Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 17 mei 2023

Projectoproep in het kader van het fonds voor asiel, migratie en integratie 2021-2027 - AMIF-nr 101 : Integratie 1. INTRODUCTIE Het AMIF is een fonds dat de Europese Unie heeft ingesteld om bij te dragen tot een doeltreffend beheer van(...) Het AMIF zal bijdragen aan volgende specifieke doelstellingen: a) versterken en ontwikkelen van(...)

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2023041809
pub.
17/05/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Projectoproep in het kader van het fonds voor asiel, migratie en integratie 2021-2027 (AMIF) - AMIF-nr 101 : Integratie 1. INTRODUCTIE Het AMIF is een fonds dat de Europese Unie heeft ingesteld om bij te dragen tot een doeltreffend beheer van migratiestromen en tot de uitvoering, versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid overeenkomstig het relevante acquis van de Unie en met volledige eerbiediging van de internationale verplichtingen van de Unie en de lidstaten die voortvloeien uit de internationale instrumenten waarbij zij partij zijn. Het AMIF zal bijdragen aan volgende specifieke doelstellingen: a) versterken en ontwikkelen van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie ervan;b) versterken en ontwikkelen van legale migratie naar de lidstaten, overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, en bevorderen van en bijdragen tot de daadwerkelijke integratie en sociale inclusie van onderdanen van derde landen;c) bijdragen tot de bestrijding van irreguliere migratie, stimuleren van een effectieve, veilige en waardige terugkeer en overname, en bevorderen van en bijdragen tot een daadwerkelijk begin van re-integratie in derde landen;d) bevorderen van solidariteit en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met uitdagingen op het gebied van migratie en asiel, onder meer door praktische samenwerking. Deze oproep kadert in de specifieke doelstelling B. 2. ALGEMEEN KADER 2.1. AMIF en de FOD Binnenlandse Zaken De oprichtingsbeslissing van het AMIF (Verordening (EU) 2021/1147 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie) legt het algemeen kader van dit fonds vast en bepaalt welk soort acties in aanmerking komen voor welke doelgroepen.

Elke lidstaat heeft deze Europese doelstellingen vertaald naar nationale doelstellingen, die zijn vastgelegd in nationale programma's. Het Belgisch nationaal programma is terug te vinden op de website van de beheersautoriteit (www.amif-isf.be).

De FOD Binnenlandse Zaken is binnen België aangeduid als beheersautoriteit voor het beheer van het AMIF. De algemene bepalingen (Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds « Asiel, migratie en integratie », het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid) bepalen welke financiële en andere richtlijnen de projectuitvoerders moeten respecteren. 2.2. Samenwerking met de POD MI De FOD Binnenlandse Zaken werkt samen met de POD Maatschappelijke Integratie, die verantwoordelijk is voor de verdere inhoudelijke opvolging en begeleiding van de federale projecten onder het luik integratie. 3. PROJECTOPROEP Deze projectoproep stelt middelen ter beschikking die voorzien zijn voor het luik integratie. De acties onder deze projectoproep richten zich tot het versterken van sociale activering van nieuwkomers uit derde landen. 3.1. Project Sociale Activering Nieuwkomers Het concept "activering" verwijst vaak naar het sociale beleid dat tot doel heeft de uitkeringsgerechtigden te integreren op de arbeidsmarkt.

Maar niet alle uitkeringsgerechtigden van het OCMW kunnen (op korte of middellange termijn) op de arbeidsmarkt geïntegreerd worden om zeer uiteenlopende redenen: ziekte, huisvestingsproblemen, kinderopvang, gebrek aan kwalificaties, het niet kennen van een van de landstalen,...

De doelstelling van sociale activering is dus om de maatschappelijke participatie te verhogen en om sociaal isolement te doorbreken. Dit door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen, ofwel als een doel op zich, ofwel als een eerste stap in een traject voor socio-professionele inschakeling, ofwel als een eerste stap in een (latere) betaalde tewerkstelling.

