Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 02 september 1998

Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden Programma van toekomstgericht sociaal-economisch onderzoek Oproep tot voorstellen voor een kortlopende studie-opdracht I. Inleiding. Op 17 maart 1995 heef De algemene beschrijving van het programma werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 mei 1(...)

bron
diensten van de eerste minister
numac
1998021353
pub.
02/09/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER


Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden Programma van toekomstgericht sociaal-economisch onderzoek Oproep tot voorstellen voor een kortlopende studie-opdracht I. Inleiding.

Op 17 maart 1995 heeft de Ministerraad de tenuitvoerlegging goedgekeurd van het vijf jaar durende programma van "Toekomstgericht sociaal-economisch onderzoek". De programmadirectie en het beheer van het programma worden toevertrouwd aan de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC).

De algemene beschrijving van het programma werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 mei 1995.

Onder punt X van het programma worden, ter ondersteuning van het beleidsvoorbereidend werk, studie-opdrachten van korte duur uitgevoerd.

De DWTC doen thans een oproep tot universitaire instellingen en onderzoek- en studiecentra uit de non-profitsector die voorstellen willen indienen voor een studie-opdracht voor de ontwikkeling van een instrument voor epidemiologisch onderzoek naar druggebruik en risicogedrag vóór, tijdens en na de detentie. Het onderzoek moet leiden tot het opbouwen en testen van een instrument dat later door het Bestuur der Strafinrichtingen zal worden gebruikt.

II. Beschrijving van het onderzoek. 1. Achtergrond. Momenteel doen veel geruchten de ronde over de drugproblematiek binnen de gevangenissen, maar niemand beschikt over de nodige wetenschappelijk gefundeerde gegevens om de ernst ervan correct in te schatten. Het fragmentair karakter van de onderzoeksgegevens maakt het dan ook onmogelijk een onderbouwd drugsbeleid te voeren waarin met kennis van zaken naar een werkbaar evenwicht wordt gezocht tussen repressie, hulpverlening en preventie als noodzakelijke componenten voor een oplossingsgericht beleid. Dat kan alleen worden verholpen door een gedegen epidemiologisch onderzoek. 2. Beschrijving van de onderzoeksdoelstellingen. De eerste doelstelling van dit onderzoek is het ontwikkelen van een instrument dat het moet mogelijk maken op wetenschappelijk verantwoorde wijze een zicht te krijgen op het drugsgebruik en de daaraan gekoppelde risico's voor, tijdens en na de detentie.

De tweede doelstelling is om, aan de hand van dit instrument, een eerste zicht te krijgen op de drugproblematiek en dit in al haar aspecten (Wie gebruikt wat, wanneer, waarom en hoe? Welke risico's zijn eraan verbonden: drugsdoden, hepatitis C, afpersing, geweld? Hoe is de handel in drugs georganiseerd? Wat met de niet-gebruikers? Wat bij penitentiair verlof, halve vrijheid, voorwaardelijke invrijheidstelling? Welke regime-factoren hebben een positieve of negatieve invloed op de problematiek? Zijn er verschillen waar te nemen tussen Vlaamse en Waalse strafinrichtingen?) De derde doelstelling vloeit voort uit de vaststelling dat de drug-problematiek geen vast en onveranderlijk gegeven is. Er treden voortdurend wijzigingen op in het gebruikspatroon en in de risico's.

Zo is het een bekend fenomeen dat toxicomanen hun gebruik aanpassen aan het gevoerde beleid om aan de controle te ontsnappen. De resultaten van het onderzoek moeten het daarom mogelijk maken in de toekomst gericht follow-uponderzoek uit te voeren waarbij nieuwe tendensen kunnen worden ontdekt en de fenomenen die werden onderbelicht, verder kunnen worden uitgediept. Dit onderzoek moet een aanduiding geven van de domeinen waarbinnen verder onderzoek vereist is en ervoor zorgen dat het ontwikkelde instrument voor dat follow-uponderzoek hanteerbaar is.

Het eindrapport, dat in de twee landstalen dient te worden opgesteld, bevat het instrument om een epidemiologisch onderzoek naar het drugsgebruik binnen gevangenissen te voeren. Daarnaast worden de op basis van dit instrument verkregen onderzoeksgegevens weergegeven. Ten slotte worden er aanbevelingen geformuleerd voor gericht follow-uponderzoek, en dit zowel wat de vorm als de inhoud van dit onderzoek betreft.

III. Beknopte beschrijving van de uitvoering in het kader van deze oproep tot voorstellen.

Voor dit onderzoek wordt een budget van BEF 3 miljoen uitgetrokken.

Dit bedrag dekt zowel de loon- en werkingskosten van de onderzoekers als de valorisatie van het onderzoek.

Het onderzoek zal lopen van 01.01.1999 tot 31.12.1999.

De onderzoeksploeg moet over de nodige onderzoekservaring op het domein van het drugsgebruik beschikken en op de hoogte zijn van deze problematiek binnen gevangenissen. Daarenboven moet zij over de nodige methodologische kennis beschikken om een gedegen onderzoeksinstrument te ontwikkelen. Niet alleen de ervaring van de (coördinator van de) onderzoeksploeg maar bij voorkeur ook die van de onderzoeker(s) die het onderzoek zal/zullen uitvoeren, dient te worden aangegeven. De onderzoeksploeg moet zodanig samengesteld zijn dat zij het onderzoek zowel in Nederlands- als Franstalige strafinrichtingen kan uitvoeren.

IV. Hoe antwoorden op deze oproep tot voorstellen.

Wie geïnteresseerd is om deze oproep te beantwoorden, wordt verzocht te schrijven of te faxen naar : Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, Programma van Toekomstgericht sociaal-economisch onderzoek, Wetenschapsstraat 8, B - 1000 Brussel. Telefax : (02) 230 59 12.

Geïnteresseerden zullen een dossier ontvangen met alle nuttige informatie over het programma en de vormvereisten waaraan het voorstel dient te voldoen.

Deze informatie is ook op BELNET te vinden op de WWW-server : http//www.belspo.be (announcements).

V. Sluitingsdatum.

Alle voorstellen moeten toekomen uiterlijk op 30 september 1998, om 17 uur.

Het is aan de indieners erover te waken dat hun voorstel binnen de gestelde termijn wordt ingediend.

De DWTC zullen geen rekening houden met voorstellen die na de sluitingsdatum worden ingediend.

^