gepubliceerd op 16 december 2004
Richtlijn inzake de verplichte deelneming aan de wachtdienst van huisartsen voor kandidaat-huisartsen die in beroepsopleiding zijn in de praktijk van een stagemeester in de huisartsgeneeskunde
25 NOVEMBER 2004. - Richtlijn inzake de verplichte deelneming aan de wachtdienst van huisartsen voor kandidaat-huisartsen die in beroepsopleiding zijn in de praktijk van een stagemeester in de huisartsgeneeskunde
Aan het Directoraat-generaal basisgezondheidszorg, aan de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen, aan de Erkenningscommissie voor huisartsen, aan de stagemeesters, aan de kandidaat-huisartsen.
Hierna volgt de richtlijn betreffende de verplichte deelneming aan de wachtdienst van huisartsen voor kandidaat-huisartsen die in beroepsopleiding zijn in de praktijk van een erkende stagemeester in de huisartsgeneeskunde, op voorstel van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen overeenkomstig artikel 5, § 4, 3° van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen :
Artikel 1.Het betreft hier de deelneming aan de wachtdienst, zoals bepaald in artikel 2, 4° van het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor huisartsen.
Art. 2.Wanneer de kandidaat-huisarts in beroepsopleiding is in de praktijk van een erkende stagemeester in de huisartsgeneeskunde, is de deelneming aan een wachtdienst verplicht. Hij moet minimaal 120 uren weekendwachten per jaar verrichten en er mag niet gevraagd worden om meer dan 240 uren weekendwachten per jaar te doen. Het attest dat het aantal uren verrichte wachten vermeldt, moet door de verantwoordelijke van de plaatselijke wachtdienst ondertekend en gevoegd zijn bij de documenten die op het einde van elk jaar opleiding moeten ingediend worden.
Art. 3.De kandidaat-huisarts kan niet alleen een wacht vervullen zonder toezicht van een stagemeester, zoals hieronder bepaald.
Art. 4.Wanneer de kandidaat-huisarts in afspraak met en onder toezicht van zijn stagemeester alleen de wacht verricht, moet de stagemeester, ten minste telefonisch, op elk ogenblik beschikbaar zijn voor advies. Bij afwezigheid van de stagemeester kan deze het toezicht, zoals hierboven bepaald, toevertrouwen aan een ander stagemeester waarvan de naam is opgegeven in de opleidingsovereenkomst en aan de verantwoordelijke van de wachtdienst.
Brussel, 25 november 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE