Etaamb.openjustice.be
Document van 19 november 2018
gepubliceerd op 11 oktober 2021

Verdrag tussen de Franse Republiek, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest inzake de aanleg van de Grensleie tussen Deûlémont in Frankrijk en Menen in België

bron
waalse overheidsdienst
numac
2021033470
pub.
11/10/2021
prom.
19/11/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2018. - Verdrag tussen de Franse Republiek, het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest inzake de aanleg van de Grensleie tussen Deûlémont in Frankrijk en Menen in België


De Franse Republiek, Het Vlaamse Gewest, Het Waalse Gewest, hierna te noemen de "Partijen", Vaststellende de noodzaak van een aanpassing van de akkoorden voorzien in het Verdrag tussen de Franse Republiek en het Koninkrijk België betreffende de verbetering van de Grensleie tussen Deûlémont en Menen, ondertekend te Brussel op 3 februari 1982 ;

Verlangende om, door middel van de geplande werken, gezamenlijk de uitvoering van het trans-Europees vervoersnetwerk en de corridor "Noordzee-Middellandse zee" na te streven, met name in het kader van de Europese Seine-Scheldeverbinding, alsook het helpen bevorderen van van de binnenscheepvaart in Europa, Zijn de volgende bepalingen overeengekomen :

Artikel 1.Onderwerp 1. Dit Verdrag heeft als onderwerp de vaststelling van het algemene kader van de wederzijdse verbintenissen van de Franse Republiek, het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest voor de aanleg, alsmede het onderhoud en de exploitatie van de Grensleie tussen de gemeente Deûlémont, gelegen in Frankrijk, en de gemeente Menen, gelegen in België, hierna te noemen de "Grensleie".2. Voor de uitvoering van dit Verdrag wordt de Grensleie onderverdeeld in drie aan elkaar grenzende zones : a) De zone 1 bestaat uit de Grensleie, Franse en Belgische zijde, tussen de samenvloeiing Deûle-Leie stroomopwaarts van de sluis van Komen, ongeacht het betreffende grondgebied (Frans of Waals);b) De zone 2 bestaat uit de Grensleie, Franse en Belgische zijde, van stroomafwaarts van de sluis van Komen, met inbegrip van deze sluis, tot aan de grens van de gemeentes Komen en Wervik, ongeacht het betreffende grondgebied (Frans of Waals);c) De zone 3 bestaat uit de Grensleie, Franse en Belgische zijde, vanaf de grens tussen de gemeentes Komen en Wervik tot aan de brug van Menen, gelegen in de Rijselstraat, ongeacht het betreffende grondgebied (Frans of Vlaams); De zones worden nader aangeduid in bijlage 1 van dit Verdrag.

Art. 2.Doelstelling van de aanleg 1. De verwezenlijking van de aanleg van de Grensleie beoogt de opwaardering op groot gabarit van de waterweg teneinde : a) de alternerende vaart van duwkonvooien van de Europese klasse CEMT Vb mogelijk te maken en b) de vaart in beide richtingen van eenheden van de Europese klasse CEMT Va mogelijk te maken.

