gepubliceerd op 24 juni 2003
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 18 juni 2002 en van 13 mei 2003 en in uitvoering Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 25 (Toezicht op de in een ziekenhuis (...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 18 juni 2002 en van 13 mei 2003 en in uitvoering van artikel 22, 4°bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 26 mei 2003 de hiernagaande interpretatieregel vastgesteld : Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 25 (Toezicht op de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.
Interpretatieregel 18 wordt vervangen door de volgende bepalingen : INTERPRETATIEREGEL 18 VRAAG Artikel 25, § 3 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen preciseert dat : « Als de medische permanentie volgens een beurtrol verdeeld is over verscheidene ziekenhuizen, moeten de honoraria pro rata temporis worden betaald. Het volledig forfaitair bedrag wordt aangerekend voor al de opnemingen die hebben plaatsgehad gedurende de periode dat het betrokken ziekenhuis instond voor de permanentie, en gedurende dewelke de arts continu in het ziekenhuis aanwezig was, terwijl niets aangerekend wordt voor de opnemingen tijdens die periode in de andere ziekenhuizen. » Wat mag een algemeen ziekenhuis aanrekenen dat beschikt over een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg en een erkende functie voor intensieve zorg, in de periode waarin het niet de permanentiedienst 100 uitoefent ? ANTWOORD In de periode waarin het de permanentie-dienst « 100 » niet uitoefent mag het betrokken ziekenhuis de verstrekking 590225 Forfaitair honorarium voor de intramuraal aanwezige medische permanentie in het ziekenhuis, per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, (i), K, L, M of N van een algemeen ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg en een erkende functie voor intensieve zorg A 40 aanrekenen.
In de tekst van artikel 25, § 3 van de huidige nomenclatuur wordt de permanentie-dienst « 100 » inderdaad niet vermeld.
De prestaties 590225 Forfaitair honorarium voor de intramuraal aanwezige medische permanentie... A 40 en 590181 Forfaitair honorarium voor de intramuraal aanwezige medische permanentie in het ziekenhuis, per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, (i), K, L, M of N van een algemeen ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg A 28 hangen niet af van het al dan niet vervullen van de permanentie dienst « 100 ».
Al de voorwaarden vermeld in de omschrijvingen en de regels van de nomenclatuur die betrekking hebben op de permanentie moeten echter wel gerespecteerd worden. Zij moet 24 uur op 24 verzekerd zijn en de onmiddellijke beschikbaarheid waarborgen van een geneesheer met de bekwaming zoals bedoeld in de nomenclatuur Te noteren is dat het ziekenhuis dat de verstrekking 590225 A 40 attesteert moet beantwoorden aan de voorwaarde vermeld onder de omschrijving, namelijk : « Minstens één van de artsen met intramurale permanentie is, of houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, of houder van de bijzondere beroepstitel intensieve zorgen, of een erkend specialist in de inwendige geneeskunde, cardiologie, pneumologie, gastro-enterologie, reumatologie, neurologie, pediatrie, anesthesie-reanimatie, heelkunde, neuro-chirurgie, orthopedie, plastische heelkunde, urologie. » De voornoemde wijziging heeft uitwerking vanaf 13 maart 2002.
De Leidend ambtenaar, De Voorzitter, Fr. PRAET D. SAUER