Etaamb.openjustice.be
Document van 25 augustus 2022
gepubliceerd op 31 augustus 2022

Besluit van de Regering tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2022205034
pub.
31/08/2022
prom.
25/08/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP


25 AUGUSTUS 2022. - Besluit van de Regering tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)


Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.4.1, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten en gewijzigd bij het decreet van 29 oktober 2021, artikel 10.6.1, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2021 pub. 27/05/2021 numac 2021202303 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2021 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 december 2021 en artikel 10.6.3, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat de versoepeling van de verplichtingen inzake tijdelijke afzondering, quarantaine en tests gepaard gaat met een uitbreiding van de grondrechten en dat het derhalve dringend noodzakelijk is deze individuele vrijheden zo snel mogelijk ten uitvoer te leggen; dat bepaalde maatregelen ondanks de versoepeling moeten worden gehandhaafd om redenen van pandemiebeheersing; dat maatregelen moeten worden genomen die zo goed mogelijk aansluiten op de snelle ontwikkeling van de epidemiologische uitgangssituatie en dat daarom beslissingen op basis van zo actueel mogelijke gegevens moeten worden genomen; dat de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied het noodzakelijk maakt bepaalde maatregelen te behouden om de volksgezondheid te beschermen, om overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen en om het sociale leven in zo veilig mogelijke omstandigheden te laten doorgaan; dat de verplichting om een mondmasker te dragen met toepassing van artikel 3.8, derde lid, van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) geldt tot eind augustus 2022; dat het dringend noodzakelijk is de verplichting om een mondmasker te dragen nogmaals voor een beperkte periode te verlengen om bijzonder kwetsbare bevolkingsgroepen en de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep te beschermen;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen Artikel 1 - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie;2° PCR-test: een moleculaire nucleïnezuuramplificatietest, op basis van technieken zoals reverse transcription polymerase chain reaction (RT-PCR), loop-mediated isothermal amplification (LAMP) en transcription-mediated amplification (TMA), die wordt gebruikt om de aanwezigheid van het ribonucleïnezuur (RNA) van SARS-CoV-2 te detecteren;3° snelle antigeentest: ook wel RAT genoemd, een test die berust op de detectie van virale eiwitten (antigenen) met behulp van een lateral flow immunoassay die resultaten geeft in minder dan 30 minuten;4° zone met heel hoog risico: een gebied dat de bevoegde federale overheid heeft aangemerkt als een zone met een heel hoog risico, omdat een zorgwekkende variant daar verantwoordelijk of vermoedelijk verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van de besmettingen met het coronavirus (COVID-19);5° zorgwekkende variant: een variant van het coronavirus (COVID-19) die door de Wereldgezondheidsorganisatie als een Variant of Concern is gelabeld;6° mondmasker: een nauw aansluitend gezichtsmasker zonder uitademingsventiel dat gemaakt is uit stof of wegwerpmateriaal, dat neus, mond en kin bedekt en dat tot doel heeft een besmetting door contact tussen personen te voorkomen. Hoofdstuk 2. - Verplichting om in tijdelijke afzondering of in quarantaine te gaan Art. 2 - De bepalingen van dit hoofdstuk gelden met behoud van de toepassing van eventuele maatregelen die krachtens artikel 10.3 van het decreet worden genomen.

Art. 3 - § 1 - Met toepassing van artikel 10.6.1, § 1, van het decreet moet iedere persoon die met het coronavirus (COVID-19) besmet blijkt te zijn of bij wie een arts een ernstig vermoeden heeft dat hij met het coronavirus (COVID-19) besmet is, onmiddellijk op zijn hoofdverblijfplaats of op een andere geschikte plaats in tijdelijke afzondering gaan gedurende de periode vermeld in het tweede lid.

De duur van de tijdelijke afzondering vermeld in het eerste lid bedraagt: 1° als er symptomen van het coronavirus (COVID-19) zijn: minimaal zeven dagen na de aanvang van de symptomen, op voorwaarde dat de laatste drie dagen gepaard gingen met een verbetering van de respiratoire symptomen en koortsvrij waren;2° als er geen symptomen van het coronavirus (COVID-19) zijn: zeven dagen vanaf de datum waarop betrokkene, via een test als bepaald in artikel 1, 2° of 3°, positief wordt getest op het coronavirus (COVID-19). § 2 - De personen vermeld in § 1 worden vrijgesteld van de daarin vermelde verplichting om in tijdelijke afzondering te gaan om de volgende noodzakelijke activiteiten te verrichten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke afzondering: 1° verplaatsingen voor dringende medische zorg en voor toegang tot geneesmiddelen die niet kunnen worden gedekt door het huisbezoek van een arts;2° verplaatsingen voor de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, maar enkel indien niemand anders daarvoor kan zorgen en enkel in uitzonderlijke gevallen;3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en in het kader van de uitoefening van het ouderlijk gezag, op voorwaarde dat ze worden gestaafd;4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, maar enkel indien niemand anders daarvoor kan zorgen;5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis. Personen die hun tijdelijke afzondering voor de duur van de activiteiten vermeld in het eerste lid onderbreken, zijn ertoe verplicht een mondmasker te dragen en op voldoende veilige afstand van anderen te blijven.