Het is de bedoeling dat de promotor een zo goed mogelijk op maat uitgewerkt en intensief sociaal activeringstraject aanbiedt aan nieuwkomers uit derde landen die te ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt en te zwak zijn voor bestaande integratieprogramma's georganiseerd op niveau van de Gemeenschappen. Deze begeleiding zal zich focussen op drempels binnen verschillende levensdomeinen die integratie van derdelanders in onze samenleving in de weg staan. Dit kan gaan van het helpen zoeken naar betaalbare kinderopvang, het wegwerken van financiële schulden, het zoeken naar betaalbare en goede huisvesting, het zoeken van een oplossing voor mobiliteitsproblemen, het helpen met problemen op vlak van gezondheid, zoeken naar een oplossing voor een niet-scolarisatie van kinderen,... alsook het toeleiden naar het bestaande taal- en/of opleidingsaanbod. 3.2. Doelgroep De doelgroepen die in aanmerking komen voor de projecten zijn onderdanen van derde landen die legaal in België verblijven of, waar passend, legaal verblijf in België aan het verkrijgen zijn. Waar nodig moet rekening gehouden worden met de specifieke behoeften van de verschillende categorieën onderdanen van derde landen, met inbegrip van personen die internationale bescherming genieten, hervestigde of overgebrachte personen en in het bijzonder kwetsbare personen.

Er moet een objectieve en controleerbare registratie gebeuren van de doelgroep tijdens de volledige verwezenlijking van de projecten. Deze registratie moet het mogelijk maken om een duidelijk onderscheid te maken tussen de doelgroep van de OCMW's en die van het project.

De doelgroep zal een tevredenheidsenquête moeten invullen aan de hand van een standaardformulier dat door de POD Maatschappelijke Integratie ter beschikking gesteld wordt. De verkregen data moeten hierna verplicht geregistreerd worden in de templates die ter beschikking gesteld worden door de beheersautoriteit en de Europese Commissie in het kader van het AMIF. 3.3. Eindbegunstigden Deze projectoproep richt zich tot kleine en middelgrote OCMW's (gemeente met minder dan 150.000 inwoners) met bijzondere aandacht voor: - kleine en middelgrote OCMW's die in 2020-2023 zijn ingestapt in een partnerschap met een van de 5 grote OCMW's (Brussel, Charleroi, Gent, Luik en Antwerpen); - en OCMW's die in partnerschap met een ander OCMW of andere OCMW's een project indienen.

OCMW's die een project indienen, kunnen een vrijwillig partnerschap aangaan met één of meerdere andere OCMW's. De OCMW's zijn vrij om de vorm en inhoud van het partnerschap zelf in te vullen, zolang het doel van het partnerschap, namelijk kennis delen over de sociale activering van nieuwkomers, behaald wordt.

Indien er een partnerschap wordt aangegaan, is menverplicht een partnerschapsovereenkomst per partner af te sluiten (zie ook punten 3.4 en 4 van deze oproep). 3.4. Budget Het beschikbare budget vanuit het AMIF voor deze projectoproep bedraagt 1.000.000 €. De AMIF-toelage mag maximum 75% van de totale betoelaagbare kost bedragen. De middelen kunnen besteed worden van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2026.

Het minimum AMIF subsidiebedrag per project bedraagt 200.000 €.

De POD Maatschappelijke integratie voorziet een cofinanciering van maximum 15% van de totale betoelaagbare kost van het project. Het beschikbare budget voor de cofinanciering bedraagt 200.000 €, als de middelen in 2024, 2025 en 2026 nog steeds beschikbaar zijn.

Om tot de verplichte cofinanciering van 25% te komen, dient de federale cofinanciering aangevuld te worden met eigen middelen of andere regionale/lokale subsidies voor zover ze in overeenstemming zijn met de subsidiabiliteitsregels. Het gaat hier over minimum 10% van de totale betoelaagbare kost van het project.

Door het aanvragen van een subsidie, engageert een OCMW zich ook om samen met de POD MI zoveel mogelijk kennis en expertise te delen en vast te leggen. Het doet dit door o.a. deel te nemen aan het lerend netwerk over sociale activering van nieuwkomers van de POD MI en alle bijkomende activiteiten en de verkregen expertise te delen via de online tool sociale activering (https://www.mi-is.be/nl/tool-sociale-activering-nieuwkomers).

Het budget voor het opzetten van een partnerschap tussen OCMW's moet in de totale projectkost opgenomen worden zodat zowel het organiserend OCMW als de partner-OCMW's een deel van de door hen gemaakte uitgaven met AMIF-middelen kunnen bekostigen.

Indien een van de kleine partner OCMW's reeds in het kader van een vorige projectoproep (projectoproep voor grote OCMW's) een eigen AMIF-project lopende heeft, en de intentie heeft om een eigen AMIF-project in te dienen, mag er geen dubbele financiering zijn. De kosten die gemaakt worden in het kader van het partnerschap met het grote OCMW, moeten strikt gescheiden zijn van de kosten gemaakt in het kader van het eigen AMIF-project. 3.5. Looptijd Deze oproep financiert projecten die lopen tussen 1 januari 2024 en 30 juni 2026. 4. ALGEMENE BEPALINGEN De subsidies uit het AMIF zijn geen volledige, maar gedeeltelijke financiering.De financiering uit het fonds bedraagt maximaal 75% van de effectief gerealiseerde, verifieerbare en subsidiabel geachte uitgaven.

