Etaamb.openjustice.be
Document van 26 juni 2009
gepubliceerd op 29 september 2009

Beslissing van de raad van bestuur van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004, zoals gewijzigd op 14 juli 2006

bron
gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij voor het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031477
pub.
29/09/2009
prom.
26/06/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JUNI 2009. - Beslissing van de raad van bestuur van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004, zoals gewijzigd op 14 juli 2006


De raad van bestuur van de GOMB, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op artikel 14, § 1, tweede lid, van bovenstaande ordonnantie;

Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 december 1999 houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op artikel 10 van deze statuten;

Gelet op het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB zoals goedgekeurd op 30 januari 2004 en gewijzigd op 14 juli 2006;

Gelet op artikel 289 van dit administratief statuut en deze bezoldigingsregeling;

Gelet op protocol nr. 2009/17 waarin de resultaten van de onderhandelingen gevoerd in sector XV zijn vastgelegd;

Gelet op zijn beslissing van 26 juni 2009; wijzigt zoals volgt het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Artikel 1.In artikel 9, eerste lid, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB, hierna « het statuut » genoemd, goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004 en gewijzigd op 14 juli 2006 worden : 1° de woorden « graden A1, A2 en A3 aan de directieraad » vervangen door de woorden « de graden A1 en A2 aan de directieraad »;2° de woorden « graden A5 tot A6 aan de raad van bestuur » vervangen door de woorden « graden A3, A5 tot A6 aan de raad van bestuur ».

Art. 2.In artikel 18, eerste lid, van het statuut, worden de woorden « onverminderd de bijzondere bepalingen voor de werving in de betrekkingen van administrateur-generaal, directeur-generaal en directeur » ingevoegd na de woorden « Bij vacantverklaring van een van de in artikel 110 opgesomde betrekkingen gebeurt de oproeping van de kandidaten door inlassing van een bericht in het Belgisch Staatsblad en door elke andere vorm van publicatie die de raad van bestuur nuttig acht, ».

Art. 3.In artikel 31 van het statuut wordt het eerste lid aangevuld met de woorden « en treden in werking op de dag van de beslissing van de raad van bestuur ».

Art. 4.In artikel 52, § 1, van het statuut worden de woorden « alsook op basis van de bepaalde objectieven » ingevoegd na de woorden « die beoordeeld worden op basis van de functiebeschrijving vermeld onder artikel 9 ».

Art. 5.Artikel 52bis, zoals hieronder weergegeven, wordt ingevoegd in het statuut : «

Art. 52bis.De periode waarin de ambtenaar-generaal de vermelding 'onder voorbehoud' of 'onvoldoende' krijgt, komt niet in aanmerking voor de berekening van de graadanciënniteit die nodig is voor overgang naar een hogere weddeschaal in toepassing van de normale of versnelde functionele loopbaan. »

Art. 6.Artikel 52ter, zoals hieronder weergegeven, wordt ingevoegd in het statuut : «

Art. 52ter.Indien de ambtenaar-generaal niet kan instemmen met de hem meegedeelde evaluatie beschikt hij over de mogelijkheid om, wat inhoud en vorm betreft, zich binnen de 10 dagen na de kennisgeving te wenden tot de commissie van beroep.

De ambtenaar-generaal verschijnt persoonlijk en kan zijn opmerkingen doen gelden; hij mag zich voor zijn verdediging laten bijstaan door een persoon naar keuze. Het beroep is opschortend. »

Art. 7.In artikel 55, § 1, eerste lid, van het statuut worden de woorden « en van de bepaalde objectieven » ingevoegd tussen de woorden « de functiebeschrijving vermeld onder artikel 9 » en « voor de ambtenaren van alle niveaus ».

Art. 8.De naam van Titel I van Deel IX van het statuut wordt vervangen door de volgende titel : « TITEL I. - Werving in de graad van administrateur-generaal, directeur-generaal en directeur ».

Art. 9.Artikel 60 van het statuut wordt opgeheven.

Art. 10.De naam van Hoofdstuk I van Titel I van Deel IX van het statuut wordt vervangen door volgende titel : « HOOFDSTUK 1. - Werving in de graad van administrateur-generaal ».

Art. 11.In Hoofdstuk I van Titel I van Deel IX van het statuut wordt de titel « Afdeling 1. - Bevordering tot de graad van administrateur-generaal » geschrapt.