Art. 4 - § 1 - Met toepassing van artikel 10.6.1, § 2, van het decreet moet iedere persoon die in de afgelopen veertien dagen vóór zijn aankomst in een zone met heel hoog risico is geweest: 1° na aankomst in het Duitse taalgebied onmiddellijk een PCR-test ondergaan;2° onmiddellijk op zijn hoofdverblijfplaats of op een andere geschikte plaats in quarantaine gaan tot het testresultaat beschikbaar is;3° op de zevende dag na aankomst in het Duitse taalgebied een nieuwe PCR-test ondergaan als de eerste PCR-test negatief was. § 2 - Volgende personen worden vrijgesteld van de verplichting om een PCR-test te ondergaan: 1° personen die om medische redenen geen PCR-test kunnen ondergaan en dat via een medisch attest bewijzen;2° personen jonger dan 12 jaar. De personen vermeld in het eerste lid, 1°, en personen die een PCR-test weigeren te ondergaan, worden geacht met het coronavirus (COVID-19) besmet te zijn en moeten overeenkomstig artikel 3 in tijdelijke afzondering gaan.

De personen vermeld in het eerste lid, 2°, moeten onmiddellijk in quarantaine gaan, in afwachting van de testresultaten van de personen die tijdens de reis voor hen verantwoordelijk waren. § 3 - Met behoud van de toepassing van § 2 worden de personen vermeld in § 1 vrijgesteld van de daarin vermelde verplichting om in quarantaine te gaan voor het uitvoeren van de volgende activiteiten die niet kunnen worden uitgesteld tot na de beëindiging van de quarantaine: 1° verplaatsingen voor dringende medische zorg en voor toegang tot geneesmiddelen die niet kunnen worden gedekt door het huisbezoek van een arts;2° verplaatsingen voor de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, maar enkel indien niemand anders daarvoor kan zorgen en enkel in uitzonderlijke gevallen;3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en in het kader van de uitoefening van het ouderlijk gezag, op voorwaarde dat ze worden gestaafd;4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, maar enkel indien niemand anders daarvoor kan zorgen;5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis. Personen die voor de duur van de activiteiten vermeld in het eerste lid hun in § 1 beschreven quarantaine onderbreken, zijn ertoe verplicht een mondmasker te dragen en op voldoende veilige afstand van anderen te blijven. § 4 - Met behoud van de toepassing van de §§ 2 en 3 worden volgende personen vrijgesteld van de daarin bepaalde verplichting om in quarantaine te gaan: 1° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen die in België gevestigd zijn, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;2° staatshoofden en regeringsleiders, regeringsleden, parlementsleden en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand of per videoconferentie kan worden verricht;3° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;4° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer in de uitoefening van zijn functie, alsook ander vervoerspersoneel in de uitoefening van zijn functie;5° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel dat in de offshore windmolenparken werkt, op voorwaarde dat ze over een attest van hun werkgever beschikken. De vermelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting om in quarantaine te gaan als ze aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze hebben geen symptomen van het coronavirus (COVID-19);2° ze wonen niet samen met een persoon die COVID-19 heeft;3° ze beperken fysiek contact met andere personen tot het strikte minimum;4° ze maken geen gebruik van het openbaar vervoer;5° ze zijn niet in staat om te telewerken;6° ze zijn verplicht een masker te dragen en op voldoende veilige afstand van anderen te blijven. Hoofdstuk 3 - Verplichting om een mondmasker te dragen Art. 5 - § 1 - Met toepassing van artikel 10.6.3, § 1, eerste lid, 4°, van het decreet is iedere persoon vanaf de leeftijd van 12 jaar in de volgende instellingen of bij het verrichten van de volgende diensten in alle gevallen verplicht zijn mond en neus met een mondmasker te bedekken, met behoud van de toepassing van §§ 2 en 3: 1° in de ziekenhuizen in het Duitse taalgebied;2° in de apotheken in het Duitse taalgebied;3° in dokterspraktijken en medische huizen in het Duitse taalgebied;4° in het kader van huisbezoeken en thuiszorg, als geen anderhalve meter afstand kan worden gehouden. § 2 - Het mondmasker mag bij gelegenheid worden afgezet tijdens het eten en drinken en als het dragen van het mondmasker door de aard van de activiteit onmogelijk is. § 3 - Personen die om medische redenen geen mondmasker kunnen dragen en dit met een medisch attest kunnen aantonen, zijn vrijgesteld van de verplichting een mondmasker te dragen. Die personen mogen een gelaatsscherm dragen. Indien wordt aangetoond dat ook dat om medische redenen niet mogelijk is, zijn ze vrijgesteld van het dragen van een gelaatsscherm.

Art. 6 - Artikel 5 treedt uit werking indien overeenkomstig artikel 10.6.3, § 1, tweede lid, van het decreet elk van de volgende drempelwaarden wordt onderschreden en de in 4° vermelde drempelwaarde wordt overschreden: 1° een incidentiewaarde van 100 nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) per 100.000 inwoners gedurende 14 dagen; 2° een positiviteitsratio van 3 % ; 3° een bezettingsgraad van 4,5 patiënten per 100.000 inwoners wat betreft ziekenhuisbedden met patiënten die worden behandeld wegens een besmetting met het coronavirus (COVID-19); 4° een vaccinatiegraad van 80 % op het niveau van de totale bevolking van het Duitse taalgebied. Met behoud van de toepassing van het eerste lid treedt artikel 5 uiterlijk op 31 december 2022 buiten werking.

Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen Art. 7 - Overeenkomstig artikel 10.6.3, § 1, vierde lid, 3°, van het decreet wordt dit besluit, onmiddellijk nadat het is aangenomen, overgezonden aan de voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 8 - Het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19), laatstelijk gewijzigd bij het besluit van 25 mei 2022, wordt opgeheven.

Art. 9 - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 10 - De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 25 augustus 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS

^