Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 08 augustus 1997

Wijziging van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg In randnummer 2250 voor identificatienummer 3057 (cijfer 2°TC) « 1,15 » door « 1,17 » vervangen in de kolom « Vulling ». In r(...) In randnummer 10221 (1) in de eerste zin: « evenals de motorvoertuigen die deze aanhangwagens mogen(...)

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014179
pub.
08/08/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR


Wijziging van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) In randnummer 2250 voor identificatienummer 3057 (cijfer 2°TC) « 1,15 » door « 1,17 » vervangen in de kolom « Vulling ».

In randnummer 10014 (1) de definitie « bijverwarming » schrappen.

In randnummer 10221 (1) in de eerste zin: « evenals de motorvoertuigen die deze aanhangwagens mogen trekken » schrappen.

In randnummer 10605 volgende zin toevoegen: « Deze transporteenheden zullen tot deze datum onderworpen zijn aan de bepalingen van randnummer 10283 die van kracht waren tot 31 december 1996 ».

Volgend nieuw randnummer toevoegen: « 10606 - de bepalingen van de randnummers 10260 en 10385 die van kracht waren tot 31 december 1996 mogen verder toegepast worden tot 31 december 1998 in plaats van deze die van kracht geworden zijn op 1 januari 1997. » In de tabel van randnummer 220500 de kruisjes schrappen die in de rij « 220536 bijverwarming » met de kolommen FL en OX voorkomen.

De tekst van randnummer 220536 vervangen door de volgende, die van kracht was vóór 1 januari 1997: « De bijverwarmingsapparaten voor de cabine moeten voldoende garanties bieden inzake brandveiligheid. Ze moeten voor het beschermend schild (achterwand van de cabine) geplaatst worden. Het verwarmingsapparaat moet zover mogelijk naar voor en zo hoog mogelijk worden geplaatst (ten minste 80 cm boven de vloer) en van inrichtingen voorzien zijn die beletten dat voorwerpen in contact kunnen komen met hete oppervlakken van het apparaat of van zijn uitlaat. Er mogen alleen apparaten gebruikt worden die voorzien zijn van een inrichting voor het snel heropstarten van de ventilatiemotor voor de verbrandingslucht (max. 20 s). »

^