussenkomst voor eerste aanwerving.

Het bewijs van eerste aanwerving en tewerkstelling wordt geleverd op basis van een attest afgeleverd door een sociaal secretariaat of door een bevoegde overheidsdienst.

De forfaitaire tussenkomst voor opleidings-, werkings- en infrastructuurkosten is eenmalig en bedraagt maximaal 7.500 EUR, uitgaand van globaal aantal van 1000 aanwervingen.

De jaarlijkse forfaitaire tussenkomst voor praktijkmanagement is maximaal gelijk aan de kwartaalbedragen voorzien in het kader van de New Deal (1.794 EUR bij 1000 GMD, 2.392 EUR bij 1500 GMD en 3.588 EUR bij 2000 GMD).

In de loop van het eerste kwartaal 2024 zal de NCAZ de nadere toekenningsvoorwaarden bepalen en de concrete procedure tot aanvraag vaststellen.

Parallel met deze maatregel acht de NCAZ het wenselijk dat door het RIZIV en de FOD Volksgezondheid een kadaster wordt ontwikkeld met betrekking tot de tewerkstelling van ondersteunend personeel in de huisartsenpraktijken.

Tenslotte zal met betrekking tot de inzet van verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk overleg worden gepleegd tussen de vertegenwoordigers van de NCAZ en de overeenkomstencommissie met de verpleegkundigen. 3.3.1.3. Uitbreiding vergoeding GMD chronisch zieken In 2024 zal een eerste stap worden gezet met betrekking tot de verruiming van de leeftijdsgroep die aanspraak kan maken op het GMD chronisch zieken. Hierbij wordt de vergoeding voor het beheer van het GMD voor de chronisch zieken in de leeftijdsklasse 0-30 jaar en + 85 jaar verhoogd met 20,83%. 3.3.2 Specialisten 3.3.2.1. Geestelijke gezondheidszorg In 2023 werd in navolging van KCE rapport 338 een aanvang gemaakt met het optimaliseren van de somatische zorg van psychiatrische patiënten die in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven. Hierbij werd door het KCE aanbevolen dat van iedere patiënt die wordt opgenomen in een psychiatrische setting een medische controle bij opname zou gebeuren en dat een behandel- en nazorgplan wordt opgesteld dat zowel de psychiatrische als de somatische zorg omvat.

In dit akkoord wordt voorzien dat deze aanpak zal worden verbreed tot de psychiatrische patiënten die in een PAAZ dienst van een algemeen ziekenhuis werden opgenomen.

Hierbij zal het somatisch assessment dat onder meer wordt uitgevoerd door een arts-specialist in de inwendige geneeskunde of één van zijn subdisciplines, een arts-specialist in de geriatrie of de neurologie onder dezelfde voorwaarden worden vergoed als de vergoeding voorzien in de psychiatrische ziekenhuizen.

In 2024 zal ook werk worden gemaakt van het ontwikkelen van een psychiatrisch liaison team in elk algemeen ziekenhuis. Dit team zal zich richten tot alle gehospitaliseerde patiënten op somatische diensten waar psychiatrische ondersteuning nodig is. Het belang hiervan zowel naar kwaliteit van de zorg toe als op zorgeconomisch vlak werd aangetoond.

Tenslotte werd reeds in punt 3.2.2.2.1 vermeld dat ook inspanningen worden geleverd op het vlak van de kinderpsychiatrie. 3.3.2.2. Hangende dossiers Technische geneeskundige raad Een aantal dossiers wordt binnenkort behandeld in de schoot van de Technische geneeskundige raad. Het gaat om technische aangelegenheden in verband met kinderoncologie (uitbreiding verstrekkingen 597273 en 597295), het permanentiehonorarium op de MIC-afdelingen voor risicozwangerschappen (uitbreiding van het aantal centra van 17 naar 19), de invoering van een honorarium uitvoering euthanasie, anesthesie bij NMR, screening HPV. 3.3.2.3. Nieuwe projecten met weerslag vanaf 2025 In de loop van het akkoord zullen ook een aantal nieuwe projecten worden uitgewerkt en geconcretiseerd. 3.3.2.3.1 Cholesteatoma Cholesteatoma is een zeer ernstige vorm van chronische otitis. Recent werd een nieuwe operatietechniek ontwikkeld waardoor de kans op recidive van de aandoening drastisch wordt verminderd. De toepassing van deze techniek leidt tot een verbetering van de levenskwaliteit van de betrokkenen. 3.3.2.3.2 Pulmonaire revalidatie In 2024 zal verder worden gewerkt aan de problematiek van de multidisciplinaire revalidatie ter voorkoming van ziekenhuisopnames.

Hiertoe zal een werkgroep worden opgericht om in nauwe samenwerking met het College artsen-directeurs een concreet voorstel uit te werken. 3.3.2.3.3 Majeure traumacentra Op basis van het KCE rapport 281 "Naar een geïntegreerd systeem voor ernstige trauma's" werd door de overheid, in samenwerking met vertegenwoordigers van verschillende beroeps- en wetenschappelijke verenigingen, een voorstel ontwikkeld om de zorg voor de traumapatiënten te structureren in geïntegreerde en hiërarchisch georganiseerde, geografische netwerken opgebouwd rond supraregionale netwerken.