Art. 12.De nummering van artikels 61 tot 65bis van het statuut wordt als volgt gewijzigd : 1° het huidige artikel 61 wordt het nieuwe artikel 60;2° het huidige artikel 62 wordt het nieuwe artikel 61;3° het huidige artikel 63 wordt het nieuwe artikel 62;4° het huidige artikel 64 wordt het nieuwe artikel 63;5° het huidige artikel 65 wordt het nieuwe artikel 64;6° het huidige artikel 65bis wordt het nieuwe artikel 65.

Art. 13.In het nieuwe artikel 60 van het statuut worden de woorden « (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling) » geschrapt.

Art. 14.In het nieuwe artikel 61, § 1, van het statuut worden de woorden « elke bevordering tot » vervangen door « elke werving in ».

In § 2 van hetzelfde artikel worden de woorden « artikel 61 » vervangen door de woorden « artikel 60 ».

Art. 15.In het nieuwe artikel 62, § 2, tweede aandachtsstreepje, van het statuut worden de woorden « artikel 62, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 61, § 2 ».

Art. 16.In het nieuwe artikel 63, § 2, d), van het statuut worden de woorden « artikel 62, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 61, § 2 ».

Art. 17.In het nieuwe artikel 65 van het statuut, worden de volgende wijzigingen aangebracht in het eerste lid : 1° de woorden « artikel 64 » worden vervangen door de woorden « artikel 63 »;2° de woorden « in toepassing van artikel 62, § 2 » worden vervangen door de woorden « in toepassing van artikel 61, § 2 ».

Art. 18.In artikel 66, tweede lid, eerste aandachtsstreepje, van het statuut worden de woorden « bepaald in artikel 62 » vervangen door de woorden « bepaald in artikel 61 ».

Art. 19.In Hoofdstuk 1, Titel I, van Deel IX van het statuut wordt de titel « Afdeling 2. - Bevordering tot de graad van directeur-generaal » vervangen door de titel « HOOFDSTUK II. - Werving in de graad van directeur-generaal ».

Art. 20.In artikel 70 van het statuut worden de woorden « (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling) » geschrapt.

Art. 21.In artikel 71, § 1, van het statuut worden de woorden « elke bevordering tot » vervangen door de woorden « elke werving in ».

Art. 22.In Hoofdstuk 1, Titel I, van Deel IX van het statuut wordt de titel « Afdeling 3. - Bevordering tot de graad van directeur » vervangen door de titel « HOOFDSTUK III. - Werving in de graad van directeur ».

Art. 23.In artikel 79 van het statuut worden de woorden « (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling) » geschrapt.

Art. 24.In artikel 80, § 1, van het statuut worden de woorden « elke bevordering tot » vervangen door de woorden « elke werving in ».

Art. 25.In Deel IX van het statuut wordt een titel met naam « TITEL II. - De hiërarchische loopbaan » ingevoegd vóór artikel 88.

Art. 26.Artikelen 88 tot 96 van het statuut worden vervangen door hierna genoemde bepalingen : «

Art. 88.De hiërarchische loopbaan is de loopbaan die een ambtenaar kan doorlopen door verhoging in graad binnen zijn niveau of door overgang naar een hoger niveau. HOOFDSTUK I. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 89.§ 1. De bevordering is de benoeming van een ambtenaar van de GOMB tot een graad van een hogere rang, die bij hetzelfde of bij een hoger niveau is ingedeeld.

Er zijn twee soorten van bevordering : 1° bevordering door verhoging in graad in eenzelfde niveau;2° bevordering door overgang naar het niveau hoger dan dat van de ambtenaar.

Art. 90.§ 1. Bevordering is alleen mogelijk wanneer een vaste betrekking van de toe te kennen graad vacant is.

Zij wordt verleend volgens de regels bepaald in dit statuut. § 2. De vacature van een door bevordering te verlenen betrekking wordt door de administrateur-generaal of, bij zijn afwezigheid, door de adjunct-administrateur-generaal ter kennis gebracht van de benoembare ambtenaren door middel van een bericht van vacante betrekking.

