Etaamb.openjustice.be
Document van 26 september 2003
gepubliceerd op 07 januari 2004

Besluit van de Regering betreffende de erkenning van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2003033104
pub.
07/01/2004
prom.
26/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/26/2003033104/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Regering betreffende de erkenning van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wet op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1980, het koninklijk besluit nr. 59 van 22 juli 1982 en de wet van 25 januari 1999, inzonderheid op artikel 5, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 juli 2002 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, inzonderheid op artikel 1, § 3;

Gelet op het protocol met betrekking tot de eerstelijnsgezondheidszorg, gesloten op 25 juli 2001 tussen de Federale Regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de opdrachten van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging aan een actueel behoeften aan thuisverzorging beantwoorden en dat deze diensten, indien ze erkend zijn, vanaf 1 april 2003 federale financiële middelen kunnen opeisen, lijdt de inwerkingtreding van dit besluit tot vastlegging van de erkenningsprocedure geen uitstel meer;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit : Erkenningsvoorwaarden

Artikel 1.§ 1. Elke voorziening of dienst die de opdrachten van een geïntegreerde dienst voor thuisverzorging vervult, moet door de Regering erkend worden. § 2. Om erkend te worden, moet de aanvrager het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging naleven. § 3. De inrichtende macht van de erkende dienst verplicht er zich toe elk jaar, ten laatste in maart, een uitvoerig activiteitenverslag bij het in artikel 2, § 1, bedoelde bestuur in te dienen.

Erkenningsprocedure

Art. 2.§ 1. De aanvrager dient een aanvraag met volgende documenten of gegevens in bij de bevoegde afdeling van het Ministerie : 1° de beschrijving van de bestreken zone;2° de statuten van de voorziening of het huishoudelijk reglement;3° een uitvoerige beschrijving van de structuur en het verloop van de coördinatie. De bevoegde afdeling van het Ministerie zendt het volledige dossier met een advies aan de bevoegde minister over. § 2. De minister beslist binnen twee maanden na de ontvangst van het volledige dossier door het in § 1 van voorliggend artikel bedoelde bestuur. Zo niet wordt de erkenning als verleend beschouwd. § 3. De erkenning heeft een duur van 4 jaar en kan hernieuwd worden.

De inrichtende macht dient ten laatste 3 maanden vóór het verstrijken van de erkenningsduur een verzoek op verlenging in overeenkomstig de in de §§ 1 en 2 van voorliggend artikel bedoelde procedure. Voor de verlenging van de erkenning hoeven slechts de wijzigingen van de in § 1 van voorliggend artikel bedoelde documenten ingediend te worden.

Bepalingen m.b.t. de controle

Art. 3.§ 1. De door de Regering aangewezen beambten van de bevoegde afdeling van het Ministerie zorgen voor het toezicht op de uitvoering van voorliggend besluit.

Bij de uitoefening van hun opdrachten mogen de beambten alle inspecties, controles en opsporingen uitvoeren die zij noodzakelijk achten om zich te vergewissen dat de bepalingen van voorliggend besluit nageleefd worden. § 2. De inrichtende macht van de erkende dienst schept de noodzakelijke voorwaarden met het oog op de uitvoering van de in § 1 van voorliggend artikel bedoelde controles.

Intrekking van de erkenning

Art. 4.§ 1. Als de dienst aan de normen en voorwaarden niet meer voldoet op grond waarvan de erkenning verleend werd, kan de bevoegde minister de dienst een termijn toekennen om de normen te vervullen en hem uitnodigen daaromtrent alle documenten voor te leggen of verdere inlichtingen te geven. § 2. Wenst de minister de erkenning in te trekken, zendt hij de dienst een met redenen omklede intentieverklaring toe. De dienst beschikt over een termijn van veertien dagen om de minister een standpunt te laten toekomen. De minister beslist binnen veertien dagen na het verstrijken van die termijn. De beslissing heeft uitwerking 10 dagen na de betekening ervan aan de dienst.

De intrekking van de erkenning heeft de sluiting van de dienst ten gevolge.

Inwerkingtreding

Art. 5.Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 september 2003.

Tenuitvoerlegging

Art. 6.De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 september 2003.

De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN

^