Etaamb.openjustice.be
Document van 23 december 2021
gepubliceerd op 24 maart 2022

Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2022200736
pub.
24/03/2022
prom.
23/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2021. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang (V)


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014203218 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren type decreet prom. 31/03/2014 pub. 02/07/2014 numac 2014202570 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de kinderopvang sluiten betreffende de kinderopvang, artikel 7, derde en vierde lid, artikel 8, § 3, 2° en 3°, artikel 9, tweede lid, en artikel 12, tweede lid, 1°;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders;

Gelet op het besluit van de Regering van 4 maart 2021 tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang (IV);

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 16 december 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat de uitvoering van de nationale vaccinatiestrategie financiële gevolgen kan hebben voor de dienstverrichters in de kinderopvang; dat die financiële gevolgen moeten worden afgewend om het voortbestaan van die dienstverrichters te verzekeren; overwegende dat de huidige ontwikkeling van de coronapandemie en de dringende maatregelen die de federale overheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) in te dammen tot gevolg hebben dat de groepen in de kinderopvang tijdelijk verkleind worden en in afzonderlijke contactbubbels worden ingedeeld, waardoor het aanbod nog meer wordt ingeperkt, onder meer op grond van het ontoereikend aantal toegestane en/of ter beschikking staande ruimten en op grond van het vastgestelde maximumaantal kinderen dat tegelijk mag worden opgevangen; dat dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de kinderopvang;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.- In artikel 1 van het besluit van de Regering van 4 maart 2021 tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang (IV) worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 3° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma; 2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende : "4° centrum: het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren."

Art. 2.- Artikel 2, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit wordt na het woord "quarantaine" aangevuld met de woorden ", alsook de dagen waarop ze hun activiteit stopzetten om hun vaccinatie-afspraak waar te nemen om zich tegen het coronavirus (COVID-19) te laten inenten".

Art. 3.- Artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit wordt na het woord "quarantaine" aangevuld met de woorden ", alsook de dagen waarop ze hun activiteit stopzetten om hun vaccinatie-afspraak waar te nemen om zich tegen het coronavirus (COVID-19) te laten inenten".

Art. 4.- Artikel 4, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt na het woord "sluiting" aangevuld met de woorden "alsook de dagen waarop het onthaalouderhuis een verminderde opnamecapaciteit heeft doordat de onthaalouders hun vaccinatie-afspraak waarnemen om zich tegen het coronavirus (COVID-19) te laten inenten."

Art. 5.- In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit wordt een artikel 5.1 ingevoegd, luidende : "Art. 5.1 - Ongeacht artikel 38, vierde lid, artikel 44, § § 1 en 2, vierde lid, artikel 60, § 2, 2°, artikel 61, 5°, artikel 108.1, § 1, artikel 132, § 1, artikel 139, tweede lid, en artikel 144 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang kan het maximale aantal kinderen dat gelijktijdig mag worden opgevangen, overschreden worden om flexibel te kunnen inspelen op opvangaanvragen die op korte termijn in andere opvangstructuren bestaan als gevolg van de quarantainemaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden, voor zover dat maximale aantal reeds in het kader van een erkenning door de Minister of in het kader van een toelating door de dienst voor onthaalouders werd vastgelegd.

Ongeacht artikel 132, § 2, van hetzelfde besluit beslissen de erkende centra voor kinderopvang over het onbegrensde maximale aantal kinderen dat aangesloten onthaalouders tegelijk mogen opvangen, voor zover een overschrijding van het maximale aantal kinderen overeenkomstig het eerste lid noodzakelijk is."

Art. 6.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.2 ingevoegd, luidende : "Art. 5.2 - Ongeacht de artikelen 43 en 48 van hetzelfde besluit is geen voorafgaande vergunning nodig voor niet-vergunde aanvullende ruimten die toch worden gebruikt als gevolg van de coronamaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden.

Als de diensten voor kinderopvang overeenkomstig het eerste lid aanvullende ruimten gebruiken, delen ze dit onmiddellijk schriftelijk mee aan het departement."

Art. 7.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.3 ingevoegd, luidende : "Art. 5.3 - Ongeacht de artikelen 43 en 48 van hetzelfde besluit is geen voorafgaande vergunning nodig als het opvangconcept wordt gewijzigd op grond van de coronamaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden.