In het advies dat ter zake door de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen op 6 juli 2023 werd uitgebracht, werd gesteld dat `de normen voor het zorgprogramma majeur trauma de permanentie vereisen van verschillende disciplines. Bovendien zal voor die medische disciplines waarvoor geen permanentievergoeding bestaat een permanentievergoeding moeten worden voorzien. Door de Algemene Raad werd bij de vaststelling van de gezondheidszorgbegroting 2024 gevraagd hiermee rekening te houden bij het afsluiten van het akkoord. 3.3.2.3.4 De maatregelen vermeld in punt 3.3.1.1. en 3.3.2.3 hebben in 2025 een budgettaire impact van 12.500 duizend EUR. De NCAZ verbindt zich ertoe dit bedrag te compenseren via de indexmassa toegekend in 2025 en/of maatregelen met een gelijk budgettair impact. 3.3.2.4. In het kader van het voorstel appropriate care voor de dialysehonoraria zal het bedrag van 2,3 mio EUR herinvesteerd worden in de dialyseovereenkomst voor de honoraria voor dialyse. Het federaal platform voor chronische nierinsufficiëntie heeft hiertoe volgend voorstel geformuleerd: De volgende twee verstrekkingen voor de nefrologen worden opgenomen in de overeenkomst inzake nierdialyse: a)Voor elke nieuwe patiënt die vanaf 2024 start met dialyse wordt een honorarium van 420 EUR voorzien teneinde de patiënt te informeren over de verschillende types dialyse en hem op te leiden voor het dialysetype van zijn keuze. Deze verstrekking kan 1X per nieuwe dialysepatiënt worden aangerekend b)Voor alle patiënten in thuisdialyse (peritoneaal- en hemodialyse) wordt een honorarium voorzien van 1.435 EUR teneinde deze te informeren, op te leiden en motiveren om thuisdialyse te blijven volgen. Deze verstrekking kan 1X per jaar dialysepatiënt worden aangerekend. 4. BIJZONDERE AANDACHTSPUNTEN 4.1. Toegankelijkheid 4.1.1. Honorariumsupplementen bij rechthebbenden op verhoogde tegemoetkoming 4.1.1.1 De NCAZ heeft kennis genomen van het voornemen van de regering om de bepalingen met betrekking tot de invoering van een verbod van de aanrekening van honorariumsupplementen bedoeld in artikelen 22 tot 24 van de wet van 29 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/11/2022 pub. 09/12/2022 numac 2022034363 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg type wet prom. 29/11/2022 pub. 09/12/2022 numac 2022034396 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen in de gezondheidszorg via een K.B., overlegd in de ministerraad, vanaf 1 januari 2025 in werking te laten treden.

Concreet zouden de betrokken bepalingen vanaf 1 januari 2025 in werking worden gesteld voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 8 van het K.B. van 15 januari 2014 betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. De betrokken bepalingen zouden voor de rechthebbenden waarvan het recht op verhoogde tegemoetkoming wordt toegekend of behouden op basis van een inkomensonderzoek door het ziekenfonds uitwerking hebben na toepassing van de in 2025 uitgevoerde inkomenscontrole zoals bedoeld in artikel 19 en 37 van het K.B. van 15 januari 2014.

Deze gefaseerde aanpak heeft een uitzonderlijk en eenmalig karakter. 4.1.1.2. Het verbod vervat in de in voorgaand punt bedoelde bepalingen doet geen afbreuk aan de bepalingen uit het akkoord die in toepassing van artikel 50 § 6 van de GVU-wet werden opgenomen. 4.1.1.3. Het verbod op ereloonsupplementen geldt enkel voor de honoraria waarvoor een verzekeringstegemoetkoming is bepaald (in de nomenclatuur of in door het Verzekeringscomité afgesloten overeenkomsten). 4.1.1.4. Artikel 35 § 4 van de GVU-wet luidt als volgt: "Behoudens een andersluidende bepaling in of krachtens deze wet dekken de honoraria alle kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan de uitvoering van de in artikel 34 bedoelde verstrekkingen." In de loop van 2024 zal de NCAZ vaststellen welke bijzondere en uitzonderlijke elementen van de in artikel 35 § 4 van de GVU-wet bedoelde kosten desgevallend niet in de honoraria zijn geïncludeerd.

Hiertoe kan zo nodig de nomenclatuur worden aangepast.

In dat verband kan bij wijze van voorbeeld verwezen worden naar de bepalingen van artikel 15 § 2, derde lid van de nomenclatuur waarbij verwezen wordt naar specifieke voorwaarden die noodzakelijk zijn met het oog op het respect van de kwaliteits- en veiligheidscriteria die moeten nageleefd worden bij het uitvoeren van de betrokken ingrepen. 4.1.1.5. Parallel met voorgaand punt zullen tegen 31 maart 2024 de nodige pseudocodes worden vastgesteld in het kader van de elektronische facturatie aan de verzekeringsinstellingen die toelaten de gegevens bedoeld in artikel 1 van het K.B. van 28 juni 2023 tot uitvoering van artikel 53 § 1, eerste, derde en vierde lid van de GVU-wet correct vast te stellen. 4.1.1.6. De toepassing van het in het voorgaand punt bedoelde K.B. van 28 juni 2023 zal in 2025 het voorwerp uitmaken van een evaluatie en toelaten het financieel impact op transparante wijze in kaart te brengen. Op deze basis zal de NCAZ ook beslissen over een eventuele tussenkomst met betrekking tot de raadplegingen, alsook de ambulante speciale en heelkundige verstrekkingen, voor artsen met een socio-economisch zeer zwak patiëntenprofiel (een bovenmatige vertegenwoordiging VT-rechthebbenden) met uitwerking in de loop van 2026. 4.1.1.7. Het in punt 4.1.1.1 bedoelde K.B. zal voorafgaandelijk voor advies aan de NCAZ worden voorgelegd. 4.1.1.8. De verzekeringsinstellingen verbinden zich ertoe om de artsen in staat te stellen om de verzekerden waarvoor een verbod tot het aanrekenen van supplementen van toepassing is vlot te identificeren.

