Etaamb.openjustice.be
Document van 27 maart 1997
gepubliceerd op 16 juli 1997

Besluit van de Regering tot oprichting van een pedagogische werkgroep inzake essentiële vaardigheden in de tweede graad van de het secundair beroepsonderwijs en van de Middenstandsvorming, algemene vakken

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1997033055
pub.
16/07/1997
prom.
27/03/1997
ELI
eli/besluit/1997/03/27/1997033055/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 1997. Besluit van de Regering tot oprichting van een pedagogische werkgroep inzake essentiële vaardigheden in de tweede graad van de het secundair beroepsonderwijs en van de Middenstandsvorming, algemene vakken


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993 en 16 december 1996;

Gelet op het decreet van 18 december 1996 tot vaststelling van de algemene uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 27 maart 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de pedagogische werkgroep zonder verwijl zijn werkzaamheden moet aanvangen opdat de aan de deeltijdse leerplicht onderworpen jongelui die het wensen, vanaf het begin van de officiële periode voor het sluiten van leerovereenkomsten en gecontroleerde leerakkoorden in de Middenstand betreffende het schooljaar 1997-1998, een alternerende opleiding onder certificatievoorwaarden kunnen beginnen die qua vorm en inhoud behoorlijk zijn;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd, Media en Sociale Aangelegenheden en van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Landschappen en Monumenten, en na beraadslaging van de Regering op 26 februari 1997, Besluit

Artikel 1.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een pedagogische werkgroep opgericht voor de essentiële vaardigheden in de tweede graad van het gewoon beroepssecundair onderwijs en van de Middenstandvorming, algemene cursussen, hierna werkgroep genoemd.

De werkgroep heeft als opdracht, per discipline en interdisciplinair, de essentiële vaardigheden te definiëren voor de onderwijsvakken Duits, wiskunde, menswetenschappen, sociale wetenschappen en Frans in de tweede graad van het gewoon beroepssecundair onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap.

De werkgroep sluit zijn werkzaamheden ten laatste op 30 juni 1997.

Vóór dit datum legt hij de lijst van de essentiële vaardigheden en een uitvoerig verslag voor aan de Minister bevoegd inzake Onderwijs en Vorming.

Art. 2.De heer Hubert Keutgens, Directeur van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's bekleedt het voorzitterschap van de werkgroep.

Een vertegenwoordiger van de pedagogische inspectie is ondervoorzitter.

Art. 3.Naast de voorzitter en de ondervoorzitter is de werkgroep samengesteld uit de volgende leden : 1. Vertegenwoordigers van het onderwijs De heer Edgard Breuer, inrichtingshoofd van het Robert-Schuman-Instituut te Eupen De heer René Roth, inrichtingshoofd van het technisch Instituut te St. Vith 2. Vertegenwoordigers van de Middenstandsvorming De heer Thomas Pankert, Directeur van het centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's te Eupen De heer Erich Hilger, Directeur van het centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's te St.Vith.

De aanwijzing van de voorzitter en van de leden geldt voor de duur van de in artikel 1 bedoelde opdracht.

Op uitnodiging van de Voorzitter kunnen experten, alsmede leden van de pedagogische inspectie en ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aan de zittingen van de werkgroep bijwonen.

Art. 4.De voorzitter roept de werkgroep bijeen en bepaalt de vergaderplaats en de dagorde.

Art. 5.Het secretariaatswerk wordt verricht door het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's.

De in artikel 1, 3 bedoelde lijst en het eindverslag worden in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, afdeling « Organisatie van het onderwijs » opgesteld.

Art. 6.De leden van de werkgroep evenals de experten, ambtenaren en leden van de pedagogische inspectie die hun privé-voertuig gebruiken om naar de zittingen te gaan hebben recht op een kilometervergoeding van 7,60 BF met inachtneming van de verplichting, zo mogelijk groepsgewijs te reizen.

Als uitgangspunt voor de berekening van de afstand wordt de woonplaats van de betrokkene of zijn werkplaats in aanmerking genomen, indien deze laatste het meest nabijgelegen is t.o.v. de vergaderplaats.

Bij gebruik van het openbaar vervoer wordt de reiskostenvergoeding op voorlegging van bewijsstukken toegekend.

Art. 7.Leerkrachten die als experten voor de zittingen uitgenodigd worden, verkrijgen een presentiegeld ten belope van 1500 BF per zittingsdag van ten minste vier uren.

Art. 8.De kilometervergoeding en het presentiegeld worden toegekend op voorlegging van een ten laatste op 30 juli 1997 in te dienen schuldvordering met vermelding van het aantal kilometers per zitting en van het aantal vergaderdagen die recht geven op presentiegeld.

De schuldvorderingen worden door de voorzitter medeondertekend ter bekrachtiging van de juistheid ervan.

Ten hoogste 10 zittingen worden vergoed.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 1997.

Art. 10.De Minister van Jeugd, Media en Sociale Aangelegenheden en de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Landschappen en Monumenten zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 27 maart 1997.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, W. SCHRÖDER

^