Art. 3.Omschrijving van de werken voor de door de partijen medegefinancierde opwaardering op groot gabarit 1. De werken voor de opwaardering op groot gabarit die het voorwerp uitmaken van de medefinanciering voorzien in artikel 13 van dit Verdrag bestaan uit: a) de verdieping van de Grensleie tot een bodemdiepte van 4,50 m onder het normale scheepvaartniveau (NSN), vastgesteld op: - 11,31 m [IGN 69], ofwel 12,96 m [DNG], op het pand opwaarts van de sluis van Komen ; - 10,18 m [IGN 69], ofwel 11,83 m [DNG], op het pand opwaarts van de sluis van Menen ; - 8,53 m [IGN 69], ofwel 10,18 m [DNG], op het pand afwaarts van de sluis van Menen ; b) de verbreding en verdieping van de Grensleie, met uitzondering van de overbreedte in de bocht van Deûlemont ;c) de heraanleg van de oevers die bij de verbreding en verdieping geïmpacteerd zijn : oeververdedigingen, bescherming tegen golfslag, versteviging van de oevers, bekleding van de oevers, beplanting van de oevers, dienstweg, sanering ;d) de aanleg van twee wachtplaatsen in Komen ;e) de uitvoering van een zwaaikom gelegen op de grens tussen de gemeentes Bousbecque en Wervik ;f) de aanleg van een aanmeer- of kruisingsplaats, gelegen op de grens tussen de gemeentes Wervicq-Sud in Frankrijk en Wervik in Vlaanderen (België) ; g) de versteviging of bescherming van de kunstwerken (bruggen, kaaien, sluizen,...), nodig voor de verbredings- en verdiepingswerken van de Grensleie ; h) het gedeelte van de aanleg van de doortochten van Komen en Wervik overeenstemmend met de verhoging van de vaarcapaciteit van een gabarit van 1.350 ton naar een gabarit van 4.400 ton, met dien verstande dat enkel de kost van de overgang van een gabarit van 1.350 ton naar dat van 4.400 ton wordt medegefinancierd door de drie Partijen ; i) het gedeelte van de herbouw van de brug van Wervik, overeenstemmend met de verhoging van de vaarcapaciteit van een gabarit van 1.350 ton naar een gabarit van 4.400 ton, met dien verstande dat enkel de kost van de overgang van een gabarit van 1.350 ton naar dat van 4.400 ton wordt medegefinancierd door de drie Partijen ; j) het beheer van de overtollige materialen voortkomend van de hierboven vermelde werken, met name het transport, het lossen, de behandeling, het hergebruik of de eliminatie ;k) de technische aanleg van de opslagsites nodig voor de opslag van de overtollige materialen voortkomend van de hierboven vermelde werken ;l) de werken voor de opwaardering tot het gabarit Vb alternerend van de Grensleie zijn inbegrepen in de medefinanciering van dit Verdrag, ongeacht de aanvangsdatum van de werken, al dan niet voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag.

Art. 4.Omschrijving van de werken die uitsluitend door de Franse Republiek gefinancierd worden In aanvulling op de medegefinancierde werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag, verbindt de Franse Republiek zich ertoe de volgende werken onder zijn bouwheerschap uit te voeren en te financieren, in het kader van de aanleg van de Grensleie : a) het baggeren van de sedimenten van de Grensleie in zone 1, zoals bepaald in artikel 1, paragraaf 2 van dit Verdrag, en het nemen van alle bijbehorende maatregelen, met name diegene horend bij het beheer en de behandeling van de sedimenten, voorafgaand aan de uitvoering van de werken bedoeld in artikel 3 hierboven.Dit baggeren beperkt zich tot het aanlegprofiel van het kanaal ; b) de bijkomende werken met betrekking tot het instellen van een overbreedte in de bocht van Deûlémont ;c) de werken voor het slopen en aanpassen van de gebouwen gelegen op de Franse voor de uitvoering van de aanleg van de Grensleie te verwerven terreinen ;d) de compenserende en begeleidende maatregelen bij de aanleg van de Grensleie die werden weerhouden in toepassing van de Franse en Europese milieureglementeringen of op eigen keuze van Frankrijk ;e) de herinrichting van de stuw en de sluis van Komen in België met het oog op het mogelijk maken van vismigratie.

Art. 5.Omschrijving van de werken die uitsluitend gefinancierd worden door het Waalse Gewest In aanvulling op de medegefinancierde werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag, verbindt het Waalse Gewest zich ertoe de volgende werken onder zijn bouwheerschap uit te voeren en te financieren, in het kader van de aanleg van de Grensleie : a) het baggeren van de sedimenten van de Grensleie in zone 2, zoals bepaald in artikel 1, paragraaf 2 van dit Verdrag, en het nemen van alle bijbehorende maatregelen, met name diegene horend bij het beheer en de behandeling van de sedimenten, voorafgaand aan de uitvoering van de werken bedoeld in artikel 3 hierboven.Dit baggeren beperkt zich tot het aanlegprofiel van het kanaal ; b) het gedeelte van de aanleg van de doortocht van Komen, overeenstemmend met het verhogen van de vaarcapaciteit van het huidige gabarit van 600/800 ton naar dat van 1.350 ton ; c) de werken voor het slopen en aanpassen van de gebouwen op de Waalse voor de uitvoering van de aanleg van de Grensleie te verwerven terreinen ;d) de compenserende en begeleidende maatregelen bij de aanleg van de Grensleie die werden weerhouden in toepassing van de Waalse en Europese milieureglementeringen of op eigen keuze van Wallonië.

Art. 6.Omschrijving van de werken die uitsluitend gefinancierd worden door het Vlaamse Gewest In aanvulling op de medegefinancierde werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag, verbindt het Vlaamse Gewest zich ertoe de volgende werken onder zijn bouwheerschap uit te voeren en te financieren, in het kader van de aanleg van de Grensleie : a) het baggeren van de sedimenten van de Grensleie in zone 3, zoals bepaald in artikel 1, paragraaf 2 van dit Verdrag, en het nemen van alle bijbehorende maatregelen, met name diegene horend bij het beheer en de behandeling van de sedimenten, voorafgaand aan de uitvoering van de werken bedoeld in artikel 3 hierboven.Dit baggeren beperkt zich tot het aanlegprofiel van het kanaal ; b) het gedeelte van de aanleg van de doortocht van Wervik, overeenstemmend met het verhogen van de vaarcapaciteit van het huidige gabarit van 600/800 ton naar dat van 1.350 ton ; c) het gedeelte van de herbouw van de brug van Wervik, overeenstemmend met het verhogen van de vaarcapaciteit van het huidige gabarit naar dat van 1.350 ton ; d) de werken voor het slopen en aanpassen van de gebouwen op de Vlaamse voor de uitvoering van de aanleg van de Grensleie te verwerven terreinen ;e) de compenserende en begeleidende maatregelen bij de aanleg van de Grensleie die werden weerhouden in toepassing van de Vlaamse en Europese milieureglementeringen of eigen keuze van Vlaanderen ;f) de herinrichting van de stuw en de sluis van Menen in België met het oog op het mogelijk maken van vismigratie.

Art. 7.Verdeling van het bouwheerschap 1. Het bouwheerschap van de werken voor de aanleg van de Grensleie wordt als volgt tussen de Partijen verdeeld : a) het bouwheerschap komt de Franse Republiek toe voor de werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag en gelegen in de zone 1, beschreven in artikel 1, paragraaf 2, alsmede alle werken opgesomd in artikel 4 van dit Verdrag ;b) het bouwheerschap komt het Waalse Gewest toe voor de werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag en gelegen in de zone 2, beschreven in artikel 1, paragraaf 2, alsmede de werken opgesomd in artikel 5 van dit Verdrag ;c) het bouwheerschap komt het Vlaamse Gewest toe voor de werken opgesomd in artikel 3 van dit Verdrag en gelegen in de zone 3, beschreven in artikel 1, paragraaf 2, alsmede alle werken opgesomd in artikel 6 van dit Verdrag.2. De Partijen verzekeren er zich van dat de beheerders van hun waterweggerelateerd openbaar domein de uitvoering van de inrichtingswerken aanvaarden op hun respectievelijke waterweggerelateerde openbare domeinen en de nodige terreinen ter beschikking stellen voor de in dit Verdrag voorziene inrichtingswerken.