De subsidies worden toegekend door de Minister van Binnenlandse Zaken, na beslissing van de Stuurgroep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de voor de fondsen bevoegde ministers en staatssecretarissen.

Alleen projecten die kunnen aantonen dat ze geen lucratief karakter hebben, komen in aanmerking voor een subsidie. Indien er inkomsten gerealiseerd worden, zullen deze in mindering worden gebracht van de communautaire subsidie.

De geselecteerde projecten moeten zich richten naar de administratieve en financiële regels die van toepassing zijn op de federale programmatie en die voortvloeien uit zowel de Europese als de nationale wetgeving.

De opvolging van de uitvoering van de verschillende projecten door de beheersautoriteit gebeurt op basis van de in het subsidiebesluit vastgestelde bepalingen.

De POD Maatschappelijke Integratie is mee verantwoordelijk voor de inhoudelijke opvolging van de activiteiten en resultaten van de projecten. De POD MI kan hiertoe bepaalde eigen formats en platforms ontwikkelen.

De POD Maatschappelijke Integratie heeft twee contactpersonen aangesteld om de opvolging van de projecten te verzekeren. Deze personen staan in voor de inhoudelijke en administratieve ondersteuning aan de OCMW's zowel bij de opstart van het project, tijdens het project als bij de afsluiting, en verzorgen ook de inhoudelijke coördinatie van de projecten.

Er zullen binnen een lerend netwerk "Sociale Activering van nieuwkomers" goede praktijken en ervaringen uitgewisseld worden en zal er zowel top-down als bottom-up informatieoverdracht gestimuleerd worden.

De contactpersonen bij de POD Maatschappelijke Integratie zullen de belangrijkste contactpersonen zijn voor de OCMW's om tegemoet te komen aan hun methodologische en inhoudelijke vragen. Deze personen zullen ook beschikbaar zijn om oplossingen te vinden voor problemen die de OCMW's ervaren. Ze zullen preventieve controles uitvoeren in het kader van het toezicht op projecten.

In het geval van een partnerschap met een andere projectindiener/organisatie blijft de organisatie die het project heeft ingediend de enige gesprekspartner van de beheersautoriteit.

Deze projectindiener coördineert het project en is verantwoordelijk voor het naleven van de rapportageverplichtingen. De partnerschap(pen) moet(en) het onderwerp zijn van een partnerschapsovereenkomst waarin nauwkeurig de samenwerkingsmodaliteiten worden vastgelegd.

Elke projectuitvoerder moet alle registraties, facturen of gelijkwaardige documenten en relevante gegevens die verband houden met (1) de uitgaven en inkomsten van het project, (2) de doelgroep van het project, en (3) de projectactiviteiten bijhouden.Deze stukken moeten opgeladen worden via de online toepassing van de beheersautoriteit.

Elke projectuitvoerder maakt tussentijdse verslagen en een eindverslag (narratief en financieel) op van het project via de online toepassing van de beheersautoriteit. Deze verslagen geven een globaal overzicht van de resultaten van het project. 5. VOORWAARDEN VOOR SUBSIDIABILITEIT 1.1. Algemene bepalingen 1. Elke eindbegunstigde van het fonds AMIF-ISF-BMVI, zelfs zij die niet beantwoorden aan de definitie van art.2, 1° van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten met betrekking tot overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, is onderworpen aan de nationale wetgeving en de Europese regelgeving inzake overheidsopdrachten. 2. Alle kosten moeten het gebruikelijke kostenbeleid van de organisatie weerspiegelen. 1.2. Specifieke bepalingen In het kader van deze oproep kunnen enkel loonkosten worden ingediend, met bovenop het totaal van deze loonkosten een forfait van maximum 40% voor alle andere kosten (direct en indirect).

Er wordt gewerkt met een standaarduurtarief voor intern personeel (van de eindbegunstigde of een projectpartner) verbonden via arbeidsovereenkomst.

Het standaard uurtarief wordt in regel berekend op basis van het bruto maandloon van de maand januari van het kalenderjaar waarin prestaties geleverd worden voor het project. Voor werknemers nog niet in dienst in januari wordt het bruto maandloon van de eerste volledige maand van tewerkstelling gebruikt.