Zij zullen ook de bij hen aangesloten rechthebbenden informeren over hun rechten ter zake. Op hun beurt zijn de artsen ertoe gehouden om de verzekerbaarheidssituatie van de rechthebbenden te controleren. De ziekenfondsen zullen hierop toezien en desgevallend de nodige acties ondernemen om de niet verschuldigde bedragen te recupereren. 4.1.1.9. De NCAZ herinnert aan de deontologische principes vastgesteld door de Nationale Raad van de Orde van Artsen in toepassing van artikel 32 van de Code van medische deontologie. Bij herhaling heeft de Nationale Raad gewezen op het feit dat de artsen niet mogen weigeren patiënten te behandelen indien de weigering gebaseerd is op eisen in verband met ereloonsupplementen. 4.1.2 Esthetische supplementen De afgelopen jaren is discussie ontstaan met betrekking tot de aanrekening van esthetische supplementen bij borstreductie wegens functionele hinder. Hierbij is de vraag gerezen of liposculptuur van de borst/flank een noodzakelijke of gewoonlijke aanvullende chirurgische ingreep vormt van de betrokken verstrekking. Het Hof van Cassatie heeft voor de gevallen die werden voorgelegd in de arresten van 26 januari 2015 en 22 november 2021 geoordeeld dat liposculptuur deel uitmaakt van de betrokken ingrepen en geen aanleiding kan geven tot het aanrekenen van een afzonderlijk honorarium.

De NCAZ verzoekt de Technisch Geneeskundige Raad om de nomenclatuurbepalingen die hierop betrekking hebben (artikel 14, c - verstrekking 251624 en artikel 15 § 3) met het oog op de rechtszekerheid te verduidelijken. 4.2. Hervorming van de nomenclatuur 4.2.1 Algemeen In de looptijd van dit akkoord zullen de technische werkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de nomenclatuur worden afgerond.

Hierbij zal voor de verschilllende verstrekkingen een onderscheid worden gemaakt tussen een professioneel gedeelte en een kostengedeelte van de honoraria. Opgemerkt moet worden dat de werkgroep van de NCAZ die zich buigt over de raadplegingen en aanverwante verstrekkingen, ondermeer analyseert hoe rekening kan worden gehouden met een grotere granulariteit op het vlak van de duur van de raadplegingen en bijzondere omstandigheden. Er zal ook een generiek kader worden uitgewerkt met betrekking tot het multidisciplinair overleg.

De transpositie van de voorstellen in een hernieuwde nomenclatuur zal het nodige overleg vergen. De NCAZ stelt voor om vanaf 1 januari 2025 een gemengde taskforce (artsen, verzekeringsinstellingen, ziekenhuizen en overheid) te belasten met deze opdracht. Hiertoe moet in de loop van 2024 een plan van aanpak worden vastgesteld.

Voorgesteld wordt om deze taskforce ook te belasten met de aanpassing van de wettelijke bepalingen inzake de afdrachten van honoraria en met de uitwerking van een regeling inzake co-governance tussen ziekenhuisartsen en ziekenhuisbeheerders over het kostengedeelte van de honoraria van de verschillende verstrekkingen. 4.2.2 Medische beeldvorming In punt 3.4.5.2. van het akkoord artsen ziekenfondsen 2022-2023 werd vermeld dat in het kader van de hervorming van de nomenclatuur ook een nieuw financieringsmodel zou worden uitgewerkt op het vlak van de medische beeldvorming met zware medische apparatuur.

Op basis van een internationale benchmark kan worden vastgesteld dat er ruimte is om de verhouding van het aantal uitgevoerde CT- onderzoeken ten opzichte van het aantal uitgevoerde NMR-onderzoeken te optimaliseren. Concreet moet gestreefd worden naar een hoger aandeel van het aantal NMR-onderzoeken en een relatieve daling van het aantal CT-onderzoeken.

Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk een verschuiving door te voeren in de bestaande financieringsmechanismen (honoraria per verstrekking en forfaitaire honoraria). De financiering moet hierbij ook gemoduleerd worden in functie van de duurtijd van de onderzoeken en gedifferentieerd worden in functie van de betrokken pathologie.

Hierbij zal worden uitgegaan van een globale budgetneutraliteit op het geheel van de uitgaven CT/NMR. Rekening houdend met het aantal uitgevoerde onderzoeken en de geïdentificeerde patiëntenstromen zal een budget per ziekenhuis worden vastgesteld dat in functie van de geobserveerde evoluties jaarlijks wordt aangepast op basis van objectieve criteria.

Begin 2024 zal de Technisch Geneeskundige Raad worden verzocht binnen een redelijke termijn een voorstel te formuleren tot uitvoering van het verzoek van de minister dat op voornoemde krachtlijnen zal worden gebaseerd en waarin ook zal worden gevraagd om, op basis van wetenschappelijke evidentie, een nauwkeurige indicator vast te stellen met betrekking tot een verantwoorde verhouding tussen CT- en NMR-onderzoeken.

Rekening houdend met het voorstel of advies van de Technisch Geneeskundige Raad zal de nomenclatuur worden aangepast conform de bepalingen van artikel 35 § 2, eerste lid. Tevens zal de datum van inwerkingtreding worden vastgesteld na overleg in de NCAZ. Hierbij zal worden rekening gehouden met het feit dat in het kader van de algemene hervorming van de nomenclatuur de betrokken honoraria verder zullen gedifferentieerd worden in een professioneel gedeelte en een kostendekkend gedeelte.