Art. 8.Delegatie van het bouwheerschap 1. De Franse Republiek vertrouwt, volgens de in dit Verdrag bepaalde verdeling, het bouwheerschap van de studies en werken toe aan Voies navigables de France of iedere instantie die deze in rechte opvolgt. Hiertoe past laatstgenoemde de bepalingen toe voorzien in dit Verdrag en ondertekent deze de in artikel 15 voorziene uitvoeringsovereenkomst. 2. Het Waalse Gewest vertrouwt, volgens de in dit Verdrag bepaalde verdeling, het bouwheerschap van de studies en werken toe aan de Service public de Wallonie of iedere instantie die deze in rechte opvolgt.Hiertoe past laatstgenoemde de bepalingen toe voorzien in dit Verdrag en ondertekent deze de in artikel 15 voorziene uitvoeringsovereenkomst. 3. Het Vlaamse Gewest vertrouwt, volgens de in dit Verdrag bepaalde verdeling, het bouwheerschap van de studies en werken toe aan Waterwegen en Zeekanaal NV of iedere instantie die deze in rechte opvolgt.Hiertoe past laatstgenoemde de bepalingen toe voorzien in dit Verdrag en ondertekent deze de in artikel 15 voorziene uitvoeringsovereenkomst.

Art. 9.Reglementaire procedures Iedere Partij staat in voor het bekomen van de bestuurlijke toelatingen op zijn grondgebied, conform de eigen reglementering, ten gunste van de Partijen die er de werken uitvoeren.

Art. 10.Organisatie van de procedures voor de verwerving van terreinen 1. Iedere Partij verwerft minnelijk of, in voorkomend geval, door onteigening de terreinen op zijn grondgebied nodig voor het project, ongeacht de Partij die belast is met de werken.2. Iedere Partij ziet er op toe dat de onroerende goederen gelegen op zijn grondgebied tijdig aan de betrokken Partij overgedragen worden voor de uitvoering van de werken waarmee laatstgenoemde is belast.

Art. 11.Verantwoordelijkheden met betrekking tot onderhoud en exploitatie 1. De Franse Republiek neemt de verantwoordelijkheid en de lasten op zich voor de ruimingswerken van de zone 1 van de Grensleie, zoals bepaald in artikel 1 paragraaf 2.Het Waalse Gewest neemt de verantwoordelijkheid en de lasten op zich voor de ruimingswerken van de zone 2 van de Grensleie, zoals bepaald in artikel 1 paragraaf 2.

Het Vlaamse Gewest neemt de verantwoordelijkheid en de lasten op zich voor de ruimingswerken van de zone 3 van de Grensleie, zoals bepaald in artikel 1 paragraaf 2. 2. De Franse Republiek neemt de verantwoordelijkheid en de lasten op zich voor het onderhoud van de zuidelijke oever van de gekalibreerde Grensleie, van Deûlémont tot Halluin.Het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest nemen de verantwoordelijkheid en de lasten op zich voor het onderhoud van de noordelijke oever van de gekalibreerde Grensleie, het Waalse Gewest stroomopwaarts van de grens tussen de gemeentes Komen en Wervik en het Vlaamse Gewest stroomafwaarts van deze grens. 3. De Partijen komen tot een overeenstemming inzake de exploitatieregels op de Grensleie.Deze regels omvatten niet de politionele bevoegdheden, die onder de bevoegdheid blijven van de Staat of het gewest van het betreffende grondgebied. Stroomopwaarts van de sluis van Komen is de tenuitvoerlegging van deze exploitatieregels ten laste van de Franse Republiek. Stroomafwaarts van de sluis van Komen, met inbegrip van deze sluis, tot de grens tussen de gemeentes Komen en Wervik is de tenuitvoerlegging van deze exploitatieregels ten laste van het Waalse Gewest. Stroomopwaarts van de grens tussen de gemeentes Komen en Wervik is de tenuitvoerlegging van deze exploitatieregels ten laste van het Vlaamse Gewest.

