gepubliceerd op 22 januari 2021
Besluit van de Regering tot invoering van een premie voor bepaalde beroepen die in het kader van de coronacrisis voor een bijzondere uitdaging staan ter uitvoering van artikel 5.3 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020
17 DECEMBER 2020. - Besluit van de Regering tot invoering van een premie voor bepaalde beroepen die in het kader van de coronacrisis voor een bijzondere uitdaging staan ter uitvoering van artikel 5.3 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020, artikel 5.3, ingevoegd bij
decreet van 27 april 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/04/2020
pub.
07/05/2020
numac
2020202110
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Crisisdecreet 2020
sluiten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 december 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 17 december 2020;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat het Parlement bij het crisis decreet van 27 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2020 pub. 07/05/2020 numac 2020202110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten de Regering heeft gemachtigd om, parallel met de goedkeuring van een overeenkomstige beslissing van de federale regering en in overleg met de andere bevoegde deelentiteiten, een crisispremie in te voeren voor de beroepen die onder de bevoegdheid vallen van de Duitstalige Gemeenschap en die met name in het kader van de coronapandemie (COVID-19) voor een bijzondere uitdaging staan; dat de federale regering deze beslissing op 6 november 2020 heeft genomen; dat de premie nog vóór 31 december 2020 aan de werknemers moet worden betaald; dat de werkgevers daartoe de nodige rechtsgrond nodig hebben;
Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.- Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Dienst voor zelfbeschikkend leven: de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;2° administratie : het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.- Toepassingsgebied Dit besluit is van toepassing op de volgende dienstverrichters en instellingen: 1° dienstverrichters van de gezins- en ouderenhulp, de sociale huishoudelijke hulp, de woonzorgcentra voor ouderen en het samenwerkingsverband voor palliatieve zorg in de zin van het decreet van 13 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2018 pub. 28/05/2019 numac 2019200641 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg sluiten betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg;2° inrichtende machten van psychiatrische verzorgingstehuizen in de zin van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen;3° dienstverrichters van instellingsgebonden woonvormen in de zin van artikel 12 van het decreet van 13 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200237 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven sluiten tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;4° aanbieders van diensten voor dagwerk in de zin van artikel 4, § 4, 1°, van het besluit van de Regering van 12 december 2019 betreffende de dienstverleningsovereenkomsten tussen de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven en de dienstverrichters.
Art. 3.- Betaling van een coronapremie De in artikel 2 vermelde dienstverrichters, instellingen, inrichtende machten en aanbieders van diensten kunnen een coronapremie uitbetalen aan alle personeelsleden - met inbegrip van studenten - aan wie ze tussen 1 maart 2020 en 31 december 2020 loon uitbetaald hebben of die tijdens die periode aangesteld waren als uitzendkracht in de zin van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
De coronapremie wordt berekend op basis van de volgende berekeningsregels : 1° hij stemt overeen met 985 euro als het personeelslid tussen 1 maart 2020 en 31 december 2020 meer dan halftijds aangesteld was;2° hij stemt overeen met 492,50 euro als het personeelslid tussen 1 maart 2020 en 31 december 2020 halftijds of minder dan halftijds aangesteld was. Voor de toepassing van het tweede lid : 1° wordt de coronapremie telkens verlaagd in verhouding tot de tijdens de periode van 1 maart 2020 en 31 december 2020 werkelijk gepresteerde werkuren ten opzichte van de contractueel vastgelegde werkuren, waarbij alleen de contractueel vastgelegde arbeidstijdregeling in aanmerking wordt genomen;2° worden afwezigheden wegens verlof of ziekte die in de referentieperiode voor de berekening van de coronapremie vallen, als volgt gelijkgesteld met werkdagen : a) afwezigheden wegens verlof van in totaal 24 kalenderdagen bij een arbeidstijdregeling van zes dagen per week en van twintig dagen bij een arbeidstijdregeling van vijf dagen per week;b) afwezigheden wegens ziekte van telkens in totaal dertig dagen.
Art. 4.- Subsidiëring van de coronapremie Met behoud van de toepassing van artikel 5, § 2, betaalt de administratie een subsidie aan de in artikel 2 vermelde dienstverrichters en instellingen met het oog op overname van de kosten die voor hen ontstaan zijn door de uitbetaling van de coronapremie vermeld in artikel 3.
Die subsidie omvat per dienstverrichter en instelling: 1° het bedrag van de coronapremie dat ze werkelijk hebben uitbetaald aan hun personeelsleden;2° de werkgeverslasten die door de betaling van de coronapremie ontstaan. De subsidie wordt alleen toegekend als de betaling van de coronapremie in overeenstemming is met de nadere regels bepaald in artikel 3.
Art. 5.- Subsidiëringsaanvraag § 1 - Om de subsidiëring vermeld in artikel 4 aan te vragen, bezorgen de dienstverrichters en instellingen inlichtingen aan de administratie over het aantal personeelsleden dat de coronapremie uitbetaald kreeg en delen die inlichtingen in als volgt : 1° op basis van de arbeidstijdregeling van de personeelsleden;2° op basis het aantal ziekte- en verlofdagen tijdens de referentieperiode vermeld in artikel 3, eerste lid;3° op basis van de tewerkstellingssituatie tijdens de referentieperiode vermeld in artikel 3, eerste lid. Bij de aanvraag vermeld in het eerste lid voegen de dienstverrichters en instellingen een bewijs dat ze de coronapremie uitbetaald hebben.
De dienstverrichters en instellingen dienen de subsidieaanvraag uiterlijk op 1 maart 2021 bij de administratie in. § 2 - De aanbieders en instellingen vermeld in artikel 2, 3° en 4°, delen de Dienst voor zelfbeschikkend leven mee of ze de premie aan hun personeel uitbetalen. In dat geval betaalt de Dienst voor zelfbeschikkend leven de in artikel 3 bepaalde premie uit aan de personeelsleden en dit ter uitvoering van artikel 14, § 3, van het decreet van 13 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200237 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven sluiten tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven.
Art. 6.- Onderzoek van de aanvraag en de uitbetaling van de subsidiëring De administratie onderzoekt de aanvraag ingediend overeenkomstig artikel 5, § 1, binnen zestig dagen na ontvangst ervan.
Ze betaalt de subsidie uit binnen dertig dagen na afsluiting van het onderzoek.
Art. 7.- Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 8.- Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 december 2020.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS