Etaamb.openjustice.be
Document van 27 mei 2021
gepubliceerd op 20 juli 2021

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2021202961
pub.
20/07/2021
prom.
27/05/2021
ELI
eli/besluit/2021/05/27/2021202961/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MEI 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7, gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het decreet van 13 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200237 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven sluiten tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, artikel 8, tweede lid, artikel 9, artikel 10, en artikel 18, § 1;

Gelet op het decreet van 13 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2018 pub. 28/05/2019 numac 2019200641 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg sluiten betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg, artikel 59, derde lid;

Gelet op het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen;

Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 12 juni 2020;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de ondersteuning van ouderen, gegeven op 31 augustus 2020;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 april 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 8 oktober 2020;

Gelet op advies 68.241/3 van de Raad van State, gegeven op 3 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.- In artikel 1 van het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen worden de woorden "bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "woonzorgcentra voor ouderen".

Art. 2.- In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : "8° woonzorgcentrum voor ouderen : het zorgaanbod vermeld in artikel 24 van het decreet van 13 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2018 pub. 28/05/2019 numac 2019200641 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg sluiten betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg;" 2° de bepalingen onder 11° en 12° worden vervangen als volgt : "11° ergotherapeut : een ergotherapeut die aangesteld is bij de Dienst voor zelfbeschikkend leven en die de op de behoeften afgestemde en passende ondersteuning, begeleiding, stimulering en verzorging van de gebruiker organiseert.Het is zijn taak samen met de gebruiker een doelgerichte samenwerkingsregeling te plannen, te organiseren en te evalueren die op de concrete ondersteuningsbehoefte van de gebruiker afgestemd is; 12° modulaire rolstoel : aanpasbaar hulpmiddel in de vorm van een stoel op vier wielen, met voet- en/of beensteunen, dat via standaardopties kan worden aangepast en door een begeleidende persoon of de gebruiker zelf kan worden voortbewogen door de rolstoel aan te duwen;" 3° er wordt een bepaling onder 13° ingevoegd, luidende : "13° multipositionele rolstoel : aanpasbaar voortbewegingsmiddel in de vorm van een kantelbare stoel op vier wielen, met voet- en/of beensteunen en met hoofdsteun, dat via standaardopties kan worden aangepast om een zo goed mogelijk passief zitcomfort te bieden.De rolstoel wordt door de begeleidende persoon voortbewogen door de rolstoel aan te duwen."

Art. 3.- Artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : § 2 - Het multidisciplinair team beslist : 1° over de verstrekking van hulpmiddelen in geval van een negatieve aanbeveling of een negatief deskundigenadvies in de zin van artikel 14, § 3, artikel 25 en artikel 29.3, § 5; 2° het deskundigenadvies vermeld in artikel 32, § 2; 3° bij meningsverschillen tussen het voorschrift van de arts en de aanbeveling of het deskundigenadvies."

Art. 4.- In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "bij de Dienst aangestelde case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";2° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";3° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";4° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut".

Art. 5.- In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut".

Art. 6.- Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Art. 14 - § 1 - Na het gesprek vermeld in artikel 12 doet de ergotherapeut, in samenwerking met de leverancier, een aanbeveling omtrent de vraag welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker moet worden verstrekt en omtrent de vraag of de aankoop van dat hulpmiddel moet worden gesubsidieerd, dan wel of dat hulpmiddel moet worden uitgeleend. § 2 - Bij een positieve aanbeveling kan de ergotherapeut over de verstrekking van een hulpmiddel beslissen. Die beslissing wordt genomen binnen een termijn van vijftien werkdagen na het gesprek. Die termijn wordt echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 voorhanden zijn.

De Dienst deelt de gunstige beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker.

In de beslissing wordt vermeld : 1° welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moet worden;2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden;3° dat de gebruiker de leverancier van het hulpmiddel mag kiezen als de aankoop van het hulpmiddel gesubsidieerd wordt. § 3 - Bij een negatieve aanbeveling zendt de ergotherapeut die negatieve aanbeveling aan het multidisciplinair team met het oog op een beslissing.

Het multidisciplinair team onderzoekt de aanbeveling en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien werkdagen na afgifte van de aanbeveling.

Als het multidisciplinair team een positieve beslissing neemt, zendt de Dienst die beslissing overeenkomstig § 2 aan de gebruiker.

Als het multidisciplinair team een negatieve beslissing neemt, deelt de Dienst die afwijzing schriftelijk mee aan de gebruiker.

De beslissing bevat : 1° de redenen voor de afwijzing;2° de mogelijkheid om de klachtenprocedure vermeld in afdeling 5 te doorlopen;3° de bevoegde instanties waar een klacht kan worden ingediend of beroep kan worden ingesteld. Indien de termijn vermeld in het tweede lid wordt overschreden, wordt dit beschouwd als een negatieve beslissing. De Dienst deelt de afwijzing schriftelijk mee aan de gebruiker."

Art. 7.- De artikelen 15, 16 en 17 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 8.- In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";2° in § 3, eerste lid, worden de woorden "per aangetekende brief" vervangen door het woord "schriftelijk";3° in § 3, tweede lid, worden de woorden "artikel 16, tweede lid," vervangen door de woorden "artikel 14, § 3, vijfde lid,";4° in § 4 worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut".

Art. 9.- In hoofdstuk 2, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling ingevoegd, die de artikelen 22 tot 29 omvat, luidende : "Onderafdeling 1 - Algemene verstrekkingsprocedure"

Art. 10.- In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt het woord "afdeling" vervangen door de woorden "onderafdeling en met uitzondering van modulaire en multipositionele rolstoelen".

Art. 11.- In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij de Dienst aangestelde" opgeheven.

Art. 12.- In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 worden de woorden "het huisbezoek" vervangen door de woorden "het in artikel 23 vermelde gesprek";2° het artikel wordt aangevuld met de volgende § § 4 tot 5, luidende : " § 4 - Bij een positief deskundigenadvies kan de ergotherapeut over de verstrekking van een hulpmiddel beslissen.Hij deelt die schriftelijk mee aan de gebruiker. Die beslissing wordt genomen binnen een termijn van vijftien werkdagen na het gesprek. Die termijn wordt echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 voorhanden zijn.

De Dienst deelt de gunstige beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker.

De beslissing bevat : 1° welk aanpasbaar hulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moeten worden;2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden;3° dat de gebruiker de leverancier van het hulpmiddel mag kiezen als de aankoop van het hulpmiddel gesubsidieerd wordt. § 5 - Bij een negatief deskundigenadvies zendt de ergotherapeut dat negatieve deskundigenadvies aan het multidisciplinair team met het oog op een beslissing."

Art. 13.- Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Art. 25 - Het multidisciplinair team onderzoekt het negatieve deskundigenadvies en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien werkdagen na afgifte van het deskundigenadvies.

Als het multidisciplinair team een positieve beslissing neemt, zendt de Dienst die beslissing overeenkomstig artikel 24, § 4, aan de gebruiker.

Als het multidisciplinair team een negatieve beslissing neemt, deelt de Dienst die afwijzing schriftelijk mee aan de gebruiker.

De beslissing bevat : 1° de redenen voor de afwijzing;2° de mogelijkheid om de klachtenprocedure vermeld in afdeling 5 te doorlopen;3° de bevoegde instanties waar een klacht kan worden ingediend of beroep kan worden ingesteld. Indien de termijn vermeld in het eerste lid wordt overschreden, wordt dit beschouwd als een negatieve beslissing. De Dienst deelt de afwijzing schriftelijk mee aan de gebruiker."

Art. 14.- De artikelen 26 en 27 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 15.- In artikel 28, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "per aangetekende brief" vervangen door het woord "schriftelijk";2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 16, tweede lid," vervangen door de woorden "artikel 14, § 3, vijfde lid,".

Art. 16.- In hoofdstuk 2, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, die de artikelen 29.1 tot 29.4 omvat, luidende : "Onderafdeling 2 - Vereenvoudigde verstrekkingsprocedure voor modulaire en multipositionele rolstoelen Art. 29.1 - Overeenkomstig de procedure die in deze onderafdeling wordt bepaald, kunnen modulaire en multipositionele rolstoelen ofwel bij aankoop gesubsidieerd worden door de Dienst, ofwel uitgeleend worden.

Art. 29.2 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd dat aan de gebruiker aanpasbare hulpmiddelen worden verstrekt, voert een ergotherapeut een gesprek met de gebruiker overeenkomstig artikel 23.

Art. 29.3 - § 1 - Na het gesprek bepalen de ergotherapeut en de gebruiker de individuele behoefte van de gebruiker en kiezen een geschikte modulaire of multipositionele rolstoel.

Om de behoefte vermeld in het eerste lid te bepalen, wordt alleen in de volgende gevallen een arts-specialist ingeschakeld: 1° de ergotherapeut kan geen duidelijke beslissing over de passende rolstoel nemen;2° de gebruiker wenst dit uitdrukkelijk;3° de arts-specialist wenst zelf te interveniëren. § 2 - De ergotherapeut maakt een protocol op over het adviesproces dat overeenkomstig § 1 werd doorlopen.

Op basis van dat adviesproces maakt de ergotherapeut een aanbeveling op over de vraag welke modulaire of multipositionele rolstoel aan de gebruiker verstrekt moet worden en over de vraag of de aankoop van die rolstoel gesubsidieerd moet worden, dan wel of die rolstoel uitgeleend moet worden. De aanbeveling bevat ten minste : 1° de aanvraag van de gebruiker;2° de vastgestelde behoeften van de gebruiker;3° de voorgestelde verstrekking en de redenen daarvoor;4° het standpunt van de gebruiker omtrent de voorgestelde verstrekking. § 3 - Nadat de aanbeveling is opgemaakt, kiest de gebruiker een leverancier die op basis van de noodzakelijke aanpassingen de passende, mogelijke rolstoel voorstelt. § 4 - Bij een positieve aanbeveling kan de ergotherapeut onmiddellijk over de verstrekking van een modulaire of multipositionele rolstoel beslissen. Die beslissing wordt genomen binnen een termijn van vijftien werkdagen na het gesprek. Die termijn wordt echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 voorhanden zijn.

De Dienst deelt de gunstige beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker.

De beslissing bevat : 1° welke rolstoel aan de gebruiker verstrekt moeten worden;2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden;3° de door de gebruiker gekozen leverancier. § 5 - Bij een negatieve aanbeveling zendt de ergotherapeut die negatieve aanbeveling aan het multidisciplinair team met het oog op een beslissing. In dat geval is artikel 25 mutatis mutandis van toepassing.

Art. 29.4 - Voor de verdere nadere regels voor de verstrekking van hulpmiddelen zijn mutatis mutandis de artikelen 18 tot 19 van toepassing."

Art. 17.- In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij de Dienst aangestelde" opgeheven.

Art. 18.- In artikel 32, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " "het huisbezoek" vervangen door de woorden "het in artikel 31 vermelde gesprek".

Art. 19.- Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Art. 35 - § 1 - In geval van een gunstige beslissing deelt de Dienst die beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker.

De beslissing bevat : 1° de details van de vervaardiging van het hulpmiddel op maat dat aan de gebruiker verstrekt moet worden, zoals vastgelegd in het deskundigenadvies;2° het bedrag van de subsidie. § 2 - Na ontvangst van de gunstige beslissing bestelt de gebruiker het hulpmiddel bij de leverancier van wie de kostenraming goedgekeurd werd. De ergotherapeut ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, ofwel door hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en documenten."

Art. 20.- Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 36 - In geval van afwijzing door het multidisciplinair team of door de raad van bestuur van de Dienst zijn de nadere regels bepaald in artikel 14, § 3, vierde en vijfde lid, van toepassing."

Art. 21.- Artikel 41, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1 - De Dienst deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker."

Art. 22.- In het opschrift van hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "woonzorgcentra voor ouderen".

Art. 23.- In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de woorden "het bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 24.- In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het bejaardentehuis of van het rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "van het woonzorgcentrum voor ouderen" en wordt het woord "bevoegdheid" vervangen door het woord "kwalificatie".

Art. 25.- In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "het bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "het woonzorgcentrum voor ouderen";2° in het tweede lid worden de woorden "het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 26.- In het opschrift van hoofdstuk 3, afdeling 1, onderafdeling 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "van het bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "van het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 27.- In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de woorden "Het bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "Het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 28.- In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de woorden "het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "het decreet van 13 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2018 pub. 28/05/2019 numac 2019200641 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg sluiten betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg".

Art. 29.- In artikel 47 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "woonzorgcentrum voor ouderen";2° in het tweede lid wordt het woord "juli" vervangen door het woord "mei".

Art. 30.- In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de woorden "bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 31.- In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de woorden "het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 32.- In artikel 50 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "woonzorgcentrum voor ouderen";2° in het tweede lid worden de woorden "het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "het woonzorgcentrum voor ouderen".

Art. 33.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 34.- De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 27 mei 2021.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS

^