Art. 12.Toewijzingen van de bevoegdheden met betrekking tot het onderhoud en de exploitatie 1. De Franse Republiek vertrouwt het onderhoud en de exploitatie van de zone 1, bepaald in artikel 1 paragraaf 2, toe aan Voies navigables de France, overeenkomstig de in dit Verdrag voorziene bepalingen. Hiertoe ondertekent laatstgenoemde de overeenkomst voor onderhoud en exploitatie van de Grensleie voorzien in artikel 16. 2. Het Waalse Gewest vertrouwt het onderhoud en de exploitatie van de zone 2, bepaald in artikel 1 paragraaf 2, toe aan de Service public de Wallonie, overeenkomstig de in dit Verdrag voorziene bepalingen. Hiertoe ondertekent laatstgenoemde de overeenkomst voor onderhoud en exploitatie van de Grensleie voorzien in artikel 16. 3. Het Vlaamse Gewest vertrouwt het onderhoud en de exploitatie van de zone 3, bepaald in artikel 1 paragraaf 2, toe aan Waterwegen en Zeekanaal NV, overeenkomstig de in dit Verdrag voorziene bepalingen. Hiertoe ondertekent laatstgenoemde de overeenkomst voor onderhoud en exploitatie van de Grensleie voorzien in artikel 16.

Art. 13.Financiering van de inrichtingswerken De Partijen verbinden zich ertoe de in artikel 3 bepaalde werken volgens de volgende verdeelsleutels mede te financieren : a) zone 1, bepaald in artikel 1, paragraaf 2, wordt voor 50% door de Franse Republiek en voor 50% door het Waalse Gewest medegefinancierd ;b) zone 2, bepaald in artikel 1, paragraaf 2, wordt voor 44 % door de Franse Republiek en voor 56 % door het Waalse Gewest medegefinancierd ;c) zone 3, bepaald in artikel 1, paragraaf 2, wordt voor 48 % door de Franse Republiek en voor 52 % door het Vlaamse Gewest medegefinancierd. De verdeelsleutels zijn van toepassing op alle uitgaven, alle lasten inbegrepen.

De in artikel 15 voorziene uitvoeringsovereenkomst detailleert de raming van de volledige projectkost en de plafondbedragen van de financiële participaties van elk der Partijen.

Art. 14.Financiering van het onderhoud en de exploitatie De uitgaven voortspruitend uit het onderhoud en de exploitatie van de Grensleie worden ten laste genomen door ieder der Partijen volgens de in artikel 11 van dit Verdrag beschreven principes.

Art. 15.Uitvoeringsovereenkomst 1. In aanvulling op dit Verdrag legt een uitvoeringsovereenkomst de modaliteiten vast van de uitvoering van de in dit Verdrag voorziene verbintenissen voor de werken van de opwaardering op groot gabarit van de Grensleie.2. Deze uitvoeringsovereenkomst wordt uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag ondertekend door de verschillende bouwheren, aangeduid in artikel 8.

Art. 16.Overeenkomst voor onderhoud en exploitatie van de Grensleie 1. Een overeenkomst voor onderhoud en exploitatie legt de modaliteiten vast voor het onderhoud en de exploitatie van de Grensleie, volgens de in artikel 11 vermelde principes.2. Deze overeenkomst voor onderhoud en exploitatie wordt uiterlijk 12 maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag ondertekend door de beheerders, bepaald in artikel 12.

Art. 17.Intergouvernementele Commissie van het Seine-Scheldeproject 1. De opdracht inzake de voorbereiding van de uitvoering van het Seine-Scheldeproject van de Intergouvernementele Commissie (hierna te noemen de "IGC"), opgericht door het akkoord in de vorm van de uitwisseling van brieven tussen de regering van de Franse Republiek, de regering van het Vlaamse Gewest van België en de regering van het Waalse Gewest van België met betrekking tot de oprichting van een intergouvernementele commissie voor de voorbereiding van de uitvoering van het Seine-Scheldeproject, ondertekend te Parijs op 10 maart 2009, te Jambes op 7 april 2009 en te Willebroek op 17 april 2009, wordt door dit Verdrag uitgebreid met het opvolgen van de uitvoering van de werken en de goede tenuitvoerlegging van dit Verdrag. 2. De IGC heeft de volgende opdracht : a) haar advies geven m.b.t. het tijdschema ; b) de goede tenuitvoerlegging van dit Verdrag volgen ;c) de vordering van de projecten opvolgen en toezien op de coördinatie van de beslissingen ;d) alle adviezen en aanbevelingen opmaken op verzoek van de Partijen.3. De adviezen, aangegeven in alinea 2 d), kunnen geformuleerd worden op basis van een voorstel van het Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV) Seine-Schelde, 4.Teneinde de tenuitvoerlegging van dit Verdrag en van de uitvoeringsovereenkomst op te volgen, wordt minstens een keer per jaar een vergadering van de IGC georganiseerd, waarbij de vertegenwoordigers van de verschillende diensten, belast met de Waalse en Vlaamse waterwegen en de Franse waterwegen bijeenkomen. Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt in de Franse en Nederlandse taal, dat verspreid wordt aan de leden van de IGC. 5. In geval de IGC ophoudt te bestaan, komen de Partijen samen om de modaliteiten te bepalen voor de opvolging van de goede uitvoering van de werken en de goede tenuitvoerlegging van dit Verdrag.

Art. 18.Verwerking van afvalstoffen Ieder der Partijen verwerkt de afvalstoffen voortkomend uit de uitvoering van de werken waarmee deze belast is, volgens de op zijn grondgebied voor de verwerking van deze afvalstoffen geldende regels.

Deze regels respecteren de wetgeving van de Europese Unie inzake het beheer van afvalstoffen.

Art. 19.Geschillenbeslechting Geschillen met betrekking tot de interpretatie of de tenuitvoerlegging van dit Verdrag zullen, zoveel als mogelijk, geregeld worden door onderhandelingen tussen de Partijen.

Ieder der Partijen kan hiertoe het advies vragen van de in artikel 17 vermelde Intergouvernementele Commissie.

Ieder geschil over de interpretatie of de tenuitvoerlegging van dit Verdrag dat niet geregeld is kunnen worden door onderhandelingen tussen de Partijen, zal voorgelegd worden aan een scheidsgerecht op verzoek van een der Partijen, overeenkomstig de procedure vermeld in Bijlage 2 van dit Verdrag.

De beslissingen van het scheidsgerecht zijn bindend voor de Partijen.

Art. 20.Beeindiging Elke Partij kan, na een aanmaning via diplomatieke kanalen, dit Verdrag opzeggen.

Het Verdrag wordt beëindigd 6 maanden na de kennisgeving van de opzegging via diplomatieke kanalen. Een tegensprekelijk proces-verbaal constateert de verrichte prestaties en uitgevoerde werken. Dit proces-verbaal vermeldt de bewarende maatregelen die genomen dienen te worden om het behoud en de veiligheid van de uitgevoerde werken en diensten te verzekeren en geeft de termijn aan binnen dewelke alle documenten m.b.t. het project aan elke Partij moeten overgemaakt worden.

De Partijen verbinden zich ertoe om geen gebruik te maken van deze opzeggingsprocedure voor de motieven voorzien in artikel 19.

Art. 21.Bijlage bij dit Verdrag Dit Verdrag omvat 2 bijlagen die er integrerend deel van uitmaken : a) Bijlage 1: Omschrijving van de zones vermeld in artikel 1, paragraaf 2 van dit Verdrag ;b) Bijlage 2: Scheidsrechterlijke procedure.

Art. 22.Relatie met andere Verdragen De bepalingen van dit Verdrag vervangen de bepalingen van het Verdrag tussen de Franse Republiek en het Belgische Koninkrijk betreffende de verbetering van de Grensleie tussen Deûlémont en Menen, ondertekend te Brussel op 3 februari 1982, met uitzondering van de artikels 3.3, 7, 8 en 10.

Art. 23.Inwerkingtreding en duur van het Verdrag 1. Elke Partij geeft de andere Partijen via diplomatieke kanalen kennis van het voltooien van de voor de inwerkingtreding van dit Verdrag vereiste interne procedures.2. Het Verdrag treedt in werking op de dag van ontvangst, door de andere Partijen, van de laatste kennisgeving.3. Het Verdrag wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Ten blijke waarvan ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag ondertekend hebben.

Opgemaakt te Brussels, op 19 november 2018, in drie exemplaren, in de Franse en Nederlandse taal, beide versies zijnde gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van de Franse Republiek : N. LOISEAU, Minister van Europese Zaken Voor het Waalse Gewest : W. BORSUS, Minister-President van de Waalse Regering C. DI ANTONIO, Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, van de Waalse Regering Voor het Vlaamse Gewest, : G. BOURGEOIS, Minister-President van de Vlaamse Regering

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Bijlage 2 van het Verdrag Scheidsrechterlijke procedure 1. Tenzij de Partijen in het geschil anders besluiten, wordt de scheidsrechterlijke procedure gevoerd met inachtneming van de bepalingen van deze bijlage.2. Het scheidsgerecht is samengesteld uit drie leden;elke partij bij het geschil wijst een arbiter aan en beide aldus aangewezen arbiters wijzen in onderlinge overeenstemming de derde arbiter aan die het voorzitterschap van het scheidsgerecht op zich neemt. Tenzij de Partijen een andere methode voor het aanwijzen van arbiters zijn overeengekomen, wordt, indien er twee eisers of twee verweerders zijn, gezamenlijk door de eisers of gezamenlijk door de verweerders een arbiter aangewezen.

Deze derde arbiter mag geen onderdaan zijn van de Franse Republiek of het Koninkrijk België, noch zijn gebruikelijke woonplaats hebben op het grondgebied van een van de Partijen, noch in dienst staan van een van hen, noch betrokken zijn of betrokken geweest zijn, in welke hoedanigheid ook, bij de belangen in kwestie. 3. Indien binnen twee maanden na de aanwijzing van de tweede arbiter de Voorzitter van het scheidsgerecht niet is aangewezen, gaat de Secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage, op verzoek van de meest gerede Partij binnen een nieuwe termijn van twee maanden tot zijn aanwijzing over.4. Indien binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek vermeld in artikel 19 van het Verdrag, een van de Partijen bij het geschil niet is overgegaan tot de door haar te verrichten benoeming van een lid van het scheidsgerecht, kan de andere Partij zich wenden tot de Secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage, die de Voorzitter van het scheidsgerecht aanwijst binnen een nieuwe termijn van twee maanden.Zodra de Voorzitter van het scheidsgerecht is aangewezen, verzoekt hij de Partij die nog geen arbiter heeft benoemd, dit te doen binnen een termijn van twee maanden. Na het verstrijken van deze termijn wendt hij zich tot de Secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage, die binnen een nieuwe termijn van twee maanden overgaat tot de benoeming. 5. De voorgaande bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing om in vacatures te voorzien.6. Het scheidsgerecht doet uitspraak overeenkomstig de regels van het internationaal recht en, in het bijzonder, overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag.7. Het scheidsgerecht doet uitspraak, zowel ten aanzien van de procedure als van de zaak zelf, bij meerderheid van stemmen;wanneer een van de door Partijen aangewezen leden niet aanwezig is of zich van stemming onthoudt, verhindert dit het scheidsgerecht niet uitspraak te doen. Indien de stemmen staken, is de stem van de Voorzitter doorslaggevend. 8. De Partijen dragen de kosten van de arbiter die zij hebben aangewezen en verdelen de andere kosten gelijkelijk. 9. Onder voorbehoud van de bepalingen van deze Bijlage stelt het scheidsgerecht zelf zijn procedureregels vast.

^