Tenslotte zal ook worden nagegaan of en hoe de regels met betrekking tot de vaststelling van het globaal budget van financiële middelen voor medische beeldvorming moeten worden aangepast. Hierbij wordt voorgesteld om het bedrag van de B3 financiering in het kostendekkend gedeelte van de honoraria te integreren.

Parallel met voornoemde maatregelen zal een verplicht gebruik van een CDS- of PSSr- systeem voor de voorschrijvers worden ingevoerd. Deze maatregel moet bijdragen om de voorschrijver te ondersteunen om medisch niet gerechtvaardigde onderzoeken terug te dringen en te vermijden. Dit zal ook toelaten aan de radiologen om hun substitutierecht uit te voeren.

Om een oplossing te bieden voor de lange wachttijden voor NMR-onderzoeken zal tenslotte door de overheid het initiatief worden genomen om het aantal geprogrammeerde NMR-toestellen op te trekken. 4.3. Artsen in opleiding 4.3.1. Loon- en arbeidsvoorwaarden Door de Algemene Raad werd een budget van 9.038 duizend EUR voorzien voor de artsen in opleiding.

Voor de artsen-specialisten in opleiding wordt een bedrag van 6.780 duizend EUR toegewezen. Dit bedrag zal worden ingezet om de meerkost die verband houdt met de herziening van collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 vanaf 2024 te compenseren. Dit bedrag zal overgemaakt worden aan de ziekenhuizen.

Voor de huisartsen in opleiding wordt een bedrag van 2.260 duizend EUR toegewezen met de doelstelling om huisartsen in opleiding die actief zijn in een ruraal of stedelijk gebied met een significant hoog huisartsentekort te ondersteunen, bijv. via het toekennen van specifieke vergoedingen. Hiertoe zal overleg worden gepleegd met ICHO en CCFFMG. 4.3.2. Toetreding tot de akkoorden De NCAZ heeft vastgesteld dat toe- en uittredingsvoorwaarden van de akkoorden onvoldoende rekening houden met de specifieke situatie van de artsen in opleiding. De thans voorziene periodes voor toe- en uittreding lopen niet samen met de tijdstippen van de beëindiging van de opleiding en de toekenning van de erkenning van de overeenkomstige beroepstitel. Het lijkt logisch dat de betrokken artsen op een belangrijk keerpunt in hun carrière kunnen beschikken over de noodzakelijke vrijheid om een weloverwogen keuze te kunnen maken inzake conventionering.

De NCAZ verzoekt de regering ter zake het bestaand wettelijk kader te verfijnen zodat pas erkende artsen-specialisten/huisartsen een mogelijkheid krijgen om kennis te geven van hun weigeren binnen de 30 dagen na de datum van hun erkenning met behoud - pro rata - van hun sociaal statuut tot de datum van kennisgeving. 4.4. Apothekers-biologen De NCAZ acht het wenselijk dat de apothekers-biologen deelnemen aan de werkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de nomenclatuur die hen aanbelangt.

Tevens moet verzekerd worden dat de betrokken zorgverleners ook toegang hebben tot het eHealthplatform en kunnen deelnemen aan multidisciplinaire consulten waarvoor hun inbreng aangewezen is. 4.5. Administratieve vereenvoudiging 4.5.1. Voorschrijven geneesmiddelen Binnen de werkgroep administratieve vereenvoudiging van de NCAZ wordt verder werk gemaakt van een vereenvoudiging van de aanvragen voor geneesmiddelen Hoofdstuk IV. Dit project moet binnen de looptijd van het akkoord worden afgerond. 4.5.2. Arbeidsongeschiktheid Onder impuls van de huisartsen vertegenwoordigd in de NCAZ werden door de minister van sociale zaken belangrijke initiatieven genomen om het aantal arbeidsongeschiktheidsattesten van korte duur terug te dringen.

De NCAZ zal er bij de sociale partners op aandringen verdere stappen op dit domein te nemen. Tenslotte zal het project Multimediatt dat een harmonisering van de attesten voor arbeidsongeschiktheid nastreeft verder worden uitgewerkt. 4.5.3. Facturatie GMD In de praktijk blijken een aantal moeilijkheden te bestaan in verband met de uitbetaling van de honoraria voor het beheer van het GMD. Na analyse blijkt dat niet zelden een verschillende juridische interpretatie van de regelgeving tussen de ziekenfondsen en de softwareontwikkelaars hierbij aan de grondslag ligt. De NCAZ zal ter zake een werkgroep oprichten waarin constructief gezocht wordt naar technische oplossingen en naar aanpassingen en vereenvoudiging van het bestaande systeem van uitbetaling, onder meer bij overname van het GMD door een andere huisarts alsook in het kader van de New Deal. 5. PREMIES 5.1. Sociaal statuut De bedragen van de sociale en andere voordelen worden jaarlijks geïndexeerd ingevolge artikel 10 van het koninklijk besluit van 5 mei 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2020 pub. 26/05/2020 numac 2020041221 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale en andere voordelen aan sommige zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de hen betreffende akkoorden of overeenkomsten sluiten tot instelling van een regeling van sociale en andere voordelen aan sommige zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de hen betreffende akkoorden of overeenkomsten.