Als de diensten voor kinderopvang overeenkomstig het eerste lid hun opvangconcept wijzigen, delen ze dit onmiddellijk schriftelijk mee aan het departement."

Art. 8.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.4 ingevoegd, luidende : "Art. 5.4 - Ongeacht artikel 61, 5°, en artikel 133, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, kan het maximale opvangkapitaal van 115 dagen per maand onbeperkt worden overschreden om flexibel te kunnen inspelen op opvangaanvragen die op korte termijn in andere opvangstructuren bestaan als gevolg van de quarantainemaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden.

Ongeacht artikel 133, § 2, van hetzelfde besluit beslissen de erkende centra voor kinderopvang over de onbegrensde uitbreiding van het opvangkapitaal, voor zover die uitbreiding overeenkomstig het eerste lid noodzakelijk is."

Art. 9.- In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang" vervangen door de woorden "van hetzelfde besluit".

Art. 10.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 16.1 ingevoegd, luidende : "Art. 16.1 - Ongeacht artikel 19, § § 1 en 2, eerste lid, artikel 34, § 1, derde lid, en § 2, vierde lid, artikel 38, eerste lid, artikel 50, § § 1 tot 3, eerste lid, en artikel 52, tweede lid, 5°, van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders kan het maximale aantal kinderen dat zelfstandige (mede-)onthaalouders tegelijk mogen opvangen, overschreden worden om flexibel te kunnen inspelen op opvangaanvragen die op korte termijn in andere opvangstructuren bestaan als gevolg van de quarantainemaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden, voor zover dat maximale aantal reeds in het kader van een erkenning door de Minister werd vastgelegd.

Daartoe dienen de zelfstandige (mede-)onthaalouders een individuele schriftelijke aanvraag bij het centrum in. Binnen vijf dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het centrum een advies op en zendt het over aan de Minister. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.

Binnen vijf dagen na ontvangst van het advies van het centrum, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de afwijking wordt toegestaan en voor hoelang. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd.

Het departement voegt de afwijking toe aan het erkenningsdossier van de zelfstandige (mede-)onthaalouder."

Art. 11.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 16.2 ingevoegd, luidende : "Art. 16.2 - Ongeacht artikel 20 van hetzelfde besluit kan het maximale opvangkapitaal van 115 dagen per maand onbeperkt worden overschreden om flexibel te kunnen inspelen op opvangaanvragen die op korte termijn in andere opvangstructuren bestaan als gevolg van de quarantainemaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden."

Art. 12.- In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het besluit van 22 mei 2014 betreffende de zelfstandige onthaalouders" vervangen door de woorden "van hetzelfde besluit".

Art. 13.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 17.1 ingevoegd, luidende : "Art. 17.1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van een overeenkomst die krachtens artikel 202 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang is goedgekeurd, is geen voorafgaande vergunning nodig voor niet-vergunde aanvullende ruimten die toch worden gebruikt als gevolg van de coronamaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden.

Als de onthaalouderhuizen die in het kader van zo'n overeenkomst zijn erkend, overeenkomstig het eerste lid aanvullende ruimten gebruiken, delen ze dit onmiddellijk schriftelijk mee aan het departement."

Art. 14.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 17.2 ingevoegd, luidende : "Art. 17.2 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen van een overeenkomst die krachtens artikel 202 van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 betreffende kinderopvangdiensten en andere vormen van kinderopvang is goedgekeurd, is geen voorafgaande vergunning nodig als het opvangconcept wordt gewijzigd op grond van de coronamaatregelen die afhankelijk van de coronacrisis gelden.

Als de onthaalouderhuizen die in het kader van zo'n overeenkomst zijn erkend, overeenkomstig het eerste lid hun opvangconcept wijzigen, delen ze dit onmiddellijk schriftelijk mee aan het departement."

Art. 15.- In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een lid ingevoegd, luidende : "In afwijking van het eerste lid hebben : 1° de artikelen 5.1, 5.4, 16.1 en 16.2 uitwerking met ingang van 1 oktober 2020; 2° de artikelen 5.2, 5.3, 17.1 en 17.2 uitwerking met ingang van 1 januari 2021."

Art. 16.- Dit besluit treedt in werking op de dag dat het wordt aangenomen, met uitzondering van de artikelen 2 tot 4, die uitwerking hebben met ingang van 1 april 2021.

Art. 17.- De minister die bevoegd is voor de kinderopvang is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 23 december 2021.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek L. KLINKENBERG

^