gepubliceerd op 13 augustus 1998
Besluit van de Regering betreffende de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen
15 APRIL 1998. - Besluit van de Regering betreffende de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, zoals ze gewijzigd werden;
Gelet op de wetten op het technisch onderwijs, gecoördineerd op 30 april 1957;
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals ze gewijzigd werd;
Gelet op de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, zoals ze voor het laatste bij het decreet van 27 juni 1990 gewijzigd werd;
Gelet op de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, zoals ze bij de wetten van 22 februari 1977, 4 augustus 1978 en 25 februari 1987 gewijzigd werd;
Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, gewijzigd bij de wet van 31 juli 1975;
Gelet op de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch onderwijs van het lange type, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 77 van 20 juli 1982 en bij het koninklijk besluit nr. 460 van 17 september 1986;
Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 1958 houdende instelling van een bijzondere examencommissie belast met het uitreiken van het bekwaamheidsgetuigschrift voor het ambt van bijzondere leermeester in de lichamelijke opvoeding aan de lagere scholen;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, zoals het gewijzigd werd;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vastlegging van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, zoals het bij de wetten van 22 februari 1977, 4 augustus 1978 en 25 februari 1987 gewijzigd werd;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 35;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juni 1984 tot vaststelling van de vorm en van de regels voor de uitreiking van het getuigschrift van het basisonderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, zoals het gewijzigd werd;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de situatie omtrent de uitreiking van de diploma's vanaf het schooljaar 1996-1997 moet worden geregulariseerd in afwachting van een diepe inhoudelijke en technische wijziging;
Op de voordracht van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden en van de Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsbepaling en toepassingsgebied
Artikel 1.In de zin van dit besluit zijn de studiegetuigschriften de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die in het gewoon en in het buitengewoon lager onderwijs, in het gewoon en het buitengewoon secundair onderwijs, in het onderwijs met beperkt leerplaan, in het hoger onderwijs van het korte type, in de voortgezette schoolopleiding en door de examencommissies van de Duitstalige Gemeenschap verleend worden en die in de bijlage 2 opgenomen zijn.
Art. 2.Een lijst van de studiegetuigschriften, de modellen van de studiegetuigschriften die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen, alsmede de voorschriften om de studiegetuigschriften in te vullen zijn in de bijlagen 1, 2 en 3 opgenomen. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen tot invulling van de studiegetuigschriften
Art. 3.De studiegetuigschriften worden door de titularis ondertekend voordat ze aan het Ministerie of aan de Homologatiecommissie overgemaakt worden.
Art. 4.De studiegetuigschriften worden gedrukt door de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde onderwijsinrichtingen, met uitzondering van de studiegetuigschriften verleend door de examencommissies, welke door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap gedrukt worden.
Voor de druk gebruiken de onderwijsinrichtingen het door de Regering ter beschikking gestelde papier.
Art. 5.De studiegetuigschriften worden desgevallend door de bevoegde Minister of zijn vertegenwoordiger ondertekend. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 6.Het besluit van de Regering van 17 juli 1997 betreffende de attesten, getuigschriften, brevetten, andere titels en diploma's die de in de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde studies bekrachtigen, wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit heeft uiwerking vanaf het schooljaar 1996-1997.
Art. 8.De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden en de Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 15 april 1998.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, W. SCHRÖDER