Overeenkomstig deze indexatie bedragen de bedragen van de sociale en andere voordelen voor 2024: ? 5.881,81 EUR voor de artsen die zijn toegetreden tot het geldende nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen voor hun volledige activiteit en die de activiteitsdrempel behalen of die worden vrijgesteld van de voorwaarde inzake activiteitsdrempel, en ? 2.774,59 EUR voor de artsen die zijn toegetreden tot het geldende nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen voor hun volledige activiteit en die de verlaagde activiteitsdrempel behalen en voor de artsen die gedeeltelijk tot dit akkoord zijn toegetreden en die de activiteitsdrempel behalen.

Het bedrag van het sociaal statuut voor HAIO 's en ASO 's bedraagt voor het jaar 2024 7.916,68 EUR. De basisbedragen van enerzijds het rustpensioen en anderzijds het overlevingspensioen worden vanaf 1 januari 2024 vastgesteld op respectievelijk 7.040,02 EUR en 5.866,85 EUR per jaar. 5.2. Geïntegreerde praktijkpremie De voorwaarden voor de toekenning van de geïntegreerde praktijkpremie zijn in 2024 dezelfde als deze in het jaar 2023. In de loop van 2024 zullen de voorwaarden worden geëvalueerd en geactualiseerd. Hierbij dient ook te worden voorzien in een evaluatie van de huidige barometers antibiotica en diabetes, met het oog op een eventuele verdere uitbreiding. 5.3. Accreditering In afwachting van de grondige herziening van het accrediteringssysteem, dat samen met de hervorming van de nomenclatuur moet worden voorbereid overeenkomstig de principes vastgesteld in het akkoord van 16 december 2020 bedraagt het bedrag van het forfaitair accrediteringshonorarium 733,61 EUR voor het jaar 2024.

Voor het jaar 2025 wordt het bedrag geïndexeerd op grond van het koninklijk besluit van 8 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 23/12/1997 numac 1997022909 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de verstrekkingen in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. 6. CORRECTIEMAATREGELEN De correctiemaatregelen vervat in het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen van 13 december 2010 blijven van toepassing. Indien ingevolge de eventuele toepassing tot automatische verlenging van het GMD of een uitbreiding van de regeling van de verplichte derde betalende tijdens de duurtijd van het akkoord meeruitgaven worden vastgesteld, kunnen deze meeruitgaven geen aanleiding geven tot correcties zoals bedoeld in artikel 18 en 40 GVU-wet. 7. TOEPASSINGSVOORWAARDEN VAN HET AKKOORD 7.1. In het kader van de toepassings-voorwaarden van het akkoord onderscheidt men twee categorieën van zorgverleners, zowel voor de huisartsen als voor de artsen-specialisten: ? de volledig geconventioneerde zorgverleners; ? de gedeeltelijk geconventioneerde zorgverleners. 7.2. Huisartsen 7.2.1. De volledig geconventioneerde zorgverleners De volledig geconventioneerde huisarts is de huisarts die zijn hele praktijk aan de voorwaarden van dit akkoord onderwerpt en voor wie, behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.2.3., de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, op zijn hele praktijk worden toegepast. 7.2.2. De gedeeltelijk geconventioneerde zorgverleners 7.2.2.1. Definitie en toe te passen tarieven De gedeeltelijk geconventioneerde huisarts is de huisarts die zijn hele praktijk aan de voorwaarden van dit akkoord onderwerpt, behalve gedurende de periodes en overeenkomstig de voorwaarden die strikt in punt 7.2.2.2 zijn bepaald.

Behalve tijdens de periodes en overeenkomstig de voorwaarden die strikt zijn bepaald in punt 7.2.2.2. of behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.2.3, worden de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, op zijn hele praktijk toegepast. 7.2.2.2. Periodes en voorwaarden van de gedeeltelijke toetreding tot het akkoord De gedeeltelijk geconventioneerde huisarts mag afwijken van de honorariumbedragen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, uitsluitend voor de raadplegingen, afspraken en verstrekkingen die in de spreekkamer worden georganiseerd: 7.2.2.2.1. maximum driemaal per week per blok van maximum vier aaneengesloten uren; 7.2.2.2.2. en wanneer de rest van zijn praktijk minstens drie vierden van het totaal van zijn praktijk vertegenwoordigt en wordt verricht tegen de honorariumbedragen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.2.3. 7.2.3. Bijzondere eisen van de rechthebbende Voor de toepassing van dit akkoord worden voor de algemeen geneeskundigen de bijzondere eisen van de rechthebbende strikt als volgt bepaald: 7.2.3.1. de niet dringende bezoeken, afgelegd op verzoek van de zieke buiten de uren of het tijdschema van de normale ronde van de arts; 7.2.3.2. de oproepen van zieken die voor de arts een ongewoon belangrijke verplaatsing meebrengen; 7.2.3.3. de oproepen `s nachts, tijdens een weekend of op een feestdag wanneer de arts geen wachtdienst heeft en wanneer is uitgemaakt dat de ter plaatse georganiseerde wachtdienst toereikend is; 7.2.3.4. de raadplegingen die op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt worden verricht na 21 uur of op zaterdag, zondag of op feestdagen. Die raadplegingen vormen echter geen bijzondere eis, indien ze kaderen binnen de georganiseerde wachtdienst en indien de huisarts om persoonlijke redenen een voor het publiek toegankelijke raadpleging houdt, ontvangt op afspraak of bezoeken aflegt op deze uren en dagen.

Afgesproken is evenwel dat de zieke in behandeling, die verzocht wordt zich opnieuw in de spreekkamer van de arts aan te melden, niet onder de toepassing van de bijzondere eis valt.

