gepubliceerd op 24 januari 2008
Besluit van de Regering tot oprichting van een comité van toezicht en van een selectiecomité voor het Europees sociaal fonds 2007-2013
15 MEI 2007. - Besluit van de Regering tot oprichting van een comité van toezicht en van een selectiecomité voor het Europees sociaal fonds 2007-2013
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de artikelen 158-162 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, overeenkomstig zijn geconsolideerde versie van 2 oktober 1997, bekrachtigd door de wet van 10 augustus 1998;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999;
Gelet op de artikelen 121, 130, 139, 140 en 167 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 51, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 juli 2004 houdende verdeling van de bevoegdheden onder de ministers, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 juli 2004 houdende overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de ministers, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Europese Commissie op 5 maart 2007 het operationele programma van de Duitstalige Gemeenschap voor het Europees Sociaal Fonds 2007-2013 in het kader van de doelstelling 2 « Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid » ontvankelijk verklaard heeft en dat de projecten derhalve vanaf 1 januari 2007 kunnen worden bevorderd.
Overwegende dat een comité van toezicht opgericht moet worden binnen drie maanden vanaf de kennisgeving aan de lidstaat van de beslissing tot goedkeuring van het operationele programma;
Overwegende dat de projectaanvragen door een selectiecomité moeten worden beoordeeld;
Overwegende dat de oprichting van het comité van toezicht en van het selectiecomité onontbeerlijk is en geen verwijl lijdt, ten einde bovenvermeld programma in de Duitstalige Gemeenschap binnen de gestelde termijn om te zetten;
Op de voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Comité van toezicht 1° Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een comité van toezicht opgericht met het oog op het opvolgen van de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds 2007-2013 in het kader van de doelstelling 2 « Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid », « Europees sociaal Fonds 2007-2013 ».2° Het comité van toezicht heeft als opdracht : a) de criteria voor de selectie van de gecofinancierde projecten binnen zes maanden na de goedkeuring van het operationele programma te onderzoeken en goed te keuren en, desnoods deze naargelang van de programmering te herzien;b) de vooruitgangen geboekt bij de verwezenlijking der specifieke doelstellingen van het operationele programma regelmatig te evalueren aan de hand van de door de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap voorgelegde documenten; c) de resultaten van de uitvoering, met name de mate waarin de doelstellingen m.b.t. elke kernpunt bereikt zijn, te onderzoeken en de evaluaties bedoeld in artikel 48, lid 3, van de basisverordening uit te voeren; d) overeenkomstig artikel 67 van de basisverordening het jaarverslag en het eindverslag over de uitvoering te onderzoeken en goed te keuren;e) kennis te nemen van het jaarlijks controleverslag en van de eventuele opmerkingen van de commissie daaromtrent;f) aan de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap voorstellen voor te leggen die betrekking hebben tot de herziening of toetsing van het operationele programma en erop gericht zijn de doelstellingen van het Fonds bedoeld in artikel 3 van de basisverordening te bereiken, of het beheer, met name de financiële uitvoering van het programma te verbeteren;g) voorstellen tot wijziging van de inhoud der beslissing genomen door de commissie over een bijdrage van het Fonds te onderzoeken en goed te keuren;h) voor een partnerschap tussen alle actoren van het operationele programma te zorgen met het oog op de uitvoering van de integratie.
Art. 2.Samenstelling van het comité van toezicht 1° Het comité van toezicht is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden : 1° één vertegenwoordiger van de Minister-President, Minister van Lokale Besturen;2° één vertegenwoordiger van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;3° één vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;4° één vertegenwoordiger van de Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport;5° één vertegenwoordiger van de Algemene Diensten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;6° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Tewerkstelling, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden » van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap;7° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Culturele Aangelegenheden » van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;8° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Onderwijs en Vorming » van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; 9° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, t.w. één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties; 10° één vertegenwoordiger van de Dienst voor de personen met een handicap;11° één vertegenwoordiger van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's;12° één vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;13° één vertegenwoordiger van de Raad voor Volksopleiding en Vormingswerk voor Volwassenen;14° één vertegenwoordiger van de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap.2° Behoren bovendien tot het comité van toezicht, met effectief stemrecht en voor de duur van het project, privé-promotoren van goedgekeurde ESF-projecten werkzaam in de Duitstalige Gemeenschap. Onafgezien het aantal projecten beschikt elke promotor slechts over één stem. 3° Het comité van toezicht is samengesteld uit de volgende leden met raadgevende stem : 1° de Europese Commissie en, desgevallend, de Europese Investeringsbank;2° de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;3° de ESF-cel van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° het Agentschap voor Europese vormingsprogramma's in de Duitstalige Gemeenschap;5° de publiek- en privaatrechtelijke inrichting die in de Duitstalige Gemeenschap de externe evaluatie van het operationele programma uitvoert;6° de publiek- of privaatrechtelijke inrichting die in de Duitstalige Gemeenschap als toezichthoudende autoriteit fungeert.
Art. 3.Werking van het comité van toezicht 1° De Minister van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Werkgelegenheid of zijn afgevaardigde neemt het voorzitterschap van het comité van toezicht waar.2° De managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap neemt het secretariaat van het comité van toezicht waar.3° In overeenstemming met de managementautoriteit stelt het comité van toezicht zijn huishoudelijk reglement op, dat de Regering moet worden voorgelegd.
Art. 4.Selectiecomité Er wordt een selectiecomité opgericht om de projectaanvragen, ingediend met het oog op een medefinanciering door het Europees Sociaal Fonds 2007-2013, te evalueren.
Art. 5.Samenstelling van het selectiecomité 1° Het comité van toezicht is samengesteld uit volgende leden met effectief stemrecht : 1° één vertegenwoordiger van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;2° één vertegenwoordiger van de Algemene Diensten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;3° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Tewerkstelling, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden » van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap;4° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Culturele Aangelegenheden » van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;5° één vertegenwoordiger van de Afdeling « Onderwijs en Vorming » van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; 6° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, t.w. één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties; 7° één vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;8° één vertegenwoordiger van een ander nationaal of buitenlands gewest, als externe deskundige;9° één vertegenwoordiger van de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 6.Werking van het selectiecomité 1° Het selectiecomité beoordeelt de aanvragen op basis van de door het comité van toezicht vastgelegde selectiecriteria.Het comité kan één der drie volgende beslissingen nemen : - het project aannemen; - het project weigeren; - de beslissing uitstellen, met de verplichting om de aanvraag op enkele punten aan te vullen of te wijzigen. 2° De beslissing van het selectiecomité wordt door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap goedgekeurd.Wordt het project aangenomen, dan sluit de Regering een conventie met de promotor van het project. Wordt het project geweigerd of de desbetreffende beslissing uitgesteld, dan belast de Regering de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap om de aanvrager te verwittigen.
Art. 7.Inwerkingtreding Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2007.
Art. 8.De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 15 mei 2007.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES