gepubliceerd op 20 maart 2001
Besluit van de Regering betreffende de regeling van de tegemoetkoming van de Duitstalige Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut in de vervoerkosten van de personeelsleden
30 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Regering betreffende de regeling van de tegemoetkoming van de Duitstalige Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut in de vervoerkosten van de personeelsleden
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 54, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s, inzonderheid op artikel 24, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige instellingen van openbaar nut in de vervoerkosten van de personeelsleden;
Gelet op het protocol nr. S13/2000 van het sectorcomité XIX, opgemaakt op 17 november 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 oktober 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd inzake Begroting en Personeel, gegeven op 30 november 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderdheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000 betreffende de tegemoetkoming in de vervoerkosten van de personeelsleden geen uitstel lijdt ten einde het welzijn en de financiële belangen van de personeelsleden te behartigen en de sociale vrede te waarborgen;
Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Toepassingsgebied Dit besluit is vanaf 1 januari 2000 van toepassing op de personeelsleden wier werkelijke verblijfplaats zich in een andere gemeente bevindt als hun gewone werkplaats.
De toepassing strekt zich uit tot de personeelsleden : 1° van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;2° van de volgende instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap : - de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap; - het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s; - de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.Tegemoetkoming § 1. Voor de verplaatsingen tussen hun verblijflaats en hun werkplaats, en omgekeerd, verkrijgen de in artikel 1 bedoelde personeelsleden vanaf 1 januari 2000 een forfaitaire som berekend op basis van de prijs van een wekelijks sociaal abonnement bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. De tegemoetkoming bedraagt 50 % van die prijs.
Het aantal kilometers tussen de in aanmerking te nemen gemeenten wordt door de Secretaris-generaal vastgesteld. De personeelsleden kunnen de lijst van de vastgestelde afstanden inzien. § 2. In het geval van een éénjarige dienstbetrekking komen forfaitair 52 weken per kalenderjaar in aanmerking. Indien de dienstbetrekking minder dan één jaar duurt, dan wordt het aantal in aanmerking komende weken verhoudingsgewijze verminderd; het wordt zo nodig naar boven afgerond.
Het recht op de tegemoetkoming vervalt voor de duur : 1. van een voltijdse loopbaanonderbreking;2. van een contractueel vastgestelde schorsing van de tewerkstelling;3. van de ononderbroken afwezigheid na een ononderbroken afwezigheid van 30 kalenderdagen, behalve bij jaarlijks vakantieverlof. § 3. Als de arbeidsregeling, bij een deeltijdse tewerkstelling, minder dan 5 werkdagen per week omvat, dan wordt de tegemoetkoming verhoudingsgewijze verminderd. § 4. De tegemoetkoming kan niet met vergoedingen gecumuleerd worden die voor het gebruik van de fiets worden uitbetaald.
Art. 3.Uitbetaling De tegemoetkoming wordt maandelijks op hetzelfde ogenblik en op dezelfde wijze als de wedde uitbetaald. Voor de toepassingsperiode vóór de inwerkingtreding van dit besluit wordt de tegemoetkoming door middel van een eenmalige storting uitbetaald.
Art. 4.Overgangsbepalingen Aan de personeelsleden die vanaf 1 januari 2000 een tegemoetkoming in de prijs van hun abonnement bij een maatschappij voor gemeenschappelijk vervoer hebben gekregen, wordt het verschil tussen het bedrag uitbetaald dat krachtens dit besluit te betalen is.
Art. 5.Opheffingsbepaling Het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige instellingen van openbaar nut in de vervoerkosten van de personeelsleden is opgeheven, wat de Duitstalige Gemeenschap betreft.
Art. 6.Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 7.Slotbepaling De Minister-President, bevoegd inzake Personeel en Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 30 november 2000.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport K.-H. LAMBERTZ