Het bericht van vacante betrekking wordt aan de betrokken ambtenaren bezorgd tegen ontvangstbewijs met handtekening en datum waarop het afgeleverd is of verstuurd per aangetekend schrijven naar het laatste adres dat de betrokkene heeft medegedeeld indien hij tijdelijk niet op de dienst aanwezig is. § 3. Bij bevordering wordt alleen rekening gehouden met de titels van de ambtenaren die zich kandidaat hebben gesteld in de vorm en binnen de termijn bepaald in artikelen 103 tot 105. § 4. Om bevorderd te kunnen worden moet de ambtenaar effectief minstens halftijds in functie zijn bij de GOMB gedurende minstens 1 jaar vóór de vacantverklaring van een betrekking door de raad van bestuur. Dit impliceert dat de ambtenaar minstens 2 jaar na de benoeming effectief in dienst blijft.

Om een bevordering te verkrijgen, moet de ambtenaar zich bovendien in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering kan doen gelden.

Daarnaast moet de ambtenaar de evaluatie 'voldoende' hebben.

Art. 91.§ 1. Voor iedere bevordering formuleert de directieraad een gemotiveerd voorstel, samengesteld uit een rangschikking van alle kandidaten die aan de voorwaarden voor de betrekking voldoen, in de volgorde waarin ze in aanmerking komen voor de benoeming.

De directieraad houdt daarbij rekening met : 1° de functiebeschrijving en de kwalificatie vereist van de kandidaat;2° het evaluatiedossier van de kandidaat. Bij gelijkheid tussen de kandidaten wordt de beslissing genomen in toepassing van de bepalingen van artikel 59 met betrekking tot de anciënniteit. § 2. Het met redenen omkleed voorstel wordt medegedeeld aan de ambtenaren die hun kandidatuur ingediend hebben voor de te begeven betrekking en die voldoen aan de vereisten. § 3. De ambtenaar die zich benadeeld acht, kan binnen de 10 kalenderdagen na de kennisgeving een bezwaar indienen bij de directieraad.

Hij wordt, op zijn verzoek, door die raad gehoord. Hij mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.

Na dit verhoor stelt de directieraad een proces-verbaal op van de middelen die de eiser ingeroepen heeft en van het met redenen omkleed advies over die middelen. Het proces-verbaal wordt bezorgd aan de raad van bestuur.

Art. 92.Bevordering van ambtenaren van de GOMB, zowel door verhoging in graad als door overgang naar het hogere niveau, wordt verleend door de raad van bestuur.

Art. 93.Wanneer de raad van bestuur afwijkt van het door de directieraad gedane voorstel, moet hij zijn beslissing met redenen omkleden.

De aangehaalde redenen moeten rekening houden met de argumenten die de directieraad naar voren bracht in zijn voorstel. HOOFDSTUK II. - Bevordering door overgang naar een hoger niveau

Art. 94.§ 1. De bevordering door overgang naar het hogere niveau wordt steeds verleend via een examen dat de raad van bestuur organiseert naargelang van de noden en volgens de modaliteiten die hij bepaalt. § 2. De bevordering door overgang naar het hogere niveau is uitsluitend mogelijk indien de raad van bestuur op dat niveau een betrekking vooraf vacant verklaard heeft in een wervingsgraad.

Art. 95.Bij beslissing van de raad van bestuur organiseren de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder de examens voor overgang naar het hogere niveau.

Ze kunnen de organisatie van die examens echter geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan de administrateur-generaal.

Art. 96.§ 1. Om aan een examen voor overgang naar het hogere niveau deel te nemen, moet de ambtenaar zich bevinden in een administratieve stand waarin hij zijn aanspraken op bevordering kan doen gelden en de evaluatie 'voldoende' hebben.

De in het voorgaande eerste lid bepaalde voorwaarde moet vervuld zijn uiterlijk op de dag van inschrijving voor het examen. § 2. De ambtenaar die tijdens de examengedeelten niet langer de in § 1 bepaalde voorwaarde vervult, verliest het voordeel van zijn eventueel slagen voor het examen. § 3. Om deel te nemen aan een specifiek examen voor overgang naar niveau A dient een ambtenaar van niveau B of C bovendien in een van beide of in beide niveaus ten minste 3 jaar niveauanciënniteit te hebben.

Om deel te nemen aan een examen voor overgang naar niveau B of C dient een ambtenaar bovendien een niveauanciënniteit van ten minste 3 jaar, respectievelijk in niveau C of D, te hebben. § 4. De raad van bestuur kan, bovenop de voorwaarden opgesomd in voorgaande §§ 1 en 3 bijkomende voorwaarden opleggen voor de deelname aan een examen voor overgang naar het hogere niveau wanneer deze voorwaarden gerechtvaardigd zijn door de aard van de betrekking. »

Art. 27.In de nieuwe Titel II van Deel IX van het statuut wordt : 1° de titel « Afdeling 3.- Bevordering door verhoging in graad » vervangen door de titel « HOOFDSTUK III. - Bevordering door verhoging in graad »; 2° de titel « Onderafdeling 1.- Orde van de bevorderingen » vervangen door de titel « Afdeling 1. - Orde van de bevorderingen »; 3° de titel « Onderafdeling 2.- Voorwaarden van bevordering » vervangen door de titel « Afdeling 2. - Voorwaarden van bevordering »; 4° de titel « Afdeling 4.- Kandidaatstelling met het oog op bevordering » vervangen door de titel « HOOFDSTUK IV. - Kandidaatstelling met het oog op bevordering ».

Art. 28.In artikel 98, § 1, van het statuut worden : 1° de woorden « Onverminderd hetgeen in artikel 94, lid 1 en 2, bepaald staat » vervangen door de woorden « Onverminderd hetgeen in artikel 93, lid 1 en 2, bepaald staat »;2° de woorden « overeenkomstig artikel 92, § 1 » vervangen door de woorden « overeenkomstig artikel 91, § 1 ».

Art. 29.In Deel IX van het statuut wordt : 1° de titel « TITEL II.- De functionele loopbaan » vervangen door de titel « TITEL III. - De functionele loopbaan »; 2° de titel « TITEL III.- Bij de GOMB vigerende graden » vervangen door de titel « TITEL IV. - Bij de GOMB vigerende graden »; 3° de titel « TITEL IV.- Uitoefening van een hoger ambt » vervangen door de titel « TITEL V. - Uitoefening van een hoger ambt ».

Art. 30.In artikel 110 van het statuut wordt : 1° het eerste lid vervangen door : « Worden beschouwd als bevorderingsgraden door verhoging in graad : eerste attaché, eerste assistent, eerste adjunct, eerste klerk.» 2° het derde lid vervangen door : « Worden beschouwd als wervingsgraden : administrateur-generaal, directeur-generaal, inspecteur-generaal (uitdovend), directeur, attaché, assistent, adjunct, klerk.»

Art. 31.In artikel 119 van het statuut wordt § 1 vervangen door : « § 1. De volgende tuchtstraffen kunnen worden uitgesproken : 1° de terechtwijzing, 2° de blaam, 3° de inhouding van wedde, 4° de tuchtschorsing, 5° de lagere inschaling, 6° de terugzetting in graad, 7° het ontslag van ambtswege, 8° de afzetting.»

Art. 32.In artikel 121 van het statuut worden de leden 1 tot 3 van § 1 vervangen door wat volgt : « Voor de ambtenaren met een graad van rang A3 of lager worden de terechtwijzing en blaam uitgesproken door de administrateur-generaal of door de directeur-generaal van wie de ambtenaar afhangt.

Voor de ambtenaren met een graad van rang A4 (uitdovend), A5 of A6 worden de terechtwijzing en de blaam uitgesproken door de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder.

De toepassing van de terechtwijzing en de blaam wordt schriftelijk geformuleerd, met motivering, en aan de betrokken ambtenaar bezorgd.

De ambtenaar wordt vooraf over de gebeurtenissen ondervraagd. »

Art. 33.In artikel 130, § 2, van het statuut wordt het eerste aandachtsstreepje vervangen door : « - 6 maanden voor de terechtwijzing en de blaam; ».

Art. 34.In artikel 161 van het statuut wordt het vierde lid vervolledigd met de woorden : « behalve wat betreft de toepassing van art. 90, § 4, 1e lid. »

Art. 35.In artikel 164 van het statuut wordt het tweede lid vervolledigd met de woorden : « behalve wat betreft de toepassing van artikel 90, § 4, 1e lid. »

Art. 36.In artikel 167 van het statuut wordt het tweede lid vervolledigd met de woorden : « behalve wat betreft de toepassing van artikel 90, § 4, 1e lid. »

Art. 37.§ 1. In artikel 169 van het statuut wordt het tweede lid vervangen door : « De ambtenaar neemt minstens eenmaal per kalenderjaar een vakantieperiode van ten minste 2 opeenvolgende weken (minstens tien werkdagen) overeenkomstig de wetgeving. » § 2. Artikel 169 wordt bovendien aangevuld met volgend lid : « De GOMB zal overigens jaarlijks gesloten zijn vanaf de maandag die volgt op de raad van bestuur van juli tot 31 juli. Deze sluitingsperiode zal als volgt worden gedekt : - de ambtenaar neemt verplicht 5 opeenvolgende werkdagen verlof tijdens deze periode; - het saldo van de nodige dagen wordt gedekt met een feestdag, brugdagen of recuperatiedagen van feestdagen die in het weekend vallen en dit na jaarlijks overleg met het basisoverlegcomité. »

Art. 38.§ 1. In artikel 209, eerste lid, van het statuut wordt het woord « dienstanciënniteit » vervangen door de woorden « anciënniteit vanaf de datum van zijn benoeming als stagiair of als statutair ambtenaar in de GOMB en ongeacht zijn niveau (A, B, C of D). » § 2. In artikel 209, derde lid, van het statuut worden de woorden « in welke hoedanigheid ook verricht heeft, als titularis van ambten met volledige prestaties » vervangen door de woorden « als statutair medewerker heeft verricht met volledige prestaties ». § 3. Artikel 209 van het statuut wordt vervolledigd met een lid dat luidt als volgt : « Voorgaand lid is slechts van toepassing voor zover de ambtenaar het departement HRM een officieel attest heeft bezorgd van de hierboven beoogde openbare dienst en/of instelling waarop de prestaties die de ambtenaar binnen zijn dienst leverde en het aantal genomen ziektedagen zijn vermeld. »

Art. 39.Artikel 265 van het statuut wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 265.Aan de graden die de ambtenaren kunnen bekleden, zijn de volgende schalen verbonden : NIVEAU A administrateur-generaal A600 directeur-generaal A500 inspecteur-generaal (uitdovend) A400 A410 directeur A300 A310 A320 (vroeger 400) eerste attaché A200 A210 A220 attaché A101 A102 A103 NIVEAU B eerste assistent B200 B210 assistent B101 B102 B103 NIVEAU C eerste adjunct C200 C210 adjunct C101 C102 C103 NIVEAU D eerste klerk D200 D210 klerk D101 D102 D103 ».

Art. 40.In artikel 266 van het statuut wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Binnen de GOMB worden de weddeschalen B210, C210 en D210 gecreëerd, zoals gevoegd als bijlage 2 bij dit statuut. »

Art. 41.In artikel 268 van het statuut worden tussen het tweede en het derde lid twee leden toegevoegd die luiden als volgt : « De titularissen van de graad van eerste attaché die een evaluatie 'voldoende' kregen, die met succes de vorming volgden bedoeld in artikel 252 en die minstens 9 jaar weddeschaal A210 genieten, krijgen weddeschaal A220 toegekend.

Onverminderd artikel 56 genieten de titularissen van de graad van eerste assistent, eerste adjunct en eerste klerk die de evaluatie 'voldoende' kregen, die met succes de vorming volgden bedoeld in artikel 252 en die minstens 9 jaar anciënniteit tellen in respectievelijk rang B2, C2 en D2, respectievelijk weddeschaal B210, C210 en D210. »

Art. 42.Artikel 271 van het statuut wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 271.§ 1. Een premie voor tweetaligheid wordt toegekend aan de ambtenaren die voor een examencommissie samengesteld door SELOR het bewijs hebben geleverd dat zij een schriftelijke en mondelinge kennis hebben van de tweede taal overeenstemmend met het niveau van hun graad.

Deze schriftelijke en mondelinge kennis wordt bepaald bij het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid : 1° de artikelen 8 en 9, § 1, voor de ambtenaren van de niveaus B, C, D en E en de graden van de rangen A1 en A2;2° de artikelen 7, 12 of 11 en 9, § 1, voor de ambtenaren van de graden vanaf de rang A3. § 2. Het jaarbedrag van de tweetaligheidspremie bedoeld in § 1 van dit artikel wordt vastgesteld als volgt : - 3.200 EUR voor de ambtenaren van niveau A vanaf de rang A3; - 2.400 EUR voor de ambtenaren van de rangen A1 en A2 van niveau A; - 1.600 EUR voor de ambtenaren van niveau B; - 1.500 EUR voor de ambtenaren van niveau C; - 1.000 EUR voor de ambtenaren van niveau D; - 750 EUR voor de ambtenaren van niveau E. § 3. De ambtenaren die bevorderd worden in een graad van het hogere niveau of in een graad van rang A3 of hoger, moeten, om de in § 2 van dit artikel bepaalde premie te kunnen genieten, het bewijs leveren dat ze een mondelinge en schriftelijke kennis hebben van de tweede taal die overeenstemt met hun nieuwe niveau of graad, overeenkomstig de in § 1, tweede lid, bepaalde regels.

Zolang hij niet slaagt voor de proeven, bedoeld in het eerste lid, blijft de ambtenaar de taalpremie genieten die hij ontving op basis van zijn voormalig niveau of zijn voormalige graad. »

Art. 43.Artikel 272 van het statuut wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 272.§ 1. Een premie voor tweetaligheid wordt toegekend aan de ambtenaren die voor een examencommissie samengesteld door SELOR het bewijs hebben geleverd dat zij een mondelinge kennis hebben van de tweede taal overeenstemmend met het niveau van hun graad.

Deze mondelinge kennis wordt bepaald bij artikel 9, § 1, van het Koninklijk Besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966. § 2. Het jaarbedrag van de tweetaligheidspremie bedoeld in § 1 van dit artikel wordt vastgesteld als volgt : - 1.000 EUR voor de ambtenaren van niveau A; - 750 EUR voor de ambtenaren van de niveaus B en C; - 600 EUR voor de ambtenaren van de niveaus D en E. § 3. De ambtenaren die bevorderd worden in een graad van het hogere niveau moeten, om de in § 2 van dit artikel bepaalde premie te kunnen genieten, het bewijs leveren dat ze een mondelinge kennis hebben van de tweede taal die overeenstemt met hun nieuwe niveau, overeenkomstig de in § 1, tweede lid, bepaalde regels.

Zolang hij niet slaagt voor de proeven, bedoeld in het eerste lid, blijft de ambtenaar de taalpremie genieten die hij ontving op basis van zijn voormalig niveau of zijn voormalige graad. »

Art. 44.In het statuut worden een artikel 272bis en 272ter ingevoegd die luiden als volgt : « Art. 272 bis. De ambtenaren, die voor de inwerkingtreding van de wijziging van artikels 271 en 272, een taalpremie genoten die hoger was dan die berekend op basis van de wijziging van deze artikels, behouden deze premie gedurende hun hele loopbaan.

Art. 272ter.De ambtenaren die slaagden voor het taalexamen georganiseerd door de instelling behouden ten persoonlijke titel het premiebedrag dat ze ontvingen op de dag van inwerkingtreding van dit statuut. Deze premie is in geen geval cumuleerbaar met de tweetaligheidspremie voorzien in artikels 271 en 272. »

Art. 45.In artikel 277, § 2, van het statuut worden de woorden « 100,00 EUR » vervangen door de woorden « 150,00 EUR ».

Art. 46.§ 1. In artikel 283, § 2, van het statuut worden de woorden « 56 % » vervangen door de woorden « 100 % ». § 2. In artikel 283, § 3, van het statuut worden de woorden « overeenkomstig § 2 van dit artikel » vervangen door de woorden « 56 % ».

Art. 47.Deze beslissing treedt in werking op 1 september 2009.

Voor de raad van bestuur : Bijlage 2. - Weddeschalen B210, C210 en D210

Ancienneté/Anciënniteit

B210

0

22253

1

22254

2

22855

3

23575

4

23575

5

23985

6

23985

7

24885

8

24885

9

25785

10

25785

11

26685

12

26685

13

27585

14

27585

15

28485

16

28485

17

29385

18

29385

19

30285

20

30285

21

31185

22

31185

23

32085

24

32085

25

32985

26

32985

27

33885


Ancienneté/Anciënniteit

C210

0

20321

1

20641

2

20961

3

22011

4

22011

5

22561

6

22561

7

23111

8

23111

9

23661

10

23661

11

24211

12

24211

13

25341

14

25341

15

26071

16

26071

17

26801

18

26801

19

27531

20

27531

21

28261

22

28261

23

28991

24

28991

25

29721

26

29721

27

30451


Ancienneté/Anciënniteit

D210

0

16570

1

17080

2

17080

3

17590

4

17590

5

18100

6

18100

7

18610

8

18610

9

19120

10

19120

11

19630

12

19630

13

20140

14

20140

15

20650

16

20650

17

21160

18

21160

19

21670

20

21670

21

22180

22

22180

23

22690

24

22690

25

23200

26

23200

27

23710

^