In overeenstemming met artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002022684 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten betreffende de rechten van de patiënt dient de arts de patiënt vooraf in te lichten over de financiële gevolgen van de bijzondere eis die door de patiënt wordt gesteld. 7.3. Artsen-specialisten 7.3.1. De volledig geconventioneerde zorgverleners De volledig geconventioneerde arts-specialist is de arts-specialist die zijn hele praktijk aan de voorwaarden van dit akkoord onderwerpt en voor wie, behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.3.3, de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, op zijn hele praktijk worden toegepast. 7.3.2. De gedeeltelijk geconventioneerde zorgverleners 7.3.2.1. Definitie en toe te passen tarieven De gedeeltelijk geconventioneerde arts-specialist is de arts-specialist die zijn hele praktijk aan de voorwaarden van dit akkoord onderwerpt, behalve gedurende de periodes en overeenkomstig de voorwaarden die strikt in punt 7.3.2.2. zijn bepaald.

Behalve tijdens de periodes en overeenkomstig de voorwaarden die strikt zijn bepaald in punt 7.3.2.2. of behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.3.3, worden de honorariumbedragen en de reisvergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, op zijn hele praktijk toegepast. 7.3.2.2. Periodes en voorwaarden van de gedeeltelijke toetreding tot het akkoord De gedeeltelijk geconventioneerde arts-specialist mag afwijken van de honorariumbedragen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, uitsluitend voor de verstrekkingen (raadplegingen, afspraken, technische verstrekkingen, ...), voor de ambulante patiënten (niet-gehospitaliseerde patiënten en patiënten buiten het dagziekenhuis of forfait): 7.3.2.2.1. georganiseerd gedurende maximum viermaal per week per blok van maximum vier aaneengesloten uren; 7.3.2.2.2. en wanneer minstens de helft van al zijn verstrekkingen aan de ambulante patiënten wordt verricht tegen de honorariumbedragen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.3.3, en op uren die normaal gezien schikken voor de rechthebbenden van de verzekering voor geneeskundige verzorging; 7.3.2.2.3. en wanneer de arts-specialist op elk van de mogelijke plaatsen van uitoefening van zijn praktijk, gedurende een bepaalde periode verstrekkingen verricht voor ambulante patiënten tegen de honorariumbedragen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, behalve wanneer de rechthebbende bijzondere eisen stelt die strikt zijn bepaald in punt 7.3.3. 7.3.3. Bijzondere eisen van de rechthebbende Voor de toepassing van dit akkoord worden voor de artsen-specialisten de bijzondere eisen van de rechthebbende strikt als volgt bepaald: 7.3.3.1. het ziekenhuisverblijf in een afzonderlijke kamer dat door of voor de rechthebbende wordt gevraagd om persoonlijke redenen; 7.3.3.2. de oproepen thuis, behalve wanneer het gaat om raadplegingen die zijn aangevraagd door de behandelend arts; 7.3.3.3. de raadplegingen voor de ambulante patiënten die op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt worden verricht na 21 uur, of op zaterdag, zondag of op feestdagen.

Die raadplegingen vormen echter geen bijzondere eis, indien ze kaderen binnen de georganiseerde wachtdienst en indien de arts-specialist om persoonlijke redenen een voor het publiek toegankelijke raadpleging houdt, ontvangt op afspraak of bezoeken aflegt op deze uren en dagen.

Afgesproken is evenwel dat de zieke in behandeling, die verzocht wordt zich opnieuw in de spreekkamer van de arts aan te melden, niet onder de toepassing van de bijzondere eis valt.

In overeenstemming met artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002022684 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten betreffende de rechten van de patiënt dient de arts de patiënt vooraf in te lichten over de financiële gevolgen van de bijzondere eis die door de patiënt wordt gesteld. 7.4. De betwistingen met betrekking tot punt 7 zullen onder de arbitrage vallen van een paritair comité dat wordt samengesteld door de NCAZ en wordt voorgezeten door een ambtenaar van het RIZIV. 7.5. De artsen die toepassing maken van de facultatieve derdebetalersregeling zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 september 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/09/2015 pub. 23/09/2015 numac 2015022338 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 53, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling sluiten tot uitvoering van artikel 53, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling, respecteren de tarieven van het akkoord voor de verstrekkingen die gedekt zijn door de voormelde facultatieve derdebetalersregeling. 8. GESCHILLEN EN BEMIDDELING Beide partijen die dit akkoord hebben ondertekend verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om de bepalingen te doen naleven en correct te doen toepassen op basis van loyauteit en wederzijds respect.De NCAZ is bevoegd voor de bemiddeling van de disputen, alsook van de geschillen die zich kunnen voordoen naar aanleiding van de interpretatie of de uitvoering van de akkoorden.

Ze kan in de geschillen inzake de interpretatie van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bemiddelen nadat ze het advies van de Technische geneeskundige raad heeft ingewonnen. 9. DUUR VAN HET AKKOORD EN OPZEGGING 9.1. Duur van het akkoord Dit akkoord wordt gesloten voor een periode van twee jaar.