Volgende formule wordt toegepast: uurtarief = bruto maandloon * 1,08/100.

Voor de berekening van de loonkosten wordt het aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met dit uurtarief. 1.3. Bijkomende bepalingen 1. Het brutomaandloon dat wordt gebruikt voor de berekening van het standaarduurtarief moet het gebruikelijke loonbeleid van de organisatie weerspiegelen.De nodige bewijsstukken dienen aan de beheersautoriteit bezorgd te worden. De beheersautoriteit kan extra bewijsstukken (loon informatie van andere maanden, individuele berekening of andere) opvragen ter controle. 2. Er wordt een maximum standaarduurtarief gehanteerd van 80 EUR/uur.3. Personen met een deeltijds contract dienen hun voltijds equivalent bruto maandloon te gebruiken voor de berekening van hun uurtarief.4. In geval personen over meerdere arbeidscontracten beschikken, is de berekeningsbasis de som van de bruto maandlonen van alle contracten samen, tenzij de activiteiten in het kader van het project enkel betrekking hebben op 1 specifiek arbeidscontract.5. Het uurtarief geldt minstens voor het kalenderjaar waarin het uurtarief is bepaald.Het uurtarief kan op vraag van de eindbegunstigde geactualiseerd worden voor het volgende kalenderjaar. 6. Voor een voltijds equivalent kan op jaarbasis maximaal 1.720 uur worden ingebracht. 7. Bij de berekening van het uurtarief wordt geen rekening gehouden met loonsubsidies of andere loon gerelateerde inkomsten.Deze moeten als projectgerelateerde inkomsten gerapporteerd worden.

Vereiste bewijsstukken: 1. Arbeidscontract of equivalent 2.Affectatiebewijs 3. Taakbeschrijving 4.Bewijs van het brutoloon van de maand januari / eerste volledige maand van de tewerkstelling 5. Bewijs van op het project gepresteerde uren 6.INDIENING VAN DE PROJECTVOORSTELLEN De projectvoorstellen worden ingediend via de online toepassing van de beheersautoriteit. Via www.amif-isf.be moet u zich hiervoor registeren.

De uiterste datum voor invoering van de projecten is vrijdag 7 juli 2023. 7. SELECTIEPROCEDURE 7.1. Inoverwegingname Projectvoorstellen worden in overweging genomen wanneer zij voldoen aan volgende voorwaarden: - De doelgroep van de oproep wordt gerespecteerd - De doelstellingen van de oproep worden gerespecteerd Het niet respecteren van één van deze criteria leidt tot het niet inoverwegingname van het project, zonder enige verdere analyse. 7.2. Inhoudelijke en financiële evaluatie Projecten die in overweging zijn genomen, zullen vervolgens door de FOD Binnenlandse Zaken en de POD Maatschappelijke Integratie geanalyseerd worden op basis van volgende criteria: - Kwaliteit van het project - Kwaliteit van het budget - Efficiëntie van het project - Ervaring en deskundigheid van de indiener - De mate waarin het project bijdraagt tot het beleid en de coherentie ervan.

De projectvoorstellen worden vervolgens, vergezeld van de resultaten van de inhoudelijke analyse, voorgelegd aan de Stuurgroep. Deze kan beslissen een project te verwerpen, een project te weerhouden of een project te laten wijzigen.

In dit laatste geval zal de projectuitvoerder door de beheersautoriteit geïnformeerd worden over de opmerkingen en voorstellen van de Stuurgroep. De herwerkte voorstellen worden binnen de bepaalde termijn elektronisch aan de cel Europese Fondsen bezorgd, opnieuw geanalyseerd en voorgelegd aan de Stuurgroep om een beslissing te nemen.

De beslissingen over alle projectvoorstellen worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Vervolgens wordt de selectie geformaliseerd in de vorm van een ministerieel besluit, ondertekend door de Minister van Binnenlandse Zaken. 8. INFORMATIESESSIE Op dinsdagnammidag 30 mei 2023 zal de beheersautoriteit in samenwerking met de POD MI een informatiesessie organiseren voor alle geïnteresseerde kandidaat-projectuitvoerders. Inschrijven kan via mail door in te schrijven via amif-isf@ibz.eu. De precieze details zullen gecommuniceerd worden aan de personen die zich hebben ingeschreven.

Voor inhoudelijke vragen over de activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van deze projectoproep, kan u contact opnemen met de POD MI op volgend adres: amif@mi-is.be, of op 02/508.86.34 of 02/508.85.60

^