De NCAZ dringt er bij de regering op aan dat de nodige maatregelen worden genomen om de afspraken die in dit akkoord worden gemaakt en die een reglementaire aanpassing vereisen doorgang kunnen vinden in een periode van lopende zaken. 9.2. Opzegging 9.2.1. Overeenkomstig artikel 51, § 9 van de GVU-wet kan dit akkoord tijdens de looptijd ervan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een representatieve organisatie van artsen of door een individuele arts, indien door de Koning of door de Algemene Raad eenzijdig en zonder overleg maatregelen worden genomen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging die leiden tot een beperking van de honoraria overeenkomstig artikel 50, § 6, van voornoemde wet, met uitzondering van de maatregelen genomen bij toepassing van de artikelen 18, 51 en 68 van dezelfde wet. 9.2.2. Het akkoord kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een representatieve organisatie van artsen na goedkeuring van wettelijke of reglementaire bepalingen met betrekking tot een beperking van de ereloonsupplementen tijdens de looptijd van het akkoord, met uitzondering van maatregelen die tot stand kwamen na akkoord in de NCAZ, zoals met betrekking tot de bepalingen in punt 4.1.1 en 4.1.2. 9.2.3. Het akkoord kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een representatieve organisatie van artsen of door een arts na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van maatregelen die tijdens de looptijd van het akkoord op eenzijdige wijze en zonder overleg met de partijen zijn tot stand gekomen en die het evenwicht van de rechten en plichten voortvloeiend uit dit akkoord ernstig schaadt. 9.2.4. Het akkoord kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een representatieve organisatie van artsen indien door de Algemene Raad voor het begrotingsjaar 2025 geen of geen volledige indexering wordt toegekend zoals deze bij het afsluiten van het akkoord wordt geregeld bij toepassing van artikel 207bis van de GVU-wet. 9.2.5. Het akkoord kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door een representatieve organisatie van artsen indien voor 31/12/2024 geen conclusies werden bereikt in de schoot van de NCAZ met betrekking tot de punten 4.1.1.4 tot en met 4.1.1.6. 9.2.6. Een representatieve organisatie die de opzegging wenst in te roepen op basis van de situaties bedoeld in de punten 9.2.1-9.2.5 deelt dit met een ter post aangetekende zending aan de voorzitter van de NCAZ binnen een termijn van 15 dagen nadat een voornoemde situaties zich heeft voorgedaan. In dat geval roept de voorzitter van de NCAZ een vergadering bijeen waarop de Minister wordt uitgenodigd. Indien tijdens deze vergadering geen overeenstemming wordt gevonden, neemt het akkoord van rechtswege een einde na 30 dagen, mits op voornoemde vergadering waarop de Minister werd uitgenodigd een meerderheid van de aanwezige vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van artsen de opzegging bevestigt. 9.2.7. Een arts die het akkoord wenst op te zeggen op basis van de situaties bedoeld in punt 9.2.1. of 9.2.3 doet dit voor 15 december 2024 via de beveiligde webtoepassing die het RIZIV daartoe via het ProGezondheid-portaal ter beschikking stelt. De opzegging is in dat geval van toepassing vanaf 1 januari 2025. (Enkel in geval van 9.2.1. of 9.2.3) 9.2.8. Het akkoord kan ook worden opgezegd door een arts vóór 15 december 2024 volgens de modaliteiten gepubliceerd op de website van het RIZIV. Deze opzegging is van toepassing vanaf 1 januari 2025. 10. FORMALITEITEN 10.1. De artsen die weigeren toe te treden tot de bedingen van dit akkoord, geven kennis van hun weigering binnen de 30 dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad via de beveiligde webtoepassing die het RIZIV daartoe via het ProGezondheid-portaal ter beschikking stelt. 10.2. De andere artsen dan die welke, overeenkomstig de bepalingen die zijn vermeld onder 10.1, kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de bedingen van het akkoord dat op 18 december 2023 in de NCAZ is gesloten, worden ambtshalve geacht tot dit akkoord te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit, behalve als zij binnen de 30 dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad, de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij, overeenkomstig de bedingen van dit akkoord, de honorariumbedragen zullen toepassen enerzijds en de honorariumbedragen niet zullen toepassen, anderzijds. Deze mededeling gebeurt via de beveiligde webtoepassing die het RIZIV daartoe via het ProGezondheid-portaal ter beschikking stelt. 10.3. Alle latere wijzigingen van de voorwaarden inzake tijd en plaats waaronder de onder 10.2 bedoelde artsen, overeenkomstig de bedingen van het akkoord, de daarin vastgestelde honorariumbedragen zullen toepassen, mogen worden toegepast van zodra ze worden meegedeeld via de beveiligde webtoepassing die het RIZIV daartoe via het ProGezondheid-portaal ter beschikking stelt. 10.4. De wilsuitingen onder 10.1, 10.2 en 10.3 worden geacht te zijn uitgebracht op de datum van registratie in de webtoepassing.

11. BIJLAGE TABEL NATIONAAL AKKOORD ARTSEN - ZIEKENFONDSEN 2024 - 2025 19-12-2023

In 000 EUR

Toepassing

2024

Jaarbasis

Beschikbare middelen


Artsen honoraria: Indexmassa 2024

01-01-24

641.225

641.225

Indexmassa maatregel "Versterking ondersteuning huisartsenpraktijk"

01-01-24

-953

-953

Indexmassa maatregel "Klinische infectiologie - Medische microbiologie"

01-01-24

-61

-61

Indexmassa rubriek "Onverdeeld"

01-01-24

-1.972

-1.972

LVZ: indexmassa 2024 (deel artsen)

01-01-24

23.724

23.724

Dialyse: indexmassa 2024

01-01-24

32.843

32.843

Subtotaal indexmassa

694.806

694.806

Versterking ondersteuning huisartsenpraktijk

01-01-24

16.703

16.703

Klinische infectiologie - Medische microbiologie

01-01-24

1.061

1.061

Bijzondere zorgnoden patiënt

01-01-24

2.008

2.008

Begroting 2024: artsen-specialisten

01-01-24

24.392

24.392

Begroting 2024: NCAZ (aandeel huisartsen)

01-01-24

4.083

4.083

Begroting 2024: NCAZ (aandeel artsen-specialisten)

01-01-24

4.085

4.085

Appropriate care - herinvestering

01-01-24

7.663

7.663

Appropriate care - herinvestering dialyse

01-01-24

2.281

2.281

Enveloppe verbod ereloonsupplementen

01-01-24

10.000

10.000

Artsen in opleiding

01-01-24

9.038

9.038

Subtotaal bijkomende middelen

81.314

81.314

Totaal

776.120

776.120


Aanwending middelen


a) Indexering

694.806

694.806

Klinische biologie

01-01-24

81.805

81.805

Index: 6,05%


Medische beeldvorming

01-01-24

94.870

94.870

Index: 6,05%


Raadplegingen, bezoeken en adviezen

01-01-24

215.594

215.594

Index: 6,05%


Speciale verstrekkingen

01-01-24

106.918

106.918

Index: 6,05%


Heelkunde

01-01-24

81.193

81.193

Index: 6,05%


Gynaecologie

01-01-24

4.416

4.416

Index: 6,05%


Toezicht

01-01-24

33.015

33.015

Index: 6,05%


Honoraria buiten nomenclatuur

01-01-24

10.009

10.009

Index: 6,05%


Geïntegreerde premie huisartsengeneeskunde: geen index


Onverdeeld

01-01-24

0

0


Aanvullende financiering ziekenhuizen

01-01-24

10.419

10.419

Index: 6,05%


Dialyse

01-01-24

32.843

32.843

Index overeenkomst dialyse


LVZ

01-01-24

23.724

23.724

Index (deel artsen): 6,05%


b) Initiatieven akkoord 2024 - 2025

48.681

61.723

Appropriate care - Permanentietoeslag 101113 + 0,33 EUR

01-01-24

1.429

1.429

Palliatief ondersteuningsforfait voor de huisarts

01-07-24

2.500

5.000

GGZ - uitbreiding maatregelen somatische zorg in PAAZ

2024

5.945

5.945

GGZ - kinderpsychiatrie

2024

1.500

1.500

GGZ - liaisonfunctie (2-ledig voorstel)

2024

4.030

4.030

Herwaardering ziekenhuisartsen - infectiologie en microbiologie

2024

1.500

1.500

Herwaardering van chirurgische akten K120 - K400 en bijhorende anesthesie

01-02-24

5.958

6.500

Verhoging toeslaghonorarium kinderoftalmologie (+5 EUR)

01-01-24

600

600

Herwaardering pluridisciplinaire geriatrische evaluatie (code 102233) tot 151,50 EUR

01-01-24

1.470

1.470

Videoraadpleging (+0,33 EUR/geval)

01-01-24

97

97

Reële herwaardering raadplegingen (tot 2,50% codes geaccrediteerde artsen-specialisten)

01-01-24

1.858

1.858

Bijkomende herwaardering raadplegingen geaccrediteerde artsen - bijkomend met 1 euro voor de codes: 102292, 102336, 102373, 102550, 102653, 102675, 102690, 102712, 102874, 102911, 103471 en 106396

01-01-24

3.943

3.943

Nierinsufficiëntie - albuminurie

2024

2.832

2.832

Majeure traumacentra

2025

0

3.000

Cholesteatoma

2025

0

2.000

Multidisciplinaire pulmonale revalidatie

2025

0

5.000

Disponibiliteitshonoraria huisartsen - verhoging met 7,60 EUR /uur weekend en feestdagen

2024

9.121

9.121

GMD chronisch zieken 0-30 en +85 jaar aan 20,83% (1/4 van 83,33%)

2024

2.449

2.449

Disponibiliteitshonoraria artsen-specialisten - verhoging met 1,09 EUR /uur (weekend en feestdagen)

2024

3.449

3.449


c) Initiatieven TGR

1.000

1.000

Toezicht kinderoncologie: uitbreiding codes 597273 en 597295

2024

98

98

MIC-afdeling: bijkomend budget voor 19 centra ipv 17

2024

265

265

Euthanasie uitvoeren: bijkomend budget EUR 200/euthanasie

2024

353

353

Anesthesie geïsoleerde NMR

2024

118

118

Andere dossiers (HPV-screening, raadpleging genetica)

2024

166

166


d) Andere

31.091

31.091

Versterking ondersteuning huisartsenpraktijk (Begroting 2023)

01-01-24

16.703

16.703

Klinische infectiologie - Medische microbiologie (Begroting 2023)

2024

1.061

1.061

Bijzondere zorgnoden patiënt (Begroting 2023)

2024

2.008

2.008

Appropriate care - herinvestering dialyse

01-01-24

2.281

2.281

Artsen in opleiding

2024

9.038

9.038


Totaal

775.578

788.620


Saldo (*)

542

-12.500

(*) De NCAZ engageert zich ertoe om in de partiële begrotingsdoelstelling van 2025 een bedrag van 12.500 duizend EUR te compenseren


Brussel, 19 december 2023.

De vertegenwoordigers van de artsen, Johan BLANCKAERT (ABSyM-BVAS), Thomas GEVAERT (Kartel-Cartel), Maaike VAN OVERLOOP (AADM) De vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, Luc VAN GORP (100), Anne VERHEYDEN (200), Paul CALLEWAERT (300), Carina BONNEWYN (400), Ann CEUPPENS (500), Christine MICLOTTE (600), Hedwig DUBOIS (900)

^